Escitalopram Chanelle 20 mg/ml druppels voor oraal gebruik, oplossing

Escitalopram Chanelle 20 mg/ml druppels voor oraal gebruik, oplossing
Werkzame stof(fen)Escitalopram
Toelatingslandnl
VergunninghouderChanelle Medical
ATC-codeN06AB10
Farmacologische groepenAntidepressiva

Patiëntenbijsluiter

Wat is het en waarvoor wordt het gebruikt?

Escitalopram behoort tot een groep antidepressiva, de zogenaamde. selectieve serotonine- heropnameremmers (SSRI’s). Deze geneesmiddelen werken op het serotoninesysteem in de hersenen door het verhogen van de serotoninespiegel. Afwijkingen in het serotoninesysteem zijn een belangrijke factor in de ontwikkeling van depressie en aanverwante problemen.

Dit Middel bevat escitalopram en wordt gebruikt ter behandeling van depressie (ernstige depressieve stoornissen) en angststoornissen (zoals paniekstoornis met of zonder agorafobie, sociale angststoornis, gegeneraliseerde angststoornis en obsessief-compulsieve stoornis).

Wat moet u weten voordat u het gebruikt?

  • U bent allergisch (overgevoelig) voor één van de stoffen die in dit geneesmiddel zitten. Deze stoffen kunt u vinden onder rubriek 6.
  • U gebruikt andere geneesmiddelen die behoren tot de groep MAO-remmers, waaronder selegiline (dat gebruikt wordt in de behandeling van de ziekte van Parkinson). moclobemide (gebruikt in de behandeling van depressie) en linezolid (een antibioticum).
  • Als u geboren bent met, of ooit een periode heeft gehad met, een abnormaal hartritme

(gezien tijdens een ECG, een onderzoek om te evalueren hoe het hart functioneert) Als u geneesmiddelen gebruikt voor hartritmeproblemen of geneesmiddelen die het hartritme beïnvloeden , zie rubriek 2 “Gebruikt u nog andere geneesmiddelen”?

Neem contact op met uw arts of apothekervoordat u dit middel gebruikt. Vertel het uw arts met name:

  • Als u epilepsie hebt. De behandeling met dit middel moet worden gestaakt als er toevallen optreden of als er sprake is van een toename van het aantal toevallen (zie tevens rubriek 4 "Mogelijke bijwerkingen").
  • Als u lijdt aan een gestoorde lever- of nierfunctie. Uw arts moet dan mogelijk uw dosis aanpassen.
  • Als u diabetes hebt. Behandeling met Escitalopram kan de glykemische regulatie wijzigen. Insuline en/of orale hypoglykemische dosering moet mogelijk worden aangepast.
  • Als u een lage natriumspiegel in uw bloed heeft.
  • Als u gemakkelijk bloedingen of blauwe plekken krijgt.
  • Als u elektrostuipentherapie ondergaat.
  • Als u een kransslagaderaandoening hebt. Als u last heeft, of heeft gehad, van hartproblemen of recent een hartaanval heeft gehad
  • Als u een lage hartslag bij rust heeft en/of u weet dat u een zouttekort heeft gevolg van langdurige, ernstige diarree en overgeven (ziek zijn) of het gebruik van diuretica (plasmiddelen).
  • Als u een snelle of onregelmatige hartslag ervaart, flauwvalt, een kortdurende bewusteloosheid ervaart of duizeligheid wanneer u opstaat, wat kan duiden op het niet normaal functioneren van uw hart.

Let op:

Sommige patienten met manisch-depressieve ziekte kunnen in een manische fase terechtkomen. Dit wordt gekenmerkt door ongebruikelijke en snel wisselende ideeën, ongepaste vrolijkheid en extreme fysieke activiteit. Als u dit ervaart, raadpleeg dan uw ars.

Symptomen zoals rusteloosheid of moeite met stil zitten of staan kunnen ook voorkomen in de eerste weken van de behandeling. Vertel het uw arts direct als u deze symptomen ervaart.

Gedachten over zelfmoord en verergering van uw depressie of angststoornis:

Als u depressief bent en/of lijdt aan angststoornissen kunt u soms gedachten hebben over zelfbeschadiging of zelfmoord. Deze gedachten kunnen toenemen als u voor het eerst middelen tegen depressie (antidepressiva) gaat innemen, aangezien deze geneesmiddelen allemaal de tijd nodig hebben, in het algemeen ongeveer 2 weken of soms langer, om te gaan werken.

