Lisinopril CF 10 mg, tabletten

Lisinopril CF 10 mg, tabletten
Werkzame stof(fen)Lisinopril
Toelatingslandnl
VergunninghouderCentrafarm
ATC-codeC09AA03
Farmacologische groepenAce remmers, gewoon

Patiëntenbijsluiter

Wat is het en waarvoor wordt het gebruikt?

Lisinopril CF-tabletten bevatten het werkzame bestanddeel lisinopril. Lisinopril behoort tot een groep geneesmiddelen die “ACE-remmers” (angiotensineconverterendenzymremmers) worden genoemd. Deze middelen verwijden de bloedvaten waardoor het hart gemakkelijker bloed naar alle delen van uw lichaam kan pompen. Dit leidt tot verlaging van de bloeddruk.

Lisinopril CF wordt gebruikt als:

  • uw bloeddruk te hoog is
  • u lijdt aan hartfalen. Dit houdt in dat uw hart het bloed niet zo goed door het lichaam pompt als voorheen, waardoor er verschijnselen ontstaan als vermoeidheid, kortademigheid of zwelling van de enkels en voeten.
  • u een hartaanval heeft gehad [in dit geval wordt Lisinopril CF als een kortdurende (6 weken) behandeling toegepast waarmee binnen 24 uur wordt gestart]
  • u nierproblemen heeft in samenhang met diabetes en hoge bloeddruk.

Wat moet u weten voordat u het gebruikt?

Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?

  • U bent allergisch voor één van de stoffen die in dit geneesmiddel zitten. Deze stoffen kunt u vinden onder punt 6.
  • U bent allergisch voor een ander geneesmiddel dat tot dezelfde groep geneesmiddelen als lisinopril (ACE-remmers) behoort.
  • U heeft eerder een allergische reactie op lisinopril of soortgelijke geneesmiddelen (ACE- remmers) gehad met verschijnselen als jeuk, netelroos, piepende ademhaling of zwelling van handen, keel, mond of oogleden.
  • U of een van uw familieleden heeft een voorgeschiedenis van allergische reacties die slik- of ademhalingsproblemen veroorzaakten, zwelling van handen, voeten of enkels, gezicht, lippen, tong of keel (angio-oedeem) of als zich bij u in andere situaties angio-oedeem heeft voorgedaan.
  • U bent meer dan 3 maanden zwanger. (Het is ook beter om dit middel niet te gebruiken aan het begin van de zwangerschap – zie ook “Zwangerschap”).

Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?

Vertel het uw arts of apotheker als u medische aandoeningen of ziekten heeft (gehad), in het bijzonder als het één van de volgende (medische) situaties of ziekten betreft:

Zwangerschap

Vertel het uw arts als u denkt dat u zwanger bent of als u zwanger wilt worden. Het gebruik van dit middel wordt niet aanbevolen tijdens het begin van de zwangerschap. Het middel moet niet gebruikt worden als u meer dan 3 maanden zwanger bent, omdat het ernstige nadelige effecten voor de baby kan hebben als u het in deze periode gebruikt (zie ook “Zwangerschap”).

Symptomatische lage bloeddruk (hypotensie)

In zeldzame gevallen kan Lisinopril CF lage bloeddruk veroorzaken (symptomatische hypotensie), vooral aan het begin van de behandeling.

De kans hierop is groter bij patiënten

  • die zijn uitgedroogd of een zouttekort hebben, bijvoorbeeld door het gebruik van plastabletten (behandeling met diuretica), een zoutbeperkt dieet (zoals een dieet met weinig natrium), dialyse, diarree of braken (zie ook rubriek 2: “Inname met andere geneesmiddelen” en rubriek 4: “Mogelijke bijwerkingen”);
  • met een ernstige vorm van hoge bloeddruk veroorzaakt door een nieraandoening (renineafhankelijke hypertensie) (zie ook rubriek 2: “Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?” en rubriek 4: “Mogelijke bijwerkingen”);
  • met ernstig hartfalen (door het gebruik van hoge doses plastabletten, met of zonder stoornis in de werking van de nieren);
  • met een ischemische hartziekte of cerebrovasculaire ziekte. Lisinopril CF zou een hartaanval (myocardinfarct) of beroerte (cerebrovasculair accident) kunnen veroorzaken. Daarom moeten deze patiënten nauwlettend worden gecontroleerd.

Als bij u sprake is van een verhoogd risico van bloeddrukdaling, zal uw arts u nauwlettend controleren, vooral aan het begin van de behandeling of wanneer de dosering wordt veranderd.

Als uw bloeddruk te sterk daalt

Als uw bloeddruk te sterk daalt, moet u gaan liggen. Als deze toestand aanhoudt, heeft u mogelijk medische hulp nodig. Een tijdelijke bloeddrukdaling betekent niet dat u de behandeling met Lisinopril CF niet kunt voortzetten. Zodra uw bloeddruk zich weer heeft hersteld, kunt u Lisinopril CF weer gewoon innemen. In sommige gevallen kan echter een dosisverlaging of stopzetting van de behandeling noodzakelijk zijn. Overleg met uw arts als uw bloeddruk te sterk of te vaak daalt.

