Natuurlijke rol in het organisme
Adrenaline wordt hoofdzakelijk geproduceerd in het bijniermerg en levert ongeveer 90% van de circulerende adrenaline. In andere weefsels wordt weinig adrenaline gevonden, vooral in verspreide chromaffinecellen en in een klein aantal neuronen die adrenaline als neurotransmitter gebruiken.
Adrenaline stimuleert de zogenaamde adrenoceptoren van het sympathische zenuwstelsel. Deze omvatten de subtypes α1, α2, β1, β2 en β3, die in bijna alle lichaamsweefsels worden aangetroffen. Het effect ervan op verschillende weefsels hangt af van het soort weefsel en de vormen van adrenergische receptoren die daar overheersen. Hoge niveaus van adrenaline bijvoorbeeld doen de gladde spieren in de luchtwegen ontspannen, maar doen de gladde spieren die de meeste arteriolen bekleden samentrekken.
Adrenaline functioneert vooral als stresshormoon. Bij dieren en mensen komt het vrij om de zogenaamde "vecht-of-vluchtreactie" op te wekken. Het vrijkomen van adrenaline brengt specifieke fysiologische reacties op gang die het lichaam voorbereiden op stressvolle situaties of bedreigingen.
Deze antwoorden omvatten:
- Stimulering van de lever om glycogeen af te breken tot glucose (om het lichaam snel van energie te voorzien).
- Ontspanning van de gladde spieren in de longen en luchtwegen om de zuurstofopname te verhogen en de longcapaciteit te verbeteren.
- Stimulatie van beta-adrenerge receptoren in de hartspier om de contractiliteit van het hart en de hartslag te verhogen
- Samentrekking van de slagaders in de huid om de bloedstroom naar de interne organen te leiden.
- Samentrekking van de gladde spieren in de huid, waardoor de haren op het huidoppervlak rechtop gaan staan.
Gebruik in de geneeskunde
In de geneeskunde wordt de krachtiger vorm L-adrenaline gebruikt. Door zijn werking op alfa-adrenerge receptoren vermindert epinefrine de vasodilatatie en verhoogde vaatpermeabiliteit die optreden tijdens anafylaxie, wat kan leiden tot een verlies van intravasculair vochtvolume en hypotensie. Dit voorkomt mogelijke schokken. Epinefrine ontspant de bronchiale en iris gladde spieren en is een histamine-antagonist, waardoor het nuttig is bij de behandeling van allergische reacties en aanverwante aandoeningen. Door zijn werking op bèta-adrenerge receptoren veroorzaakt epinefrine ontspanning van de bronchiale gladde spieren, wat helpt bij het verlichten van bronchospasmen, piepende ademhaling en dyspneu die kunnen optreden bij anafylaxie. Dit effect wordt ook benut bij een acute astma-aanval. Bij een hartstilstand kan epinefrine de spontane circulatie van het hart herstellen. Epinefrine wordt vaak toegevoegd aan plaatselijke verdovingsmiddelen om te voorkomen dat het plaatselijke verdovingsmiddel in de bloedbaan terechtkomt door de bloedvaten samen te trekken.