U heeft een meer waarschijnlijke kans dat u dit soort gedachten vertoont:

  • als u al eerder gedachten heeft gehad over zelfmoord of zelfbeschadiging
  • als u een jong volwassene bent. Informatie uit klinische onderzoeken heeft een toegenomen risico aangetoond op zelfmoordgedrag bij jonge volwassenen jonger dan 25 jaar oud met psychiatrische aandoeningen die behandeld werden met een antidepressivum. Als u op enig moment gedachten over zelfbeschadiging of zelfmoord hebt, neem dan direct contact op met uw arts of ga direct naar het ziekenhuis. Het kan helpen als u een vriend of familielid vertelt dat u zich depressief voelt of dat u lijdt aan een angststoornis, en hen vragen deze bijsluiter te lezen. U kunt hen vragen u te vertellen of zij denken dat uw depressie of angststoornis erger wordt of dat zij zich zorgen maken over veranderingen in uw gedrag..

Kinderen en jongeren tot 18 jaar :

Escitalopram mag normaliter niet worden gebruikt door kinderen en jongeren onder de 18 jaar. U dient eveneens te weten dat patiënten onder de 18 jaar een verhoogd risico hebben op bijwerkingen, zoals zelfmoordpogingen, zelfmoordgedachten en vijandigheid (voornamelijk agressie, verzettend gedrag en woede) wanneer zij deze klasse medicijnen gebruiken. Uw arts kan Escitalopram echter toch voorschrijven aan patiënten onder de 18 jaar omdat hij/zij ervan overtuigd is dat dit het beste is voor hen. Als uw arts Escitalopram heeft voorgeschreven aan een patiënt onder de 18 jaar en u wilt dit bespreken, ga dan terug naar uw arts.

U dient uw arts onmiddellijk te raadplegen indien een patiënt jonger dan 18 jaar die Escitalopram gebruikt een van de hierboven genoemde symptomen ontwikkelt of als hun symptomen verergeren. De langetermijn veiligheidsaspecten als groei, rijping en cognitieve en gedragsontwikkeling van Escitalopram voor deze leeftijdsgroep zijn nog niet vastgesteld.

Gebruikt u naast Escitalopram nog andere geneesmiddelen, of heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat de mogelijkheid dat u in de nabije toekomst andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan uw arts of apotheker.Vertel uw arts als u een van de volgende medicijnen gebruikt:

  • "Niet-selectieve monoamineoxidase remmers (MAOI’s)", die phenelzine, iproniazide, isocarboxazide, nialamide en tranylcypromine bevatten als werkzame stoffen. Als u een van deze medicijnen hebt gebruikt moet u 14 dagen wachten alvorens u begint met het innemen van Escitalopram. Na beëindigen van Escitalopram moet u 7 dagen wachten alvorens een van deze medicijnen te gaan gebruiken.
  • "Reversibele, selectieve MAO-A remmers", die moclobemide bevatten (voor de behandeling van depressie).
  • "Irreversibele MAO-B remmers", die selegiline bevatten (voor de behandeling van ziekte van Parkinson). Deze middelen verhogen het risico van bijwerkingen.
  • Het antibioticum linezolid
  • Lithium (gebruikt voor de behandeling van manisch-depressieve stoornis) en tryptofan.
  • Imipramine en desipramine (beide gebruikt voor de behandeling van depressie).
  • Sumatriptan en soortgelijke middelen (als behandeling van migraine) en tramadol (gebruikt tegen ernstige pijn). Deze middelen verhogen het risico van bijwerkingen.
  • Cimetidine en omeprazol (in de behandeling van maagzweren), fluvoxamine (antidepressivum) en ticlopidine (gebruikt om het risico van beroerte te verlagen). Deze kunnen verhoogde bloedspiegels van escitalopram veroorzaken.
  • Sint-Janskruid (Hypericum perforatum) - een kruidenmiddel dat gebruikt wordt tegen depressie.
  • Acetylsalicylzuur (aspirine) en niet-steroidale anti-ontstekingsmiddelen (geneesmiddelen tegen pijn en om het bloed te verdunnen, zogenaamde antistollingsmiddelen). Deze kunnen de bloedingstijd verlengen.
  • Warfarine, dipyridamol en fenprocoumon (medicijnen om het bloed te verdunnen, zogenaamde antistollingsmiddelen). Uw arts zal waarschijnlijk de stollingstijd van uw bloed controleren bij aanvang en staken van de behandeling met Escitalopram om na te gaan of de dosis antistollingsmiddel nog steeds passend is.
  • Mefloquine (tegen malaria), bupropion (tegen depressie) en tramadol (tegen ernstige pijn) vanwege een mogelijk risico op een lagere drempel voor toevallen.
  • Neuroleptica (geneesmiddelen die gebruikt worden in de behandeling van schizofrenie, psychose) vanwege een mogelijk risico op verlaagde drempels voor toevallen, en antidepressiva.
  • Flecainide, propafenone en metoprolol (gebruikt bij hart- en vaatziekten), clomipramine en nortriptyline (antidepressiva) en risperidon, thioridazine en haloperidol (antipsychotica). De dosering van Escitalopram moet mogelijk worden aangepast.

