Cipramil 20 mg filmomhulde tabletten

Cipramil 20 mg filmomhulde tabletten
Werkzame stof(fen)Citalopram
Toelatingslandnl
VergunninghouderLundbeck
ATC-codeN06AB04
Farmacologische groepenAntidepressiva

Patiëntenbijsluiter

Wat is het en waarvoor wordt het gebruikt?

Cipramil is een antidepressivum en behoort tot de groep van de zogenaamde serotonine heropname- remmers (SSRI's).

Cipramil is bedoeld voor de behandeling van depressies. Dat wil zeggen dat Cipramil de klachten van een depressie tegengaat, zoals ernstige vormen van neerslachtige stemming, interesseverlies, prikkel- baarheid, gespannenheid, verminderd concentratievermogen, moeheid, angst en huilen.

Bij depressieve patiënten is er vaak sprake van een tekort aan bepaalde chemische stoffen in de hersenen, zoals serotonine. Deze stoffen worden neurotransmitters genoemd. Ze zorgen voor de prikkeloverdracht tussen zenuwcellen in de hersenen, waardoor deze zenuwcellen met elkaar kunnen communiceren. Antidepressiva kunnen dit tekort opheffen, en zo de depressieve toestand van de patiënt verbeteren.

Wat moet u weten voordat u het gebruikt?

  • Als u allergisch bent voor één van de stoffen die in dit geneesmiddel zitten. Deze stoffen kunt u vinden onder rubriek 6.
  • Als u monoamineoxidaseremmers (MAO-remmers) gebruikt, waaronder selegiline (voor de behandeling van de ziekte van Parkinson), moclobemide (voor de behandeling van depressie) en linezolid (een antibioticum). Ook als gestopt bent met het gebruik van een MAO-remmer, dient u 2 weken te wachten voordat u start met de behandeling met Cipramil (zie rubriek 2 “Gebruikt u nog andere ge- neesmiddelen?”). Na stoppen met Cipramil dient u één week te wachten voordat u een MAO- remmer gebruikt.
  • Als u een aangeboren hartritmestoornis hebt of hier last van hebt gehad (vastgesteld met een ECG: een hartfilmpje).
  • Als u andere geneesmiddelen gebruikt voor het behandelen van hartritmeproblemen of ge- neesmiddelen die invloed hebben op het hartritme (zie ook de rubriek ‘Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?’).

Vertel uw arts indien u enig andere aandoening of ziekte heeft. Uw arts dient dit mogelijk in overweging te nemen. In het bijzonder, informeer uw arts:

  • indien u episodes met manie of paniekstoornis heeft.
  • indien u een verminderde nier- of leverwerking heeft. Uw arts dient mogelijk us dosering aan te passen (zie rubriek 3).
  • indien u diabets heeft. Behandeling met Cipramil zou uw bloedsuikerspiegel kunnen veranderen. De dosering van insuline en/of een oraal (via de mond) bloedsuikerverlagend middel dient mogelijk te worden aangepast.
  • indien u vallende ziekte (epilepsie) heeft. Behandeling met Cipramil moet worden gestopt indien u voor het eerste toevallen krijgt, of wanneer er een toename is in de frequentie van toevallen (zie rubriek 4 “Mogelijke bijwerkingen”).
  • indien u makkelijke bloedingen of blauwe plekken krijgt. Voorzichtigheid wordt geadviseerd indien u in het verleden last heeft gehad van abnormale bloedingen.
  • indien u een verlaagde hoeveelheid natrium in het bloed heeft.
  • indien u een ECT therapie (elektroconvulsieve therapie, ook wel elektroshock behandeling genoemd, bij de behandeling van ernstig depressieve patienten) ondergaat.
  • indien u last hebt of hebt gehad van hartproblemen of kort geleden een hartaanval hebt gehad.
  • indien u in rust een trage hartslag hebt en/of u weet dat u een zouttekort hebt als gevolg van langdurige diarree en braken of door gebruik van diuretica (plaspillen).
  • indien u last hebt van een snelle of onregelmatige hartslag, flauwvallen, toevallen of duizeligheid bij het opstaan, omdat dit kan wijzen op een afwijkende hartslag.
  • indien u last heeft van pupilverwijding (mydriasis)

Neem ook contact op met uw art indien bovenstaande aandoeningen op u van toepassing waren in het verleden.

