Welke stoffen zitten er in dit middel?
- De werkzame stof in dit middel is ropivacaïnehydrochloride 2 mg/ml / 7,5 mg/ml / 10 mg/ml. Elke polypropyleen ampul van 10 ml bevat 20 mg / 75 mg / 100 mg ropivacaïne (als hydrochloride). Elke polypropyleen ampul van 20 ml bevat 40 mg / 150 mg / 200 mg ropivacaïne (als hydrochloride).
- De andere stoffen in dit middel zijn natriumchloride, zoutzuur (voor aanpassing van de pH), natriumhydroxide (voor aanpassing van de pH), en water voor injecties.
Hoe ziet Ropivacaïne HCl Fresenius Kabi eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
Ropivacaïne HCl Fresenius Kabi oplossing voor injectie is een heldere, kleurloze oplossing voor injectie.
Ropivacaïne HCl Fresenius Kabi 2 mg/ml / 7,5 mg/ml / 10 mg/ml oplossing voor injectie is verkrijgbaar in 10 ml en 20 ml transparante polypropyleen ampullen.
Verpakkingsgrootten: 1, 5, 10 ampul(len)
1, 5, 10 ampul(len) in een stripverpakking
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant
Fresenius Kabi Nederland BV Molenberglei 7
2627 Schelle – België
Ropivacaïne HCl Fresenius Kabi 2 mg/ml: | RVG 104941 |
Ropivacaïne HCl Fresenius Kabi 7,5 mg/ml: | RVG 104944 |
Ropivacaïne HCl Fresenius Kabi 10 mg/ml: | RVG 104945 |
UR
Fabrikant
Fresenius Kabi Norge AS
Svinesundsveien 80
1753 Halden
Noorwegen
Dit geneesmiddel is geregistreerd in lidstaten van de EER onder de volgende namen:
BE | Ropivacaïne Fresenius Kabi 2 mg/ml oplossing voor injectie |
Ropivacaïne Fresenius Kabi 7,5 mg/ml oplossing voor injectie |
| Ropivacaïne Fresenius Kabi 10 mg/ml oplossing voor injectie |
BG | Ropivacain Kabi 2 mg/ml, инжекционен разтвор |
Ropivacain Kabi 7,5 mg/ml, инжекционен разтвор |
| Ropivacain Kabi 10 mg/ml, инжекционен разтвор |
CY | Ropivacain Kabi 2 mg/ml, ενέσιμο διάλυμα |
Ropivacain Kabi 7,5 mg/ml, ενέσιμο διάλυμα |
| Ropivacain Kabi 10 mg/ml, ενέσιμο διάλυμα |
DE | Ropivacainhydrochlorid Kabi 2 mg/ml Injektionslösung |
Ropivacainhydrochlorid Kabi 7,5 mg/ml Injektionslösung |
| Ropivacainhydrochlorid Kabi 10 mg/ml Injektionslösung |
DK | Ropivacain Fresenius Kabi |
EL | Ropivacain Kabi 2 mg/ml, ενέσιμο διάλυμα |
Ropivacain Kabi 7,5 mg/ml, ενέσιμο διάλυμα |
| Ropivacain Kabi 10 mg/ml, ενέσιμο διάλυμα |
ES | Ropivacaina Kabi 2 mg/ml solución inyectable |
Ropivacaina Kabi 7,5 mg/ml solución inyectable |
| Ropivacaina Kabi 10 mg/ml solución inyectable |
FI | Ropivacain Fresenius Kabi 2 mg/ml injektioneste, liuos |
Ropivacain Fresenius Kabi 7,5 mg/ml injektioneste, liuos |
| Ropivacain Fresenius Kabi 10 mg/ml injektioneste, liuos |
FR | Ropivacaine Kabi 2 mg/ml, solution injectable |
Ropivacaine Kabi 7,5 mg/ml, solution injectable |
| Ropivacaine Kabi 10 mg/ml, solution injectable |
IE | Ropivacaine Kabi 2 mg/ml solution for injection |
Ropivacaine Kabi 7,5 mg/ml solution for injection |
IT | Ropivacaina Kabi 2mg/ml Soluzione iniettabile |
Ropivacaina Kabi 7,5mg/ml Soluzione iniettabile |
| Ropivacaina Kabi 10mg/ml Soluzione iniettabile |
LU | Ropivacain Kabi 2 mg/ml Injektionslösung |
Ropivacain Kabi 7,5 mg/ml Injektionslösung |
| Ropivacain Kabi 10 mg/ml Injektionslösung |
NL | Ropivacaïne HCl Fresenius Kabi 2 mg/ml oplossing voor injectie |
Ropivacaïne HCl Fresenius Kabi 7,5 mg/ml oplossing voor injectie |
| Ropivacaïne HCl Fresenius Kabi 10 mg/ml oplossing voor injectie |
NO | Ropivacain Fresenius Kabi 2 mg/ml injeksjonsvæske, oppløsning |
Ropivacain Fresenius Kabi 7,5 mg/ml injeksjonsvæske, oppløsning |
| Ropivacain Fresenius Kabi 10 mg/ml injeksjonsvæske, oppløsning |
PT | Ropivacaína Kabi |
RO | Ropivacainã Kabi 2 mg/ml soluţie injectabilă |
Ropivacainã Kabi 7,5 mg/ml soluţie injectabilă |
| Ropivacainã Kabi 10 mg/ml soluţie injectabilă |
SE | Ropivacain Fresenius Kabi |
SI | Ropivakain Kabi 7,5 mg/ml raztopina za injiciranje |
Ropivakain Kabi 10 mg/ml raztopina za injiciranje |
UK | Ropivacaine Kabi 2 mg/ml solution for injection |
Ropivacaine Kabi 7,5 mg/ml solution for injection |
| Ropivacaine Kabi 10 mg/ml solution for injection |
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in juli 2013.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
------
De volgende informatie is alleen bestemd voor artsen of andere beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg.
