Escitalopram CF 10 mg, filmomhulde tabletten

Escitalopram CF 10 mg, filmomhulde tabletten
Werkzame stof(fen)Escitalopram
Toelatingslandnl
VergunninghouderCentrafarm
ATC-codeN06AB10
Farmacologische groepenAntidepressiva

Patiëntenbijsluiter

Wat is het en waarvoor wordt het gebruikt?

Escitalopram CF bevat escitalopram en wordt gebruikt voor de behandeling van depressie (ernstige depressieve episodes) en angststoornissen (zoals een paniekstoornis met of zonder pleinvrees, sociale angststoornis, gegeneraliseerde angststoornis en obsessieve-compulsieve stoornis).

Escitalopram behoort tot een groep van antidepressiva genaamd selectieve serotonine heropnameremmers (SSRI’s). Deze geneesmiddelen werken op het serotoninesysteem in de hersenen door het verhogen van het serotonine niveau. Verstoringen van het serotoninesysteem worden beschouwd als een belangrijke factor in de ontwikkeling van depressie en daaraan gerelateerde ziektebeelden.

Wat moet u weten voordat u het gebruikt?

Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
  • als u allergisch bent voor escitalopram of één van de andere stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in rubriek 6.
  • wanneer u andere geneesmiddelen neemt die vallen onder de groep niet-selectieve monoamineoxidaseremmers (MAO-remmers), waaronder selegiline (voor de behandeling van de ziekte van Parkinson), moclobemide (voor de behandeling van depressie) en linezolid (een antibioticum).
  • als u geboren bent met, of ooit een periode heeft gehad met, een abnormaal hartritme (gezien tijdens een ECG; een onderzoek om te evalueren hoe het hart functioneert).
  • als u geneesmiddelen gebruikt voor hartritmeproblemen of geneesmiddelen die het hartritme kunnen beïnvloeden (zie rubriek 2 "Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?").
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?

Vertel uw arts indien u een andere aandoening of ziekte heeft; uw arts dient dit mogelijk in overweging te nemen. Neem contact op met uw arts of apotheker indien:

  • u epilepsie heeft. Behandeling met dit middel moet worden gestopt indien u toevallen krijgt, of wanneer er een toename is in de frequentie van toevallen (zie rubriek 4 “Mogelijke bijwerkingen”).
  • u een verminderde lever- of nierfunctie heeft. Uw arts dient mogelijk uw dosering aan te passen.
  • u diabetes heeft. Behandeling met dit middel zou uw bloedsuikerspiegel kunnen veranderen. De dosering van insuline en/of een oraal (via de mond) bloedsuikerverlagend middel dient mogelijk te worden aangepast.
  • u een verlaagde hoeveelheid natrium in het bloed heeft.
  • u makkelijk bloedingen of blauwe plekken krijgt.
  • u een elektroconvulsieve behandeling krijgt.
  • u coronaire hartziekte heeft (ziekte aan de kransslagader).
  • u last heeft, of heeft gehad, van hartproblemen of recent een hartaanval heeft gehad.
  • u een lage hartslag bij rust heeft en/of u weet dat u een zouttekort heeft als gevolg van langdurige, ernstige diarree en overgeven (ziek zijn) of het gebruik van diuretica (plasmiddelen).
  • u een snelle of onregelmatige hartslag ervaart, flauwvalt, een kortdurende bewusteloosheid ervaart of duizeligheid wanneer u opstaat; dit kan duiden op het niet normaal functioneren van uw hart.
Let op

Zoals bij andere geneesmiddelen voor de behandeling van depressie of gerelateerde ziektebeelden ook het geval is, wordt er niet direct een verbetering bereikt. Na het starten met de behandeling met dit middel kan het enkele weken duren voordat u zich beter gaat voelen. Bij de behandeling van een paniekstoornis duurt het gewoonlijk 2 tot 4 weken voordat er enige verbetering wordt waargenomen. Aan het begin van de behandeling kunnen sommige patiënten een toename van hun angst ervaren, die verdwijnt als de behandeling wordt voortgezet. Het is daarom erg belangrijk dat u de instructies van uw arts goed opvolgt en dat u niet stopt met de behandeling zonder uw arts te raadplegen.

