1/10 versie 9
NASOLAM 2.5 mg
|
CTD - Module 1.31
|
NASOLAM 3.75 mg
|
|
NASOLAM 5 mg
|
Package leaflet
|
|
|
Wanneer mag u dit medicijn niet gebruiken?
-
U bent allergisch voor een van de stoffen in dit medicijn. Deze stoffen kunt u vinden in rubriek 6 van deze bijsluiter.
-
U heeft een ziekte van de spieren waardoor uw spieren erg zwak zijn (myasthenia gravis).
-
U heeft in rust erge problemen met ademen (NASOLAM kan problemen met ademen erger maken).
-
U heeft een ziekte waarbij u regelmatig kort stopt met ademen tijdens het slapen (slaapapneu- syndroom).
-
U heeft erge leverproblemen.
-
U heeft een plotselinge verhoging van de oogdruk (acuut kamerhoekglaucoom).
-
U heeft een aangeboren ziekte van het hart waardoor er te weinig zuurstof in uw bloed is (cyanogene congenitale hartafwijking).
-
U heeft een erge bloedvergiftiging door een infectie (erge sepsis).
U mag NASOLAM niet gebruiken als u bij zichzelf een van de bovenstaande punten herkent. Als u twijfelt, overleg dan met uw arts voordat u dit medicijn gebruikt.
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit medicijn?
Neem contact op met uw arts, voordat u dit medicijn gebruikt:
-
als u of uw kind een ziekte van de nieren, een ziekte van de lever of een ziekte van het hart heeft
-
als u of uw kind een ziekte van de longen heeft die regelmatig voor problemen met ademen zorgt.
Nadat u dit medicijn heeft gekregen, kunt u vergeten wat er is gebeurd. Er moet zorgvuldig op u gelet worden nadat u het medicijn heeft gekregen.
Gebruik dit medicijn niet als u in het verleden verslaafd bent geweest aan alcohol of drugs.
Patiënten met problemen met ademen of problemen van het hart krijgen vaker te maken met erge klachten, vooral wanneer zij veel NASOLAM krijgen.
Kinderen
NASOLAM mag niet worden gegeven aan kinderen lichter dan 12 kg en jonger dan 2 jaar. Over deze leeftijdsgroep is er niet genoeg informatie.
Gebruikt u nog andere medicijnen?
Gebruikt u of uw kind naast NASOLAM nog andere medicijnen, heeft u of uw kind dat kort geleden gedaan of gaat u of uw kind dit misschien binnenkort doen? Vertel dat dan uw arts. Dit geldt ook voor medicijnen waarvoor geen recept nodig is en voor kruidenmiddelen. Dit is heel belangrijk. Als u namelijk één medicijn samen met een ander medicijn gebruikt, kan het ene medicijn invloed hebben op hoe het andere medicijn werkt. Het medicijn kan dan sterker of zwakker werken.
NASOLAM werkt sterker door medicijnen zoals:
-
antibiotica, zoals erytromycine en claritromycine
-
antischimmelmiddelen, zoals ketoconazol, voriconazol, fluconazol, itraconazol
-
medicijnen die worden gebruikt voor de behandeling van de bloeddruk, zoals diltiazem, verapamil
-
sommige medicijnen voor de behandeling van hiv en aids, zoals saquinavir, lopinair/ritonavir- combinatie
-
medicijnen voor hepatitis C (proteaseremmer), zoals boceprevir, telaprevir
2/10 versie 9
NASOLAM 2.5 mg
|
CTD - Module 1.31
|
NASOLAM 3.75 mg
|
|
NASOLAM 5 mg
|
Package leaflet
|
-
verdovende pijnstillers (zeer sterke pijnstillers), zoals buprenorfine, codeïne, fentanyl, hydromorfon, (nico-)morfine, tapentadol, oxycodon en tramadol
-
medicijnen die worden gebruikt om vet in het bloed te verminderen, bijv. atorvastatine
-
medicijnen tegen hoest (antitussiva)
-
medicijnen die worden gebruikt om de verslaving aan middelen met opiaten te behandelen (opiaten)
-
slaapmiddelen (hypnotica)
-
medicijnen voor de behandeling van depressie, u wordt er slaperig van (kalmerende antidepressiva)
-
medicijnen om te ontspannen (kalmeringsmiddelen)
-
medicijnen voor verdoving (voor pijnbestrijding)
-
medicijnen voor de behandeling van allergieën (antihistaminica).
