Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
U bent allergisch voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in rubriek 6.
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige voordat u dit middel gebruikt:
-
als u onlangs een ernstige longinfectie (pneumonie), vocht in de longen (longoedeem), ontsteking van de longen (longfibrose) of een afwijkende uitslag op een röntgenfoto van de borstkas (longinfiltraat) heeft gehad.
-
als u op de hoogte bent van veranderingen in uw bloedbeeld (bijvoorbeeld een verhoogd aantal
23
witte bloedcellen of anemie) of een verlaagd aantal bloedplaatjes (trombocytopenie), waardoor uw bloed minder gemakkelijk stolt. Uw arts wilt u mogelijk intensiever in de gaten houden.
als u sikkelcelziekte heeft. Uw arts wil uw aandoening mogelijk intensiever in de gaten houden.
Neem contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige wanneer u dit middel gebruikt:
-
als u borst- of longkanker heeft. In combinatie met chemotherapie en/of radiotherapie kan pegfilgrastim uw risico verhogen op een precancereuze bloedaandoening die myelodysplastisch syndroom (MDS) wordt genoemd of op een bloedkanker die acute myeloïde leukemie (AML) wordt genoemd. Symptomen hiervan zijn onder andere vermoeidheid, koorts en gemakkelijk blauwe plekken of bloedingen krijgen.
-
als u een allergische reactie krijgt, waaronder zwakte, daling van de bloeddruk, bemoeilijkte ademhaling, zwelling van het gezicht, de lippen, de tong of andere delen van het lichaam (anafylaxie), roodheid en blozen, huiduitslag of netelroos op de huid en jeukende huidgebieden.
-
als u hoest of koorts krijgt en moeite heeft met ademhalen. Dit kan een klacht zijn van “acute respiratory distress syndrome” (ARDS).
-
als u een van de volgende bijwerkingen heeft:
zwelling of opgeblazenheid, minder vaak plassen, moeite met ademhalen, zwelling van de buik en een vol gevoel, en een algemeen gevoel van vermoeidheid.
Dit kunnen klachten zijn van een aandoening genaamd “capillair-lek-syndroom” waarbij bloed uit de kleine bloedvaten in uw lichaam lekt. Zie rubriek 4.
-
als u pijn krijgt linksboven in de buik of in de punt van uw schouder. Dit kan een aanwijzing zijn van een probleem met uw milt (splenomegalie).
als u koorts, buikpijn, malaise en rugpijn krijgt, aangezien dat verschijnselen van ontsteking van de aorta (het grote bloedvat dat bloed van het hart naar het lichaam voert) kunnen zijn. Deze aandoening kan zelden optreden bij kankerpatiënten en gezonde donoren.
Aangezien Nyvepria uw nieren kan beschadigen (glomerulonefritis), zal uw arts uw bloed en urine regelmatig controleren.
Ernstige huidreacties (Stevens-Johnson-syndroom, een huidaandoening die pijnlijke blaren en pijnlijke plekken op de huid en slijmvliezen, met name in de mond, kan veroorzaken) zijn gemeld met het gebruik van pegfilgrastim. Stop het gebruik van Nyvepria en zoek onmiddellijk medische hulp als u één van deze verschijnselen opmerkt: rode schietschijfachtige of ringvormige plekken, vaak met blaren op de romp, loslating van de huid, zweren in de mond, keel, neus, geslachtsdelen en ogen, mogelijk eerst met koorts en griepachtige klachten. Zie rubriek 4.
Spreek met uw arts over uw risico’s om vormen van bloedkanker te ontwikkelen. Als u een vorm van bloedkanker heeft of als uw arts u heeft gezegd dat u dat risico loopt, mag u Nyvepria niet gebruiken, tenzij uw arts u dat voorschrijft.
Verlies van een behandelingseffect met pegfilgrastim
Als behandeling met pegfilgrastim niet of niet meer werkt, zal uw arts onderzoeken waarom dat gebeurt, bijvoorbeeld of u antilichamen heeft ontwikkeld die de activiteit van pegfilgrastim neutraliseren.
Kinderen en jongeren tot 18 jaar
Nyvepria wordt niet aanbevolen voor gebruik bij kinderen en jongeren tot 18 jaar omdat er onvoldoende informatie over de veiligheid en werkzaamheid ervan is.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u naast Nyvepria nog andere geneesmiddelen, heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat de mogelijkheid dat u binnenkort andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan uw arts of apotheker.
Zwangerschap en borstvoeding
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Neem dan contact op met uw arts of apotheker voordat u dit geneesmiddel gebruikt.
24
Nyvepria is niet onderzocht bij zwangere vrouwen. Daarom kan uw arts besluiten dat u dit geneesmiddel niet mag gebruiken.
Bespreek het met uw arts als u zwanger wordt tijdens de behandeling met Nyvepria.
Tenzij uw arts u anders vertelt, moet u stoppen met borstvoeding als u Nyvepria gebruikt.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Nyvepria heeft geen of een verwaarloosbare invloed op de rijvaardigheid of het vermogen om machines te bedienen.
Nyvepria bevat sorbitol (E420) en natrium
Dit middel bevat 30 mg sorbitol per voorgevulde spuit, overeenkomend met 50 mg/ml. Er moet rekening worden gehouden met het additieve effect van gelijktijdig toegediende geneesmiddelen die sorbitol (of fructose) bevatten en inname van sorbitol (of fructose) via de voeding.
Dit middel bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per dosis van 6 mg, dat wil zeggen dat het in wezen ‘natriumvrij’ is.