Aandoeningen van de hartkleppen en hartspier

Wees extra voorzichtig met Lisinopril CF als bij u sprake is van

  • vernauwing van de hartkleppen (stenose van de mitralisklep of de aortaklep) die de uitstroom van bloed uit het hart belemmert;
  • verdikking van de hartspier (hypertrofische cardiomyopathie).

Vertel uw arts over uw aandoeningen en vraag hem/haar om advies.

Overgevoeligheidsreacties (allergische reacties) of angio-oedeem

In sommige gevallen hebben ACE-remmers (waaronder lisinopril) een levensbedreigende allergische reactie, “angio-oedeem” genaamd, veroorzaakt. Er zijn zeer zeldzame gevallen met fatale afloop van angio-oedeem gemeld met zwelling van het strottenhoofd of de tong resulterend in afsluiting van de luchtwegen.

Stop het gebruik van Lisinopril CF en neem onmiddellijk contact op met uw arts als zich bij u verschijnselen van angio-oedeem voordoen, zoals:

  • zwelling van gezicht, ledematen, lippen, tong en/of keel;
  • slikproblemen;
  • ademhalingsproblemen;
  • galbulten.

Het risico op angio-oedeem is groter als

  • u een donkere huidskleur heeft;
  • u al eerder angio-oedeem heeft gehad, zelfs wanneer dit niet door een ACE-remmer werd veroorzaakt (zie hierboven, de rubriek: “Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?”).

Levensbedreigende anafylactoïde (allergische) reacties hebben zich voorgedaan bij patiënten die naast ACE-remmers ook de volgende behandelingen kregen:

  • hemodialyse (met zogenaamde “high-flux-membranen”, bijvoorbeeld AN 69);
  • LDL-aferese (low-densitylipoproteïnenaferese; een speciale techniek om vet uit het bloed te verwijderen);
  • ongevoelig maken (hyposensibilisatie) voor bijvoorbeeld bijen- en wespengif (Hymenoptera-

gif).

Vertel uw arts dat u Lisinopril CF gebruikt als u deze behandelingen ondergaat of hebt ondergaan.

Etnische verschillen

Net als andere ACE-remmers is Lisinopril CF mogelijk minder effectief bij patiënten met een donkere huidskleur. Ook komt angio-oedeem bij patiënten met een donkere huidskleur vaker voor dan bij patiënten met een lichte huidskleur.

Nieraandoeningen

Als bij u sprake is van een nieraandoening of nierfalen, kan het nodig zijn dat uw arts uw bloedwaarden van kalium en serumcreatinine nauwlettend controleert en uw dosering van lisinopril aanpast (zie ook: “Hoe neemt u dit middel in?”).

U mag Lisinopril CF niet innemen als u onlangs een niertransplantatie heeft ondergaan.

Speciale omstandigheden kunnen een effect op uw nieren hebben:

  • Bij patiënten met hartfalen kan de door ACE-remmers veroorzaakte lage bloeddruk de werking van de nieren verslechteren. Onder dergelijke omstandigheden is acuut nierfalen gemeld; dit effect verdwijnt doorgaans weer na stopzetting van de behandeling.
  • Bij sommige patiënten met vernauwing van de bloedvaten van de nier (enkel- of dubbelzijdige nierarteriestenose) die met ACE-remmers werden behandeld, zijn verhogingen van de waarden voor bloedureum en serumcreatinine waargenomen. De kans hierop is groter bij patiënten met een verstoorde werking van de nieren. Deze verhogingen verdwijnen doorgaans weer na stopzetting van de behandeling.
  • Patiënten die ook een hoge bloeddruk hebben als gevolg van aandoeningen van de nierslagaderen (renovasculaire hypertensie), zijn gevoeliger voor lage bloeddruk en nierfalen. Bij deze patiënten moet de behandeling onder nauwlettend medisch toezicht worden gestart met lage doses en zorgvuldige doseringsaanpassingen. Een behandeling met plastabletten (diuretica) moet worden stopgezet en gedurende de eerste weken van behandeling met Lisinopril CF moet de werking van de nieren worden gecontroleerd.
  • Bij sommige patiënten met hoge bloeddruk zonder duidelijke, al bestaande aandoening van de bloedvaten van de nieren (renale vasculaire aandoening) was er sprake van verhogingen van de waarden voor bloedureum en serumcreatinine. Deze toenamen zijn doorgaans gering en van tijdelijke aard en de kans hierop is groter bij patiënten die al een verstoorde werking van de nieren hebben. Als dit bij u het geval is, kan uw arts uw dosis verlagen of een ander geneesmiddel voorschrijven.