Let op

Sommige patiënten met manisch-depressieve aandoeningen kunnen een manische fase doormaken. Dit wordt gekenmerkt door ongewone en snel veranderende gedachten, overdreven vrolijkheid en overmatige lichamelijke activiteit. In dergelijke gevallen is het van belang uw arts te raadplegen.

Symptomen zoals rusteloosheid of het onvermogen om stil te zitten of stil te staan kunnen ook voorkomen tijdens de eerste weken van behandeling. Raadpleeg uw arts onmiddellijk indien u deze symptomen ervaart.

Gedachten over zelfmoord en verergering van uw depressie of angststoornis

Als u depressief bent en/of lijdt aan angststoornissen kunt u soms gedachten hebben over zelfbeschadiging of zelfmoord. Deze gedachten kunnen toenemen als u voor het eerst middelen tegen depressie (antidepressiva) gaat innemen, aangezien deze geneesmiddelen allemaal de tijd nodig hebben, in het algemeen ongeveer 2 weken of soms langer, om te gaan werken.

U heeft een meer waarschijnlijke kans dat u dit soort gedachten vertoont:

  • als u al eerder gedachten heeft gehad over zelfmoord of zelfbeschadiging
  • als u een jong volwassene bent.

Informatie uit klinische onderzoeken heeft een toegenomen risico aangetoond op zelfmoordgedrag bij jonge volwassenen jonger dan 25 jaar oud met psychiatrische aandoeningen die behandeld werden met een antidepressivum.

Als u op enig moment gedachten over zelfbeschadiging of zelfmoord hebt, neem dan direct contact op met uw arts of ga direct naar het ziekenhuis.

Het kan helpen als u een vriend of familielid vertelt dat u zich depressief voelt of dat u lijdt aan een angststoornis, en hen vragen deze bijsluiter te lezen. U kunt hen vragen u te vertellen of zij denken dat uw depressie of angststoornis erger wordt of dat zij zich zorgen maken over veranderingen in uw gedrag.

Gebruik bij kinderen en adolescenten jonger dan 18 jaar

Cipramil dient normaal niet te worden gebruikt bij de behandeling van kinderen en adolescenten jonger dan 18 jaar. Patiënten jonger dan 18 jaar hebben een verhoogd risico op bijwerkingen zoals zelfmoordpogingen, zelfmoordgedachten en vijandigheid (voornamelijk agressie, oppositioneel gedrag (wordt gekenmerkt door een patroon van negativisme, vijandigheid, koppigheid en passief verzet tegen ouders, leerkrachten en eventueel andere gezagsdragers)en woede) als zij behandeld worden met geneesmiddelen uit deze therapeutische klasse. Ondanks dit alles kan uw arts aan patiënten jonger dan 18 jaar Cipramil voorschrijven omdat dit in het belang van de patiënt is. Als uw arts Cipramil heeft voorgeschreven aan een patiënt die jonger is dan 18 en u wilt dit bespreken, dan wordt u verzocht contact op te nemen met uw arts. Indien bij patiënten jonger dan 18 jaar één van de hiervoor genoemde symptomen zich ontwikkelt of verslechtert bij inname van Cipramil, dan wordt u verzocht uw arts hierover te informeren.

Neem contact op met uw arts of apotheker voordat u dit middel gebruikt.

Gebruikt u naast Cipramil nog andere geneesmiddelen, of heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat de mogelijkheid dat u in de nabije toekomst andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan uw arts of apotheker. Dat geldt ook voor geneesmiddelen waar u geen voorschrift voor nodig heeft.

Sommige geneesmiddelen kunnen de werking van een ander geneesmiddel beïnvloeden en dit kan soms leiden tot ernstige bijwerkingen.