Gedachten over zelfmoord en verergering van uw depressie of angststoornis

Als u depressief bent en/of lijdt aan angststoornissen kunt u soms gedachten hebben over zelfbeschadiging of zelfmoord. Deze gedachten kunnen toenemen als u voor het eerst middelen tegen depressie (antidepressiva) gaat innemen, aangezien deze geneesmiddelen allemaal de tijd nodig hebben, in het algemeen ongeveer 2 weken of soms langer, om te gaan werken.

U heeft een meer waarschijnlijke kans dat u dit soort gedachten vertoont:

  • als u al eerder gedachten heeft gehad over zelfmoord of zelfbeschadiging
  • als u een jong volwassene bent. Informatie uit klinische onderzoeken heeft een toegenomen risico aangetoond op zelfmoordgedrag bij jonge volwassenen jonger dan 25 jaar oud met psychiatrische

aandoeningen die behandeld werden met een antidepressivum.

Als u op enig moment gedachten over zelfbeschadiging of zelfmoord hebt, neem dan direct contact op met uw arts of ga direct naar het ziekenhuis.

Het kan helpen als u een vriend of familielid vertelt dat u zich depressief voelt of dat u lijdt aan een angststoornis, en hen vragen deze bijsluiter te lezen. U kunt hen vragen u te vertellen of zij denken dat uw depressie of angststoornis erger wordt of dat zij zich zorgen maken over veranderingen in uw gedrag.

Sommige patiënten met manisch-depressieve aandoeningen kunnen een manische fase doormaken. Dit wordt gekenmerkt door ongewone en snel veranderende gedachten, overdreven vrolijkheid en overmatige lichamelijke activiteit. In dergelijke gevallen is het van belang uw arts te raadplegen.

Symptomen zoals rusteloosheid of het onvermogen om stil te zitten of stil te staan kunnen ook voorkomen tijdens de eerste weken van behandeling. Raadpleeg uw arts onmiddellijk indien u deze symptomen ervaart.

Soms bent u zich niet bewust van de hierboven genoemde symptomen en daarom kan het nuttig zijn om een vriend of familielid te vragen om u te helpen mogelijke tekenen van veranderingen in uw gedrag waar te nemen.

Neem direct contact op met uw arts of ga naar het dichtstbijzijnde ziekenhuis als u verontrustende gedachten of gevoelens heeft of indien een van de bovengenoemde symptomen optreedt tijdens de behandeling.

Gebruik bij kinderen en jongeren tot 18 jaar

Dit middel dient normaal niet te worden gebruikt bij de behandeling van kinderen en jongeren tot 18 jaar. Patiënten jonger dan 18 jaar hebben een verhoogd risico op bijwerkingen zoals zelfmoordpogingen, zelfmoordgedachten en vijandigheid (voornamelijk agressie, oppositioneel gedrag en woede) als zij behandeld worden met geneesmiddelen uit deze therapeutische klasse. Ondanks dit alles kan uw arts aan patiënten jonger dan 18 jaar dit middel voorschrijven omdat dit in het belang van de patiënt is. Als uw arts dit middel heeft voorgeschreven aan een patiënt die jonger is dan 18 en u wilt dit bespreken, dan wordt u verzocht contact op te nemen met uw arts. Indien bij patiënten jonger dan 18 jaar één van de hiervoor genoemde symptomen zich ontwikkelt of verslechtert bij inname van dit middel, dan wordt u verzocht uw arts hierover te informeren. Lange-termijn veiligheidsgegevens van dit middel over groei, ontwikkeling en verstandelijke (cognitieve) en gedragsontwikkeling ontbreken in deze leeftijdsgroep.

Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?