NASOLAM werkt zwakker door medicijnen zoals:
-
rifampicine (om tuberculose te behandelen)
-
sint-janskruid (een kruidenmedicijn). Als u NASOLAM krijgt, mag u geen sint-janskruid gebruiken.
Door NASOLAM en opiaten (sterke pijnstillers en sommige hoestmiddelen) samen te gebruiken heeft u een groter risico om slaperig te worden, problemen met ademen te krijgen (ademhalingsdepressie) en in coma te raken. Dit kan levensbedreigend zijn. Daarom mag het alleen als andere behandelingen niet mogelijk zijn. Als uw arts toch NASOLAM samen met opiaten voorschrijft, moet uw arts uw minder van dit medicijn geven en zo kort als mogelijk.
Vertel uw arts over alle opiaten die u gebruikt. Neem precies zoveel van dit medicijn als u arts tegen u heeft gezegd. Het kan nuttig zijn om vrienden of familieleden te vertellen over de klachten die u hierboven hebt gelezen. Neem contact op met uw arts als u deze klachten opmerkt.
Praat met uw arts over medicijnen die u niet samen met NASOLAM moet gebruiken.
Waarop moet u letten met eten, drinken en alcohol?
U mag geen alcohol drinken als u NASOLAM gebruikt. Alcohol kan ervoor zorgen dat dit medicijn sterker werkt en u erg slaperig maken.
Zwangerschap en borstvoeding
Zwangerschap
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Neem dan contact op met uw arts voordat u dit medicijn gebruikt.
Als u in de laatste 3 maanden van de zwangerschap of tijdens de bevalling regelmatig midazolam gebruikt of veel van dit medicijn gebruikt, kan dit voor problemen zorgen bij de baby. Onder andere kan het hartritme anders zijn dan normaal, de lichaamstemperatuur kan te laag zijn (onderkoeling), de baby kan mogelijk zwakker zuigen, problemen met ademen hebben en slappere spieren hebben na de geboorte. De baby kan ook verslaafd zijn aan NASOLAM als u het medicijn lange tijd heeft gebruikt. Toch mag het medicijn worden gebruikt als het niet anders kan. De arts zal beslissen of dit medicijn geschikt is voor u.
Borstvoeding
Hoewel kleine beetjes NASOLAM in de moedermelk kunnen komen, is het misschien niet nodig om de borstvoeding te stoppen. De arts zal met u bespreken of u borstvoeding zou moeten geven nadat u dit medicijn heeft gekregen.
3/10 versie 9
NASOLAM 2.5 mg
|
CTD - Module 1.31
|
NASOLAM 3.75 mg
|
|
NASOLAM 5 mg
|
Package leaflet
|
|
|
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
NASOLAM kan u slaperig of vergeetachtig maken. Het medicijn kan invloed hebben op uw concentratie en hoe uw beweegt. Dit kan van invloed zijn op activiteiten als autorijden, fietsen of het gebruik van machines. Na het gebruik van dit medicijn mag u niet autorijden, niet fietsen en geen machines bedienen, totdat het medicijn geen invloed meer op u heeft. Bespreek met uw arts als u verder advies nodig heeft.
NASOLAM bevat propyleenglycol
Dit product bevat 7,8 mg (voor NASOLAM 2,5 mg), 11,7 mg (voor NASOLAM 3,75 mg) of 15,6 mg (voor NASOLAM 5 mg) propyleenglycol per doseringseenheid.