Gebruik dit geneesmiddel altijd precies zoals uw arts of apotheker u dat heeft verteld. Twijfelt u over het juiste gebruik? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Uw arts zal bepalen hoeveel Haldol u toegediend moet krijgen. Uw arts zal de dosering bijstellen totdat het gewenste effect wordt verkregen.
Wanneer en hoe toedienen?
Haldol wordt met een injectie in een spier of langzaam in een ader toegediend.
De gebruikelijke dosering is als volgt:
Voor behandeling van psychosen, onrust of opwinding, zenuwtrekje of onwillekeurige bewegingen
Meestal wordt 5 mg (1 ml) in een spier toegediend. Deze dosis kan, als uw arts dat nodig vindt, na een uur worden herhaald. U mag nooit meer dan 20 mg (4 ml) per dag toegediend krijgen.
Mensen met een verminderde werking van de lever
Voor mensen bij wie de lever minder goed werkt, kan de arts voor een lagere dosis kiezen.
Voor behandeling van misselijkheid en overgeven
Tegen misselijkheid en overgeven wordt meestal 2½ mg (½ ml) in een spier of langzaam in een ader toegediend.
Heeft u te veel Haldol toegediend gekregen?
Als iemand meer Haldol toegediend heeft gekregen dan zou mogen, kan een verergering optreden van de bijwerkingen (zie ’Mogelijke bijwerkingen’). De meest voorkomende bijwerkingen zijn: stijve spieren, trillingen, en sufheid. In extreme gevallen kan iemand in coma raken. De ademhaling is dan heel zwak en langzaam. Raadpleeg in deze gevallen onmiddellijk een arts en zorg ervoor dat de patiënt goed kan ademhalen (luchtweg vrijmaken).
Is vergeten Haldol toe te dienen?
Als u merkt dat er vergeten is u een Haldol-injectie toe te dienen, neem dan contact op met uw arts.
Als u stopt met het gebruik van Haldol
Als u plotseling stopt met Haldol, kunt u (hoewel het zeer zeldzaam is) last krijgen van misselijkheid, braken of slapeloosheid of kunnen uw ziekteverschijnselen terugkeren. Stop daarom nooit plotseling en zonder overleg met uw arts met Haldol.
Als u nog vragen heeft over het gebruik van Haldol, vraag dan uw arts of apotheker.