NEEM ESCITALOPRAM NIET in als u geneesmiddelen gebruikt tegen hartritmeproblemen of die het hartritme kunnen beïnvloeden zoals klasse IA en III antiarrythmica, antipsychotica (bijvoorbeeld fenothiazine-derivaten, pimozide, haloperidol), tricyclische antidepressiva, bepaalde antibiotica (bijvoorbeeld sparfloxazine, moxifloxacine, erythromycine IV, pentamidine), antimalariamiddelen vooral halofantrine, bepaalde antihistaminica (astemizol en mizolastine). Heeft u nog andere vragen hierover, neem dan contact op met uw arts.

Escitalopram kan met of zonder voedsel worden ingenomen (zie rubriek 3 "Hoe neemt u dit middel in?") Zoals bij veel geneesmiddelen het geval is, wordt de combinatie van Escitalopram en alcohol niet aangeraden, hoewel niet te verwachten valt dat Escitalopram een wisselwerking heeft met alcohol.

Zwangerschap, borstvoeding en vruchtbaarheid:

Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Neem dan contact op met uw arts voordat u dit geneesmiddel gebruikt. Neem Escitalopram niet in als u zwanger bent of borstvoeding geeft, tenzij u en uw arts de risico's en voordelen hebben besproken. Verwacht wordt dat Escitalopram uitgescheiden wordt in de moedermelk. Om die reden wordt borstvoeding tijdens de behandeling niet geadviseerd.

Als u Escitalopram gebruikt tijdens de laatste drie maanden van uw zwangerschap dient u zich er bewust van te zijn dat de volgende effecten in uw pasgeboren baby kunnen optreden: moeite met ademen, blauwige huid, stuipen, veranderingen van lichaamstemperatuur, voedingsproblemen, braken, lage bloedsuiker, stijve of slappe spieren, levendige reflexen, trillen, rusteloze benen, prikkelbaarheid, slaapzucht, voortdurend huilen en slaapproblemen. Als uw pasgeboren baby een van deze symptomen heeft, neem dan onmiddellijk contact op met uw arts.

Zorg dat uw verloskundige en/of arts weet dat u Escitalopram gebruikt. Bij gebruik tijdens de zwangerschap, vooral in de laatste drie maanden van de zwangerschap, kunnen geneesmiddelen als Escitalopram het risico op een bepaalde ernstige aandoening bij baby’s verhogen. Deze aandoening wordt ‘persisterende pulmonale hypertensie van de pasgeborene’ (PPHN) genoemd en veroorzaakt een versnelde ademhaling en blauwachtige verkleuring van de huid van de baby. Deze verschijnselen beginnen meestal in de eerste 24 uur nadat de baby is geboren. Als dit met uw baby gebeurt, moet u onmiddellijk contact opnemen met uw verloskundige en/of arts.

Indien tijdens de zwangerschap Escitalopram wordt gebruikt moet deze niet abrupt worden gestaakt.

Uit dieronderzoek is gebleken dat citalopram de kwaliteit van het sperma verlaagt. In theorie kan dit van invloed zijn op de vruchtbaarheid, maar tot nu toe is er geen effect op de vruchtbaarheid bij de mens waargenomen..

Vraag uw arts of apotheker om advies voordat u een geneesmiddel gaat gebruiken.

Rijvaardigheid en het gebruik van machines:

U wordt geadviseerd geen auto te besturen of machines te bedienen totdat u weet welk effect Escitalopram op u heeft.

Escitalopram bevat alcohol :

Dit geneesmiddel bevat een kleine hoeveelheid alcohol (ethanol), minder dan 100 mg per dosis. Elke druppel bevat 4,7 mg ethanol.

Hoe wordt het gebruikt?

Neem dit geneesmiddel altijd in precies zoals uw arts u dat heeft verteld. Twijfelt u over het juiste gebruik? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.

