Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
- U bent overgevoelig (allergisch) voor één van de stoffen die in dit geneesmiddel zitten. Deze stoffen kunt u vinden onder rubriek 6.
- U heeft last van:
- galactosemie (een ernstige genetische aandoening waarbij u galactose niet kan verteren);
- acute inflammatoire darmziekte (zoals ziekte van Crohn of colitis ulcerosa), obstructie van uw darmen (behalve normale constipatie), perforatie van het spijsverteringskanaal, of risico voor perforatie van het spijsverteringskanaal, buikpijn van onbekende oorzaak.
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem contact op met uw arts of apotheker voordat u dit middel inneemt.
Raadpleeg uw arts voor u Lactulose Fresenius inneemt, als u last hebt van een gastrocardiaal syndroom (Roemheld syndroom).
Bij symptomen zoals meteorisme of zwelling van de buik na het innemen, stop de behandeling en raadpleeg uw arts.
In deze gevallen zal uw arts zorgvuldig toezicht houden op de behandeling.
Langdurig gebruik van niet-aangepaste doseringen (meer dan 2-3 zachte stoelgangen per dag) of verkeerd gebruik kunnen tot diarree en verstoring van de elektrolytenbalans leiden.
Als u een oudere patiënt bent, of een patiënt die in een algemeen slechte conditie verkeert, en u gebruikt lactulose gedurende een periode langer dan 6 maanden, zal uw arts regelmatig uw elektrolytenbalans controleren.
Patiënten met leverencefalopathie dienen een gelijktijdige toediening met andere laxeermiddelen te vermijden, omdat dit de individualisatie van de geneesmiddeldosering verhindert.
Lactulose Fresenius niet langer dan twee weken zonder medisch advies gebruiken.
Als gevolg van de syntheseroute kan Lactulose Fresenius sporen van suikers bevatten.
Als uw arts u heeft verteld dat u bepaalde suikers niet verdraagt, raadpleeg dan uw arts voor u dit geneesmiddel inneemt.
Tijdens de behandeling met laxeermiddelen dient u voldoende te drinken (ongeveer 2 l/dag, overeenkomend met 6-8 glazen).
Kinderen
Lactulose Fresenius mag gewoonlijk niet aan baby’s en kleine kinderen worden toegediend, aangezien het de normale reflexen voor de stoelgang kan verstoren.
Uw arts kan Lactulose Fresenius in bijzondere omstandigheden aan een kind, een peuter of een baby voorschrijven. In deze gevallen zal uw arts zorgvuldig toezicht houden op de behandeling.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u naast Lactulose Fresenius nog andere geneesmiddelen, of heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat de mogelijkheid dat u in de nabije toekomst andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan uw arts of apotheker.
Lactulose kan het door andere geneesmiddelen (bijvoorbeeld thiazides, steroïden en amfotericine B) veroorzaakte verlies van kalium verhogen. Gelijktijdig gebruik van hartglycosiden kan het effect van de glycosiden door het kaliumtekort versterken.
Bij een dosisverhoging wordt een daling van de pH-waarde in het colon waargenomen. Geneesmiddelen die pH-afhankelijk in het colon afgegeven worden (bijvoorbeeld 5-ASA) kunnen daardoor geïnactiveerd worden.
Waarop moet u letten met eten en drinken?
Lactulose Fresenius kan met of zonder voedsel ingenomen worden. Er zijn geen beperkingen wat betreft eten en drinken.
Zwangerschap en borstvoeding
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Neem dan contact op met uw arts of apotheker voordat u dit geneesmiddel gebruikt.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Lactulose Fresenius heeft geen invloed op uw vermogen voor veilig autorijden of gebruik van machines.
Lactulose Fresenius bevat melksuiker (lactose), galactose of epilactose.
Zie ook de rubriek “Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?”.
15 ml Lactulose bevat 42,7 kJ (10,2 kcal) = 0,21 bu. De behandelingsdosering moet eventueel worden aangepast voor diabetici.