Informeer uw arts indien u één van de volgende geneesmiddelen gebruikt:

  • Niet-selectieve monoamine oxidase remmers (MAO-remmers), die phenelzine, iproniazide, isocarboxazide, nialamide of tranylcypromine als actieve ingrediënt bevatten. Indien u een van deze producten heeft gebruikt, moet u 14 dagen wachten alvorens te beginnen met Ci- pramil. Na het staken van de behandeling met Cipramil dient u 7 dagen te wachten alvorens een van deze geneesmiddelen te gebruiken.
  • Selectieve, reversibele MAO-A-remmer die moclobemide (ook gebruikt bij de behandeling van neerslachtigheid (depressie)) bevatten.
  • Irreversibele MAO-B-remmer die selegiline (gebruikt om de ziekte van Parkinson te behan- delen) bevatten. Gelijktijdig gebruik verhoogt het risico op bijwerkingen. De dosering van se- legiline mag niet hoger zijn dan 10 mg per dag.
  • Het antibioticum linezolid.
  • Lithium (gebruikt voor de behandeling van manische depressive stoornis (een stoornis waar- bij periodes van neerslachtigheid afgewisseld worden met overdreven vrolijke en uitgelaten periodes) of tryptofaan. Gelijktijdige behandeling met lithium of tryptofaan en antidepressiva zoals Cipramil kan tot meer bijwerkingen leiden.
  • Imipramine en desipramine (beide gebruikt bij de behandeling van ernstige neerslachtigheid (depressie)).
  • Metoprolol (gebruikt bij hoge bloeddruk en/of hartproblemen). Bij gelijktijdig gebruik van Cipramil en metoprolol zijn de bloedlevels van metoprolol verhoogd, maar er zijn geen mel- dingen gerapporteerd van een versterkt effect of bijwerkingen van metoprolol.
  • Sumatriptaan en vergelijkbare geneesmiddelen (gebruikt bij de behandeling van migraine) en tramadol (gebruikt tegen ernstige pijn). De kans op bijwerkingen wordt door deze genees- middelen vergroot. Als u ongebruikelijke symptomen krijgt bij het gebruikt van deze combi- natie, dient u contact met uw arts op te nemen.
  • Cimetidine (gebruikt tegen maagzweren), wanneer gebruikt in hoge doseringen. Het bloedni- veau van Cipramil kan verhoogd zijn, maar er zijn geen meldingen van versterkte bijwerkin- gen gerapporteerd.
  • Geneesmiddelen die het risico op bloedingen vergroten (bijvoorbeeld anticoagulantia (midde- len die de bloedstolling tegengaan zoals heparine) of trombocytenaggregatieremmers (midde- len die het vormen van bloedstolsels tegengaan, bijvoorbeeld zogenaamde NSAID’s), aspiri- ne, ticlopidine en sommige antipsychotica).
  • St. Janskruid (Hypericum perforatum) (gebruikt tegen depressie). Gelijktijdig gebruik met Cipramil kan de kans op bijwerkingen vergroten.
  • Mefloquine (gebruikt bij de behandeling van malaria), bupropion (gebruikt bij de behandeling van depressie) en tramadol (gebruikt bij de behandeling van ernstige pijn), in verband met de mogelijke kans op een verlaagde prikkeldrempel voor toevallen.
  • Antipsychotica (gebruikt bij de behandeling van schizofrenie, psychose) en antidepressiva, in verband met de mogelijke kans op een verlaagde prikkeldrempel voor toevallen.
  • Antipsychotica (gebruikt bij de behandeling van schizofrenie, psychose) omdat de werking van deze geneesmiddelen mogelijk versterkt kan worden bij gelijktijdig gebruik met antide- pressiva zoals Cipramil.
  • Geneesmiddelen die de bloedspiegels van kalium of magnesium verlagen. Deze combinatie verhoogt het risico op levensbedreigende hartritmestoornissen.

GEBRUIK DIT MIDDEL NIET als u ook geneesmiddelen gebruikt voor hartritmeproblemen of geneesmiddelen die invloed hebben op het hartritme, zoals klasse IA- en III-antiaritmica, antipsychoti- ca (bijvoorbeeld fenothiazinederivaten, pimozide, haloperidol), tricyclische antidepressiva, bepaalde antimicrobiële middelen (zoals sparfloxacine, moxifloxacine, erytromycine iv, pentamidine, behande- ling bij malaria, met name halofantrine) of bepaalde antihistaminica (astemizol, mizolastine). Als u hierover nog vragen hebt, neem dan contact op met uw arts.

Cipramil kan al dan niet met voedsel worden ingenomen.

Zoals voor vele geneesmiddelen wordt gelijktijdig gebruik van Cipramil met alcohol afgeraden, hoewel geen wisselwerking verwacht wordt tussen Cipramil en alcohol.

