Farmacodynamica
Net als andere macrolide antibiotica dringt clarytromycine door de celwand van bacteriën en bindt reversibel aan domein V van het 23S ribosomaal RNA van de 50S subeenheid van het bacterieel ribosoom. Dit blokkeert de translocatie van aminoacyltransfer-RNA en de polypeptidesynthese. Daardoor kunnen de bacteriën geen eiwitten meer produceren en zich dus niet meer voortplanten. Na inname wordt claryhtromycine gedeeltelijk omgezet in de metaboliet 14-OH-claritromycine, die ook actief is en synergetisch werkt met de ouderverbinding.
Claritromycine remt ook het hepatische microsomale CYP3A4-isoenzym en P-glycoproteïne, een energieafhankelijke drug efflux-pomp.
Farmacokinetiek
Claritromycine wordt goed geabsorbeerd na orale toediening, is zuurstabiel en kan met voedsel worden ingenomen. De biologische beschikbaarheid is ongeveer 50%. Ongeveer 70 % ervan is gebonden aan plasma-eiwitten in het bloed. Het wordt voornamelijk gemetaboliseerd door het enzym CYP3A4 in de lever. Dit kan leiden tot een aantal interacties tussen geneesmiddelen. De eliminatiehalfwaardetijd is ongeveer 3-4 uur.
Interacties tussen geneesmiddelen
Claritromycine remt het leverenzym CYP3A4, dat betrokken is bij het metabolisme van veel andere algemeen voorgeschreven geneesmiddelen. Inname van claritromycine samen met andere door CYP3A4 gemetaboliseerde geneesmiddelen kan leiden tot onverwachte verhogingen of verlagingen van de plasmaspiegels van deze stoffen.
Mogelijke arnzeemiddelen met een hoog risico op interacties zijn:
- Colchicine (risico van fatale colchicinevergiftiging, vooral bij mensen met een chronische nierziekte).
- Statines (risico op ernstige spierpijn en rhabdomyolyse).
- Verapamil (risico van hypotensie, bradycardie en melkzuur).
- Carbamazepine (risico op dubbelzien, duizeligheid, ataxie en hyponatriëmie)
- HIV-medicijnen (plasmaspiegels en effect kunnen verminderd zijn).