Veletri 1,5 mg, poeder en oplosmiddel voor oplossing voor infusie

Veletri 1,5 mg, poeder en oplosmiddel voor oplossing voor infusie
Werkzame stof(fen)Epoprostenol
ToelatingslandNL
VergunninghouderJanssen-Cilag International NV Turnhoutseweg 30 B-2340 BEERSE (BELGIË)
Toelatingsdatum24.04.2013
ATC-codeB01AC09
Farmacologische groepenAntitrombotische middelen

Patiëntenbijsluiter

Wat is het en waarvoor wordt het gebruikt?

VELETRI bevat het werkzame bestanddeel epoprostenol dat behoort tot de groep van medicijnen die prostaglandines worden genoemd. Deze medicijnen remmen de bloedstolling en verwijden de bloedvaten.

Dit medicijn is bestemd voor de behandeling van een longaandoening die pulmonale arteriële hypertensie genoemd wordt. Dit betekent dat de bloeddruk in de bloedvaten van de longen hoog is. VELETRI verwijdt de bloedvaten om de bloeddruk te verlagen.

Dit medicijn is bestemd voor het voorkómen van bloedstolling tijdens nierdialyse, wanneer heparine niet gebruikt kan worden.

Wat moet u weten voordat u het gebruikt?

Wanneer mag u dit medicijn niet gebruiken?

  • U bent allergisch voor een van de stoffen in dit medicijn. Deze stoffen kunt u vinden in rubriek 6 van deze bijsluiter.
  • U heeft hartfalen.
  • U ontwikkelt tijdens de behandeling met dit medicijn een ophoping van vocht in uw longen die zorgt voor kortademigheid na de start van de behandeling.

Wanneer u denkt dat een van de bovenstaande situaties op u van toepassing is, moet u contact opnemen met uw arts of verpleegkundige voordat u dit medicijn gebruikt.

Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit medicijn?

Neem contact op met uw arts voordat u dit medicijn gebruikt.

Voordat VELETRI aan u wordt toegediend, moet u uw arts op de hoogte brengen:

als u bloedingsproblemen heeft.

Huidschade op de injectieplaats

Dit medicijn wordt geïnjecteerd in een ader. Het is belangrijk dat het medicijn niet uit de ader naar het omgevende weefsel lekt. Wanneer dit wel gebeurt, kan de huid beschadigen. De symptomen hiervan zijn:

  • gevoeligheid
  • branderig gevoel
  • prikkelend gevoel
  • zwelling
  • roodheid.

Later kunnen er ook blaren ontstaan of kan de huid loslaten. Wanneer u wordt behandeld met dit medicijn is het belangrijk dat u de injectieplaats in de gaten houdt.

Neem onmiddellijk contact op met het ziekenhuis voor advies wanneer de plaats gevoelig, pijnlijk of gezwollen wordt of als u blaren of huidschilfers ziet.

Effect van dit medicijn op bloeddruk en hartslag

Tijdens het gebruik van dit medicijn kan een versnelling of vertraging van de hartslag optreden. Ook kan uw bloeddruk te laag worden. Wanneer u wordt behandeld met dit medicijn zullen uw hartslag en bloeddruk worden gecontroleerd. De symptomen van een lage bloeddruk zijn onder andere duizeligheid en flauwvallen.

Vertel het uw arts als u deze symptomen krijgt. Het kan nodig zijn dat uw dosering wordt aangepast of dat het infuus wordt stopgezet.

Kinderen en jongeren tot 18 jaar

De veiligheid en werkzaamheid van dit middel is bij kinderen niet vastgesteld.

Gebruikt u nog andere medicijnen?

Gebruikt u naast VELETRI nog andere medicijnen, heeft u dat kort geleden gedaan of gaat u dit misschien binnenkort doen? Vertel dat dan uw arts of apotheker. Dit geldt ook voor medicijnen die u zonder recept gebruikt.

Sommige medicijnen kunnen invloed hebben op de werking van dit medicijn of kunnen de kans op bijwerkingen vergroten. Dit medicijn kan ook invloed hebben op de werking van andere medicijnen wanneer deze tegelijkertijd worden gebruikt. Deze medicijnen zijn:

  • medicijnen om hoge bloeddruk te behandelen
  • medicijnen om bloedstolsels te voorkomen
  • medicijnen om bloedstolsels op te lossen
  • medicijnen om ontsteking of pijn te behandelen (zogenaamde NSAID’s)
  • digoxine (voor de behandeling van hartaandoeningen).

Vertel het uw arts of apotheker als u een van deze medicijnen gebruikt.

