Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
Dit geneesmiddel mag u niet gebruiken wanneer u last heeft van bepaalde aandoeningen. Deze aandoeningen zijn:
- U bent allergisch voor een van de stoffen die in dit geneesmiddel zitten. Deze stoffen kunt u vinden onder punt 6.
- ernstige suikerziekte, waarbij door een tekort aan insuline, een bepaalde toestand van verzuring in het bloed is ontstaan (keto-acidose)
- ernstige suikerziekte, waarbij door verzuring in het bloed, een schemertoestand voorafgaand aan bewusteloosheid optreedt (precoma diabeticum)
- verminderde nierfunctie
- aandoeningen die plotseling optreden en die tevens de werking van de nieren verminderen. De nierfunctie kan verminderen bij uitdroging door onder andere diarree en/of braken, hoge koorts, ernstige infecties en shock.
- aandoeningen die kunnen leiden tot zuurstoftekort in de weefsels, zoals bijvoorbeeld een verminderde hart- of longfunctie, een recent hartinfarct en shock.
- verminderde leverfunctie, acute alcoholvergiftiging of overmatig alcohol gebruik.
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Laat uw arts altijd weten voor welke problemen of ziekten u nog meer onder behandeling bent.
- Bij patiënten met suikerziekte én een verminderde nierfunctie. Bij het gebruik van metformine HCl kan in zeer zeldzame gevallen een ernstige verzuring van het bloed optreden. Deze verzuring ontstaat door een verhoogde melkzuurproductie als gevolg van zuurstoftekort in de lichaamsweefsels (melkzuuracidose). Risicofactoren voor het ontstaan van melkzuuracidose zijn: o slecht gereguleerde suikerziekte, o verzuring in het bloed, door ketonvorming (aceton en verwante verbindingen), o langdurig vasten, o overmatig alcoholgebruik, o verminderde leverfunctie, o omstandigheden waarbij zuurstoftekort in de weefsels kan optreden. Verschijnselen zoals spierkramp met spijsverteringsstoornissen zoals buikpijn en algehele lichaamszwakte (asthenie) kunnen duiden op verzuring van het bloed.
- Ook in situaties waarin een kans op vermindering van de nierfunctie bestaat, moet u extra voorzichtig zijn met het gebruik van metformine HCl. Bijvoorbeeld: o bij het begin van de behandeling van hoge bloeddruk, o bij het begin van het gebruik van plaspillen (diuretica), o bij het gebruik van bepaalde pijnstillende middelen die ook een ontstekingsremmende en koortsverlagende werking hebben (NSAID’s), o bij oudere patiënten komt een verminderde nierfunctie vaker voor.
- Als u jodiumhoudende contrastvloeistoffen krijgt toegediend; de behandeling met metformine HCl moet voor of op het moment van het onderzoek worden onderbroken en mag pas 48 uur na het onderzoek worden voortgezet, en alleen nadat de nierfunctie is gecontroleerd en weer normaal is bevonden.
- Wanneer u een operatie (onder algehele narcose of met een ruggenprik) moet ondergaan, moet u uw arts waarschuwen. De behandeling met metformine HCl dient tijdelijk onderbroken te worden. Over het algemeen mag u metformine HCl 48 uur na de operatie weer innemen en nadat u weer gegeten heeft. Ook moet uw nierfunctie gecontroleerd worden en weer normaal zijn.
Ook tijdens het gebruik van metformine HCl is het belangrijk dat u op regelmatige tijden van de dag eet. Bent u vanwege uw gewicht op dieet, dan is het belangrijk dat u zich aan dit dieet blijft houden. Daarnaast moet u regelmatig de gebruikelijke laboratoriumtesten voor de controle van suikerziekte laten verrichten.
Metformine HCl alleen kan geen te lage bloedsuikerspiegel (hypoglykemie) veroorzaken. Andere geneesmiddelen voor suikerziekte kunnen dit wel. Als u metformine HCl in combinatie met één van deze middelen gebruikt, kan uw bloedsuikerspiegel te laag worden.