Tel het gewenste aantal druppels in uw drankje (water, sinasappelsap of appelsap), roer het kort om en drink dan alles op.

Meng Escitalopram niet met andere vloeistoffen en meng het niet met andere geneesmiddelen.

Volwassenen:

Depressie

De gebruikelijke dosering van Escitalopram is 10 mg (10 druppels) als eenmaal daagse dosis. De dosis kan door uw arts worden verhoogd tot een maximum van 20 mg (20 druppels) per dag.

Paniekstoornissen

De aanvangsdosis van Escitalopram is 5 mg (5 druppels) per dag gedurende eerste week voordat de dosis wordt verhoogd naar 10 mg (10 druppels) per dag. De dosis kan door uw arts worden verhoogd tot een maximum van 20 mg (20 druppels) per dag.

Sociale angststoornis

De normaal aanbevolen dosering van Escitalopram is 10 mg (10 druppels) als eenmaal daagse dosis. Uw arts kan de dosering verlagen naar 5 mg (5 druppels) per dag of deze verhogen naar maximaal 20 mg (20 druppels) per dag, afhankelijk van hoe u op het geneesmiddel reageert.

Gegeneraliseerde angststoornis

De normaal aanbevolen dosering van Escitalopram is 10 mg (10 druppels) als eenmaal daagse dosis. De dosis kan door uw arts worden verhoogd tot een maximum van 20 mg (20 druppels) per dag.

Obsessief-compulsieve stoornis

De normaal aanbevolen dosering van Escitalopram is 10 mg (10 druppels) als eenmaal daagse dosis. De dosis kan door uw arts worden verhoogd tot een maximum van 20 mg (20 druppels) per dag.

Oudere patiënten (> 65 jaar)

De normaal aanbevolen dosering van Escitalopram is 5 mg (5 druppels) als eenmaal daagse dosis.De dosis kan door uw arts worden verhoogd tot 10mg eenmaal daags.

Kinderen en jongeren tot 18 jaar

Escitalopram wordt normaliter niet gegeven aan kinderen en jongeren. Voor verdere informatie raadpleeg rubriek 2 "Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn".

Behandelingsduur

Het kan een aantal weken duren voordat u zich beter gaat voelen. Ga door met het innemen van Escitalopram, zelfs al duurt het even voordat u enige verbetering in uw toestand merkt. Verander de dosis van uw medicijn niet zonder eerste met uw arts te praten.

Ga door met innemen van Escitalopram zolang de arts u dat adviseert. Als u te snel met de behandeling stopt kunnen uw symptomen terugkomen. Aanbevolen wordt de behandeling ten minste 6 maanden voort te zetten nadat u zich weer goed voelt.

Als u meer dan de voorgeschreven dosis van Escitalopram hebt ingenomen, neem dan onmiddellijk contact op met uw arts of de afdeling spoedeisende hulp van het dichtstbijzijnde ziekenhuis. Doe dit ook als er geen tekenen van ongemak bestaan. Sommige van de verschijnselen van een overdosis kunnen zijn: duizeligheid, trillen, opwinding, stuipen, coma, misselijkheid, braken, veranderingen in hartritme, verlaagde bloeddruk en verandering van de lichaamsvloeistof/zout balans. Neem de doos/fles van Escitalopram met u mee wanneer u naar de dokter of het ziekenhuis gaat.

Neem geen dubbele dosis om een vergeten dosis in te halen. Als u een dosis vergeet, en u denkt eraan zodra u naar bed gaat, neem het dan direct in. Ga de volgende dag zoals gebruikelijk verder. Als u het pas 's nachts opmerkt, of de volgende dag, laat de vergeten dosis dan weg en ga door zoals u dat gewend bent.

Als u stopt met het innemen van dit middel

Stop niet met innemen van Escitalopram totdat uw arts u dit vertelt. Wanneer u uw behandelingskuur hebt voltooid, wordt over het algemeen geadviseerd de dosis Escitalopram geleidelijk te verlagen over een periode van een aantal weken.