Als de werking van uw nieren verslechtert, moet uw arts uw behandeling zorgvuldig beoordelen. Hij/zij kan u vragen Lisinopril CF niet meer in te nemen.

Leveraandoeningen

In zeer zeldzame gevallen worden ACE-remmers in verband gebracht met een syndroom dat begint met geelverkleuring van de huid en het oogwit doordat gal uit de lever niet meer naar de darm kan worden afgevoerd (cholestatische geelzucht) en snel verergert tot afsterven van de levercellen (levernecrose) en (soms) tot overlijden.

Als bij u geelzucht ontstaat, stop dan met innemen van Lisinopril CF en neem direct contact op met uw arts. Als uw arts een verandering van de leverenzymen vaststelt, kan hij/zij u vragen de behandeling te beëindigen.

Verandering in het aantal bloedcellen

Tijdens behandeling met ACE-remmers zijn veranderingen in het aantal bloedcellen gemeld (zie rubriek 4: “Mogelijke bijwerkingen”).

Deze veranderingen kunnen u gevoeliger maken voor infecties, bloedingen of bloeduitstortingen. Informeer uw arts als u een van deze verschijnselen opmerkt. Hij/zij zal uw bloedcellen laten tellen en kan, zo nodig, zeggen dat u met de behandeling moet stoppen. Sommige van deze veranderingen zijn omkeerbaar na stopzetting van de behandeling met de ACE-remmer.

U moet uiterst voorzichtig zijn en uw arts om advies vragen als

  • u lijdt aan een aandoening van de bindweefsels, zoals bloed, skelet of kraakbeen (vasculaire collageenziekte);
  • u één van de volgende geneesmiddelen gebruikt:
  • immunosuppressiva (geneesmiddelen die de activiteit van het afweersysteem onderdrukken, bijvoorbeeld na een orgaantransplantatie);
  • allopurinol (voor de behandeling van jicht en hoge concentraties urinezuur in het bloed);
  • procaïnamide (voor de behandeling van een onregelmatige hartslag).

Dit is vooral belangrijk als uw nieren niet goed werken.

Stijging van de hoeveelheid kalium in het bloed (hyperkaliëmie)

U heeft een verhoogd risico op hyperkaliëmie als

  • uw nieren niet goed werken;
  • u diabetes mellitus heeft;
  • u andere geneesmiddelen gebruikt die in verband gebracht zijn met verhoging van de hoeveelheid kalium in het bloed.

Als u een van de hierboven genoemde middelen moet gebruiken, moet uw arts dan ook regelmatig de kaliumconcentratie in uw bloed controleren (zie hieronder de rubriek: “Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?”).

Diabetes

Als u orale bloedglucoseverlagende middelen of insuline gebruikt, moet uw bloedsuikerconcentratie de eerste maand nauwlettend worden gecontroleerd (zie hieronder de rubriek: “Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?”). De dosis van uw geneesmiddel voor diabetes moet mogelijk worden aangepast.

Chirurgie of anesthesie

Als u naar het ziekenhuis gaat voor een operatie of als u een tandheelkundige ingreep moet ondergaan, vertel dan uw arts of tandarts dat u Lisinopril CF gebruikt vóór u een verdovingsmiddel krijgt toegediend.

Lithium

Als u lithium of lithiumbevattende geneesmiddelen gebruikt (voor de behandeling van manie of depressie), moet u dat tegen uw arts zeggen. De combinatie Lisinopril CF en lithium wordt in het algemeen afgeraden (zie hieronder: “Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?”).

Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?

Gebruikt u naast Lisinopril CF nog andere geneesmiddelen, of heeft u dat kort geleden gedaan? Vertel dat dan uw arts of apotheker. Dat geldt ook voor geneesmiddelen waar u geen voorschrift voor nodig heeft.

Het effect van dit geneesmiddel kan anders zijn als het tegelijk met bepaalde andere geneesmiddelen wordt ingenomen. Voor u dit geneesmiddel gaat innemen, moet u in het bijzonder met uw arts overleggen als u een van de onderstaande geneesmiddelen gebruikt.

De volgende geneesmiddelen kunnen het effect van Lisinopril CF versterken en dus het risico van lage bloeddruk (hypotensie) verhogen:

  • plastabletten (diuretica). Als u al plastabletten gebruikt, informeer dan uw arts. Hij/zij zal u zeggen deze behandeling 2 tot 3 dagen voor inname van Lisinopril CF te beëindigen;
  • andere bloeddrukverlagende (antihypertensieve) geneesmiddelen;
  • glyceryltrinitraat (voor de behandeling van angina pectoris [pijn op de borst] en hartfalen) en andere nitraten;
  • andere vasodilatatoren (geneesmiddelen die de bloedvaten verwijden);
  • tricyclische antidepressiva (voor de behandeling van depressie);
  • antipsychotica (voor de behandeling van psychiatrische stoornissen/psychose);
  • anesthetica (verdovingsmiddelen).

De volgende geneesmiddelen kunnen het effect van Lisinopril CF verminderen:

  • niet-steroïde ontstekingsremmers (pijnstillers), waaronder acetylsalicylzuur (aspirine), in doses van meer dan 3 g per dag. Langdurig gebruik van deze pijnstillers kan het bloeddrukverlagende effect van Lisinopril CF verminderen. Daarnaast bestaat er een risico van stijging van de hoeveelheid kalium in het bloed en verslechtering van de werking van de nieren, waaronder nierfalen;
  • sympathicomimetica (geneesmiddelen met een stimulerend verhogend effect op de bloeddruk).

Lisinopril CF kan het effect van de volgende geneesmiddelen veranderen:

  • geneesmiddelen om de bloedsuikerconcentratie te verlagen (insuline, orale bloedglucoseverlagende middelen). Er ontstaat risico op hypoglykemie (lage bloedsuikerconcentratie), vooral aan het begin van de behandeling en bij patiënten met een verstoorde werking van de nieren;
  • lithium (gebruikt voor de behandeling van manie of depressie). U mag Lisinopril CF niet in combinatie met lithium innemen. Als deze combinatie toch noodzakelijk is, moet de concentratie van lithium in het bloed nauwlettend worden gecontroleerd. De gelijktijdige behandeling met Lisinopril CF en thiaziden (vochtafdrijvende middelen) kan het risico op interacties verhogen.

Het gebruik van de volgende (genees)middelen in combinatie met Lisinopril CF kan het risico op bijwerkingen verhogen. Deze zijn onder meer nierfalen, veranderingen in het aantal bloedcellen, hyperkaliëmie (hoge kaliumconcentratie in het bloed):

  • kaliumsparende diuretica (bijvoorbeeld spironolacton, triamtereen en amiloride);
  • kaliumsupplementen en kaliumbevattende zoutvervangers;
  • andere geneesmiddelen die gepaard gaan met verhogingen van de kaliumconcentraties in serum (bijvoorbeeld heparine, een bloedverdunnend geneesmiddel);
  • Het gebruik van geneesmiddelen als injecteerbaar goud (bijvoorbeeld voor de behandeling van reuma of gewrichtsziekte) naast Lisinopril CF kan het risico op een zogeheten nitritoïde reactie (verwijding van de bloedvaten) verhogen met verschijnselen als blozen, misselijkheid, duizeligheid en een daling van de bloeddruk, die zeer ernstig kunnen zijn.

Waarop moet u letten met eten en drinken?

De inname van voedsel heeft geen invloed op de opname van lisinopril. Daarom kunt u Lisinopril CF met of zonder voedsel innemen, maar probeer het wel elke dag op hetzelfde tijdstip in te nemen.

Zwangerschap en borstvoeding

Wilt u zwanger worden, bent u zwanger of geeft u borstvoeding? Neem dan contact op met uw arts of apotheker voordat u geneesmiddelen gebruikt.

Zwangerschap

Vertel het uw arts als u denkt dat u zwanger bent of als u zwanger wilt worden. Gewoonlijk zal uw arts u adviseren te stoppen met het gebruik van dit middel voordat u zwanger wordt of zodra u weet dat u zwanger bent en in plaats daarvan een ander geneesmiddel voorschrijven. Dit middel wordt niet aanbevolen voor gebruik tijdens het begin van de zwangerschap. Het middel moet niet gebruikt

worden als u meer dan 3 maanden zwanger bent, omdat het ernstige nadelige effecten voor de baby kan hebben als u het in die periode gebruikt.

Borstvoeding

Vertel het uw arts als u borstvoeding geeft of hiermee wilt beginnen. Dit middel wordt afgeraden voor moeders die borstvoeding geven. Uw dokter kan een andere behandeling voor u kiezen als u borstvoeding wilt geven, met name als uw baby pas geboren is of te vroeg werd geboren.

Rijvaardigheid en het gebruik van machines

De kans is klein dat uw tabletten van invloed zijn op uw rijvaardigheid of uw vermogen om machines te bedienen. In een enkel geval kunt u zich echter duizelig of vermoeid voelen door Lisinopril CF, vooral wanneer u het voor het eerst inneemt. Bestuur geen voertuigen of bedien geen machines tot u zeker weet dat u er geen last meer van heeft.

Hoe wordt het gebruikt?

Gebruik dit middel altijd precies zoals uw arts of apotheker u dat heeft verteld. Twijfelt u over het juiste gebruik? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.

U kunt Lisinopril CF met of zonder voedsel innemen. Slik de dagdosis in één keer met een glas water door. Probeer de tablet elke dag op hetzelfde tijdstip in te nemen. U moet Lisinopril CF blijven innemen zolang als volgens uw arts nodig is.

Bij Lisinopril CF 5 mg tabletten:

Als uw arts u een halve tabletdosis heeft voorgeschreven, kan de tablet doormidden worden gebroken door deze op een hard oppervlak te leggen met de breukgleuf naar boven. Druk met uw duim op de bovenkant en de tablet breekt op de breukgleuf in twee gelijke delen (zie afbeelding).

Bij Lisinopril CF 10/20 mg tabletten:

Als uw arts een halve of kwart tabletdosis heeft voorgeschreven, kan de tablet doormidden worden gebroken door deze op een hard oppervlak te leggen met de breukgleufjes naar boven. Druk met uw duim op de bovenkant en de tablet breekt op de breukgleufjes in vier gelijke delen (zie afbeelding).

De gebruikelijke dosering hangt af van de ernst van uw ziekte en uw persoonlijke patiëntenprofiel.

De aanbevolen doseringen zijn:

Bij hoge bloeddruk

Lisinopril CF kan alleen of in combinatie met andere bloeddrukverlagende geneesmiddelen worden gebruikt.

De normale aanvangsdosering is 10 mg éénmaal daags. De dosering wordt geleidelijk verhoogd met tussenpozen van ten minste 2-4 weken tot uw bloeddruk goed onder controle wordt gehouden.

De gebruikelijke dosering bij langdurig gebruik is 20 mg éénmaal daags. Afhankelijk van de respons op uw behandeling, kan de dosering geleidelijk worden verhoogd tot de maximumdosis van 80 mg éénmaal daags.

Als u al plastabletten gebruikt, zal uw arts u vragen deze behandeling 2 tot 3 dagen voor u Lisinopril CF gaat innemen te beëindigen. Als de behandeling met plastabletten niet gestopt kan worden, moet de lisinoprilbehandeling beginnen met een dosis van 5 mg eenmaal daags. De volgende dosis wordt aangepast overeenkomstig de respons van uw bloeddruk. De behandeling met plastabletten kan dan worden hervat.

Als u nierproblemen heeft, kan uw aanvangsdosis lager zijn. Uw arts beslist op grond van de ernst van uw nieraandoening welke dosering u moet gebruiken. Hij/zij zal u nauwlettend controleren, vooral aan het begin van de behandeling (zie de rubriek: “Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?; Nieraandoeningen”).

Kinderen en adolescenten (6-16 jaar)

Uw dokter zal de juiste dosis voor uw kind bepalen. Voor kinderen die tussen 20 en 50 kg wegen, is de gebruikelijke startdosering 2,5 mg eenmaal daags. Voor kinderen die meer dan 50 kg wegen, is de gebruikelijke startdosering 5 mg eenmaal daags.

Uw dokter zal de dagelijkse dosering voor uw kind aanpassen tot een maximum van 20 mg per dag voor kinderen die tussen 20 en 50 kg wegen en tot een maximum van 40 mg voor kinderen die meer dan 50 kg wegen. Een dosering hoger dan 40 mg wordt niet aanbevolen voor kinderen.

Als uw kind nierproblemen heeft, kan uw arts een lagere startdosering voorschrijven of de dosering geleidelijk opbouwen over een langere periode.

Bij hartfalen

Lisinopril CF moet worden gebruikt als aanvullende behandeling op een andere behandeling voor hartfalen (bijvoorbeeld met plastabletten, digitalis, bètablokkers).

De normale aanvangsdosering is 2,5 mg éénmaal daags; deze moet onder medisch toezicht worden ingenomen. Vervolgens wordt de dosering verhoogd in stappen van niet meer dan 10 mg met tussenpozen van ten minste 2 weken om de verschijnselen van hartfalen onder controle te krijgen.

Een maximale dagdosering van 35 mg mag niet worden overschreden.

Uw arts kan uw dosering aanpassen afhankelijk van uw reactie op het middel.

Na een hartaanval

Na toediening van de aanbevolen standaardbehandeling (bijvoorbeeld met middelen tegen bloedstolsels, bètablokkers):

  • is de normale aanvangsdosis 5 mg binnen 24 uur na de hartaanval.
  • Vervolgens moet 24 uur na de eerste inname nog eens 5 mg worden ingenomen.
  • Daarna moet 48 uur na de eerste inname 10 mg worden ingenomen, gevolgd door 10 mg éénmaal daags.

De gebruikelijke onderhoudsdosering is éénmaal daags 10 mg.

Uw arts kan de dosering verlagen als u last heeft van lage bloeddruk of lijdt aan een nieraandoening. De behandeling moet 6 weken worden voortgezet.

Bij problemen als gevolg van diabetes

De normale aanvangsdosering is 10 mg éénmaal daags bij patiënten met hoge bloeddruk. De dosering kan indien nodig worden verhoogd tot 20 mg éénmaal daags.

Als u een nieraandoening heeft, kan het nodig zijn de dosis aan te passen.

Kinderen

Dit geneesmiddel mag niet worden gebruikt bij kinderen jonger dan 6 jaar en bij kinderen met ernstige nierproblemen. Vraag uw dokter om advies.

Gebruik bij ouderen

Ouderen met normaal werkende nieren kunnen de gebruikelijke dosering innemen.

Gebruik bij patiënten met een getransplanteerde nier

Het gebruik van Lisinopril CF wordt ontraden bij patiënten die een niertransplantatie hebben ondergaan.

Heeft u te veel van dit middel ingenomen?

Raadpleeg onmiddellijk uw arts of ga naar de afdeling voor spoedeisende hulp van het dichtstbijzijnde ziekenhuis als u te veel tabletten heeft ingenomen.

Bij overdosering kunt u onder meer last krijgen van:

  • uw hart, bijvoorbeeld:
    • lage bloeddruk (hypotensie);
    • circulatoire shock (verstoring in de bloedsomloop);
    • verhoogde hartslag (tachycardie);
    • het hart voelen kloppen (hartkloppingen of palpitaties);
    • verlaagde hartslag (bradycardie);
  • nierfalen;
  • verstoring van de balans van bepaalde stofjes in uw bloed (zoals lage hoeveelheden kalium, chloride en natrium in het bloed);
  • duizeligheid;
  • angstgevoelens;
  • hyperventilatie (te snel ademhalen);
  • hoesten.

Bent u vergeten dit middel in te nemen?

Als u een dosis lisinopril bent vergeten, neem deze dan zo snel mogelijk in. Als het bijna tijd is voor uw volgende dosis, sla dan de vergeten dosis over en ga verder volgens uw normale doseringsschema. Neem geen dubbele dosis om een vergeten dosis in te halen. Als u hierover vragen of zorgen heeft, raadpleeg dan uw arts of apotheker.

Als u stopt met het innemen van dit middel

Onderbreek of beëindig de behandeling met Lisinopril CF niet zonder eerst uw arts te raadplegen.

Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.

Wat zijn mogelijke bijwerkingen?

Zoals elk geneesmiddel kan Lisinopril CF bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen daarmee te maken.

Met de eerste dosis of de eerste twee doses van deze tabletten kan het gebeuren dat u een licht gevoel in het hoofd krijgt of flauwvalt als gevolg van de daling van uw bloeddruk. Dit verdwijnt doorgaans door te gaan liggen.

U moet Lisinopril CF NIET meer innemen en uw arts onmiddellijk inlichten als u:

  • jeuk krijgt of als er ernstige huidreacties ontstaan
  • last krijgt van piepende ademhaling of moeite met ademen of slikken
  • de handen, voeten of enkels, gezicht, lippen, tong of keel gaan opzwellen, of
  • als er geelverkleuring optreedt van de huid of het oogwit.

De bijwerkingen zijn gerangschikt naar het aantal patiënten dat er last van kan hebben:

Zeer vaak meer dan 1 op de 10 patiënten
Vaak 1 tot 10 op de 100 patiënten
Soms 1 tot 10 op de 1.000 patiënten
Zelden 1 tot 10 op de 10.000 gebruikers
Zeer zelden minder dan 1 op de 10.000 gebruikers
Niet bekend het aantal gevallen kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald

Vaak:

  • duizeligheid
  • hoofdpijn
  • orthostatische effecten (inclusief lage bloeddruk; in dit geval een daling van de bloeddruk door bijvoorbeeld snel opstaan uit een zittende of liggende houding soms gepaard gaande met duizeligheid, een licht gevoel in het hoofd of flauwvallen)
  • hoesten
  • diarree
  • braken
  • verstoorde werking van de nieren (nierfunctiestoornis)

Soms:

  • zwelling van gezicht, ledematen, lippen, tong, glottis (stemvormende deel in de keel) en/of strottenhoofd (keel). Dit zijn verschijnselen van een angioneurotisch oedeem veroorzaakt door overgevoeligheid (zie de rubriek: “Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?; Overgevoeligheidsreacties (allergische reacties) of angio-oedeem”).
  • stemmingswisselingen
  • tintelingen of gevoelloosheid in handen of voeten (paresthesie)
  • een gevoel van duizeligheid of “ronddraaien” (vertigo of draaiduizeligheid)
  • smaakstoornis
  • slaapstoornissen
  • hartaanval (myocardinfarct) of beroerte (cerebrovasculair accident), mogelijk als gevolg van extreem lage bloeddruk (hypotensie) bij hoogrisicopatiënten (zie de rubriek: “Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?; Symptomatische hypotensie (lage bloeddruk)”)
  • het voelen van uw hartslag (palpitaties of hartkloppingen)
  • snellere hartslag (tachycardie)
  • slechte bloedsomloop waardoor de tenen en vingers gevoelloos en bleek worden (ziekte van Raynaud)
  • zwelling en irritatie in de neus (rhinitis)
  • misselijkheid
  • buikpijn
  • maag- en darmproblemen (indigestie)
  • huiduitslag
  • jeuk (pruritus)
  • impotentie
  • vermoeidheid
  • gevoel van zwakte (asthenie)
  • verhogingen van de waarden voor bloedureum
  • verhogingen van de waarden voor serumcreatinine
  • verhogingen van de waarden voor leverenzymen
  • hoge kaliumconcentraties in het bloed waardoor hartritmestoornissen kunnen optreden (hyperkaliëmie)