Gebruikt u naast Escitalopram CF nog andere geneesmiddelen, of heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat de mogelijkheid dat u in de nabije toekomst andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan uw arts of apotheker. Dit geldt ook voor geneesmiddelen die u zonder recept kunt verkrijgen.

Gebruik dit middel niet als u ook geneesmiddelen gebruikt voor hartritmeproblemen of geneesmiddelen die invloed hebben op het hartritme, zoals:

  • klasse IA- en III anti-aritmica
  • antipsychotica (zoals fenothiazinederivaten, pimozide, haloperidol, risperidon)
  • tricyclische antidepressiva
  • bepaalde antimicrobiële middelen (zoals sparfloxacine, moxifloxacine, erytromycine IV, pentamidine, behandelingen bij malaria, met name halofantrine)
  • bepaalde antihistaminica (astemizol, mizolastine)

Als u hierover nog vragen heeft, neem dan contact op met uw arts.

Informeer uw arts indien u één van de volgende geneesmiddelen gebruikt:

  • niet-selectieve monoamineoxidaseremmers (MAO-remmers), die phenelzine, iproniazide, isocarboxazide, nialamide of tranylcypromine als actieve ingrediënt bevatten. Indien u een van deze producten heeft gebruikt, moet u 14 dagen wachten alvorens te beginnen met dit middel. Na

het staken van de behandeling met dit middel dient u 7 dagen te wachten alvorens een van deze geneesmiddelen te gebruiken.

  • selectieve, reversibele MAO-A-remmers, die moclobemide (ook gebruikt bij de behandeling van depressie) bevatten.
  • irreversibele MAO-B remmers, die selegiline (gebruikt bij de behandeling van de ziekte van Parkinson) bevatten. De kans op bijwerkingen wordt door deze geneesmiddelen vergroot.
  • Het antibioticum linezolid.
  • Lithium (gebruikt voor de behandeling van manisch-depressieve stoornis) en tryptofaan.
  • Imipramine en desipramine (beide gebruikt bij de behandeling van ernstige depressie)
  • Sumatriptan en vergelijkbare geneesmiddelen (gebruikt bij de behandeling van migraine) en tramadol (gebruikt tegen ernstige pijn). De kans op bijwerkingen wordt door deze geneesmiddelen vergroot.
  • Cimetidine en omeprazol (gebruikt bij de behandeling van maagzweer), fluvoxamine (middel tegen depressie) en ticlopidine (gebruikt om de kans op een beroerte te verkleinen). Deze middelen kunnen het bloedniveau van dit middel verhogen.
  • Sint-Janskruid (Hypericum perforatum) – een kruidenmiddel gebruikt tegen depressies.
  • Acetylsalicylzuur en NSAIDs (geneesmiddelen gebruikt voor pijnverlichting en als bloedverdunner, zogenoemde anticoagulantia). Deze kunnen de neiging tot bloeden doen toenemen.
  • Warfarine, dipyridamol en fenprocoumon (middelen gebruikt als bloedverdunner, middelen die de bloedstolling tegengaan, zogenoemde anticoagulantia). Uw dokter zal waarschijnlijk de stollingstijd (coagulatietijd) van uw bloed bij het starten en stoppen van dit middel bepalen, om te controleren of de dosering van uw anticoagulantia nog correct is.
  • Mefloquine (gebruikt bij de behandeling van malaria), bupropion (gebruikt bij de behandeling van depressie) en tramadol (gebruikt bij de behandeling van ernstige pijn) in verband met de mogelijke kans op een verlaagde prikkeldrempel voor toevallen.
  • Neuroleptica (geneesmiddelen ter behandeling van schizofrenie, psychosen) in verband met de mogelijke kans op een verlaagde prikkeldrempel voor toevallen, en antidepressiva (geneesmiddelen tegen neerslachtigheid, depressiviteit).
  • Flecaïnide, propafenon en metoprolol (gebruikt bij cardiovasculaire aandoeningen (aandoeningen aan het hart)), desipramine, clomipramine en nortriptyline (antidepressiva) en risperidon, thioridazine en haloperidol (antipsychotica). De dosis van dit middel moet mogelijk worden aangepast.
Waarop moet u letten met eten en drinken?

