Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
-
U bent allergisch voor één van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in rubriek 6.
-
Als u ernstige hartproblemen heeft.
-
Als u een van volgende geneesmiddelen krijgt:
-
Steroïden, zoals prednison en dexamethason. Deze worden gebruikt om de activiteit van het immuunsysteem te remmen (immunosuppressiva) en om ontstekingen te verminderen.
-
Clonidine, een geneesmiddel dat wordt gebruikt ter verlaging van hoge bloeddruk.
-
H2-blokkers, zoals cimetidine, ranitidine, famotidine of nizatidine, die worden gebruikt om maagzweren, maagklachten (dyspepsie) of zuurbranden te behandelen.
-
Als u een stamceltransplantatie (een soort beenmergtransplantatie) van een donor heeft gehad.
-
Als u zwanger bent.
-
Als u borstvoeding geeft.
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem contact op met uw arts, of apotheker of verpleegkundige voordat u dit middel gebruikt.
Ceplene en IL-2 mogen niet tegelijk worden geïnjecteerd. Eerst moet IL-2 worden geïnjecteerd. Ceplene moet 1 tot 3 minuten later worden geïnjecteerd.
Ceplene moet langzaam worden geïnjecteerd in de weefsellaag net onder de huid (subcutaan), gedurende een tijdsduur van ongeveer 5 tot 15 minuten. Een snelle injectie kan een daling van de bloeddruk veroorzaken, waardoor u zich zwak kunt voelen of zelfs kunt flauwvallen.
U begint uw behandeling met Ceplene in de kliniek onder toezicht van een arts. U moet worden bewaakt om te controleren hoe u op de behandeling reageert. Uw arts zal uw bloeddruk, polsslag en longfunctie controleren. Tevens zal uw arts tijdens de behandeling een aantal bloedtests doen.
Indien u een van de volgende aandoeningen heeft gehad, zult u tijdens de volgende behandelingsdagen of de volgende behandelingscyclussen in het ziekenhuis worden bewaakt:
-
bloedende zweren,
-
beroerte,
-
vernauwing van de slagaders (systemisch perifeer arterieel lijden),
-
hartziekte (voor ernstige hartproblemen, zie “Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?” hierboven),
-
een geschiedenis van een auto-immuunziekte (een ziekte waarbij het immuunsysteem de eigen cellen of weefsels van het lichaam aanvalt, zoals systemische lupus erythematodes, reumatoïde artritis, inflammatoir darmlijden of psoriasis).
Als u een van de andere geneesmiddelen gebruikt die onder “Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?” worden genoemd, of als u een operatie moet ondergaan of een speciaal röntgenonderzoek waarvoor een injectie nodig is, moet u met uw arts overleggen.
Indien u een infectie heeft, zal uw arts u nauwgezet bewaken. Indien u binnen 14 dagen voor het begin van de behandeling een infectie heeft gehad waarvoor u geneesmiddelen moest gebruiken die infecties bestrijden (antibiotica, middelen tegen schimmel- of virusziekten), zal uw arts uw nauwgezet bewaken.
Als u nierproblemen heeft, moet u daar met uw arts over praten voordat u dit geneesmiddel gebruikt. Er kan een daling van de bloeddruk optreden.
Als u leverproblemen heeft, moet u daar met uw arts over praten voordat u dit geneesmiddel gebruikt. Uw arts zal eventueel de dosis veranderen.
Kinderen en jongeren tot 18 jaar
Gebruik van Ceplene wordt niet aanbevolen voor kinderen en jongeren tot 18 jaar, omdat er geen informatie beschikbaar is over het gebruik van het geneesmiddel in deze leeftijdsgroep.
Gebruik u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u naast Ceplene nog andere geneesmiddelen, of hebt u dat kort geleden gedaan of bestaat de mogelijkheid dat u in de nabije toekomst andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan uw arts of apotheker. Dit geldt ook voor geneesmiddelen die u zonder voorschift kunt krijgen.
Indien u een van de volgende geneesmiddelen gebruikt, moet u absoluut eerst met uw arts of apotheker overleggen voordat u Ceplene gebruikt. Sommige van deze geneesmiddelen mogen niet tijdens de behandeling met Ceplene worden gebruikt of vereisen speciale voorzorgsmaatregelen:
-
Steroïden zoals prednison en dexamethason. Deze worden gebruikt om de activiteit van het
immuunsysteem te remmen (immunosuppressiva) en om ontstekingen te verminderen (zie “Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?” hierboven).
-
H2-blokkers, zoals cimetidine, ranitidine, famotidine of nizatidine. Deze worden gebruikt om maagzweren, maagklachten (dyspepsie) of zuurbranden te behandelen (zie “Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?” hierboven).
-
Antihistaminica, die worden gebruikt om allergieën te behandelen.
-
Bepaalde antipsychotica zoals chloorpromazine, flupenthixol, thoridazine, clozapine en risperidon. Deze worden gebruikt om psychische aandoeningen te behandelen.
-
Tricyclische antidepressiva, zoals amitryptiline, imipramine, of monoamineoxidaseremmers, zoals fenelzine, isocarboxazide, tranylcypromine of moclobemide. Deze worden gebruikt om depressies te behandelen.
-
Anti-malaria middelen of geneesmiddelen die worden gebruikt om infecties te behandelen die voor de slaapziekte verantwoordelijk zijn.
-
Bètablokkers, zoals propranolol, metoprolol, atenolol voor angina en hartritmestoornissen.
-
Geneesmiddelen voor hoge bloeddruk (bijvoorbeeld een thiazidediureticum [bendrofluazide], ACE-remmer [captopril], calciumantagonist [nifedipine] of alfablokker [prazosine]).
Als u een operatie moet ondergaan of een speciaal röntgenonderzoek waarvoor een injectie nodig is, moet u de arts van tevoren vertellen dat u Ceplene krijgt. Bepaalde geneesmiddelen die bij operaties worden gebruikt (zoals neuromusculaire blokkerende geneesmiddelen en narcotische pijnstillers) of kleurstoffen die voor bepaalde röntgenonderzoeken worden gebruikt, kunnen een negatieve invloed op dit geneesmiddel hebben.
Zwangerschap en borstvoeding
Er is geen informatie over het gebruik van Ceplene door zwangere vrouwen.
Daarom mag tijdens de zwangerschap geen behandeling met Ceplene en IL-2 plaatsvinden.
Zowel mannen als vrouwen die deze behandeling gebruiken, moeten anticonceptie toepassen, omdat het belangrijk is dat tijdens de behandeling met Ceplene en IL-2 geen kind wordt verwekt.
Het is niet bekend of Ceplene in de moedermelk komt. Daarom mogen Ceplene en IL-2 niet worden gebruikt door vrouwen die borstvoeding geven.
Vraag uw arts of apotheker om advies voordat u een geneesmiddel gebruikt.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
U mag binnen 1 uur na toediening van de Ceplene-injectie geen auto besturen of een machine bedienen, omdat er lage bloeddruk kan optreden, die duizeligheid, een licht gevoel in het hoofd en wazig zien kan veroorzaken. Dit kan invloed hebben op uw rijvaardigheid en uw vermogen om machines te bedienen.