Bij kinderen en jong volwassenen moet de diagnose van type 2 diabetes mellitus gesteld zijn voor de behandeling met metformine start. Er is geen effect op groei en puberteit gezien maar het is aan te raden kinderen en met name kinderen voor de puberteit zorgvuldig te blijven controleren. Ondanks dat de werking en veiligheid niet anders is dan bij oudere kinderen en jongeren tot 18 jaar, is extra voorzichtigheid aan te raden als dit middel wordt gebruikt door kinderen tussen 10 en 12 jaar.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u naast Metformine HCL Apotex nog andere geneesmiddelen, of heeft u dat kortgeleden gedaan? Vertel dat dan uw arts of apotheker. Dat geldt ook voor geneesmiddelen waar u geen voorschrift voor nodig heeft.
Medicijnen waarvan bekend is dat zij een wisselwerking met metformine HCl kunnen hebben, zijn:
- alcohol; alcohol zorgt ervoor dat de kans op de bijwerking melkzuuracidose van metformine HCl toeneemt. Daarom is het beter om geen alcohol te nemen als u metformine HCl gebruikt.
- jodiumhoudende contrastvloeistoffen; intraveneuze toediening bij radiologisch onderzoek kan tot nierfalen leiden. Daarom moet de behandeling met metformine HCl voor of op het moment van het onderzoek worden onderbroken en mag pas 48 uur na het onderzoek worden voortgezet, en alleen nadat de nierfunctie is gecontroleerd en weer normaal is bevonden.
- bepaalde bijnierschorshormonen (glucocorticosteroïden); de bloedsuikerspiegel kan verhoogd worden; het kan nodig zijn de dosering van metformine HCl aan te passen.
- bepaalde geneesmiddelen die gebruikt worden bij benauwdheid (luchtwegverwijders, zoals salbutamol, fenoterol en terbutaline); de bloedsuikerspiegel kan verhoogd worden; het kan nodig zijn de dosering van metformine HCl aan te passen.
- bepaalde geneesmiddelen die gebruikt worden bij de behandeling van hoge bloeddruk (plaspillen (diuretica)); de kans op verzuring van het bloed is verhoogd;.
Waarop moet u letten met eten en drinken?
U kunt het beste metformine HCl tijdens of na de maaltijd innemen. U kunt de tabletten het beste iedere dag op dezelfde tijdstippen innemen.
Zwangerschap en borstvoeding
Wilt u zwanger worden, bent u zwanger of geeft u borstvoeding? Neem dan contact op met uw arts of apotheker voordat u geneesmiddelen gebruikt.
Zwangerschap
Een ongecontroleerde diabetes tijdens zwangerschap (veroorzaakt door de zwangerschap of permanent) geeft mogelijk een verhoogd risico op aangeboren afwijkingen of sterfte voor het ongeboren kind. Het gebruik van metformine HCl tijdens de zwangerschap wordt afgeraden. Indien u van plan bent zwanger te worden of wanneer u denkt dat u zwanger bent, bespreek dit dan met uw arts. Hij/zij zal de behandeling met metformine HCl onderbreken en u met insuline gaan behandelen.
Borstvoeding
Metformine gaat over in borstvoeding. Hoewel de gegevens beperkt zijn, zijn er geen nadelige effecten waargenomen bij zuigelingen/kinderen die borstvoeding kregen. Bij de beslissing om te stoppen met borstvoeding zouden het voordeel van borstvoeding en de mogelijke risico’s op bijwerkingen voor het kind in overweging moeten worden genomen.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Als u alleen metformine HCl, en verder geen andere geneesmiddelen voor uw suikerziekte gebruikt, heeft metformine HCl geen invloed op de rijvaardigheid of het gebruik van machines.
Als u naast metformine HCl ook andere geneesmiddelen gebruikt voor uw suikerziekte, dan kan uw bloedsuikerspiegel soms te laag worden. In dat geval neemt het vermogen om actief aan het verkeer deel te nemen of om machines te gebruiken af.