Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
-
U bent allergisch voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in rubriek 6.
-
U bent HIV-positief, wat betekent dat u een infectie heeft met het humane immunodeficiëntievirus (HIV).
-
U heeft actieve tuberculose of leverontsteking (hepatitis).
-
U heeft een verzwakt afweersysteem als gevolg van medische aandoeningen of omdat u andere geneesmiddelen gebruikt die uw afweersysteem verzwakken of de productie van bloedcellen in uw beenmerg afremmen. Dit zijn onder andere:
-
ciclosporine, cyclofosfamide en azathioprine (worden gebruikt om het afweersysteem te onderdrukken, bijvoorbeeld na een orgaantransplantatie);
-
methotrexaat (wordt gebruikt voor de behandeling van aandoeningen als psoriasis of reumatoïde artritis);
-
corticosteroïden voor langdurig gebruik (worden gebruikt om ontstekingen tegen te gaan,
bijvoorbeeld bij astma).
Zie ook “Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?”
-
U heeft actieve kanker.
-
U heeft matige of ernstige nierproblemen.
-
U bent zwanger of geeft borstvoeding (zie ook “Zwangerschap en borstvoeding”).
Neem MAVENCLAD niet in en neem contact op met uw arts of apotheker als u twijfelt of een van de situaties hierboven op u van toepassing is.
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem contact op met uw arts of apotheker voordat u dit middel gebruikt.
Bloedtests
Voordat u start met de behandeling wordt uw bloed onderzocht om te controleren of u MAVENCLAD kunt innemen. De arts zal ook tijdens en na de behandeling bloedtests doen om te controleren dat u MAVENCLAD kunt blijven innemen en dat u geen complicaties krijgt van de behandeling.
Infecties
Voordat u start met de behandeling met MAVENCLAD zult u worden getest om te zien of u een infectie heeft. Het is belangrijk dat u het uw arts vertelt als u denkt dat u een infectie heeft. Klachten van een infectie zijn onder andere: koorts, pijn, pijnlijke spieren, hoofdpijn, algemeen gevoel van onwel zijn of gele verkleuring van de ogen. Het is mogelijk dat uw arts de behandeling uitstelt, of de behandeling onderbreekt, totdat de infectie verdwenen is.
Gordelroos
Indien nodig wordt u voordat u met de behandeling start, ingeënt tegen gordelroos. U zult tussen de 4 en 6 weken moeten wachten totdat de inenting effect heeft. Vertel het uw arts onmiddellijk als u klachten van gordelroos heeft, een vaak voorkomende complicatie van MAVENCLAD (zie rubriek 4) die mogelijk een specifieke behandeling vereist.
Progressieve multifocale leuko-encefalopathie (PML)
Als u denkt dat uw MS verergert of als u nieuwe klachten opmerkt, bijvoorbeeld veranderingen in stemming of gedrag, periodes met geheugenverlies, spraak- en communicatieproblemen, neem dan zo snel mogelijk contact op met uw arts. Dit kunnen de klachten zijn van een zeldzame hersenaandoening die wordt veroorzaakt door een infectie en progressieve multifocale leuko-encefalopathie (PML) wordt genoemd. PML is een ernstige aandoening die kan leiden tot ernstige invaliditeit of overlijden.
Hoewel PML niet is waargenomen met MAVENCLAD, is het mogelijk dat u voordat u start met de behandeling als voorzorgsmaatregel een MRI (magnetische resonantiebeeldvorming) van het hoofd moet ondergaan.
Kanker
Bij patiënten die cladribine in klinische onderzoeken kregen toegediend, werden enkele gevallen van kanker waargenomen. Neem contact op met uw arts als u eerder kanker heeft gehad. Uw arts zal de best mogelijke behandelingen voor u bepalen. Als voorzorgsmaatregel dient u de standaard kankerscreeningaanbevelingen op te volgen, zoals door uw arts geadviseerd.
Leverproblemen
MAVENCLAD kan leverproblemen veroorzaken. Neem contact op met uw arts voordat u dit middel gebruikt als u leverproblemen heeft of ooit gehad heeft. Vertel het uw arts onmiddellijk als u een of meer van de volgende klachten krijgt: misselijkheid, overgeven, buikpijn, vermoeidheid, geen trek in eten hebben, uw huid of ogen worden geel (geelzucht), of donkere urine. Dit kunnen klachten zijn van ernstige leverproblemen.
Anticonceptie
Mannen en vrouwen moeten effectieve anticonceptie gebruiken tijdens behandeling en tot minstens
6 maanden na de laatste dosis. Dit is belangrijk omdat MAVENCLAD erg schadelijk kan zijn voor uw baby.
Zie ook “Zwangerschap en borstvoeding”.
Bloedtransfusies
Als u bloedtransfusies nodig heeft, vertel dan de arts dat u MAVENCLAD gebruikt. Mogelijk moet voor u het bloed worden bestraald om complicaties te voorkomen.
Veranderen van behandeling
Als u van een andere behandeling voor MS overschakelt naar MAVENCLAD, zal uw arts voordat u met deze behandeling start, controleren of de aantallen van uw witte bloedcellen (lymfocyten) normaal zijn.