Zwangerschap, borstvoeding en vruchtbaarheid

Gepubliceerde gegevens over het gebruik van Cipramil bij zwangere vrouwen (meer dan 2500 uitkomsten van gebruik) duiden niet op het voorkomen van aangeboren afwijkingen. Gebruik tijdens de zwangerschap echter geen Cipramil, tenzij u de risico’s en voordelen hebt besproken met uw arts.

Zorg dat uw verloskundige en/of arts weet dat u Cipramil gebruikt. Bij gebruik tijdens de zwanger- schap, vooral in de laatste drie maanden van de zwangerschap, kunnen geneesmiddelen als Cipramil het risico op een bepaalde ernstige aandoening bij baby’s verhogen. Deze aandoening wordt ‘persiste- rende pulmonale hypertensie van de pasgeborene’ (PPHN) genoemd en veroorzaakt een versnelde ademhaling en blauwachtige verkleuring van de huid van de baby. Deze verschijnselen beginnen meestal in de eerste 24 uur nadat de baby is geboren. Als dit met uw baby gebeurt, moet u onmiddel- lijk contact opnemen met uw verloskundige en/of arts.

Gezien er nog onvoldoende bekend is over de gevolgen van het gebruik van Cipramil tijdens borst- voeding, kunt u beter geen Cipramil gebruiken wanneer u borstvoeding moet geven.

Uit onderzoek bij dieren is gebleken dat citalopram de kwaliteit van het sperma verlaagt.

In theorie kan dit van invloed zijn op de vruchtbaarheid, maar tot nu toe is er geen effect op de vruchtbaarheid bij de mens waargenomen.

Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Neem dan contact op met uw arts of apotheker voordat u dit geneesmiddel gebruikt.

Rijvaardigheid en het gebruik van machines

Zoals alle geneesmiddelen bij psychische aandoeningen, kan ook Cipramil het reactie- en concentra- tievermogen verminderen. U dient dan ook voorzichtig te zijn bij het besturen van voertuigen of bedienen van machines, totdat de zekerheid bestaat dat Cipramil hierop bij u geen nadelige invloed heeft.

Cipramil bevat lactose

Dit geneesmiddel bevat lactose. Indien u van uw arts heeft vernomen dat u sommige suikers niet verdraagt, neem dan contact op met uw arts voordat u dit geneesmiddel inneemt. Uw arts zal u advies geven.

Hoe wordt het gebruikt?

Gebruik dit geneesmiddel altijd precies zoals uw arts of apotheker u dat heeft verteld. Twijfelt u over het juiste gebruik? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.

De dosering en de duur van de behandeling worden door de arts individueel aangepast, afhankelijk van hoe u op de behandeling reageert. Houdt u aan de aanwijzingen van uw arts en verander niet zelf de voorgeschreven dosering.

De dosering voor de Cipramil tablet en de Cipramil druppelvloeistof (Cipramil 40 mg/ml druppels voor oraal gebruik, oplossing; RVG 22687) zijn niet geheel gelijkwaardig. Dit komt omdat de opname in het lichaam van het werkzaam bestanddeel beter en sneller verloopt vanuit de druppelvloeistof dan vanuit de tablet. Uw arts zal hiermee rekening houden bij het vaststellen van de dosering.

Gebruik bij volwassenen

De gebruikelijke dosis is 20 mg per dag. Uw arts kan dit verhogen naar maximaal 40 mg per dag.

Gebruik bij oudere patiënten (vanaf 65 jaar)

Er moet begonnen worden met een halve startdosis, dat wil zeggen 10-20 mg per dag. Oudere patiënten mogen doorgaans niet meer dan 20 mg per dag krijgen.

Gebruik bij patiënten met extra risico

Patiënten met leverklachten mogen niet meer dan 20 mg per dag krijgen.

Bij een licht tot matig gestoorde nierfunctie hoeven geen speciale voorzorgen getroffen te worden wat betreft de dosering.

Gebruik bij kinderen en jongeren tot 18 jaar

Cipramil dient niet te worden gegeven aan kinderen en jongeren tot 18 jaar. Voor meer informatie zie rubriek 2 “Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?”.

Cipramil kan eenmaal daags worden ingenomen. Neem Cipramil steeds op dezelfde tijd in. Cipramil kan al dan niet met voedsel worden ingenomen.

