Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
- als u allergisch bent voor escitalopram of één van de andere stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in rubriek 6.
- wanneer u andere geneesmiddelen neemt die vallen onder de groep niet-selectieve monoamineoxidaseremmers (MAO-remmers), waaronder selegiline (voor de behandeling van de ziekte van Parkinson), moclobemide (voor de behandeling van depressie) en linezolid (een antibioticum).
- als u geboren bent met, of ooit een periode heeft gehad met, een abnormaal hartritme (gezien tijdens een ECG; een onderzoek om te evalueren hoe het hart functioneert).
- als u geneesmiddelen gebruikt voor hartritmeproblemen of geneesmiddelen die het hartritme kunnen beïnvloeden (zie rubriek 2 "Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?").
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Vertel uw arts indien u een andere aandoening of ziekte heeft; uw arts dient dit mogelijk in overweging te nemen. Neem contact op met uw arts of apotheker indien:
- u epilepsie heeft. Behandeling met dit middel moet worden gestopt indien u toevallen krijgt, of wanneer er een toename is in de frequentie van toevallen (zie rubriek 4 “Mogelijke bijwerkingen”).
- u een verminderde lever- of nierfunctie heeft. Uw arts dient mogelijk uw dosering aan te passen.
- u diabetes heeft. Behandeling met dit middel zou uw bloedsuikerspiegel kunnen veranderen. De dosering van insuline en/of een oraal (via de mond) bloedsuikerverlagend middel dient mogelijk te worden aangepast.
- u een verlaagde hoeveelheid natrium in het bloed heeft.
- u makkelijk bloedingen of blauwe plekken krijgt.
- u een elektroconvulsieve behandeling krijgt.
- u coronaire hartziekte heeft (ziekte aan de kransslagader).
- u last heeft, of heeft gehad, van hartproblemen of recent een hartaanval heeft gehad.
- u een lage hartslag bij rust heeft en/of u weet dat u een zouttekort heeft als gevolg van langdurige, ernstige diarree en overgeven (ziek zijn) of het gebruik van diuretica (plasmiddelen).
- u een snelle of onregelmatige hartslag ervaart, flauwvalt, een kortdurende bewusteloosheid ervaart of duizeligheid wanneer u opstaat; dit kan duiden op het niet normaal functioneren van uw hart.
Let op
Zoals bij andere geneesmiddelen voor de behandeling van depressie of gerelateerde ziektebeelden ook het geval is, wordt er niet direct een verbetering bereikt. Na het starten met de behandeling met dit middel kan het enkele weken duren voordat u zich beter gaat voelen. Bij de behandeling van een paniekstoornis duurt het gewoonlijk 2 tot 4 weken voordat er enige verbetering wordt waargenomen. Aan het begin van de behandeling kunnen sommige patiënten een toename van hun angst ervaren, die verdwijnt als de behandeling wordt voortgezet. Het is daarom erg belangrijk dat u de instructies van uw arts goed opvolgt en dat u niet stopt met de behandeling zonder uw arts te raadplegen.
Gedachten over zelfmoord en verergering van uw depressie of angststoornis
Als u depressief bent en/of lijdt aan angststoornissen kunt u soms gedachten hebben over zelfbeschadiging of zelfmoord. Deze gedachten kunnen toenemen als u voor het eerst middelen tegen depressie (antidepressiva) gaat innemen, aangezien deze geneesmiddelen allemaal de tijd nodig hebben, in het algemeen ongeveer 2 weken of soms langer, om te gaan werken.
U heeft een meer waarschijnlijke kans dat u dit soort gedachten vertoont:
- als u al eerder gedachten heeft gehad over zelfmoord of zelfbeschadiging
- als u een jong volwassene bent. Informatie uit klinische onderzoeken heeft een toegenomen risico aangetoond op zelfmoordgedrag bij jonge volwassenen jonger dan 25 jaar oud met psychiatrische
aandoeningen die behandeld werden met een antidepressivum.
Als u op enig moment gedachten over zelfbeschadiging of zelfmoord hebt, neem dan direct contact op met uw arts of ga direct naar het ziekenhuis.
Het kan helpen als u een vriend of familielid vertelt dat u zich depressief voelt of dat u lijdt aan een angststoornis, en hen vragen deze bijsluiter te lezen. U kunt hen vragen u te vertellen of zij denken dat uw depressie of angststoornis erger wordt of dat zij zich zorgen maken over veranderingen in uw gedrag.
