Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
- U bent allergisch voor één van de stoffen die in dit geneesmiddel zitten. Deze stoffen kunt u vinden onder rubriek 6.
- Bij kinderen onder de 2 jaar.
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige voordat u dit middel gebruikt
- als u een maagzweer of zweer van de twaalfvingerige darm heeft, of die vroeger heeft gehad;
- u dient de doseringen in deze bijsluiter beslist niet te overschrijden;
- broomhexinehydrochloride versterkt de slijmvloed vanuit de longen.
- als u huidproblemen krijgt: In zeer zeldzame gevallen is bij gebruik van slijmoplossende middelen (mucolytica) zoals broomhexinehydrochloride melding gemaakt van ernstige huidbeschadigingen, zoals Stevens Johnson syndroom en Lyell’s syndroom (zie rubriek 4). In de meeste gevallen was het optreden van deze aandoeningen te verklaren door onderliggende ernstige ziekten of het gelijktijdig gebruik van andere geneesmiddelen. Indien nieuwe huid- of slijmvliesbeschadigingen ontstaan tijdens het gebruik van broomhexinehydrochloride, dient u onmiddellijk de arts te raadplegen en dient u te stoppen met het gebruik van broomhexinehydrochloride.
Raadpleeg uw arts indien één van de bovenstaande waarschuwingen voor u van toepassing is, of dat in het verleden is geweest.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u naast HOESTDRANK Broomhexine HCl Apotex suikervrij nog andere geneesmiddelen, of heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat de mogelijkheid dat u in de nabije toekomst andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan uw arts of apotheker.
Dit geldt ook voor geneesmiddelen die u zonder voorschrift kunt krijgen.
Broomhexinehydrochloride kan, wanneer het gelijktijdig wordt gebruikt met bepaalde geneesmiddelen tegen bacteriële infecties (antibiotica zoals amoxicilline, erythromycine, doxycycline, cefuroxim), de concentratie van deze antibiotica in de longen verhogen. Dit is geen nadelig effect, zodat U C1000 Hoestdrank Broomhexine HCl en deze antibiotica gelijktijdig kunt gebruiken.
Waarop moet u letten met eten, drinken en alcohol?
Er zijn geen wisselwerkingen van broomhexinehydrochloride met bestanddelen uit voedsel of met drank bekend zodat de drank eventueel gelijktijding met voedsel en/of drank kan worden ingenomen.
Zwangerschap, borstvoeding en vruchtbaarheid
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Neem dan contact op met uw arts of apotheker voordat u dit geneesmiddel gebruikt.
Zwangerschap
C1000 Hoestdrank Broomhexine HCl kan voor zover bekend tijdens de zwangerschap zonder gevaar voor het ongeboren kind volgens het voorschrift ingenomen worden.
Borstvoeding
Broomhexinehydrochloride wordt uitgescheiden in de moedermelk. U dient daarom tijdens de periode dat u borstvoeding geeft geen C1000 Hoestdrank Broomhexine HCl te gebruiken.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Broomhexinehydrochloride kan duizeligheid veroorzaken. U dient hierop bedacht te zijn bij het besturen van motorvoertuigen of het bedienen van machines.
Belangrijke informatie over enkele bestanddelen van C1000 Hoestdrank Broomhexine HCl
Sorbitol
De drank bevat de hulpstof sorbitol. Indien uw arts u heeft meegedeeld dat u bepaalde suikers niet verdraagt (zoals dit kan voorkomen bij bepaalde zeldzame erfelijke aandoeningen, bijvoorbeeld fructose-intolerantie), neem dan contact op met uw arts voordat u dit geneesmiddel inneemt.
Sorbitol kan een licht laxerende werking hebben. De calorische waarde bedraagt 2,6 kcal/gram sorbitol.
Overigens bevat C1000 Hoestdrank Broomhexine HCl geen suikers zodat het ook door suik erpatiënten (diabetici) kan worden ingenomen.
Glycerol
De drank bevat ook de hulpstof glycerol. Glycerol kan hoofdpijn, maagklachten en diarree veroorzaken.
Alcohol
C1000 Hoestdrank Broomhexine HCl bevat 3 vol.% ethanol (alcohol), d.w.z. maximaal 150 mg per dosis van 5 ml, hetgeen overeenkomt met 3 ml bier of 1,25 ml wijn.
Schadelijk bij alcoholisme.
Voorzichtigheid is geboden bij zwangere vrouwen en vrouwen die borstvoeding geven, kinderen en groepen met een verhoogd risico, zoals patiënten met leveraandoeningen of epilepsie.