Als u van MAVENCLAD overschakelt naar andere behandelingen voor MS, neem dan contact op met uw arts. Er kunnen overlappingen zijn in het effect op uw afweersysteem.
Kinderen en jongeren tot 18 jaar
Gebruik van MAVENCLAD wordt niet aanbevolen bij patiënten jonger dan 18 jaar, omdat het niet is onderzocht bij deze leeftijdsgroep.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u naast MAVENCLAD nog andere geneesmiddelen, heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat de mogelijkheid dat u binnenkort andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan uw arts of apotheker.
Start niet met MAVENCLAD samen met geneesmiddelen die uw afweersysteem verzwakken of de productie van bloedcellen door uw beenmerg afremmen. Dit zijn onder andere:
-
ciclosporine, cyclofosfamide en azathioprine (worden gebruikt om het afweersysteem te onderdrukken, bijvoorbeeld na een orgaantransplantatie);
-
methotrexaat (wordt gebruikt voor de behandeling van aandoeningen als psoriasis of reumatoïde artritis);
corticosteroïden voor langdurig gebruik (worden gebruikt om ontstekingen tegen te gaan, bijvoorbeeld bij astma). Kortwerkende corticosteroïden kunnen worden gebruikt wanneer uw arts dit adviseert.
Gebruik MAVENCLAD niet samen met andere geneesmiddelen voor MS, tenzij uw arts ze specifiek aanraadt.
Neem MAVENCLAD niet gelijktijdig met andere geneesmiddelen in. Zorg voor een tussenperiode van ten minste 3 uur tussen het innemen van MAVENCLAD en van andere geneesmiddelen via de mond. MAVENCLAD bevat hydroxypropylbetadex dat een wisselwerking kan hebben met andere geneesmiddelen in uw maag.
Neem contact op met uw arts als u wordt of werd behandeld met:
-
geneesmiddelen die uw bloedcellen kunnen aantasten (bijvoorbeeld carbamazepine, dat wordt gebruikt voor de behandeling van epilepsie). Uw arts moet u misschien nauwkeuriger in de gaten houden.
-
bepaalde types vaccins (levende en verzwakte levende vaccins). Als u in de afgelopen 4 tot 6 weken bent ingeënt, moet de behandeling met MAVENCLAD worden uitgesteld. U mag tijdens behandeling met MAVENCLAD dergelijke vaccins niet krijgen. Uw afweersysteem
moet zijn hersteld voordat u kunt worden ingeënt; met bloedtests zal dit worden gecontroleerd.
-
dilazep, nifedipine, nimodipine, reserpine, cilostazol of sulindac (die worden gebruikt om het hart, hoge bloeddruk, bloedvataandoeningen of ontstekingen te behandelen), of eltrombopag (dat wordt gebruikt om aandoeningen in verband met bloeding te behandelen). Uw arts zal u vertellen wat u moet doen als u deze geneesmiddelen moet gebruiken.
-
rifampicine (dat wordt gebruikt om bepaalde types infectie te behandelen), sint-janskruid (dat wordt gebruikt om depressie te behandelen) of corticosteroïden (die worden gebruikt om ontstekingen te onderdrukken). Uw arts zal u vertellen wat u moet doen als u deze geneesmiddelen moet gebruiken.
Vertel het uw arts als u hormonale anticonceptie gebruikt (bijvoorbeeld de pil). U heeft een tweede anticonceptiemethode nodig tijdens de behandeling met MAVENCLAD en gedurende ten minste
4 weken na de laatste dosis.
Zwangerschap en borstvoeding
Neem MAVENCLAD niet in als u zwanger bent of zwanger wilt worden. Dit is belangrijk omdat MAVENCLAD erg schadelijk kan zijn voor uw baby.
U moet effectieve voorbehoedsmiddelen gebruiken om te voorkomen dat u zwanger wordt tijdens behandeling met MAVENCLAD en gedurende 6 maanden nadat u de laatste dosis heeft ingenomen. Vertel het uw arts als u hormonale anticonceptie gebruikt (bijvoorbeeld de pil). U heeft een tweede anticonceptiemethode nodig tijdens de behandeling met MAVENCLAD en gedurende ten minste
4 weken na de laatste dosis. Indien u meer dan 6 maanden na de laatste dosis in jaar 1 zwanger wordt, wordt geen veiligheidsrisico verwacht, maar dit betekent dat u geen behandeling met MAVENCLAD kunt krijgen terwijl u zwanger bent.
Mannen moeten effectieve voorbehoedsmiddelen gebruiken om te voorkomen dat hun partner zwanger wordt tijdens hun behandeling met MAVENCLAD en gedurende 6 maanden na de laatste dosis.
Uw arts zal u advies geven over geschikte voorbehoedsmiddelen.
Neem MAVENCLAD niet in als u borstvoeding geeft. Als uw arts denkt dat MAVENCLAD voor u van wezenlijk belang is, zal uw arts u adviseren om te stoppen met het geven van borstvoeding tijdens behandeling en gedurende ten minste één week na de laatste dosis.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
MAVENCLAD heeft naar verwachting geen invloed op de rijvaardigheid en op het vermogen om machines te bedienen.
MAVENCLAD bevat sorbitol
Dit middel bevat 64 mg sorbitol per tablet.