Gebruik GLICLAZIDE APOTEX 80 MG niet:
- als u overgevoelig bent voor gliclazide of één van de bestanddelen van de tablet of andere sulfonylureumderivaten, sulfonamiden (bepaalde groep middelen tegen infecties),
- als u aan een insulineafhankelijke (type 1) diabetes (diabetes meestal optredend in de kinderjaren waarvoor vanaf de start insuline moet worden gebruikt) lijdt,
- als u een diabetisch precoma, coma (bewusteloosheid) of diabetische ketoacidose (verzuring van het bloed als gevolg van een tekort aan insuline) vertoont,
- als uw lever of uw nieren zeer slecht werken,
- als u momenteel wordt behandeld met miconazol (zie onderdeel “Gebruik van Gliclazide Apotex 80 mg samen met andere geneesmiddelen”),
- als u borstvoeding geeft.
Wees extra voorzichtig met GLICLAZIDE APOTEX 80 MG:
- Dit geneesmiddel kan hypoglykemie (een te laag bloedsuikergehalte) veroorzaken. Als u symptomen van hypoglykemie (sterk zweten, hevige honger, beven, bleekheid, gezichtsstoornissen, zich ziek voelen, ongewone gedragingen) vertoont, moet u meteen wat suiker of zoet voedsel eten en uw arts raadplegen.
Hypoglykemie treedt gemakkelijker op als uw dieet te strikt of onevenwichtig is, na een langdurige of zware inspanning, na inname van alcohol of als u andere bloedsuikerverlagende geneesmiddelen neemt (zie onderdeel “Gebruik van Gliclazide Apotex 80 mg samen met andere geneesmiddelen”).
Als u dit geneesmiddel neemt, moet u er dus voor zorgen:
- dat u regelmatig eet: het is belangrijk regelmatig te eten, ook het ontbijt is belangrijk. U mag nooit een maaltijd overslaan gezien de hogere kans op hypoglykemie als uw voeding onvoldoende koolhydraten bevat of onevenwichtig is wat de suikers betreft,
- dat u regelmatig uw behandeling neemt: het is belangrijk dat u regelmatig uw geneesmiddel inneemt éénmaal daags, bij voorkeur bij het ontbijt (zie onderdeel “De wijze van gebruik en/of toedieningsweg”).
Na inname van Gliclazide Apotex 80 mg moet u steeds eten.
- volg het dieet dat uw arts u heeft voorgeschreven, zo goed mogelijk,
- test regelmatig uw bloedglucosegehalte zoals door uw arts werd voorgeschreven of aangeraden,
- licht uw dokter in:
- als u een heelkundige ingreep (operatie) moet ondergaan, als u een trauma/ongeluk hebt opgelopen, als u koorts of een infectie heeft of als u niet goed eet;
- als u zwanger wilt worden;
- als u nog andere geneesmiddelen neemt, vooral ontstekingsremmende geneesmiddelen, bètablokkers (middelen bij behandeling van hoge bloeddruk) en corticosteroïden; (zie ook onderdeel “Gebruik van Gliclazide Apotex 80 mg samen met andere geneesmiddelen”);
- vertel uw tandarts dat u wordt behandeld voor suikerziekte.
- In patiënten die het enzym glucose-6-fosfaatdehydrogenase missen kan een verlaging van het hemoglobine gehalte in het bloed optreden en bloedarmoede als gevolg van een te grote afbraak van rode bloedcellen (hemolytische anemie).
Inname van GLICLAZIDE APOTEX 80 MG met voedsel en drank:
Vermijd alcohol en alcoholhoudende dranken.
Zwangerschap:
Als u zwanger bent, moet uw diabetes worden behandeld met insuline. Licht uw arts in als u probeert zwanger te worden.
Als u zwanger bent, of al u tijdens de behandeling ontdekt dat u zwanger bent, moet u dat aan uw arts melden zodat hij uw behandeling kan aanpassen.
Vraag uw arts of apotheker om advies voordat u een geneesmiddel inneemt.
Borstvoeding:
U mag geen borstvoeding geven als u dit geneesmiddel neemt.
Vraag uw arts of apotheker om advies voordat u een geneesmiddel inneemt.
Rijvaardigheid en bediening van machines:
U moet de symptomen van hypoglykemie kennen en u moet voorzichtig zijn bij het autorijden of het bedienen van machines.
Belangrijke informatie over enkele bestanddelen van GLICLAZIDE APOTEX 80 MG:
Niet van toepassing.
Gebruik van GLICLAZIDE APOTEX 80 MG samen met andere geneesmiddelen:
Bepaalde combinaties van geneesmiddelen moeten worden gemeden, omdat zij een belangrijk effect kunnen hebben op uw bloedglucosewaarden. U mag niet vertrouwen op uw eigen oordeel bij het innemen van geneesmiddelen.
De volgende geneesmiddelen verhogen het risico van hypoglykemie (een te laag bloedsuikergehalte): Miconazol (middel om infecties door schimmels te behandelen), fenylbutazon (voor de behandeling van ernstige gewrichtsontsteking), alcohol, andere bloedsuikerverlagende geneesmiddelen (bv. insuline), bèta blokkers (voor de behandeling van hoge bloeddruk), fluconazol (een tablet voor schimmelinfecties), angiotensinogeen converterend enzym (ACE) remmers zoals captopril of enalapril (voor de behandeling van hoge bloeddruk en hartfalen), H2-receptor antagonisten voor maagzweren of zuurbranden, monoamine oxydase remmers (MAOI´s) voor depressie, sulfonamides (een soort antibioticum) en NSAID´s (een bepaalde groep van pijnstillende middelen met ook een ontstekingsremmende en koortswerende werking) non-steroïde ontstekingsremmers voor pijnbestrijding.
De volgende geneesmiddelen kunnen het bloedsuikergehalte verhogen:
Danazol (een hormoon behandeling voor borstaandoeningen, zware menstruele bloedingen en woekering van het slijmvlies van de baarmoeder), chloorpromazine (voor de behandeling van aandoeningen van het zenuwstelsel), corticosteroïden (ontstekingsremmende middelen die gebruikt worden om o.a. ernstige astma en gewrichtsreuma te behandelen), ritrodine (een weeënremmend middel) en terbutaline (voor astma) en via een injectie gegeven salbutamol (voor astma).
Wanneer er gecombineerd wordt met middelen die de bloedstolling tegengaan (bv. warfarine) kan een aanpassing van deze middelen noodzakelijk zijn.
Licht uw arts of apotheker in als u andere geneesmiddelen gebruikt of onlangs heeft gebruikt, ook als het geneesmiddelen betreft, waarvoor geen voorschrift noodzakelijk is.