Zwangerschap en borstvoeding

Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Neem dan contact op met uw arts of apotheker voordat u dit medicijn gebruikt. Uw klachten zouden erger kunnen worden tijdens de zwangerschap.

Het is niet bekend of de ingrediënten van dit medicijn terechtkomen in de moedermelk. U moet daarom stoppen met het geven van borstvoeding aan uw kind tijdens de behandeling met dit medicijn.

Rijvaardigheid en het gebruik van machines

Uw behandeling kan de rijvaardigheid en het vermogen machines te gebruiken beïnvloeden.

Ga niet autorijden en bedien geen machines wanneer u zich niet goed voelt.

Veletri bevat natrium

Dit medicijn bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per injectieflacon, dat wil zeggen dat het in wezen 'natriumvrij' is.

Hoe wordt het gebruikt?

Gebruik dit medicijn altijd precies zoals uw arts of apotheker u dat heeft verteld. Twijfelt u over het juiste gebruik? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.

Dit medicijn wordt geleverd als een poeder in een kleine glazen injectieflacon. Het poeder moet worden opgelost voor gebruik.

Dit medicijn mag niet als een snelle injectie in uw ader worden toegediend. Het moet altijd worden toegediend als een infuus in een ader.

Uw arts beslist welke dosering van dit medicijn het meest geschikt is voor u. De hoeveelheid die u krijgt, is gebaseerd op uw lichaamsgewicht en de aard van uw aandoening. De dosis kan worden verhoogd of verlaagd afhankelijk van hoe u reageert op de behandeling.

Dit medicijn wordt toegediend door langzame infusie (druppelinfuus) in een ader.

Pulmonale arteriële hypertensie

Uw eerste behandeling zal in het ziekenhuis plaatsvinden omdat uw arts u moet controleren en de juiste dosering moet vaststellen.

Er wordt gestart met een infuus van dit medicijn. De dosis zal worden verhoogd totdat uw symptomen verminderen en de bijwerkingen acceptabel blijven. Wanneer de optimale dosering is vastgesteld, zal een permanent buisje (lijn) in een van uw bloedvaten worden geplaatst. U kunt dan worden behandeld met een infuuspomp.

Nierdialyse

U krijgt een infuus met dit medicijn gedurende uw nierdialyse.

Gebruik van dit medicijn thuis (alleen voor de behandeling van pulmonale arteriële hypertensie)

Wanneer u uzelf thuis behandelt, zal uw arts of verpleegkundige uitleggen hoe u dit medicijn moet klaarmaken en gebruiken. Zij zullen u ook informeren hoe u de behandeling kunt stoppen als dit nodig is. Stoppen met dit medicijn moet in stapjes gebeuren. Het is heel belangrijk dat u alle instructies zorgvuldig volgt.

Dit medicijn is een poeder in een glazen injectieflacon. Voor gebruik moet het poeder opgelost worden in een oplosmiddel. Het oplosmiddel bevat geen conserveermiddel. Wanneer u oplosmiddel overhoudt, moet u dat weggooien.

Verzorging van de injectielijn

Wanneer u een injectielijn in uw bloedvat heeft gekregen, is het heel belangrijk dat u dit gebied schoonhoudt anders kunt u een infectie krijgen. Uw arts of verpleegkundige zal u laten zien hoe u uw ‘lijn’

en het gebied eromheen schoon kunt houden. Het is heel belangrijk dat u hun instructies goed opvolgt. Het is ook erg belangrijk dat u zorgvuldig alle instructies met betrekking tot de vervanging van het reservoir van het toedieningssysteem van de infusiepomp (cassette) volgt, en dat u altijd volgens de instructies van uw arts gebruik maakt van een verlengset met een in-line filter, om het risico op een infectie te verminderen. Zorg er altijd voor dat u overtollige druppels afveegt wanneer u uw verlengset opnieuw aansluit, zodat er geen

vloeistof zit in de buitenruimte tussen de verlengset en de verbindingsstukken van de injectielijn. Dit kan namelijk de materialen beschadigen.

Heeft u te veel van dit medicijn gebruikt?

Wanneer u meer van dit medicijn heeft gebruikt of toegediend heeft gekregen dan uw arts heeft voorgeschreven, moet u onmiddellijk medische hulp inroepen. Symptomen van een overdosering kunnen zijn: hoofdpijn, misselijkheid, braken, snelle hartslag, warmte of tintelingen, of het gevoel hebben flauw te vallen (gevoel van slapte/duizeligheid).

Bent u vergeten dit medicijn te gebruiken?

Neem geen dubbele dosis om een vergeten dosis in te halen.

