Uw arts kan bepalen dat andere gebruiken of hoeveelheden nodig zijn dan die in deze bijsluiter staan. Volg altijd de aanwijzingen van de arts en de informatie in de bijsluiter over de hoeveelheid.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
-
U bent allergisch voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in rubriek 6.
-
Als u een tumor (gezwel) van de hypofyse (een orgaantje in uw hoofd) of borstkanker hebt.
-
Als u een feochromocytoom heeft (een tumor (gezwel) van de bijnier).
-
Als u borstvoeding geeft.
-
Als u een zeldzame erfelijke hartaandoening hebt. Uw hart klopt hierdoor langzaam en onregelmatig(lang-QT-intervalsyndroom)
-
Als u geneesmiddelen neemt die invloed hebben op hoe goed uw hart werkt (verlenging van het QT interval)
-
Als u geneesmiddelen neemt voor de ziekte van Parkinson (levodopa)
-
Als u geneesmiddelen neemt die invloed hebben op het hartritme (bijvoorbeeld quinidine, disopyramide, amiodaron, sotalol, bepridil, cisapride, sultopride, thioridazine, methadon, erythromycine i.v., vincamine i.v., halofantrine, pentamidine, sparfloxacin).
Kinderen die nog niet in de pubertijd zijn moeten dit middel niet nemen.
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem contact op met uw arts of apotheker voordat u dit middel inneemt.
-
Als u een hartaandoening hebt of als hartproblemen in uw familie voorkomen.
-
Als iemand in uw familie een zeldzame erfelijke hartaandoening heeft. Het hart klopt langzaam en onregelmatig door deze aandoening (lang-QT-intervalsyndroom);
-
Als u nierinsufficiëntie of andere nierproblemen heeft;
-
Als u epilepsie heeft of eerder epileptische aanvallen heeft gehad;
-
Als u de ziekte van Parkinson heeft;
-
Als u suikerziekte (diabetes mellitus) heeft of hier meer kans op heeft;
-
Als u of iemand anders in uw familie een eerder last heeft gehad van bloedproppen (trombose). Geneesmiddelen zoals dit middel kunnen mogelijk bloedproppen veroorzaken;
-
Als u of iemand in uw familie borstkanker heeft.
-
Als u hoge bloedwaarden heeft van prolactine bij tumoren van de hypofyse.
-
Als u zich over het algemeen ziek voelt. U bent gevoelig voor ontstekingen, vooral keelamandelenontsteking en koorts (infecties). Dit komt doordat u minder witte bloedcellen heeft (agranulocytose).
-
Als u tijdens de behandeling last krijgt van hoge koorts, stijve spieren en u zich minder bewust bent van uw omgeving en veel moet zweten. Dit zijn verschijnselen van een erg zeldzaam syndroom genoemd Neuroleptisch Malignant Syndroom. Deze symptomen kunnen fataal zijn en hebben onmiddellijke medische zorg nodig.
Let op: bepaalde patiënten groepen (bijv. ouderen en patiënten met dementie) hebben meer kans op bijwerkingen, zoals ook hersenbloedingen. Waarschijnlijk zullen oudere mensen vaker een lage bloeddruk krijgen of zich vaker slaperig voelen. Bij oudere patiënten met dementie die behandeld werden met antipsychotica, werd een iets hoger aantal sterfgevallen gemeld dan bij dergelijke patiënten die geen antipsychotica namen. Spreek met uw arts.
Vertel het uw arts dat u dit middel gebruikt, als uw bloed of plas getest moet worden. Het kan namelijk invloed hebben op de uitslag van de test.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Neemt u naast Aktiprol nog andere geneesmiddelen in, heeft u dat kortgeleden gedaan of bestaat de mogelijkheid dat u in de nabije toekomst andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan uw arts of apotheker.
Dit is omdat Aktiprol invloed kan hebben op hoe andere geneesmiddelen werken. Deze andere geneesmiddelen kunnen ook invloed hebben op hoe Aktiprol werkt.
