Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
- U bent allergisch voor een van de hulpstoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in rubriek 6.
- Uw longen werken niet goed (vastgesteld door uw arts).
- U heeft erge astma die in de laatste drie maanden erger is geworden (vastgesteld door uw arts).
- U heeft astma en een ontsteking van de luchtwegen die niet over gaat, zoals een verkoudheid, keelpijn of een longontsteking, op de dag dat u de eerste dosis van dit medicijn zult innemen. Uw arts zal de start van uw behandeling uitstellen tot u hersteld bent.
- U heeft een ziekte die het immuunsysteem slechter maakt, u gebruikt geneesmiddelen die het immuunsysteem onder controle houden of u heeft kanker.
- Er is kortgeleden een tand of kies bij u getrokken, u heeft een andere operatie aan uw mond gehad of u heeft zweertjes of ontstekingen in uw mond. Uw arts kan u adviseren om de start van de behandeling uit te stellen of om te stoppen met de behandeling tot uw mond is genezen.
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel? Neem contact op met uw arts voordat u dit middel inneemt als:
- U voor een depressie wordt behandeld met tricyclische antidepressiva of monoamino-oxidaseremmers (MAOI’s) (medicijnen tegen onder andere een depressieve stemming), of COMT-remmers voor de ziekte van Parkinson;
- U eerder een erge allergische reactie heeft gehad op een injectie met een allergeenextract (bestanddeel) van huisstofmijten;
- U allergisch bent voor vis. Dit medicijn kan sporen van vis-eiwit bevatten. Beschikbare gegevens duiden niet op een verhoogd risico van allergische reacties bij patiënten met een visallergie;
- U last heeft van erge allergische klachten, zoals moeite met slikken of ademhalen, veranderingen in uw stem, lage bloeddruk (hypotensie) of een vol gevoel in uw keel. Stop met de behandeling en neem onmiddellijk contact op met uw arts;
- Uw astmaklachten merkbaar erger worden. Stop met de behandeling en neem onmiddellijk contact op met uw arts.
Als u astma heeft, moet u uw gebruikelijke astmamedicatie blijven gebruiken wanneer u de behandeling met Acarizax start.
Krijgt u erg last van brandend maagzuur of moeite met slikken, en blijft u hier lange tijd last van houden? Stop dan met het innemen van dit medicijn en neem contact op met uw arts. Deze klachten kunnen ontstaan door een allergische ontsteking van de slokdarm.
U kunt tijdens de behandeling lichte tot matige plaatselijke allergische reacties verwachten. Als deze reacties ernstig zijn, neem dan contact op met uw arts. Uw arts bekijkt dan of u anti-allergische geneesmiddelen, zoals antihistaminica, nodig heeft.
Dit middel bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per dosis, dat wil zeggen. dat het in wezen 'natriumvrij' is.
Kinderen en jongeren tot 18 jaar Dit medicijn is niet bedoeld voor gebruik bij kinderen (jonger dan 12 jaar).
Dit medicijn wordt gebruikt voor de behandeling van allergische rinitis (ontsteking van het neusslijmvlies) bij jongeren (12-17 jaar).
Neemt u nog andere geneesmiddelen in? Neemt u naast Acarizax nog andere geneesmiddelen in, heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat de mogelijkheid dat u in de nabije toekomst andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan uw arts of apotheker. Dit geldt ook voor middelen die u zonder recept kunt krijgen. Als u nog andere geneesmiddelen gebruikt voor uw allergieklachten, zoals antihistaminica, astmamedicatie of steroïden, vertel dit dan aan uw arts. Uw arts kan advies geven over het gebruik hiervan tijdens uw behandeling met Acarizax. Als u stopt met het gebruik van deze geneesmiddelen voor uw allergieklachten, is er een mogelijkheid dat u meer bijwerkingen ervaart van Acarizax.
Waarop moet u letten met eten en drinken? Na inname van dit medicijn mag u gedurende 5 minuten niets eten of drinken.
Zwangerschap en borstvoeding Op dit moment is er geen ervaring met het gebruik van dit medicijn tijdens de zwangerschap. Behandeling met dit medicijn mag niet worden gestart tijdens de zwangerschap. Als u tijdens de behandeling zwanger wordt, neem dan contact op met uw arts om te bespreken of u door kan gaan met de behandeling.
Op dit moment is er geen ervaring met het gebruik van dit medicijn voor vrouwen die hun kind borstvoeding geven. Er is geen effect te verwachten bij kinderen die borstvoeding krijgen. Bespreek met uw arts of de behandeling met dit medicijn door kan gaan als u borstvoeding geeft aan uw kind.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines Behandeling met dit medicijn heeft geen of weinig invloed op de rijvaardigheid of het bedienen van machines. U bent zelf verantwoordelijk om te beoordelen of u in staat bent auto te rijden of machines te bedienen. Lees alle informatie in deze bijsluiter daarom goed door, vooral rubriek 4 ‘Mogelijke bijwerkingen’. Twijfelt u? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.