Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen daarmee te maken.
Als alleen Capecitabine Actavis wordt gebruikt, zijn de meest voorkomende bijwerkingen die bij meer dan 1 op de 10 personen optreden:
- diarree, misselijkheid, braken, stomatitis (zweren in de mond en keel) en buikpijn,
- “hand-foot”- huidreactie (de handpalmen of de voetzolen tintelen, worden gevoelloos, pijnlijk, gezwollen of rood), huiduitslag, droge of jeukende huid,
- vermoeidheid,
- verlies van eetlust (anorexie)
Deze bijwerkingen kunnen ernstig worden; het is daarom belangrijk onmiddellijk contact met de arts op te nemen als bij u een bijwerking begint op te treden. De arts kan u instrueren de dosering te verlagen en/of de behandeling met Capecitabine Actavis tijdelijk te staken. Dit kan van belang zijn om het voortduren of het ernstig worden van de bijwerking te voorkomen.
STOP onmiddellijk met het innemen van Capecitabine Actavis en neem contact met de arts op als één van de volgende symptomen optreedt:
-
Diarree: als u elke dag een toename van 4 of meer ontlastingen heeft in vergelijking tot uw normale ontlasting of als u diarree heeft ‘s nachts.
-
Braken: als u in een periode van 24 uur meer dan één keer moet braken.
-
Misselijkheid: als u uw eetlust verliest en de hoeveelheid voedsel die u elke dag nuttigt veel minder is dan normaal.
-
Stomatitis: als de mond pijnlijk, rood of gezwollen is of als u zweren in de mond heeft.
-
Hand-foot- huidreactie: als de handen en/of de voeten pijnlijk, gezwollen en rood zijn.
-
Koorts of infectie: als u een temperatuur heeft van 38 °C of hoger of andere verschijnselen die op infectie wijzen.
-
Pijn op de borst: als u pijn heeft in het midden van uw borst, vooral als dit tijdens inspanning optreedt.
Als ze vroeg genoeg worden opgemerkt, verbeteren deze bijwerkingen gewoonlijk binnen 2 tot 3 dagen nadat de behandeling is gestopt. Als de bijwerkingen echter blijven voortbestaan, neem dan onmiddellijk contact op met de arts. De arts kan u instrueren de behandeling opnieuw te beginnen met een lagere dosis.
Andere minder voorkomende en gewoonlijk minder ernstige bijwerkingen die kunnen voorkomen bij 1 tot 10 personen op de 100 zijn: daling van het aantal witte of rode bloedcellen, huiduitslag, licht haarverlies, vermoeidheid, koorts, zwakte, slaperigheid, hoofdpijn, gevoelloosheid of gevoel van tinteling, smaakveranderingen, duizeligheid, slapeloosheid, gezwollen benen, verstopping (obstipatie), uitdroging, koortsuitslag, ontsteking van neus en keel, ontsteking van de borst, depressie, oogproblemen, ontsteking van de aderen (tromboflebitis), kortademigheid, neusbloedingen, hoest, loopneus, inwendige bloedingen, maagzuur, te veel darmgassen, droge mond, verkleuring van de huid, stoornis aan de nagels, pijn in de gewrichten, borst of rug en gewichtsverlies.
Wanneer u zich zorgen maakt over deze of andere onverwachte bijwerkingen, bespreek deze dan met uw arts. Krijgt u veel last van een van de bijwerkingen? Of krijgt u een bijwerking die niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.