Neem Aktiprol niet samen met geneesmiddelen die invloed hebben op uw hart (die het QT-interval verlengen):
-
Geneesmiddelen die gebruik worden voor hartritmestoornissen (bijvoorbeeld kinidine, disopyramide, amiodaron en sotalol);
-
Andere geneesmiddelen zoals: bepridil, cisapride, sultopride, thioridazine, methadon, erythromycine (intraveneus) , vincamine (intraveneus), halofantrine, pentamidine, sparfloxacin.
-
Geneesmiddelen die gebruikt worden voor de behandeling van de ziekte van Parkinson (bijvoorbeeld levodopa, bromocriptine, ropirinol);
Vertel het uw arts als u een van de volgende geneesmiddelen neemt die het hartritme kunnen beïnvloeden:
-
Geneesmiddelen tegen een hoge bloeddruk (diltiazem, verapamil, guanfacine, beta-blokkers);
-
Geneesmiddelen voor de behandeling van hartritmestoornissen (digoxine)
-
Geneesmiddelen tegen migraine en opvliegers (clonidine);
-
Bepaalde soorten van geneesmiddelen om beter te kunnen plassen (diuretica)
-
Geneesmiddelen tegen verstopping (obstipatie) (laxeermiddelen);
-
Geneesmiddelen gebruikt tegen ontstekingen van een gewricht (artritis) of bindweefselziekten ( glucocorticoïden, tetracosactiden);
-
Andere geneesmiddelen voor de behandeling van mentale aandoeningen (psychische stoornissen) (bijvoorbeeld pimozide, haloperidol, lithium, imipramide antidepressiva);
Aktiprol kan ook invloed hebben op de volgende geneesmiddelen:
-
Geneesmiddelen tegen angst (benzodiazepines, andere anxiolytica);
-
Andere geneesmiddelen voor de behandeling van mentale aandoeningen (clozapine)
-
Geneesmiddelen voor de behandeling van epilepsie (barbituraten)
-
Pijnstillers (narcotica of analgetica);
-
Middelen voor de behandeling van allergieën (antihistaminica) waarvan u slaperig wordt (sederende antihistaminica)
-
Kalmeringsmiddelen;
-
Clonidine en derivaten;
-
Geneesmiddelen waardoor u tijdens een operatie slaapt of verdoofd bent (anesthetica);
-
Geneesmiddelen tegen hoge bloeddruk en andere bloeddrukverlagende geneesmiddelen.
Vertel uw arts dat u dit middel gebruikt als er moet worden gekeken hoe goed uw adrenaline werkt.
Waarop moet u letten met alcohol
Vermijd het drinken van alcohol zolang u dit middel gebruikt. Het maakt het versuffend effect van alcohol erger
Zwangerschap en borstvoeding
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Neem dan contact op met uw arts of apotheker voordat u dit geneesmiddel gebruikt.
De volgende verschijnselen kunnen voorkomen bij pasgeboren baby’s, wanneer de moeder dit middel heeft gebruikt in het laatste trimester (de laatste drie maanden van de zwangerschap):
-
Trillen, stijve en/of zwakke spieren;
-
Slaperigheid, onrust, problemen met ademen;
-
Moeilijkheden bij voeden.
Als uw baby één van deze verschijnselen heeft, neem dan contact op met uw arts.
Gebruik dit middel niet als u borstvoeding geeft.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Wanneer u dit geneesmiddel gebruikt, kan u minder oplettend zijn. U kan ook last hebben van troebel zicht. Als dit gebeurt, mag u niet autorijden en geen gereedschappen of machines gebruiken.
Aktiprol bevat lactose
Aktiprol bevat lactose, een soort suiker. Als uw arts u heeft verteld dat u minder goed tegen sommige suikers kan, neem dan contact met uw arts op voordat u dit geneesmiddel gebruikt.