Zoals elk geneesmiddel kan Kapanol bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen daarmee te maken.
Krijgt u veel last van een bijwerking? Of heeft u een bijwerking die niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Zeer vaak voorkomende bijwerkingen (bij meer dan 1 op de 10 patiënten)
- slaperigheid (sedatie), licht gevoel in het hoofd, duizeligheid en onvaste gang
- misselijkheid, braken, vol gevoel van de maag, verstopping (constipatie) en droge mond
- problemen met plassen (urineretentie en urineaarzeling)
Duizeligheid en onvaste gang kunnen te maken hebben met verlaagde bloeddruk ten gevolge van Kapanol, met name bij oudere of verzwakte patiënten. De dosering kan worden aangepast door uw arts.
Bijna alle patiënten die chronisch opiaten gebruiken, hebben last van verstopping (constipatie). Sommige patiënten, met name oudere, verzwakte, of bedlegerige patiënten, kunnen overbelast raken. Hiervoor kan uw arts laxeermiddelen, verzachtende middelen of een andere maatregel voorschrijven.
Vaak voorkomende bijwerkingen (bij meer dan 1 op de 100 maar minder dan 1 op de 10 patiënten):
- een sombere of juist een zeer opgewekte stemming en waarnemingen van dingen die er niet zijn (hallucinaties)
- hoofdpijn
- wazig zien, dubbel zien en vernauwing van de pupillen (miosis)
- een vertraagde hartslag (bradycardie) en hartkloppingen
- opvliegers en verlaagde bloeddruk
- krampende pijn en gebrek aan eetlust (anorexia)
- zweten en jeuk (pruritus)
- koude rillingen
Misselijkheid en braken komt vaak voor na een enkele dosering van morfine of als een vroege bijwerking van behandeling met opiaten. Uw arts kan u een geschikt antibraakmiddel voorschrijven. Gewoonlijk neemt binnen een week het optreden van misselijkheid en braken af.
Soms voorkomende bijwerkingen (bij meer dan 1 op de 1.000 maar minder dan 1 op de 100 patiënten)
- verstoring van de ademhaling
Niet bekend: deze bijwerkingen zijn gemeld, de frequentie kan met de beschikbare gegevens echter niet worden bepaald:
- verwardheid, verminderde zin in vrijen (libidoverlies), slapeloosheid, rusteloosheid en stemmingswisselingen
- een ritmisch heen-en-weer bewegen van de oogbol (nystagmus) en verhoogde schedeldruk
- het syndroom ten gevolge van overmatige afscheiding van ADH (SIADH)*
- hartaanval en versnelde hartslag (tachycardie)
- verhoogde bloeddruk (hypertensie), verstoring van de circulatie (circulatiedepressie), shock en coma
- tijdelijk ophouden van de ademhaling (apneu), ademhalingsstilstand en dichtgeknepen stemspleet (laryngospasme)
- smaakveranderingen
- krampaanvallen (koliek)
- huiduitslag met hevige jeuk en vorming van bultjes (galbulten of urticaria) en andere huiduitslag
- oedeem, zwakte en onthoudings- (abstinentie-) syndroom
Onthoudingsverschijnselen (abstinentiesyndroom) kunnen optreden wanneer de toediening van opiaten plotseling wordt gestopt of wanneer antagonisten worden toegediend. De onthoudingsverschijnselen, die kunnen optreden na het staken van opiatengebruik, zijn onder andere: pijn in het lichaam, diarree, rechtop gaan staan van lichaamsharen (pilo-erectie), anorexia, zenuwachtigheid of rusteloosheid, druipende neus, niezen, trillen of rillen, koliek in de buik, misselijkheid, slaapstoornissen, ongewone toename van het zweten en geeuwen, zwakte, abnormaal versnelde hartwerking (tachycardie) en onverklaarbare koorts. Met de juiste doseringsaanpassingen en een geleidelijk afbouwen zijn deze symptomen normaal gesproken mild van aard.
* Onvoldoende wateruitscheiding kan optreden als gevolg van overmatige afscheiding van ADH. Uw arts kan extra laboratoriumonderzoeken laten uitvoeren.
De meeste patiënten die morfine krijgen zullen in het begin sufheid (sedatie) ervaren. Gewoonlijk verdwijnt dit na 3 tot 5 dagen en is dit geen reden tot bezorgdheid, tenzij het buitensporig is of vergezeld gaat van verwardheid of onsamenhangend gedrag. Vertel uw arts als u last van aanhoudende sedatie heeft.
Chronisch gebruik van opiaten kan leiden tot de ontwikkeling van gewenning en afhankelijkheid.