Wanneer u stopt met innemen van Escitalopram , vooral als dit abrupt gebeurt, kunt u ontwenningsverschijnselen krijgen. Deze komen vaak voor wanneer de behandeling met Escitalopram wordt beëindigd. Het risico hierop is hoger wanneer Escitalopram gedurende een langere periode of in hogere doseringen werd gebruikt of wanneer de dosis te snel wordt verlaagd. De meeste mensen vinden de symptomen licht en ze gaan vanzelf voorbij binnen twee weken. Bij sommige patiënten kunnen zij echter ernstig zijn of langer aanhouden (2-3 maanden of langer). Als u ernstige ontwenningsverschijnselen krijgt wanneer u stopt met innemen van Escitalopram, neem dan alstublieft contact op met uw arts. Hij of zij kan u vragen de tabletten weer te gaan innemen en de dosis langzamer af te bouwen.

Ontwenningsverschijnselen zijn onder andere: Duizeligheid (onzeker of uit evenwicht), speldenprikken, brandend gevoel en (minder vaak) sensatie van elektrische schok (ook in het hoofd), slaapstoornissen (levendige dromen, nachtmerries, slapeloosheid), angst, hoofdpijn, misselijkheid , zweten (ook nachtzweten), rusteloosheid of opwinding, trillen, verwardheid verwardheid, emotionaliteit, prikkelbaarheid, diarree, stoornissen van het gezichtsvermogen, bonzende of snelle hartslag (hartkloppingen).

Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.

Wat zijn mogelijke bijwerkingen?

Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen daarmee te maken.

De bijwerkingen verdwijnen meestal na een paar weken behandeling. Denk er aan dat veel van de effecten ook symptomen kunnen zijn van uw ziekte en daarom beter zullen worden wanneer u zich beter gaat voelen.

Ga onmiddellijk naar uw arts als u een van de volgende bijwerkingen krijgt tijdens de behandeling:

Soms (komen voor bij 1 tot 10 gebruikers op de 1000):

  • Ongewone bloedingen, waaronder maagdarmbloedingen

Zelden (komen voor bij 1 tot 10 gebruikers op de 10.000):

  • Als u zwelling van de huid, tong, lippen of het gezicht merkt of moeite hebt met ademhalen of slikken (allergische reactie) , neem dan direct contact op met uw arts of ga direct naar het dichtstbijzijnde ziekenhuis.
  • Als u hoge koorts, opwinding, verwardheid, beven en plotselinge samentrekkingen van uw spieren merkt kan dit wijzen op het zeldzame serotoninesyndroom. Als u dit ervaart, raadpleeg dan uw ars.

Als u de volgende bijwerkingen heeft dient u onmiddellijk contact op te nemen met uw arts of naar het ziekenhuis te gaan:

  • Moeite met plassen
  • Toevallen, zie tevens rubriek "Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel? "
  • Geel verkleuren van de huid en het oogwit zijn tekenen van leverfunctiestoornissen/hepatitis.
  • Snelle, onregelmatige hartslag en/of flauwvallen, wat kan duiden op een levensbedreigende aandoening, bekend als Torsade de Pointes.

Naast de bovenstaande werden tevens de volgende bijwerkingen gemeld:

Zeer vaak (komen voor bij meer dan 1 op de 10 gebruikers)

 Misselijkheid (nausea)

Vaak (komen voor bij 1 tot 10 gebruikers op de 100):

  • Verstopte of loopneus (sinusitis)
  • Verminderde of toegenomen eetlust
  • Angst, rusteloosheid, abnormale dromen, problemen met in slaap vallen, slaperigheid, duizeligheid, geeuwen, trillen, prikken van de huid.
  • Diarree, verstopping (obstipatie), braken, droge mond
  • Meer zweten
  • Pijn in de spieren en gewrichten (artralgie en myalgie)
  • Seksuele stoornissen (vertraagde zaadlozing, erectieproblemen, verminderde zin in seks en vrouwen kunnen problemen ervaren met het bereiken van een orgasme)
  • Vermoeidheid, koorts
  • Gewichtstoename

Soms (komen voor bij 1 tot 10 gebruikers op de 1.000):

  • Netelroos (urticaria), jeuk (pruritus), uitslag
  • Tandenknarsen, opwinding, zenuwachtigheid, paniekaanval, verwardheid
  • Gestoorde slaap, smaakstoornis, flauwvallen (syncope)
  • Vergrote pupillen (mydriasis), problemen met zien, oorsuizen (tinnitus)
  • Haaruitval
  • Vaginale bloedingen
  • Gewichtsafname
  • Snelle hartslag
  • Zwellen van de armen of benen
  • Neusbloedingen

Zelden (komen voor bij 1 tot 10 gebruikers op de 10.000):

  • Agressie, vervreemding van zichzelf of van het eigen gevoel (depersonalisatie), waarneming van dingen die er niet zijn (hallucinatie)
  • Verlaagde hartslag

