Wanneer mag u dit middel niet aan de patiënt toedienen?
Geef de patiënt geen BUCCOLAM en informeer de arts wanneer:
- de patiënt allergisch (overgevoelig) is voor midazolam, benzodiazepinen (zoals diazepam) of voor een van de stoffen die in dit geneesmiddel zitten. Deze stoffen kunt u vinden onder punt 6;
- de patiënt een ziekte van de zenuwen en spieren heeft die spierzwakte veroorzaakt (myasthenia gravis);
- de patiënt ademhalingsproblemen heeft tijdens rust (BUCCOLAM kan ademhalingsproblemen verergeren);
- de patiënt een ziekte heeft die de ademhaling regelmatig in de slaap onderbreekt (slaapapneusyndroom);
- er sprake is van ernstige leverproblemen.
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Overleg met zijn/haar arts of apotheker voordat BUCCOLAM aan de patiënt wordt gegeven wanneer hij/zij:
- een nier-, lever- of hartaandoening heeft;
- een longaandoening heeft die regelmatig ademhalingsproblemen veroorzaakt.
BUCCOLAM kan er ook toe leiden dat mensen vergeten wat er is gebeurd nadat zij dit geneesmiddel hadden ontvangen. Patiënten dienen na toediening van BUCCOLAM zorgvuldig te worden geobserveerd.
Midazolam dient niet te worden gegeven aan patiënten met een medische voorgeschiedenis van alcohol- of drugsmisbruik.
Als u niet zeker weet of een van de bovengenoemde punten van toepassing is op de patiënt, praat dan met uw arts of apotheker voordat u dit middel geeft.
Levensbedreigende incidenten doen zich vaker voor bij patiënten met ademhalings- of hartproblemen, met name wanneer hogere BUCCOLAM-doses worden gegeven.
Kinderen jonger dan 3 maanden: BUCCOLAM dient niet aan kinderen jonger dan 3 maanden te worden gegeven daar er niet voldoende informatie is in deze leeftijdsgroep.
Gebruikt de patiënt nog andere geneesmiddelen?
Het is belangrijk dat u een arts of apotheker vertelt of de patiënt nog andere geneesmiddelen gebruikt, of dat kort geleden heeft gedaan. Dat geldt ook voor geneesmiddelen waar u geen voorschrift voor nodig is en kruidenmiddelen. Als u twijfelt over een geneesmiddel dat u of de patiënt gebruikt van invloed kan zijn op het gebruik van BUCCOLAM, bespreek dit dan met uw arts of apotheker.
Dit is buitengewoon belangrijk, daar het gebruik van meer dan één geneesmiddel tegelijkertijd het effect van de betreffende geneesmiddelen kan versterken of verzwakken. De effecten van BUCCOLAM kunnen bijvoorbeeld worden versterkt door geneesmiddelen zoals:
anti-epileptica, (voor het behandelen van epilepsie) bijv. fenytoïne antibiotica, bijv. erytromycine, claritromycine
antischimmelgeneesmiddelen, bijv. ketoconazol, voriconazol, fluconazol, itraconazol, posaconazol antimaagzweergeneesmiddelen, bijv. cimetidine, ranitidine en omeprazol
geneesmiddelen die worden gebruikt voor het reguleren van de bloeddruk, bijv. diltiazem, verapamil sommige geneesmiddelen die worden gebruikt voor het behandelen van HIV en AIDS, bijv. saquinavir, lopinavir/ritonavir-combinatie
narcotische analgetica (zeer sterke pijnstillers), bijv. fentanyl
geneesmiddelen die worden gebruikt voor het verminderen van vet in het bloed, bijv. atorvastatine geneesmiddelen die worden gebruikt voor het behandelen van misselijkheid, bijv. nabilon.
Sommige andere geneesmiddelen kunnen ook het effect van BUCCOLAM verhogen, bijv. hypnotica (slaapmiddelen), sedatieve antidepressiva (geneesmiddelen voor het behandelen van depressie
waarvan u slaperig wordt), sedativa (ontspannende geneesmiddelen), anesthetica en sommige antihistaminica (geneesmiddelen voor het behandelen van allergieën)
Sommige geneesmiddelen, bijv. rifampicine (gebruikt voor het behandelen van tuberculose) en xanthinen (gebruikt voor het behandelen van astma) kunnen het effect van BUCCOLAM verminderen.
Sint-janskruid (een kruidenmiddel) kan het effect van BUCCOLAM verminderen en dient te worden vermeden door patiënten die BUCCOLAM gebruiken.
BUCCOLAM kan ook het effect van een aantal spierontspannende middelen versterken bijv. baclofen (dit veroorzaakt verhoogde sufheid)
BUCCOLAM kan ook de werking van een aantal geneesmiddelen blokkeren, bijv. levodopa (een geneesmiddel dat wordt gebruikt voor het behandelen van de ziekte van Parkinson).
Verdere informatie over deze en andere geneesmiddelen die de patiënt dient te vermijden tijdens het gebruik van BUCCOLAM, is verkrijgbaar bij een arts of apotheker.
Waarop moet u letten met eten en drinken?
Gebruik geen alcohol terwijl u BUCCOLAM inneemt. Alcohol kan het slaapverwekkende effect van BUCCOLAM verhogen en u zeer slaperig maken.
Drink geen grapefruitsap tijdens het gebruik van BUCCOLAM. Grapefruitsap kan de hoeveelheid BUCCOLAM in uw bloed verhogen en u zeer slaperig maken.
Zwangerschap
Informeer een arts wanneer de patiënt aan wie dit geneesmiddel zal worden toegediend, zwanger is of zwanger zou kunnen zijn. De arts kan beslissen of dit geneesmiddel geschikt is voor haar.
Het geven van hoge doses BUCCOLAM tijdens de laatste 3 maanden van de zwangerschap kan een abnormale hartslag veroorzaken bij het ongeboren kind. Baby’s die na toediening van BUCCOLAM tijdens de bevalling worden geboren, kunnen bij de geboorte ook een slechte zuigreflex, ademhalingsproblemen en een slechte spierspanning (tonus) hebben.
Neem contact op met uw arts of apotheker voordat u geneesmiddelen gebruikt.
Borstvoeding
Informeer de arts wanneer de patiënte borstvoeding geeft. Hoewel er kleine hoeveelheden BUCCOLAM in de borstvoeding terecht kunnen komen, is het mogelijk niet nodig te stoppen met het geven van borstvoeding. De arts zal adviseren of de patiënte borstvoeding kan geven nadat ze BUCCOLAM toegediend heeft gekregen.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
BUCCOLAM kan u slaperig, vergeetachtig maken of uw concentratie en coördinatie beïnvloeden. Dit kan van invloed zijn op uw prestatie bij vaardigheidstaken zoals autorijden, fietsen of het gebruik van machines.
Na toediening van BUCCOLAM dient de patiënt geen voertuig te besturen, te fietsen of een machine te bedienen tot hij/zij volledig is hersteld. Bespreek dit met uw arts als u verder advies nodig hebt.