Dit middel kan met of zonder voedsel worden ingenomen (zie rubriek 3 ‘Hoe gebruikt u dit middel?’).

Zoals voor vele geneesmiddelen wordt gelijktijdig gebruik van dit middel met alcohol afgeraden, hoewel geen wisselwerking verwacht wordt tussen dit muiddel en alcohol.

Zwangerschap, borstvoeding en vruchtbaarheid

Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Neem dan contact op met uw arts of apotheker voordat u dit geneesmiddel gebruikt. Gebruik dit middel niet als u zwanger bent of borstvoeding geeft, tenzij u de voor- en nadelen hiervan met uw arts heeft besproken.

Zorg dat uw verloskundige en/of arts weet dat u dit middel gebruikt. Bij gebruik tijdens de zwangerschap, vooral in de laatste drie maanden van de zwangerschap, kunnen geneesmiddelen als dit middel het risico op een bepaalde ernstige aandoening bij baby’s verhogen. Deze aandoening wordt ‘persisterende pulmonale hypertensie van de pasgeborene’ (PPHN) genoemd en veroorzaakt een versnelde ademhaling en blauwachtige verkleuring van de huid van de baby. Deze verschijnselen beginnen meestal in de eerste 24 uur nadat de baby is geboren. Als dit met uw baby gebeurt, moet u onmiddellijk contact opnemen met uw verloskundige en/of arts.

U dient zich er bewust van te zijn dat, indien u tijdens de laatste drie maanden van uw zwangerschap dit middel inneemt, uw pasgeborene de volgende symptomen kan laten zien: ademhalingsproblemen, blauwe verkleuring van de huid, toevallen, temperatuursinstabiliteit (veranderlijke lichaamstemperatuur), voedingsproblemen, braken, verlaagd suikergehalte in het bloed, gespannen of zeer slappe spieren, levendige reflexen, trillen, nervositeit, geïrriteerdheid, slaapzucht (lethargie), voortdurend huilen, slaperigheid, of moeilijkheden met slapen. Indien uw pasgeborene een van deze verschijnselen vertoont, dient u onmiddellijk contact op te nemen met uw arts.

Gebruik van dit middel mag nooit abrupt gestopt worden indien u het tijdens de zwangerschap gebruikt.

Gebruik dit middel niet als u borstvoeding geeft, tenzij u de voor- en nadelen hiervan met uw arts heeft besproken.

Uit onderzoek bij dieren is gebleken dat citalopram, een gelijksoortig geneesmiddel als escitalopram, de kwaliteit van het sperma verlaagt. In theorie kan dit van invloed zijn op de vruchtbaarheid, maar tot nu toe is er geen effect op de vruchtbaarheid bij de mens waargenomen.

Vraag uw arts of apotheker om advies voordat u een geneesmiddel inneemt.

Rijvaardigheid en het gebruik van machines

U wordt geadviseerd om geen voertuigen te besturen en/of machines te bedienen totdat u weet hoe dit middel u beïnvloedt.

Hoe wordt het gebruikt?

Gebruik dit geneesmiddel altijd precies zoals uw arts of apotheker u dat heeft verteld. Twijfelt u over het juiste gebruik? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.

Volwassenen Depressie

De gebruikelijke dosering bedraagt 10 mg eenmaal per dag. De dosering kan door uw arts tot maximaal 20 mg per dag worden verhoogd.

Paniekstoornis

De aanvangsdosering is 5 mg eenmaal per dag voor de eerste week, alvorens de dosering tot 10 mg per dag te verhogen. De dosering kan door uw arts worden verhoogd tot maximaal 20 mg per dag.

Sociale angststoornis

De gebruikelijke dosering bedraagt 10 mg eenmaal per dag. Al naar gelang hoe u reageert op het medicijn, kan uw arts uw dosering ofwel verlagen naar 5 mg per dag of verhogen tot 20 mg per dag.

