Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen daarmee te maken.
Bij de evaluatie van bijwerkingen worden de volgende frequenties gehanteerd:
Zeer vaak | kan bij meer dan 1 op de 10 mensen voorkomen. |
Vaak | kan bij maximaal 1 op de 10 mensen voorkomen. |
Soms | kan bij maximaal 1 op de 100 mensen voorkomen. |
Zelden | kan bij maximaal 1 op de 1.000 mensen voorkomen. |
Zeer zelden | kan bij maximaal 1 op de 10.000 mensen voorkomen. |
Bloed- en lymfestelselaandoeningen
Zelden: Vermindering van alle witte bloedlichaampjes (leukopenie) of bloedplaatjes (thrombocytopenie). Deze veranderingen zijn normaal gesproken omkeerbaar.
Zeer zelden: Veranderingen in het bloedbeeld (tekort aan een bepaald soort witte bloedlichaampjes [agranulocytose], tekort aan alle bloedlichaampjes [pancytopenie] of veranderingen in het beenmerg [beenmerghypoplasie/-aplasie]).
Agranulocytose, tekort aan witte bloedlichaampjes, wat verhoogde vatbaarheid voor infectie met koorts, pijn in de keel/keelholte/mond of problemen in de urinewegen kan veroorzaken.
Neem onmiddellijk contact op met uw arts als u een van de hierboven genoemde bijwerkingen krijgt.
Immuunsysteemaandoeningen
Zelden: Overgevoeligheidsreacties (allergische reacties); bijv. verhoging van het aantal eosinofiele bloedlichaampjes, galbulten, koorts, verlaging van de bloeddruk, plotselinge opeenhoping van lichaamsvocht in
de huid en slijmvliezen, krampen in de larynx (strottenhoofd), krampen in de bronchiën, pijn op de borst, circulatoire shock (onvoldoende stroming van het bloed door het lichaam) en angio-oedeem (abrupte zwelling van weefsels), gezwollen gezicht, tong of farynx (achterste deel van de keel), moeilijkheden bij het slikken en ademhalingsmoeilijkheden.
Zeer zelden: Anafylactische shock. Deze reacties komen soms voor na een enkele dosis.
Psychische stoornissen
Zeer zelden: reversibele geestelijke verwardheid, depressie, geïrriteerdheid en hallucinaties. Dit is gemeld bij ernstig zieke en/of oudere patiënten.
Zenuwstelselaandoeningen
Soms: Algehele staat van ongemak, vermoeidheid.
Zeer zelden: duizeligheid, ernstige hoofdpijn, omkeerbare (tijdelijke) onwillekeurige bewegingsstoornissen. Stoornissen van het centrale zenuwstelsel zijn waargenomen, voornamelijk bij oudere of ernstig zieke patiënten. Deze symptomen verdwenen na het staken van de behandeling met ranitidine.
Oogaandoeningen
Zeer zelden: Wazig zien. Dit verdween na het staken van de behandeling met ranitidine.
Hartaandoeningen
Zeer zelden: Snellere hartslag, tragere hartslag en storingen in het elektrische signaal dat de hartslag op gang brengt [AV-block].
Bloedvataandoeningen
Zeer zelden: Vasculitis (ontsteking van een of meerdere bloedvaten).
Maagdarmstelselaandoeningen
Soms: Diarree, obstipatie of misselijkheid en verlies van eetlust, abdominale pijn. In de meeste gevallen verbeteren deze symptomen bij voortzetting van de behandeling.
Zeer zelden: Acute ontsteking van de alvleesklier (gepaard met felle pijn in de bovenbuik die uitstraalt naar de rug).
Lever- en galaandoeningen
Zelden: Voorbijgaande (tijdelijke) veranderingen in leverfunctietests, die weer normaal werden na enige tijd voortzetten van de behandeling of na staken van de behandeling.
Zeer zelden: Hepatitis (ontsteking van de lever) met of zonder geelzucht (gele verkleuring van de huid of het oogwit). In de meeste gevallen waren deze veranderingen omkeerbaar na het staken van de behandeling.
Huid- en onderhuidaandoeningen
Zelden: huiduitslag, jeuk.
Zeer zelden: Erythema multiforme (een bepaald soort huiduitslag), haaruitval.
Skeletspierstelsel- en bindweefselaandoeningen
Zeer zelden: Gewrichtsstoornissen, spierpijn.
Nier- en urinewegaandoeningen
Zelden: Toename van creatininespiegels in het bloed. Deze verhogingen waren meestal slechts gering en over het algemeen werden de waarden bij voortzetting van de behandeling met ranitidine weer normaal.
Zeer zelden: Acute interstitiële nefritis (ontsteking van de nieren).
Voortplantingsstelsel- en borstaandoeningen
Zeer zelden: Borstvorming bij mannen, verlies van geslachtsdrift [libido] en omkeerbare impotentie. Het is nog niet vastgesteld of er daadwerkelijk een verband bestaat tussen het gebruik van ranitidine en het optreden van deze aandoeningen.
Krijgt u veel last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige.