Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
- U bent allergisch voor één van de stoffen die in dit geneesmiddel zitten. Deze stoffen kunt u vinden onder punt 6.
- U bent allergisch voor een ander geneesmiddel dat tot dezelfde groep geneesmiddelen als lisinopril (ACE-remmers) behoort.
- U heeft eerder een allergische reactie op lisinopril of soortgelijke geneesmiddelen (ACE- remmers) gehad met verschijnselen als jeuk, netelroos, piepende ademhaling of zwelling van handen, keel, mond of oogleden.
- U of een van uw familieleden heeft een voorgeschiedenis van allergische reacties die slik- of ademhalingsproblemen veroorzaakten, zwelling van handen, voeten of enkels, gezicht, lippen, tong of keel (angio-oedeem) of als zich bij u in andere situaties angio-oedeem heeft voorgedaan.
- U bent meer dan 3 maanden zwanger. (Het is ook beter om dit middel niet te gebruiken aan het begin van de zwangerschap – zie ook “Zwangerschap”).
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Vertel het uw arts of apotheker als u medische aandoeningen of ziekten heeft (gehad), in het bijzonder als het één van de volgende (medische) situaties of ziekten betreft:
Zwangerschap
Vertel het uw arts als u denkt dat u zwanger bent of als u zwanger wilt worden. Het gebruik van dit middel wordt niet aanbevolen tijdens het begin van de zwangerschap. Het middel moet niet gebruikt worden als u meer dan 3 maanden zwanger bent, omdat het ernstige nadelige effecten voor de baby kan hebben als u het in deze periode gebruikt (zie ook “Zwangerschap”).
Symptomatische lage bloeddruk (hypotensie)
In zeldzame gevallen kan Lisinopril CF lage bloeddruk veroorzaken (symptomatische hypotensie), vooral aan het begin van de behandeling.
De kans hierop is groter bij patiënten
- die zijn uitgedroogd of een zouttekort hebben, bijvoorbeeld door het gebruik van plastabletten (behandeling met diuretica), een zoutbeperkt dieet (zoals een dieet met weinig natrium), dialyse, diarree of braken (zie ook rubriek 2: “Inname met andere geneesmiddelen” en rubriek 4: “Mogelijke bijwerkingen”);
- met een ernstige vorm van hoge bloeddruk veroorzaakt door een nieraandoening (renineafhankelijke hypertensie) (zie ook rubriek 2: “Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?” en rubriek 4: “Mogelijke bijwerkingen”);
- met ernstig hartfalen (door het gebruik van hoge doses plastabletten, met of zonder stoornis in de werking van de nieren);
- met een ischemische hartziekte of cerebrovasculaire ziekte. Lisinopril CF zou een hartaanval (myocardinfarct) of beroerte (cerebrovasculair accident) kunnen veroorzaken. Daarom moeten deze patiënten nauwlettend worden gecontroleerd.
Als bij u sprake is van een verhoogd risico van bloeddrukdaling, zal uw arts u nauwlettend controleren, vooral aan het begin van de behandeling of wanneer de dosering wordt veranderd.
Als uw bloeddruk te sterk daalt
Als uw bloeddruk te sterk daalt, moet u gaan liggen. Als deze toestand aanhoudt, heeft u mogelijk medische hulp nodig. Een tijdelijke bloeddrukdaling betekent niet dat u de behandeling met Lisinopril CF niet kunt voortzetten. Zodra uw bloeddruk zich weer heeft hersteld, kunt u Lisinopril CF weer gewoon innemen. In sommige gevallen kan echter een dosisverlaging of stopzetting van de behandeling noodzakelijk zijn. Overleg met uw arts als uw bloeddruk te sterk of te vaak daalt.
Aandoeningen van de hartkleppen en hartspier
Wees extra voorzichtig met Lisinopril CF als bij u sprake is van
- vernauwing van de hartkleppen (stenose van de mitralisklep of de aortaklep) die de uitstroom van bloed uit het hart belemmert;
- verdikking van de hartspier (hypertrofische cardiomyopathie).
Vertel uw arts over uw aandoeningen en vraag hem/haar om advies.
Overgevoeligheidsreacties (allergische reacties) of angio-oedeem
In sommige gevallen hebben ACE-remmers (waaronder lisinopril) een levensbedreigende allergische reactie, “angio-oedeem” genaamd, veroorzaakt. Er zijn zeer zeldzame gevallen met fatale afloop van angio-oedeem gemeld met zwelling van het strottenhoofd of de tong resulterend in afsluiting van de luchtwegen.
Stop het gebruik van Lisinopril CF en neem onmiddellijk contact op met uw arts als zich bij u verschijnselen van angio-oedeem voordoen, zoals:
- zwelling van gezicht, ledematen, lippen, tong en/of keel;
- slikproblemen;
- ademhalingsproblemen;
- galbulten.
Het risico op angio-oedeem is groter als
- u een donkere huidskleur heeft;
- u al eerder angio-oedeem heeft gehad, zelfs wanneer dit niet door een ACE-remmer werd veroorzaakt (zie hierboven, de rubriek: “Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?”).
Levensbedreigende anafylactoïde (allergische) reacties hebben zich voorgedaan bij patiënten die naast ACE-remmers ook de volgende behandelingen kregen:
- hemodialyse (met zogenaamde “high-flux-membranen”, bijvoorbeeld AN 69);
- LDL-aferese (low-densitylipoproteïnenaferese; een speciale techniek om vet uit het bloed te verwijderen);
- ongevoelig maken (hyposensibilisatie) voor bijvoorbeeld bijen- en wespengif (Hymenoptera-
gif).
Vertel uw arts dat u Lisinopril CF gebruikt als u deze behandelingen ondergaat of hebt ondergaan.
Etnische verschillen
Net als andere ACE-remmers is Lisinopril CF mogelijk minder effectief bij patiënten met een donkere huidskleur. Ook komt angio-oedeem bij patiënten met een donkere huidskleur vaker voor dan bij patiënten met een lichte huidskleur.
Nieraandoeningen
Als bij u sprake is van een nieraandoening of nierfalen, kan het nodig zijn dat uw arts uw bloedwaarden van kalium en serumcreatinine nauwlettend controleert en uw dosering van lisinopril aanpast (zie ook: “Hoe neemt u dit middel in?”).
U mag Lisinopril CF niet innemen als u onlangs een niertransplantatie heeft ondergaan.
Speciale omstandigheden kunnen een effect op uw nieren hebben:
- Bij patiënten met hartfalen kan de door ACE-remmers veroorzaakte lage bloeddruk de werking van de nieren verslechteren. Onder dergelijke omstandigheden is acuut nierfalen gemeld; dit effect verdwijnt doorgaans weer na stopzetting van de behandeling.
- Bij sommige patiënten met vernauwing van de bloedvaten van de nier (enkel- of dubbelzijdige nierarteriestenose) die met ACE-remmers werden behandeld, zijn verhogingen van de waarden voor bloedureum en serumcreatinine waargenomen. De kans hierop is groter bij patiënten met een verstoorde werking van de nieren. Deze verhogingen verdwijnen doorgaans weer na stopzetting van de behandeling.
- Patiënten die ook een hoge bloeddruk hebben als gevolg van aandoeningen van de nierslagaderen (renovasculaire hypertensie), zijn gevoeliger voor lage bloeddruk en nierfalen. Bij deze patiënten moet de behandeling onder nauwlettend medisch toezicht worden gestart met lage doses en zorgvuldige doseringsaanpassingen. Een behandeling met plastabletten (diuretica) moet worden stopgezet en gedurende de eerste weken van behandeling met Lisinopril CF moet de werking van de nieren worden gecontroleerd.
- Bij sommige patiënten met hoge bloeddruk zonder duidelijke, al bestaande aandoening van de bloedvaten van de nieren (renale vasculaire aandoening) was er sprake van verhogingen van de waarden voor bloedureum en serumcreatinine. Deze toenamen zijn doorgaans gering en van tijdelijke aard en de kans hierop is groter bij patiënten die al een verstoorde werking van de nieren hebben. Als dit bij u het geval is, kan uw arts uw dosis verlagen of een ander geneesmiddel voorschrijven.
Als de werking van uw nieren verslechtert, moet uw arts uw behandeling zorgvuldig beoordelen. Hij/zij kan u vragen Lisinopril CF niet meer in te nemen.
Leveraandoeningen
In zeer zeldzame gevallen worden ACE-remmers in verband gebracht met een syndroom dat begint met geelverkleuring van de huid en het oogwit doordat gal uit de lever niet meer naar de darm kan worden afgevoerd (cholestatische geelzucht) en snel verergert tot afsterven van de levercellen (levernecrose) en (soms) tot overlijden.
Als bij u geelzucht ontstaat, stop dan met innemen van Lisinopril CF en neem direct contact op met uw arts. Als uw arts een verandering van de leverenzymen vaststelt, kan hij/zij u vragen de behandeling te beëindigen.
Verandering in het aantal bloedcellen
Tijdens behandeling met ACE-remmers zijn veranderingen in het aantal bloedcellen gemeld (zie rubriek 4: “Mogelijke bijwerkingen”).
Deze veranderingen kunnen u gevoeliger maken voor infecties, bloedingen of bloeduitstortingen. Informeer uw arts als u een van deze verschijnselen opmerkt. Hij/zij zal uw bloedcellen laten tellen en kan, zo nodig, zeggen dat u met de behandeling moet stoppen. Sommige van deze veranderingen zijn omkeerbaar na stopzetting van de behandeling met de ACE-remmer.
U moet uiterst voorzichtig zijn en uw arts om advies vragen als
- u lijdt aan een aandoening van de bindweefsels, zoals bloed, skelet of kraakbeen (vasculaire collageenziekte);
- u één van de volgende geneesmiddelen gebruikt:
- immunosuppressiva (geneesmiddelen die de activiteit van het afweersysteem onderdrukken, bijvoorbeeld na een orgaantransplantatie);
- allopurinol (voor de behandeling van jicht en hoge concentraties urinezuur in het bloed);
- procaïnamide (voor de behandeling van een onregelmatige hartslag).
Dit is vooral belangrijk als uw nieren niet goed werken.
Stijging van de hoeveelheid kalium in het bloed (hyperkaliëmie)
U heeft een verhoogd risico op hyperkaliëmie als
- uw nieren niet goed werken;
- u diabetes mellitus heeft;
- u andere geneesmiddelen gebruikt die in verband gebracht zijn met verhoging van de hoeveelheid kalium in het bloed.
Als u een van de hierboven genoemde middelen moet gebruiken, moet uw arts dan ook regelmatig de kaliumconcentratie in uw bloed controleren (zie hieronder de rubriek: “Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?”).
Diabetes
Als u orale bloedglucoseverlagende middelen of insuline gebruikt, moet uw bloedsuikerconcentratie de eerste maand nauwlettend worden gecontroleerd (zie hieronder de rubriek: “Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?”). De dosis van uw geneesmiddel voor diabetes moet mogelijk worden aangepast.
Chirurgie of anesthesie
Als u naar het ziekenhuis gaat voor een operatie of als u een tandheelkundige ingreep moet ondergaan, vertel dan uw arts of tandarts dat u Lisinopril CF gebruikt vóór u een verdovingsmiddel krijgt toegediend.
Lithium
Als u lithium of lithiumbevattende geneesmiddelen gebruikt (voor de behandeling van manie of depressie), moet u dat tegen uw arts zeggen. De combinatie Lisinopril CF en lithium wordt in het algemeen afgeraden (zie hieronder: “Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?”).
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u naast Lisinopril CF nog andere geneesmiddelen, of heeft u dat kort geleden gedaan? Vertel dat dan uw arts of apotheker. Dat geldt ook voor geneesmiddelen waar u geen voorschrift voor nodig heeft.
Het effect van dit geneesmiddel kan anders zijn als het tegelijk met bepaalde andere geneesmiddelen wordt ingenomen. Voor u dit geneesmiddel gaat innemen, moet u in het bijzonder met uw arts overleggen als u een van de onderstaande geneesmiddelen gebruikt.
De volgende geneesmiddelen kunnen het effect van Lisinopril CF versterken en dus het risico van lage bloeddruk (hypotensie) verhogen:
- plastabletten (diuretica). Als u al plastabletten gebruikt, informeer dan uw arts. Hij/zij zal u zeggen deze behandeling 2 tot 3 dagen voor inname van Lisinopril CF te beëindigen;
- andere bloeddrukverlagende (antihypertensieve) geneesmiddelen;
- glyceryltrinitraat (voor de behandeling van angina pectoris [pijn op de borst] en hartfalen) en andere nitraten;
- andere vasodilatatoren (geneesmiddelen die de bloedvaten verwijden);
- tricyclische antidepressiva (voor de behandeling van depressie);
- antipsychotica (voor de behandeling van psychiatrische stoornissen/psychose);
- anesthetica (verdovingsmiddelen).
De volgende geneesmiddelen kunnen het effect van Lisinopril CF verminderen:
- niet-steroïde ontstekingsremmers (pijnstillers), waaronder acetylsalicylzuur (aspirine), in doses van meer dan 3 g per dag. Langdurig gebruik van deze pijnstillers kan het bloeddrukverlagende effect van Lisinopril CF verminderen. Daarnaast bestaat er een risico van stijging van de hoeveelheid kalium in het bloed en verslechtering van de werking van de nieren, waaronder nierfalen;
- sympathicomimetica (geneesmiddelen met een stimulerend verhogend effect op de bloeddruk).
Lisinopril CF kan het effect van de volgende geneesmiddelen veranderen:
- geneesmiddelen om de bloedsuikerconcentratie te verlagen (insuline, orale bloedglucoseverlagende middelen). Er ontstaat risico op hypoglykemie (lage bloedsuikerconcentratie), vooral aan het begin van de behandeling en bij patiënten met een verstoorde werking van de nieren;
- lithium (gebruikt voor de behandeling van manie of depressie). U mag Lisinopril CF niet in combinatie met lithium innemen. Als deze combinatie toch noodzakelijk is, moet de concentratie van lithium in het bloed nauwlettend worden gecontroleerd. De gelijktijdige behandeling met Lisinopril CF en thiaziden (vochtafdrijvende middelen) kan het risico op interacties verhogen.
Het gebruik van de volgende (genees)middelen in combinatie met Lisinopril CF kan het risico op bijwerkingen verhogen. Deze zijn onder meer nierfalen, veranderingen in het aantal bloedcellen, hyperkaliëmie (hoge kaliumconcentratie in het bloed):
- kaliumsparende diuretica (bijvoorbeeld spironolacton, triamtereen en amiloride);
- kaliumsupplementen en kaliumbevattende zoutvervangers;
- andere geneesmiddelen die gepaard gaan met verhogingen van de kaliumconcentraties in serum (bijvoorbeeld heparine, een bloedverdunnend geneesmiddel);
- Het gebruik van geneesmiddelen als injecteerbaar goud (bijvoorbeeld voor de behandeling van reuma of gewrichtsziekte) naast Lisinopril CF kan het risico op een zogeheten nitritoïde reactie (verwijding van de bloedvaten) verhogen met verschijnselen als blozen, misselijkheid, duizeligheid en een daling van de bloeddruk, die zeer ernstig kunnen zijn.
Waarop moet u letten met eten en drinken?
De inname van voedsel heeft geen invloed op de opname van lisinopril. Daarom kunt u Lisinopril CF met of zonder voedsel innemen, maar probeer het wel elke dag op hetzelfde tijdstip in te nemen.
Zwangerschap en borstvoeding
Wilt u zwanger worden, bent u zwanger of geeft u borstvoeding? Neem dan contact op met uw arts of apotheker voordat u geneesmiddelen gebruikt.
Zwangerschap
Vertel het uw arts als u denkt dat u zwanger bent of als u zwanger wilt worden. Gewoonlijk zal uw arts u adviseren te stoppen met het gebruik van dit middel voordat u zwanger wordt of zodra u weet dat u zwanger bent en in plaats daarvan een ander geneesmiddel voorschrijven. Dit middel wordt niet aanbevolen voor gebruik tijdens het begin van de zwangerschap. Het middel moet niet gebruikt
worden als u meer dan 3 maanden zwanger bent, omdat het ernstige nadelige effecten voor de baby kan hebben als u het in die periode gebruikt.
Borstvoeding
Vertel het uw arts als u borstvoeding geeft of hiermee wilt beginnen. Dit middel wordt afgeraden voor moeders die borstvoeding geven. Uw dokter kan een andere behandeling voor u kiezen als u borstvoeding wilt geven, met name als uw baby pas geboren is of te vroeg werd geboren.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
De kans is klein dat uw tabletten van invloed zijn op uw rijvaardigheid of uw vermogen om machines te bedienen. In een enkel geval kunt u zich echter duizelig of vermoeid voelen door Lisinopril CF, vooral wanneer u het voor het eerst inneemt. Bestuur geen voertuigen of bedien geen machines tot u zeker weet dat u er geen last meer van heeft.