Sommige patiënten met manisch-depressieve aandoeningen kunnen een manische fase doormaken. Dit wordt gekenmerkt door ongewone en snel veranderende gedachten, overdreven vrolijkheid en overmatige lichamelijke activiteit. In dergelijke gevallen is het van belang uw arts te raadplegen.
Symptomen zoals rusteloosheid of het onvermogen om stil te zitten of stil te staan kunnen ook voorkomen tijdens de eerste weken van behandeling. Raadpleeg uw arts onmiddellijk indien u deze symptomen ervaart.
Soms bent u zich niet bewust van de hierboven genoemde symptomen en daarom kan het nuttig zijn om een vriend of familielid te vragen om u te helpen mogelijke tekenen van veranderingen in uw gedrag waar te nemen.
Neem direct contact op met uw arts of ga naar het dichtstbijzijnde ziekenhuis als u verontrustende gedachten of gevoelens heeft of indien een van de bovengenoemde symptomen optreedt tijdens de behandeling.
Gebruik bij kinderen en jongeren tot 18 jaar
Dit middel dient normaal niet te worden gebruikt bij de behandeling van kinderen en jongeren tot 18 jaar. Patiënten jonger dan 18 jaar hebben een verhoogd risico op bijwerkingen zoals zelfmoordpogingen, zelfmoordgedachten en vijandigheid (voornamelijk agressie, oppositioneel gedrag en woede) als zij behandeld worden met geneesmiddelen uit deze therapeutische klasse. Ondanks dit alles kan uw arts aan patiënten jonger dan 18 jaar dit middel voorschrijven omdat dit in het belang van de patiënt is. Als uw arts dit middel heeft voorgeschreven aan een patiënt die jonger is dan 18 en u wilt dit bespreken, dan wordt u verzocht contact op te nemen met uw arts. Indien bij patiënten jonger dan 18 jaar één van de hiervoor genoemde symptomen zich ontwikkelt of verslechtert bij inname van dit middel, dan wordt u verzocht uw arts hierover te informeren. Lange-termijn veiligheidsgegevens van dit middel over groei, ontwikkeling en verstandelijke (cognitieve) en gedragsontwikkeling ontbreken in deze leeftijdsgroep.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u naast Escitalopram CF nog andere geneesmiddelen, of heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat de mogelijkheid dat u in de nabije toekomst andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan uw arts of apotheker. Dit geldt ook voor geneesmiddelen die u zonder recept kunt verkrijgen.
Gebruik dit middel niet als u ook geneesmiddelen gebruikt voor hartritmeproblemen of geneesmiddelen die invloed hebben op het hartritme, zoals:
- klasse IA- en III anti-aritmica
- antipsychotica (zoals fenothiazinederivaten, pimozide, haloperidol, risperidon)
- tricyclische antidepressiva
- bepaalde antimicrobiële middelen (zoals sparfloxacine, moxifloxacine, erytromycine IV, pentamidine, behandelingen bij malaria, met name halofantrine)
- bepaalde antihistaminica (astemizol, mizolastine)
Als u hierover nog vragen heeft, neem dan contact op met uw arts.
Informeer uw arts indien u één van de volgende geneesmiddelen gebruikt:
- niet-selectieve monoamineoxidaseremmers (MAO-remmers), die phenelzine, iproniazide, isocarboxazide, nialamide of tranylcypromine als actieve ingrediënt bevatten. Indien u een van deze producten heeft gebruikt, moet u 14 dagen wachten alvorens te beginnen met dit middel. Na
het staken van de behandeling met dit middel dient u 7 dagen te wachten alvorens een van deze geneesmiddelen te gebruiken.
- selectieve, reversibele MAO-A-remmers, die moclobemide (ook gebruikt bij de behandeling van depressie) bevatten.
- irreversibele MAO-B remmers, die selegiline (gebruikt bij de behandeling van de ziekte van Parkinson) bevatten. De kans op bijwerkingen wordt door deze geneesmiddelen vergroot.
- Het antibioticum linezolid.
- Lithium (gebruikt voor de behandeling van manisch-depressieve stoornis) en tryptofaan.
- Imipramine en desipramine (beide gebruikt bij de behandeling van ernstige depressie)
- Sumatriptan en vergelijkbare geneesmiddelen (gebruikt bij de behandeling van migraine) en tramadol (gebruikt tegen ernstige pijn). De kans op bijwerkingen wordt door deze geneesmiddelen vergroot.
- Cimetidine en omeprazol (gebruikt bij de behandeling van maagzweer), fluvoxamine (middel tegen depressie) en ticlopidine (gebruikt om de kans op een beroerte te verkleinen). Deze middelen kunnen het bloedniveau van dit middel verhogen.