Gegeneraliseerde angststoornis

De gebruikelijke dosering bedraagt 10 mg eenmaal per dag. De dosering kan door uw arts worden verhoogd tot maximaal 20 mg per dag.

Obsessieve-compulsieve stoornis

De gebruikelijke dosering bedraagt 10 mg eenmaal per dag. De dosering kan door uw arts worden verhoogd tot maximaal 20 mg per dag.

Oudere patiënten (ouder dan 65 jaar)

De aanbevolen aanvangsdosering bedraagt 5 mg eenmaal per dag. De dosering kan door uw arts worden verhoogd tot 10 mg per dag.

Kinderen en jongeren tot 18 jaar

Dit middel dient gewoonlijk niet gebruikt te worden bij kinderen en jongeren, zie rubriek 2 “Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?”

Dit middel kan met of zonder voedsel worden ingenomen. Neem de tabletten in met een glas water. De tabletten niet fijnkauwen aangezien ze bitter smaken.

Indien nodig kunnen de tabletten worden gebroken door ze eerst op een vlak oppervlak te leggen met de breukstreep naar boven. De tabletten kunnen vervolgens doormidden worden gebroken door met beide wijsvingers aan weerszijden van de breukstreep te drukken.

Duur van de behandeling

Het kan enkele weken duren voordat u zich beter gaat voelen. Daarom moet u doorgaan met het innemen van dit middel, ook al duurt het enige tijd voordat u enige verbetering van uw situatie voelt.

Verander nooit de dosering van het medicijn zonder eerst uw arts te raadplegen.

U dient dit middel te blijven innemen zolang uw arts dit raadzaam acht. Als u te snel stopt, kunnen de symptomen terugkeren. Het wordt aangeraden om de behandeling minstens 6 maanden voort te zetten nadat u zich weer beter voelt.

Heeft u te veel van dit middel ingenomen?

Wanneer u teveel van dit middel heeft ingenomen, neem dan onmiddellijk contact op met uw arts of de eerste hulp afdeling van het dichtstbijzijnde ziekenhuis; doe dit zelfs als er geen tekenen van ongemak zijn. Symptomen die u kunt krijgen zijn: duizeligheid, trillen, opwinding, toevallen, coma, misselijkheid, overgeven, veranderingen in hartritme, verlaagde bloeddruk, en een verandering in de lichaamsvloeistof/zout balans. Neem de doos/verpakking mee als u naar een arts of ziekenhuis gaat.

Bent u vergeten dit middel te gebruiken?

Neem geen dubbele dosis om een vergeten dosis in te halen. Indien u één dosis vergeet in te nemen en u herinnert het zich voordat u gaat slapen, neem die dan direct in. Vervolg de volgende dag uw normale doseringsschema. Indien u het zich tijdens de nacht of de dag erna herinnert, neem de vergeten dosis niet in en vervolg uw normale doseringsschema.

Als u stopt met het innemen van dit middel

Stop niet met het innemen van dit middel totdat uw dokter aangeeft dit te doen. Wanneer de behandeling is afgerond, is het raadzaam de dosis van dit middel gedurende een aantal weken geleidelijk af te bouwen.

Als u stopt met het innemen van dit middel, voornamelijk indien dit abrupt gebeurt, kunt u ontwenningsverschijnselen krijgen. Deze symptomen komen vaak voor als de behandeling met dit middel wordt gestopt. Het risico is hoger als dit middel gedurende lange tijd of in hoge doseringen is gebruikt, of als de dosering te snel wordt verlaagd. Bij de meeste mensen zijn deze verschijnselen mild van aard en verdwijnen ze uit zichzelf binnen 2 weken. Echter, in sommige patiënten kunnen

deze verschijnselen ernstig van aard zijn of voor langere tijd aanhouden (2-3 maanden of langer). Als u ernstige ontwenningsverschijnselen ervaart wanneer u stopt met dit middel, neem dan contact op met uw arts. Hij of zij kan uw dosering tijdelijk hervatten, om daarna in een langzamer tempo af te bouwen.