Als u stopt met het gebruik van dit medicijn

Stoppen met dit medicijn moet stapsgewijs gebeuren. Wanneer de behandeling te snel wordt gestopt, kunt u ernstige bijwerkingen krijgen, waaronder duizeligheid, zwak voelen en ademhalingsmoeilijkheden. Wanneer u problemen heeft met de infuuspomp of injectielijn waardoor de behandeling met dit medicijn niet voortgezet kan worden, moet u onmiddellijk contact opnemen met uw arts, verpleegkundige of ziekenhuis.

Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit medicijn? Neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige.

Wat zijn mogelijke bijwerkingen?

Zoals elk medicijn kan ook dit medicijn bijwerkingen hebben. Niet iedereen krijgt daarmee te maken.

Zeer vaak voorkomende bijwerkingen

Deze kunnen bij meer dan 1 op de 10 personen voorkomen:

  • hoofdpijn
  • kaakpijn
  • pijn
  • braken
  • misselijkheid
  • diarree
  • overmatig blozen in het gezicht

Vaak voorkomende bijwerkingen

Deze kunnen bij maximaal 1 op de 10 personen voorkomen:

  • infectie in het bloed (sepsis)
  • versnelde hartslag
  • vertraagde hartslag
  • lage bloeddruk
  • bloedingen op verschillende plaatsen en eerder blauwe plekken dan normaal, bijvoorbeeld een bloedneus of bloedend tandvlees
  • buikklachten of buikpijn
  • pijn op de borst
  • gewrichtspijn
  • angst, zenuwachtigheid
  • huiduitslag
  • pijn op de injectieplaats

Vaak voorkomende bijwerkingen die bij bloedonderzoek naar voren kunnen komen

verminderd aantal bloedplaatjes (cellen die helpen bij de stolling van het bloed)

Soms voorkomende bijwerkingen

Deze kunnen bij maximaal 1 op de 100 personen voorkomen:

  • zweten
  • droge mond

Zelden optredende bijwerkingen

Deze kunnen bij maximaal 1 op de 1.000 personen voorkomen:

infectie op de injectieplaats

Zeer zelden voorkomende bijwerkingen

Deze kunnen bij maximaal 1 op de 10.000 personen voorkomen:

  • beklemd gevoel rond de borst
  • vermoeidheid, gevoel van zwakte
  • opwinding
  • bleekheid
  • roodheid van de injectieplaats
  • overactieve schildklier
  • afsluiting van de injectiekatheter

Andere bijwerkingen

Het is niet bekend bij hoeveel personen deze voorkomen:

  • vergrote of overactieve milt
  • vochtophoping (oedeemvorming) in de longen (pulmonaal oedeem)
  • verhoging van de suikerspiegels in het bloed
  • ascites (vochtophoping in de buik)
  • te veel bloed pompen vanuit het hart, wat leidt tot kortademigheid, vermoeidheid, zwelling van de benen en de buik als gevolg van vochtophoping, aanhoudende hoest

Het melden van bijwerkingen

Neem onmiddellijk contact op met uw arts of verpleegkundige als u een van de volgende symptomen ervaart, omdat deze kunnen wijzen op een infectie in het bloed, lage bloeddruk of ernstige bloedingen:

  • U voelt dat uw hart sneller klopt of u heeft pijn op de borst of bent kortademig
  • U voelt zich duizelig of heeft het gevoel dat u moet flauwvallen, met name wanneer u opstaat
  • U heeft koorts of rillingen
  • U heeft vaker last van bloedingen of langere bloedingsperioden.

Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige. Dit geldt ook voor bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook melden via het Nederlands Bijwerkingen Centrum Lareb, www.lareb.nl. Door bijwerkingen te melden, helpt u ons meer informatie te krijgen over de veiligheid van dit medicijn.

Hoe moet het worden bewaard?

Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.

Gebruik dit medicijn niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die vindt u op de doos, de injectieflacon met poeder en de injectieflacon met oplosmiddel na EXP. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de uiterste houdbaarheidsdatum.

Voor dit medicijn (poeder voor oplossing voor infusie/poeder en oplosmiddel voor oplossing voor infusie) zijn er geen speciale bewaarcondities wat betreft de temperatuur. Niet in de vriezer bewaren.

Het oplosmiddel bevat geen conserveermiddel. Een injectieflacon dient derhalve eenmalig te worden gebruikt en daarna weggegooid.

De bereide oplossing moet onmiddellijk verder worden verdund tot de uiteindelijke concentratie (zie rubriek 7).