- Sint-Janskruid (Hypericum perforatum) – een kruidenmiddel gebruikt tegen depressies.
- Acetylsalicylzuur en NSAIDs (geneesmiddelen gebruikt voor pijnverlichting en als bloedverdunner, zogenoemde anticoagulantia). Deze kunnen de neiging tot bloeden doen toenemen.
- Warfarine, dipyridamol en fenprocoumon (middelen gebruikt als bloedverdunner, middelen die de bloedstolling tegengaan, zogenoemde anticoagulantia). Uw dokter zal waarschijnlijk de stollingstijd (coagulatietijd) van uw bloed bij het starten en stoppen van dit middel bepalen, om te controleren of de dosering van uw anticoagulantia nog correct is.
- Mefloquine (gebruikt bij de behandeling van malaria), bupropion (gebruikt bij de behandeling van depressie) en tramadol (gebruikt bij de behandeling van ernstige pijn) in verband met de mogelijke kans op een verlaagde prikkeldrempel voor toevallen.
- Neuroleptica (geneesmiddelen ter behandeling van schizofrenie, psychosen) in verband met de mogelijke kans op een verlaagde prikkeldrempel voor toevallen, en antidepressiva (geneesmiddelen tegen neerslachtigheid, depressiviteit).
- Flecaïnide, propafenon en metoprolol (gebruikt bij cardiovasculaire aandoeningen (aandoeningen aan het hart)), desipramine, clomipramine en nortriptyline (antidepressiva) en risperidon, thioridazine en haloperidol (antipsychotica). De dosis van dit middel moet mogelijk worden aangepast.
Waarop moet u letten met eten en drinken?
Dit middel kan met of zonder voedsel worden ingenomen (zie rubriek 3 ‘Hoe gebruikt u dit middel?’).
Zoals voor vele geneesmiddelen wordt gelijktijdig gebruik van dit middel met alcohol afgeraden, hoewel geen wisselwerking verwacht wordt tussen dit muiddel en alcohol.
Zwangerschap, borstvoeding en vruchtbaarheid
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Neem dan contact op met uw arts of apotheker voordat u dit geneesmiddel gebruikt. Gebruik dit middel niet als u zwanger bent of borstvoeding geeft, tenzij u de voor- en nadelen hiervan met uw arts heeft besproken.
Zorg dat uw verloskundige en/of arts weet dat u dit middel gebruikt. Bij gebruik tijdens de zwangerschap, vooral in de laatste drie maanden van de zwangerschap, kunnen geneesmiddelen als dit middel het risico op een bepaalde ernstige aandoening bij baby’s verhogen. Deze aandoening wordt ‘persisterende pulmonale hypertensie van de pasgeborene’ (PPHN) genoemd en veroorzaakt een versnelde ademhaling en blauwachtige verkleuring van de huid van de baby. Deze verschijnselen beginnen meestal in de eerste 24 uur nadat de baby is geboren. Als dit met uw baby gebeurt, moet u onmiddellijk contact opnemen met uw verloskundige en/of arts.
U dient zich er bewust van te zijn dat, indien u tijdens de laatste drie maanden van uw zwangerschap dit middel inneemt, uw pasgeborene de volgende symptomen kan laten zien: ademhalingsproblemen, blauwe verkleuring van de huid, toevallen, temperatuursinstabiliteit (veranderlijke lichaamstemperatuur), voedingsproblemen, braken, verlaagd suikergehalte in het bloed, gespannen of zeer slappe spieren, levendige reflexen, trillen, nervositeit, geïrriteerdheid, slaapzucht (lethargie), voortdurend huilen, slaperigheid, of moeilijkheden met slapen. Indien uw pasgeborene een van deze verschijnselen vertoont, dient u onmiddellijk contact op te nemen met uw arts.
Gebruik van dit middel mag nooit abrupt gestopt worden indien u het tijdens de zwangerschap gebruikt.
Gebruik dit middel niet als u borstvoeding geeft, tenzij u de voor- en nadelen hiervan met uw arts heeft besproken.
Uit onderzoek bij dieren is gebleken dat citalopram, een gelijksoortig geneesmiddel als escitalopram, de kwaliteit van het sperma verlaagt. In theorie kan dit van invloed zijn op de vruchtbaarheid, maar tot nu toe is er geen effect op de vruchtbaarheid bij de mens waargenomen.
Vraag uw arts of apotheker om advies voordat u een geneesmiddel inneemt.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
U wordt geadviseerd om geen voertuigen te besturen en/of machines te bedienen totdat u weet hoe dit middel u beïnvloedt.