Ontwenningsverschijnselen zijn: duizeligheid (onstabiel of wankel), tintelingen, brandend gevoel en (minder vaak) gevoel van elektrische schokken, ook in het hoofd, slaapstoornissen (intense dromen, nachtmerries of slapeloosheid), angstig, hoofdpijn, misselijkheid, zweten (inclusief nachtzweten), gevoel van onrust of agitatie, trillen, gevoel van verwarring of desoriëntatie, emotionele wisselvalligheid of prikkelbaarheid, diarree, stoornissen in het zien, snelle of bonzende hartslag (palpitaties).

Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.

Wat zijn mogelijke bijwerkingen?

Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen daarmee te maken.

De bijwerkingen verdwijnen meestal na enkele weken van behandeling. Realiseer u dat veel symptomen ook een onderdeel van uw ziekte kunnen zijn en dus zullen afnemen op het moment dat u zich beter gaat voelen.

Ga naar uw dokter indien u één van de volgende bijwerkingen krijgt:

Soms (komen voor minder dan 1 op de 100 gebruikers)

 Abnormale bloeding, inclusief gastro-intestinale bloeding (bloeding in het maag-darmkanaal)

Zelden (komen voor bij minder dan 1 op de 1000 gebruikers)

  • Indien u een zwelling van de huid, tong, lippen of gezicht ervaart, of moeite hebt met ademhalen of slikken (allergische reactie), neem direct contact op met uw arts of ga naar een ziekenhuis
  • Indien u hoge koorts, onrust, verwardheid, trillen en abrupte spiersamentrekkingen ervaart, kunnen dit tekenen zijn van een zeldzame aandoening die bekend staat als serotoninesyndroom. Neem onmiddellijk contact met uw arts op als u zich zo voelt.

Wanneer u een van de volgende bijwerkingen ervaart, neem dan direct contact op met uw arts of ga naar het ziekenhuis:

  • Moeite met plassen
  • Toevallen (convulsies), zie ook rubriek 2 “Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?”
  • Vergeling van de huid en het oogwit zijn tekenen van leverfunctiestoornis/hepatitis
  • Een snelle, onregelmatige hartslag en/of flauwvallen (dit kunnen symptomen zijn van een levensbedreigende aandoening, bekend als Torsade de Pointes)
Naast bovengenoemde zijn de volgende bijwerkingen gemeld:

Zeer vaak (komen voor bij meer dan 1 op de 10 gebruikers)

 Misselijkheid

Vaak (komen voor bij minder dan 1 op 10 gebruikers)

  • Verstopte neus of loopneus (sinusitis)
  • Afgenomen of toegenomen eetlust
  • Angst, rusteloosheid, abnormale dromen, moeite met in slaap vallen, slaperigheid, duizeligheid, gapen, trillingen, tintelen van de huid
  • Diarree, verstopping (constipatie), overgeven, droge mond
  • Overmatig transpireren
  • Gewrichtspijn, spierpijn (arthralgie en myalgie)
  • Seksuele stoornissen (vertraagde ejaculatie, erectieproblemen, minder zin in seks, vrouwen kunnen moeite hebben een orgasme te krijgen)
  • Vermoeidheid, koorts
  • Gewichtstoename

Soms (komen voor bij minder dan 1 op de 100 gebruikers)

  • Netelroos (urticaria), huiduitslag, jeuk (pruritus)
  • Tandenknarsen, opwinding/onrust, nervositeit, paniekaanval, verwardheid
  • Slaapstoornis, smaakstoornis, flauwvallen (syncope)
  • Verwijding van de pupillen (mydriasis), stoornissen in het zien, oorsuizen (tinnitus)
  • Haaruitval
  • Vaginale bloedingen
  • Gewichtsafname
  • Versnelde hartslag
  • Zwellen van armen of benen
  • Bloedneus

Zelden (komen voor bij minder dan 1 op de 1000 gebruikers)

  • Agressie, vervreemding van zichzelf of van het eigen gevoel (depersonalisatie), waarnemingen van dingen die er niet zijn (hallucinaties)
  • Vertraagde hartslag
  • Gedachten van zelfbeschadiging of zelfmoord, zie ook rubriek 2 “Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?”