Sommige patienten meldden (frequentie onbekend):

  • Gedachten over zelfbeschadiging of zelfmoordneigingen, zie tevens rubriek " Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?"
  • Verlaagde natriumspiegels in het bloed ( de symptomen zijn misselijkheid en onwel voelen met zwakke spieren of verwardheid)
  • Duizeligheid als u opstaat door lage bloeddruk (orthostatische hypotensie)
  • Afwijkende leverfunctietests (verhoogde hoeveelheid leverenzymen in uw bloed)
  • Bewegingsstoornissen (onvrijwillige bewegingen van de spieren)
  • Pijnlijke erecties (priapisme)
  • Bloedingsstoornissen waaronder huid- en slijmvliesbloedingen (ecchymose) en laag aantal bloedplaatjes (trombocytopenie)
  • Plotselinge zwelling van huid of slijmvliezen (angioedeem)
  • Toename van de hoeveelheid uitgescheiden urine (gestoorde ADH secretie)
  • Melkvloed bij vrouwen die geen borstvoeding geven
  • Overdreven opgewektheid gepaard gaande met het hebben van veel energie (manie)
  • Een toename van botfracturen is waargenomen bij patienten die dit type geneesmiddelen gebruiken.
  • Verandering van het hartritme (verlenging van het QT- interval genoemd, gezien tijdens een ECG (elektrische activiteit van het hart).

Daarnaast is er een aantal bijwerkingen bij geneesmiddelen die op de zelfde manier als escitalopram werken. Dit zijn:

  • Motorische rusteloosheid (akathisie)
  • Gebrek aan eetlust (Anorexia)

Krijgt u veel last van een van de bijwerkingen die in punt 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.

Hoe moet het worden bewaard?

  • Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
  • Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die is te vinden op het etiket de doos na EXP. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de uiterste houdbaarheidsdatum.
  • Na opening moeten de druppels binnen 8 weken worden gebruikt en bewaard worden beneden de 25°C.
  • Bewaar de flacon stevig gesloten en rechtop.
  • Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Ze worden dan op een verantwoorde manier vernietigd en komen niet in het milieu terecht..

Verdere informatie

De werkzame stof in dit middel is escitalopram. Elke ml escitalopram orale druppels bevat 20 mg escitalopram (als escitalopramoxalaat). 1 druppel bevat 1 mg escitalopram.

De andere stoffen in dit middel zijn propylgallaat, watervrij citroenzuur, ethanol 96%, natriumhydroxide en gezuiverd water.

Escitalopram orale druppels oplossing wordt geleverd als 15 ml of 15 ml x 5 in een amberkleurige glazen flacon met druppelaar. Het is een heldere oplossing. Niet alle verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.

In het register ingeschreven onder nummer:

RVG 111205

Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant

Chanelle Medical, Loughrea, Co. Galway, Ierland.

Dit geneesmiddel is geregistreerd in lidstaten van de EEA onder de volgende namen:

Nederland Escitalopram Chanelle 20 mg/ml druppels voor oraal
  gebruik, oplossing
Italië Escitalopram Eurogenerici

Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in juli 2013

Laatst bijgewerkt op 24.08.2023

Meer medicijnen met dezelfde werkzame stof

De volgende medicijnen bevatten ook de werkzame stof Escitalopram. Raadpleeg uw arts over een mogelijk alternatief voor Escitalopram Chanelle 20 mg/ml druppels voor oraal gebruik, oplossing

Medicijn
Vergunninghouder
Euro Registratie Collectief B.V. Van der Giessenweg 5 2921 LP KRIMPEN A/D IJSSEL

Logo

Uw persoonlijke medicatie-assistent

Medicijnen

Blader hier door onze uitgebreide database van A-Z medicijnen, met effecten, bijwerkingen en doseringen.

Stoffen

Alle actieve ingrediënten met hun werking, toepassing en bijwerkingen, evenals de medicijnen waarin ze zijn opgenomen.

Ziekten

Symptomen, oorzaken en behandeling van veelvoorkomende ziekten en verwondingen.

De weergegeven inhoud vervangt niet de originele bijsluiter van het medicijn, vooral niet met betrekking tot de dosering en werking van de afzonderlijke producten. We kunnen geen aansprakelijkheid aanvaarden voor de nauwkeurigheid van de gegevens, omdat deze gedeeltelijk automatisch zijn omgezet. Raadpleeg altijd een arts voor diagnoses en andere gezondheidsvragen.

© medikamio