Slik de tablet(ten) heel in, zonder erop te kauwen, met wat water of andere vloeistof.

Bij een juiste dosering duurt het minstens 2 weken voor een effect kan worden verwacht.

De behandeling van een depressie duurt in de meeste gevallen een aantal maanden. U moet rekenen op een behandelduur van 4 tot 6 maanden. Het is belangrijk dat u zich houdt aan de instructies van uw arts en pas stopt met Cipramil te gebruiken als uw arts daartoe besluit.

Als u denkt dat u of iemand anders misschien te veel Cipramil heeft ingenomen, neem dan onmiddel- lijk contact op met uw arts of de eerste hulp afdeling van het dichtst bij zijnde ziekenhuis. Doe dit zelfs als er geen tekenen van ongemak zijn. Neem de Cipramil-doos/-verpakking mee als u naar een arts of ziekenhuis gaat.

Symptomen van een overdosering kunnen zijn: een levensbedreigende onregelmatige hartslag, toevallen/stuipen (convulsies), verandering in het hartritme, slaperigheid, coma, braken, trillerigheid,

verlaagde bloeddruk, verhoogde bloeddruk, misselijkheid (zich ziek voelen), serotoninesyndroom (zie rubriek 4), onrust (agitatie), duizeligheid, pupilverwijding, zweten, blauwe verkleuring van de huid, hyperventilatie.

Neem geen dubbele dosis om een vergeten dosis in te halen. Indien u één dosis vergeet in te nemen en u herinnert het zich voordat u gaat slapen, neem die dan direct in. Vervolg de volgende dag uw normale doseringsschema. Indien u het zich tijdens de nacht of de dag erna herinnert, neem de vergeten dosis niet in en vervolg uw normale doseringsschema.

Als u stopt met het innemen van dit middel

Stop niet met Cipramil totdat uw dokter aangeeft dit te doen. Wanneer de behandeling is afgerond, is het raadzaam de Cipramil dosis gedurende een aantal weken geleidelijk af te bouwen.

Het is echter mogelijk dat bij plotseling stoppen in sommige gevallen onthoudingsverschijnselen optreden. De volgende verschijnselen zijn hiermee in verband gebracht: duizeligheid, waarneming van kriebelingen, jeuk of tintelingen zonder dat daar aanleiding voor is (paresthesie), slaapstoornissen (levendig dromen, nachtmerries, slapeloosheid), opwinding, onrust (agitatie) of angst, hoofdpijn, misselijkheid, trillingen, verwardheid, zweten, hoofdpijn, diarree, hartkloppingen, emotionele instabiliteit, prikkelbaarheid en visuele stoornissen. Deze verschijnselen zijn over het algemeen mild en gaan vanzelf weer over. Geadviseerd wordt om de dosering gedurende een periode van één à twee weken geleidelijk te verminderen.

Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.

Wat zijn mogelijke bijwerkingen?

Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen daarmee te maken.

Omdat depressieve patiënten een aantal klachten kunnen hebben die lijken op de bijwerkingen van antidepressiva is het vaak moeilijk vast te stellen of de symptomen een gevolg zijn van de depressie of veroorzaakt worden door het geneesmiddel voor de behandeling van de depressie.

Als u een van de volgende symptomen krijgt, moet u stoppen met het gebruik van dit middel en onmiddellijk contact opnemen met uw arts:

Niet bekend (op basis van de bekende gegevens kan de frequentie niet worden vastgesteld)

  • hoge koorts, onrust, verwardheid, trillen en abrupte spiersamentrekkingen, dit kunnen tekenen zijn van een zeldzame aandoening bekend staat als serotoninesyndroom.
  • een zwelling van de huid, tong, lippen of gezicht, of moeite hebt met ademhalen of slikken (allergische reactie).
  • abnormale bloedingen, inclusief gastro-intestinale bloeding (bloeding in het maag- darmkanaal)
  • een snelle, onregelmatige hartslag en flauwvallen, wat tekenen kunnen zijn van een levensbe- dreigende aandoening die bekend staat als Torsade de Pointes.

Zelden (komt voor bij 1 tot 10 op de 10.000 gebruikers)

  • een verlaagde hoeveelheid natrium in het bloed (hyponatriëmie), dit kan leiden tot vermoeid- heid, verwarring en spiersamentrekkingen.