Sommige patiënten hebben gerapporteerd (frequentie kan niet worden geschat op basis van de beschikbare informatie):

  • Verlaagd natriumgehalte in het bloed (de symptomen zijn een ziek gevoel met zwakke spieren of verwarring)
  • Duizeligheid bij het opstaan door een lage bloeddruk (orthostatische hypotensie)
  • Abnormale leverfunctietests (gestegen leverenzymspiegel in het bloed)
  • Bewegingsstoornissen (ongecontroleerde bewegingen)
  • Pijnlijke erectie (priapisme)
  • Bloedingsstoornissen inclusief bloeden van de huid of slijmvliezen (ecchymosis) en een tekort aan bloedplaatjes (trombocytopenie)
  • Plotselinge zwelling van de huid of slijmvliezen (angio-oedeem)
  • Toename van de hoeveelheid uitgescheiden urine (ongepaste ADH secretie)
  • Melkafscheiding bij vrouwen die geen borstvoeding geven
  • Perioden van overdreven opgewektheid gepaard gaande met het hebben van veel energie (manie)
  • Verandering van het hartritme (verlenging van het QT-interval, gezien tijdens een ECG, elektrische activiteit van het hart).

Gedachten over zelfbeschadiging of zelfmoord (gedachten van suïcidale ideevorming en suïcidaal gedrag) zijn gerapporteerd tijdens behandeling met escitalopram of bij vroeg staken van de behandeling (zie ook “Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?)”.

Bovendien is er een aantal bijwerkingen dat voorkomt bij geneesmiddelen die op een vergelijkbare manier werken als escitalopram (het actieve bestanddeel van Escitalopram CF). Dit zijn:

  • Onvermogen om te blijven zitten of staan (akathisie)
  • Gebrek aan eetlust (anorexie)

Bij patiënten die dit soort geneesmiddelen gebruiken, is een hogere kans op botbreuken gezien

Het melden van bijwerkingen

Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of apotheker. Dit geldt ook voor mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks melden via het Nederlands Bijwerkingen Centrum Lareb (website: www.lareb.nl). Door bijwerkingen te melden, kunt u ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.

Hoe moet het worden bewaard?

Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.

Voor dit geneesmiddel zijn er geen speciale bewaarcondities.

Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die is te vinden op de doos of de blisterverpakking na “Niet te gebruiken na” of "EXP". Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de uiterste houdbaarheidsdatum.

Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Ze worden dan op een verantwoorde manier vernietigd en komen niet in het milieu terecht.

Verdere informatie

Welke stoffen zitten er in dit middel?

De werkzame stof in dit middel is escitalopram. Elke Escitalopram CF tablet bevat 5 mg, 10 mg, 15 mg of 20 mg escitalopram (als oxalaat).

De andere stoffen in dit middel zijn:

Tabletkern: microkristallijne cellulose (E460), croscarmellosenatrium (E468), colloïdaal watervrij siliciumdioxide, magnesiumstearaat (E470b)

Tablet filmcoating: hypromellose (E464), titaandioxide (E171), macrogol 400

Hoe zien Escitalopram CF filmomhulde tabletten eruit en hoeveel zit er in een verpakking?

Escitalopram CF wordt verstrekt als filmomhulde tabletten van 5 mg, 10 mg, 15 mg en 20 mg. De tabletten worden hieronder beschreven:

Escitalopram CF is verkrijgbaar in blisterverpakkingen met 10, 14, 28, 30, 50, 56, 60, 98, 100, 200 tabletten.

Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.

Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant

Vergunninghouder Centrafarm B.V. Nieuwe Donk 3 4879 AC Etten-Leur Nederland

Fabrikant

HBM Pharma s.r.o. Sklabinská 30

036 80 Martin Slowakije

STADA Arzneimittel AG

Stadastrasse 2-18

61118 Bad Vilbel

Duitsland

Centrafarm Services B.V.

Nieuwe Donk 9

4879 AC Etten-Leur

Nederland

Clonmel Healthcare Ltd.

Waterfoard Road

Clonmel, Co. Tipperary

Ierland

Lamp San Prospero S.p.A.

Via Della Pace 25/A

41030 San Prospero (Modena)

Italië

PharmaCoDane ApS

Marielundvej 46A

2750 Herlev

Denemarken

In het register ingeschreven onder:

RVG 113108 Escitalopram CF 5 mg, filmomhulde tabletten

RVG 113110 Escitalopram CF 10 mg, filmomhulde tabletten

RVG 113111 Escitalopram CF 15 mg, filmomhulde tabletten

RVG 113112 Escitalopram CF 20 mg, filmomhulde tabletten

Dit geneesmiddel is geregistreerd in lidstaten van de EEA onder de volgende namen:

België: Escitalopram EG 10/20 mg filmomhulde tabletten Bulgarije: Escitasan 10/20 mg

Denemarken: Escitalopram Stada 5/10/15/20 mg Duitsland: Escitalopram AL 5/10/15/20 mg Filmtabletten Estland: Anamiba 10/20 mg

Frankrijk: ESCITALOPRAM EG 5 mg, comprimé pelliculé ESCITALOPRAM EG 10/15/20 mg, comprimé pelliculé sécable

Ierland: Etalopro 5/10/15/20 mg film-coated tablets Italië: ESCITALOPRAM EG (10/ 20 mg) Letland: Escitasan 10/20 mg apvalkotãs tablets

Litouwen: Escitasan 10/20 mg plėvele dengtos tabletės

Luxemburg: Escitalopram EG 10/20 mg comprimés pelliculés Nederland: Escitalopram CF 5/10/15/20 mg, filmomhulde tabletten Oostenrijk: Escitalopram STADA 5/10/15/20 mg Filmtabletten Polen: Escitasan 10/20 mg

Portugal: Anamiba 10/20 mg Roemenië: Escitasan 10 mg

Spanje: Escitalopram STADA 10/15/20 mg comprimidos recubiertos con película EFG Tsjechië: Escitalopram STADA 10 mg

Zweden: Escitalopram STADA filmdragerade tabletter (5/10/15/20 mg)

Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in november 2013.

Laatst bijgewerkt op 24.08.2022

Meer medicijnen met dezelfde werkzame stof

De volgende medicijnen bevatten ook de werkzame stof Escitalopram. Raadpleeg uw arts over een mogelijk alternatief voor Escitalopram CF 10 mg, filmomhulde tabletten

Medicijn
Vergunninghouder
Euro Registratie Collectief B.V. Van der Giessenweg 5 2921 LP KRIMPEN A/D IJSSEL

Logo

Uw persoonlijke medicatie-assistent

Medicijnen

Blader hier door onze uitgebreide database van A-Z medicijnen, met effecten, bijwerkingen en doseringen.

Stoffen

Alle actieve ingrediënten met hun werking, toepassing en bijwerkingen, evenals de medicijnen waarin ze zijn opgenomen.

Ziekten

Symptomen, oorzaken en behandeling van veelvoorkomende ziekten en verwondingen.

De weergegeven inhoud vervangt niet de originele bijsluiter van het medicijn, vooral niet met betrekking tot de dosering en werking van de afzonderlijke producten. We kunnen geen aansprakelijkheid aanvaarden voor de nauwkeurigheid van de gegevens, omdat deze gedeeltelijk automatisch zijn omgezet. Raadpleeg altijd een arts voor diagnoses en andere gezondheidsvragen.

© medikamio