Zelden:

  • daling van het hemoglobinegehalte (het aantal rode bloedcellen)
  • daling van de hematocrietwaarden (deel van de rode bloedcellen in het bloed)
  • geestelijke verwardheid
  • droge mond
  • galbulten (urticaria)
  • haaruitval (alopecia)
  • een huidaandoening die rode plekken en huidontsteking veroorzaakt (psoriasis)
  • een toxische (giftige) toestand veroorzaakt door nierfalen en gekenmerkt door ophoping van ureum in het bloed (uremie)
  • acuut nierfalen
  • borstvorming bij mannen (gynaecomastie)
  • verhogingen van de waarden voor serumbilirubine
  • lage natriumconcentraties in het bloed die spierzwakte, spiertrekkingen of hartritmestoornissen kunnen veroorzaken (hyponatriëmie)
  • verhoging van de waarde voor een bepaald hormoon dat de hoeveelheid water in het bloed reguleert, die hierdoor de zoutbalans beïnvloedt, bijvoorbeeld verhoogde natriumspiegels (een aandoening die SIADH wordt genoemd; de symptomen kunnen zijn: verwarring, zwakte, vermoeidheid, hoofdpijn, misselijkheid (nausea), overgeven en krampen)

Zeer zelden:

  • wanneer het beenmerg niet voldoende bloedcellen kan aanmaken (beenmergdepressie)
  • afname van het aantal rode bloedcellen waardoor de huid bleek kan zien en zwakte of kortademigheid kan ontstaan (anemie, hemolytische anemie)
  • daling van het aantal bloedplaatjes waardoor het risico van bloedingen of bloeduitstortingen toeneemt (trombocytopenie)
  • laag aantal witte bloedcellen (leukopenie)
  • laag aantal van een bepaald type witte bloedcellen, “neutrofiele granulocyten” genaamd (neutropenie)
  • sterke afname van het aantal witte bloedcellen waardoor het risico van infecties toeneemt (agranulocytose; zie de rubriek: “Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?; Verandering in het aantal bloedcellen”)
  • vergroting van de lymfeklieren (lymfadenopathie)
  • auto-immuunziekte
  • lage bloedsuikerconcentratie (hypoglykemie)
  • moeite met ademhaling of piepende ademhaling (bronchospasme)
  • ontsteking van de neusbijholten (sinusitis)
  • ontsteking van de longblaasjes veroorzaakt door allergie (allergische alveolitis)
  • ophoping van witte bloedcellen (eosinofielen) in de longen (eosinofiele pneumonie)
  • ontsteking van de alvleesklier (pancreas) wat hevige buik- en rugpijn veroorzaakt (pancreatitis)
  • zwelling van het darmslijmvlies (intestinaal angio-oedeem)
  • ontsteking van de lever (hepatitis) – hetzij hepatocellulaire, hetzij cholestatische hepatitis
  • geelverkleuring van de huid of het oogwit veroorzaakt door lever- of bloedproblemen en leverfalen (geelzucht; zie de rubriek: “Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?; Leveraandoeningen”)
  • verhoogde zweetproductie
  • een auto-immuunziekte die blaarvorming en open zweren op de huid veroorzaakt (pemphigus)
  • ernstige ziekte met blaarvorming van de huid (toxische epidermale necrolyse)
  • ernstige ziekte met blaarvorming van de huid, mond, ogen en geslachtsorganen (Stevens- Johnson-syndroom)
  • een huidaandoening met jeukende roze-rode vlekken (erythema multiforme)
  • verminderde of geen productie van urine (oligurie/anurie)
  • cutaan pseudolymfoom (ontstekingsreactie die leidt tot een ophoping van ontstekingscellen).

Niet bekend:

  • depressieve verschijnselen
  • flauwvallen (syncope).

Er is melding gemaakt van een symptoomcomplex met een of meer van de volgende verschijnselen: koorts, ontsteking van bloedvaten, dikwijls met huiduitslag (vasculitis), spierpijn (myalgie), gewrichtspijn (artralgie)/ontsteking van de gewrichten (artritis), een positieve test op antinucleaire antilichamen (ANA) (een bloedonderzoek om auto-immuunziekten op te sporen), verhoogde bezinkingssnelheid van de rode bloedcellen (bse) (een teken van ontsteking in het lichaam, aangetoond

door een bloedonderzoek), een groot aantal van twee typen witte bloedcellen (eosinofilie en leukocytose), huiduitslag, gevoeligheid voor zonlicht (fotosensibiliteit) of andere huidreacties (dermatologische manifestaties).