Daarnaast zijn de volgende bijwerkingen gemeld:

Zeer vaak (komen voor bij meer dan 1 op de 10 gebruikers)

  • slaperigheid, slapeloosheid, hoofdpijn
  • droge mond, misselijkheid
  • overmatig zweten (hyperhidrose)

Vaak (komen voor bij minder dan 1 op de 10 gebruikers)

  • verminderde eetlust, gewichtsafname
  • prikkelbaarheid, verminderde zin om te vrijen, nervositeit, angst, verwardheid, verstoord klaarkomen (vrouwen), abnormale dromen
  • trillen, waarnemen van kriebelingen, jeuk of tintelingen zonder dat daar aanleiding voor is (paresthesie), duizeligheid, aandachtsstoornis
  • oorsuizen (tinnitus)
  • gapen, ontsteking van het neusslijmvlies gekenmerkt door een verstopte neus, niezen en af- scheiding (rhinitis), ontsteking van de neusbijholte (sinusitis)
  • diarree, overgeven, verstopping (obstipatie), gestoorde spijsvertering met als verschijnselen vol gevoel in de bovenbuik, pijn in de maagstreek, boeren, misselijkheid, braken en zuur- branden (dyspepsie), buikpijn, winderigheid
  • jeuk
  • spierpijn, gewrichtspijn
  • achterblijven van urine in de blaas door een gestoorde blaaslediging (urineretentie)
  • impotentie, moeilijk klaar komen (bij mannen), falende zaadlozing
  • vermoeidheid, algehele lichaamszwakte (asthenie)

Soms (komen voor bij minder dan 1 op de 100 gebruikers)

  • verhoogde eetlust, gewichtstoename
  • agressie, vervreemding van zichzelf of van het eigen gevoel (depersonalisatie), waarnemin- gen van dingen die er niet zijn (hallucinaties), overdreven opgewektheid gepaard gaande met het hebben van veel energie (manie)
  • syncope (voorbijgaande bewusteloosheid)
  • pupilverwijding
  • vertraagde hartslag (bradycardie), versnelde hartslag (tachycardie)
  • huiduitslag met hevige jeuk en vorming van bultjes (galbulten of urticaria), haaruitval, huid- uitslag, bloeduitstortingen, overgevoeligheid voor licht of zonlicht (fotosensibiliteitreactie)
  • overmatige menstruatiebloeding
  • vochtophoping (oedeem).

Zelden (komen voor bij minder dan 1 op de 1000 gebruikers)

  • te weinig natrium in het bloed (hyponatriemie)
  • toevallen/stuipen (convulsies), beweginsstoornis (dyskinesie), smaakstoornis
  • bloedingen
  • leverontsteking (hepatitis) gepaard gaande met geelzucht (gele verkleuring van de huid of ogen)
  • koorts.

Niet bekend (op basis van de bekende gegevens kan de frequentie niet worden vastgesteld)

  • bloedafwijking (tekort aan bloedplaatjes) gepaard gaande met blauwe plekken en bloedings- neiging (trombocytopenie)
  • overgevoeligheid, shock ten gevolge van een ernstige overgevoeligheid voor bepaalde stoffen (anafylactische reactie)
  • syndroom (syndrome of inappropriate secretion of antidiuretic hormone” (SIADH)) dat ge- paard kan gaan met misselijkheid, braken, spierkrampen, verwardheid en toevallen/stuipen
  • te weinig kalium in het bloed, in ernstige vorm te herkennen aan spierkrampen of spierzwakte en vermoeidheid (hypokaliëmie)
  • paniek aanval, tandenknarsen, rusteloosheid, suïcidale gedachten of gedrag1
  • toevallen/stuipen (convulsies), hoge koorts, onrust, verwardheid, trillen en abrupte spiersa- mentrekkingen (zeldzame aandoening die bekend staat als serotoninesyndroom), bewegings- stoornis (inclusief extrapiramidale symptomen), onvermogen om te blijven zitten of staan (akathisie)
  • stoornissen in het zien (visusstoornis)
  • hartritmestoornis (QT-verlenging2)
  • bloeddrukdaling door bijvoorbeeld snel opstaan uit een zittende of liggende houding soms gepaard gaande met duizeligheid (orthostatische hypotensie)
  • bloedneus
  • bloedingen in het maag-darmstelsel (inclusief rectale bloedingen)
  • verstoorde werking van de lever
  • bloeduitstortingen, plotselinge vochtophoping in de huid en slijmvliezen (bijv. keel of tong), ademhalingsmoeilijkheden en/of jeuk en huiduitslag, vaak als allergische reactie (angio- oedeem)
  • vaginale bloeding die niet horen bij de menstruatie (bij vrouwen), langdurige en pijnlijke erectie bij mannen (priapisme), melkafscheiding (galactorroe).
  1. Er zijn meldingen van mensen die gedachten hebben over of gedrag vertonen met zelfbeschadiging of zelfmoordneigingen tijdens gebruik van Cipramil of vlak na behandeling met Cipramil (zie rubriek: Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?).
  2. Er is melding gemaakt van hartritmestoornis (QT-verlenging), voornamelijk bij patiënten met al bestaande hartklachten.

