Farmaceutische vorm en inhoud
Natriumwaterstofcarbonaat 1,4% is een isosmotische (van gelijke osmotische druk als de omgeving) oplossing voor infusie.
Natriumwaterstofcarbonaat is een alkaliserende stof, d.w.z. een stof die de zuurtegraad van urine en bloed kan doen dalen (alkalisch of basisch maken).
Natriumwaterstofcarbonaat 1,4% is verkrijgbaar in glazen flessen met een volume van 100 ml en 500 ml.
Toepassing van het geneesmiddel
Natriumwaterstofcarbonaat 1,4% wordt gebruikt bij:
- de behandeling van ernstige verzuring van het bloed (metabole acidose) zoals kan optreden bij coma ten gevolge van suikerziekte (diabetisch coma), diarree, ernstige nieraandoeningen en circulatoire shock
- behandeling in situaties waarbij er sprake is van vergiftiging met zwakke organische zuren waardoor het basisch maken van de urine gewenst is, zoals bij barbituraten (slaapmiddelen) en acetylsalicylzuur (aspirine).
- toediening in situaties waarbij het gewenst is om de oplosbaarheid van bepaalde geneesmiddelen in de urine te verbeteren zodat de uitscheiding sneller verloopt en andere complicaties voorkomen kunnen worden, bijv. bij methotrexaat (toepassing bij behandeling van carcinomen) en sulfonamiden (antibacteriële middelen).
- Alkalisch maken van de urine indien er sprake is van ernstige afbraak van het bloed (hemolyse) om zodoende nierafwijkingen te voorkomen.
BIJSLUITER VOOR DE PATIËNT | NATRIUMWATERSTOFCARBONAAT 1,4% |
-
Natriumwaterstofcarbonaat wordt via een druppelinfuus in de bloedbaan gebracht. Dit gebeurt onder toezicht van een arts.
De dosering bij verzuring is in hoge mate afhankelijk van de toestand van de patiënt, de indicatie en de ernst van de verzuring. Na analyse van de bloedgassen kan men de benodigde hoeveelheid natriumwaterstofcarbonaat berekenen.
In het algemeen is het niet raadzaam om de acidose (verzuring) onmiddellijk volledig te corrigeren, aangezien dan alkalose (tekort aan zuur) kan ontstaan, doordat de fysiologische compensatiemechanismen vertraagd reageren. Geadviseerd wordt eerst de helft toe te dienen van de berekende hoeveelheid en vervolgens, nadat opnieuw de bloedgassen zijn geanalyseerd, verder te doseren.
Voor het alkalisch maken van de urine is de dosering afhankelijk van de gewenste pH van de urine.
De snelheid van toediening is afhankelijk van de gewenste correctie doch maximaal dient 9,0 ml Natriumwaterstofcarbonaat 1,4% per kg lichaamsgewicht per uur toegediend te worden.
Natriumwaterstofcarbonaat 1,4% wordt intraveneus toegediend in een centrale ader.
Tijdens de toediening moeten de zuurtegraad (pH), de zout- en de waterbalans regelmatig gecontroleerd worden.
Eventuele tekorten aan kalium en/of calcium dienen voor de toediening van natriumwaterstofcarbonaat gecorrigeerd te worden.
Wat u moet doen wanneer u te veel van Natriumwaterstofcarbonaat 1,4% heeft gebruikt:
Wanneer er teveel Natriumwaterstofcarbonaat 1,4% is toegediend kan dit leiden tot te weinig zuur (metabole alkalose) of tot te veel natrium (hypernatriëmie) in het bloed.
Afhankelijk van de ernst van de overdosering zullen door de arts maatregelen genomen worden.
Indien u merkt dat Natriumwaterstofcarbonaat te sterk of juist te weinig werkt, raadpleeg dan uw arts of apotheker.