Voor de bewaarcondities van het medicijn na oplossen (reconstitutie) en verdunning, zie rubriek 7.

Gebruik dit medicijn niet als er deeltjes zichtbaar zijn in de gereedgemaakte (gereconstitueerde) oplossing.

Spoel medicijnen niet door de gootsteen of de wc en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw apotheker wat u met medicijnen moet doen die u niet meer gebruikt. Als u medicijnen op de juiste manier afvoert worden ze op een juiste manier vernietigd en komen ze niet in het milieu terecht.

Verdere informatie

Welke stoffen zitten er in dit medicijn?

VELETRI 0,5 mg, poeder en oplosmiddel voor oplossing voor infusie

De werkzame stof in dit medicijn is epoprostenol (als epoprostenolnatrium). Elke injectieflacon bevat 0,531 mg epoprostenolnatrium equivalent aan 0,5 mg epoprostenol. Eén ml van de gereconstitueerde oplossing bevat 0,1 milligram epoprostenol (als epoprostenolnatrium).

VELETRI 1,5 mg, poeder en oplosmiddel voor oplossing voor infusie

  • De werkzame stof in dit medicijn is epoprostenol (als epoprostenolnatrium).
    Elke injectieflacon bevat 1,593 mg epoprostenolnatrium equivalent aan 1,5 mg epoprostenol. Eén ml van de gereconstitueerde oplossing bevat 0,3 milligram epoprostenol (als epoprostenolnatrium).

De andere stoffen in dit medicijn zijn sucrose, arginine en natriumhydroxide (voor pH-aanpassing).

Oplosmiddel:

Elke injectieflacon oplosmiddel bevat 100 ml water voor injecties.

Hoe ziet VELETRI eruit en wat zit er in een verpakking?

Wit tot gebroken wit poeder in een heldere glazen injectieflacon met een rubber stop en een aluminium afdekdopje.

VELETRI 0,5 mg, poeder en oplosmiddel voor infusie:

Elke verpakking bevat één injectieflacon met 0,5 mg poeder.

VELETRI 1,5 mg, poeder en oplosmiddel voor infusie:

Elke verpakking bevat één injectieflacon met 1,5 mg poeder.

Elke verpakking bevat één fles met 100 ml oplosmiddel. Het oplosmiddel is een heldere, kleurloze oplossing.

Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant

Houder van de vergunning voor het in de handel brengen

Janssen-Cilag International NV

Turnhoutseweg 30

B-2340 Beerse

België

Fabrikant

Janssen Pharmaceutica NV

Turnhoutseweg 30

B-2340 Beerse

België  
In het register ingeschreven onder:  
VELETRI 0,5 mg, poeder en oplosmiddel voor oplossing voor infusie RVG 111572
VELETRI 1,5 mg, poeder en oplosmiddel voor oplossing voor infusie RVG 111573

Dit medicijn is geregistreerd in lidstaten van de EEA onder de volgende namen:

Frankrijk, Nederland, Polen, Portugal, Spanje, Tsjechie, Verenigd Koninkrijk: VELETRI
Italie: CARIPUL
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in oktober 2022  

-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

De volgende informatie is alleen bestemd voor artsen of andere beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg.

Laatst bijgewerkt op 18.11.2022

Meer medicijnen met dezelfde werkzame stof

De volgende medicijnen bevatten ook de werkzame stof Epoprostenol. Raadpleeg uw arts over een mogelijk alternatief voor Veletri 1,5 mg, poeder en oplosmiddel voor oplossing voor infusie

Medicijn
Vergunninghouder
Janssen-Cilag International NV Turnhoutseweg 30 B-2340 BEERSE (BELGIË)
Janssen-Cilag International NV Turnhoutseweg 30 B-2340 BEERSE (BELGIË)

Logo

Uw persoonlijke medicatie-assistent

Medicijnen

Blader hier door onze uitgebreide database van A-Z medicijnen, met effecten, bijwerkingen en doseringen.

Stoffen

Alle actieve ingrediënten met hun werking, toepassing en bijwerkingen, evenals de medicijnen waarin ze zijn opgenomen.

Ziekten

Symptomen, oorzaken en behandeling van veelvoorkomende ziekten en verwondingen.

De weergegeven inhoud vervangt niet de originele bijsluiter van het medicijn, vooral niet met betrekking tot de dosering en werking van de afzonderlijke producten. We kunnen geen aansprakelijkheid aanvaarden voor de nauwkeurigheid van de gegevens, omdat deze gedeeltelijk automatisch zijn omgezet. Raadpleeg altijd een arts voor diagnoses en andere gezondheidsvragen.

© medikamio