Gebruik Ranitidine 150 A en Ranitidine 300 A niet:
Indien u overgevoelig bent voor ranitidine of voor één van de overige bestanddelen van de tabletten.
Wanneer u in het verleden aanvallen van een ziekte die berust op een stoornis in de aanmaak van de rode bloedkleurstof (porfyrie) heeft gehad. Ranitidine kan namelijk, heel zelden, een aanval van porfyrie uitlokken.
Wees extra voorzichtig met Ranitidine 150 A en Ranitidine 300 A:
De behandeling met ranitidine kan symptomen, die gepaard gaan met een maagkankergezwel, verbergen. Uw arts moet daarom, voordat u ranitidine gaat innemen, vaststellen dat uw klachten niet door deze kwaadaardige aandoening worden veroorzaakt.
Een maagzweer kan veroorzaakt worden door een bepaalde bacterie (Helicobacter pylorie).Uw arts kan daarom testen of deze bacterie in uw maag aanwezig is en zonodig geneesmiddelen voorschrijven die in staat zijn deze bacterie te doden (antibiotica).
Raadpleeg uw arts indien één van de bovenstaande waarschuwingen voor u van toepassing is, of dat in het verleden is geweest.
Voorzorgen bij bijzondere patiëntengroepen
De arts die Ranitidine 150 A of Ranitidine 300 A voorschrijft moet op de hoogte zijn van alle ziektes die u vroeger heeft gehad of nog heeft. Dit geldt vooral als u aan een nierziekte lijdt, als uw lever slecht werkt, u bepaalde pijn- en ontstekingsremmende middelen (zoals acetylsalicylzuur en ibuprofen) gebruikt.
Dialyse patiënten dienen Ranitidine A na de dialyse in te nemen omdat ranitidine juist uit het lichaam wordt verwijderd door dialyse.
Gebruik van Ranitidine 150 A en Ranitidine 300 A in combinatie met voedsel en drank
Ranitidine kan het effect van alcohol versterken. Wanneer u drank wilt gebruiken, dient u hiermee rekening te houden en eventueel advies te vragen aan uw arts of apotheker.
Zwangerschap
Over het gebruik van ranitidine tijdens de zwangerschap is onvoldoende bekend om een mogelijk schadelijke werking te kunnen beoordelen. Gebruik ranitidine alleen tijdens de zwangerschap na overleg met uw arts.
Borstvoeding
Vraag uw arts of apotheker om advies voordat u een geneesmiddel inneemt. Ranitidine gaat over in de moedermelk. Geef daarom geen borstvoeding tijdens het gebruik van
Ranitidine A.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen is alleen te verwachten indien u last krijgt van bijwerkingen zoals hoofdpijn, duizeligheid, vermoeidheid en verwardheid. Als u last heeft van deze bijwerkingen, bestuur dan geen voertuigen en/of bedien geen machines die oplettendheid vereisen.
Ranitidine kan het effect van alcohol versterken.
Gebruik van Ranitidine 150 A en Ranitidine 300 A in combinatie met andere geneesmiddelen
Een wisselwerking wil zeggen dat geneesmiddelen bij gelijktijdig gebruik elkaars werking en/of bijwerking(en) kunnen beïnvloeden. De volgende opmerkingen kunnen
ook van toepassing zijn op het gebruik van geneesmiddelen enige tijd geleden of in de nabije toekomst. Een wisselwerking kan optreden bij gebruik van ranitidine met:
- Glipizide (bloedsuikerverlagend middel). De werking van glipizide kan versterkt worden. De dosering moet mogelijk verlaagd worden.
- Theofyllline (middel bij astma). De werking van theofylline kan versterkt worden. Controle van de bloedspiegel is noodzakelijk.
- Sucralfaat (middel dat de maag beschermt tegen maagsap) en maagzuurbindende middelen. De werking van ranitidine kan verminderd worden. Deze middelen moeten 2 uur na ranitidine worden ingenomen.
- Procaïnamide en N-acetylprocaïnamide (middelen bij hartritmestoornissen). De werking van deze middelen kan versterkt worden.
- Middelen waarvan de opname in het bloed afhangt van de zuurgraad in de maag, zoals ketoconazol (middel bij schimmelinfecties).De werking van deze middelen kan verminderd worden.
Wanneer u zulke geneesmiddelen gebruikt, moet u hiermee rekening houden en advies vragen aan uw arts of apotheker.