Krijgt u veel last van een bijwerking? Of heeft u een bijwerking die niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.

Hoe moet het worden bewaard?

Buiten het bereik en zicht van kinderen houden.

Bewaren beneden 30 C.

Gebruik dit middel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die is te vinden op de verpakking na “Niet te gebruiken na:” of “Exp.:”. Daar staan een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de uiterste houdbaarheidsdatum.

Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die niet meer nodig zijn. Ze worden dan op een verantwoorde manier vernietigd en komen zo niet in het milieu.

Verdere informatie

Welke stoffen zitten er in dit middel?

  • De werkzame stof in dit middel is: lisinopril (als dihydraat). 1 tablet bevat 5 mg, 10 mg of 20 mg lisinopril.
  • De andere stoffen in dit middel zijn: calciumwaterstoffosfaatdihydraat, watervrij colloïdaal silicium, magnesiumstearaat, maïszetmeel, mannitol, gepregelatiniseerd maïszetmeel.

Hoe ziet Lisinopril CF eruit en hoeveel zit er in een verpakking?

Lisinopril CF 5 mg-tabletten

Witte, ronde, bolronde tabletten met een breukstreep aan beide zijden en bedrukt met “5” op één zijde. Elke tablet bevat 5,44 mg lisinoprildihydraat overeenkomend met 5 mg lisinopril.

Lisinopril CF 10 mg-tabletten

Witte, ronde, bolronde tabletten met een kruisbreukstreep aan beide zijden en bedrukt met “10” op één zijde. Elke tablet bevat 10,89 mg lisinoprildihydraat overeenkomend met 10 mg lisinopril.

Lisinopril CF 20 mg-tabletten

Witte, ronde, bolronde tabletten met een kruisbreukstreep aan beide zijden en bedrukt met “20” op één zijde. Elke tablet bevat 21,78 mg lisinoprildihydraat overeenkomend met 20 mg lisinopril.

De tabletten zijn verpakt in doordrukstrips met 14, 20, 28, 30, 50, 56, 60, 98, 100, 150, 200, 250, 300, 400, 500 of 1000 tabletten per doosje.

Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant

Vergunninghouder:

Centrafarm B.V.

Nieuwe Donk 3

4879 AC Etten-Leur

Nederland

Fabrikant:

Centrafarm Services B.V.

Nieuwe Donk 9

4879 AC Etten-Leur

Nederland

STADA Arzneimittel AG

Stadastrasse 2-18

61118 Bad Vilbel

Duitsland

Sanico N.V.

Industriezone 4, Veedijk 59

2300 Turnhout

België

STADA Arzneimittel GmbH

Muthgasse 36/2

1190 Wenen

Oostenrijk

LAMP San Prospero S.p.A. Via della Pace, 25/A

41030 San Prospero S/S (Modena) Italië

In het register ingeschreven onder RVG:

Lisinopril CF 5 mg, tabletten, RVG 26361

Lisinopril CF 10 mg, tabletten, RVG 26362

Lisinopril CF 20 mg, tabletten, RVG 26363

Dit geneesmiddel is geregistreerd in lidstaten van de EEA onder de volgende namen:

Zweden Lisinopril Stada 2,5 mg/5 mg/10 mg/20 mg

Nederland Lisinopril CF 5 mg/10 mg/20 mg

Deze bijsluiter is goedgekeurd in augustus 2012.

Laatst bijgewerkt op 24.08.2022

Meer medicijnen met dezelfde werkzame stof

De volgende medicijnen bevatten ook de werkzame stof Lisinopril. Raadpleeg uw arts over een mogelijk alternatief voor Lisinopril CF 10 mg, tabletten

Medicijn
Vergunninghouder
Mylan Pharmaceuticals Limited Damastown Industrial Park
Mylan Pharmaceuticals Limited Damastown Industrial Park

Logo

Uw persoonlijke medicatie-assistent

Medicijnen

Blader hier door onze uitgebreide database van A-Z medicijnen, met effecten, bijwerkingen en doseringen.

Stoffen

Alle actieve ingrediënten met hun werking, toepassing en bijwerkingen, evenals de medicijnen waarin ze zijn opgenomen.

Ziekten

Symptomen, oorzaken en behandeling van veelvoorkomende ziekten en verwondingen.

De weergegeven inhoud vervangt niet de originele bijsluiter van het medicijn, vooral niet met betrekking tot de dosering en werking van de afzonderlijke producten. We kunnen geen aansprakelijkheid aanvaarden voor de nauwkeurigheid van de gegevens, omdat deze gedeeltelijk automatisch zijn omgezet. Raadpleeg altijd een arts voor diagnoses en andere gezondheidsvragen.

© medikamio