Bij patiënten die dit soort geneesmiddelen gebruiken, is een hogere kans op botbreuken gezien.

Krijgt u veel last van een bijwerking? Of heeft u een bijwerking die niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.

Hoe moet het worden bewaard?

Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.

Bewaren beneden 25°C.

Gebruik dit middel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die is te vinden op de doos na "Niet te gebruiken na" of “EXP”. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de uiterste houdbaarheidsdatum.

Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die niet meer nodig zijn. Ze worden dan op een verantwoorde manier vernietigd en komen ze niet in het milieu.

Verdere informatie

De werkzame stof in dit middel is: citalopramhydrobromide overeenkomend met respectievelijk 20 en 40 mg (milligram) citalopram.

De andere stoffen in dit middel zijn: maïszetmeel, lactosemonohydraat, microkristallijn cellulose, copolyvidon, glycerol 85%, croscarmellose-natrium, magnesiumstearaat, hypromellose 5 (methylhy- droxypropylcellulose), macrogol 400 en de kleurstof titaandioxide (E 171).

Cipramil tabletten zijn wit van kleur.

De 20 mg tabletten zijn ovaal en gemerkt "C" en "N". De 40 mg tabletten zijn ovaal en gemerkt "C" en "R".

De 20 mg en 40 mg tabletten hebben bovendien een breukgleuf, waardoor ze gemakkelijk gebroken kunnen worden wanneer dat nodig is.

Cipramil tabletten 20 mg en 40 mg zijn verkrijgbaar in doordrukstrips met 14, 28 of 56 (EAG) tabletten per doosje en in plastic tablettencontainers met 100 tabletten.

Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant

LUNDBECK B.V.

Herikerbergweg 100 1101 CM AMSTERDAM Tel. 020 – 6971901

Inschrijvingsnummers

Cipramil filmomhulde tabletten zijn in het register ingeschreven onder de volgende nummers:

Cipramil 20 mg filmomhulde tabletten RVG 19593
Cipramil 40 mg filmomhulde tabletten RVG 19594

Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in maart 2013.

Laatst bijgewerkt op 19.08.2022

Meer medicijnen met dezelfde werkzame stof

De volgende medicijnen bevatten ook de werkzame stof Citalopram. Raadpleeg uw arts over een mogelijk alternatief voor Cipramil 20 mg filmomhulde tabletten

Medicijn
Vergunninghouder

Logo

Uw persoonlijke medicatie-assistent

Medicijnen

Blader hier door onze uitgebreide database van A-Z medicijnen, met effecten, bijwerkingen en doseringen.

Stoffen

Alle actieve ingrediënten met hun werking, toepassing en bijwerkingen, evenals de medicijnen waarin ze zijn opgenomen.

Ziekten

Symptomen, oorzaken en behandeling van veelvoorkomende ziekten en verwondingen.

De weergegeven inhoud vervangt niet de originele bijsluiter van het medicijn, vooral niet met betrekking tot de dosering en werking van de afzonderlijke producten. We kunnen geen aansprakelijkheid aanvaarden voor de nauwkeurigheid van de gegevens, omdat deze gedeeltelijk automatisch zijn omgezet. Raadpleeg altijd een arts voor diagnoses en andere gezondheidsvragen.

© medikamio