Instructies
Ropivacaïne HCl Fresenius Kabi dient alleen gebruikt te worden door, of onder supervisie van, specialisten met ervaring in regionale anesthesie (zie rubriek 3).
Houdbaarheid Houdbaarheid voor openen: 3 jaar
Houdbaarheid na openen:
Vanuit microbiologisch oogpunt dient het product onmiddellijk gebruikt te worden. Als het niet onmiddellijk gebruikt wordt, zijn de bewaartermijnen en bewaarcondities voorafgaande aan de toediening de verantwoordelijkheid van de gebruiker en mogen deze normaliter niet langer zijn dan 24 uur bij 2-8 ºC.
De producten zijn vrij van conserveermiddel en slechts voor eenmalig gebruik. Gooi alle ongebruikte oplossing weg.
Het geneesmiddel moet voor gebruik visueel gecontroleerd worden. De oplossing mag alleen worden gebruikt wanneer deze helder is, vrij van deeltjes en wanneer de verpakking niet beschadigd is.
De intacte verpakkingen mogen niet opnieuw worden geautoclaveerd. Wanneer een primaire verpakking met een steriele buitenkant nodig is dient een primaire verpakking in steriele stripverpakking te worden gebruikt.
Dosering
Ropivacaïne HCl Fresenius Kabi 2 mg/ml oplossing voor injectie
Volwassenen en kinderen vanaf 12 jaar
De navolgende tabel is een leidraad voor dosering bij de gebruikelijke blokkades. De laagst mogelijke dosis vereist voor een effectieve blokkade moet worden gebruikt. De ervaring van de specialist en zijn kennis van de lichamelijke conditie van de patiënt zijn van belang voor bepaling van de uiteindelijk toe te dienen dosis.
| Concentratie | Volume | Dosis | Aanvang | Duur |
| | | | blokkade | blokkade |
| mg/ml | ml | mg | minuten | uur |
Lumbale epidurale toediening | | | | | |
Bolus | 2,0 | 10-20 | 20-40 | 10-15 | 0,5-1,5 |
Intermitterende injecties (‘top- | 2,0 | 10-15 | 20-30 | | |
up’) (bijv. tijdens bevalling) | | (minimum | | | |
| | interval 30 | | | |
| | min.) | | | |
Continu infuus, bijv. - tijdens | 2,0 | 6-10 ml/uur | 12-20 | n.v.t. | n.v.t. |
bevalling | | | mg/uur | | |
Postoperatieve pijnbestrijding | 2,0 | 6-14 ml/uur | 12-28 | n.v.t. | n.v.t. |
| | | mg/uur | | |
Thoracale epidurale toediening | | | | | |
Continu infuus (postoperatieve | 2,0 | 6-14 ml/uur | 12-28 | n.v.t. | n.v.t. |
pijnbestrijding) | | | mg/uur | | |
Perifere blokkade | | | | | |
(bijv. kleine zenuwblokkaden en | 2,0 | 1-100 | 2,0-200 | 1-5 | 2-6 |
infiltraties) | | | | | |
Perifere zenuwblokkade | | | | | |
(femoraal of interscalenus blok) | | | | | |
Continu infuus of intermitterende | 2,0 | 5-10 ml/uur | 10-20 | n.v.t. | n.v.t. |
injecties (bijv. postoperatieve | | | mg/uur | | |
pijnbestrijding) | | | | | |
n.v.t. = niet van toepassing | | | | | |
Wijze van toediening
Perineurale en epidurale toediening door injectie.
Voorafgaand aan en gedurende de injectie wordt zorgvuldig aspireren aanbevolen om een ongewilde intravasculaire injectie te voorkomen. Een testdosis van 3-5 ml lidocaïne 2% (lignocaïne) met adrenaline (epinefrine) 1:200.000 wordt aangeraden als een grote dosis moet worden toegediend. Een ongewilde intravasculaire injectie is dan snel herkenbaar aan de tijdelijke toename van de hartfrequentie, en in geval van een ongewilde intrathecale injectie door signalen van een spinaal blok.
Er dient zowel vóór als tijdens de toediening van de hoofddosis te worden geaspireerd. De hoofddosis dient langzaam of in oplopende doses met een snelheid van 25-50 mg/min te worden toegediend. Tegelijkertijd dienen de vitale functies van de patiënt nauwkeurig in de gaten te worden gehouden en moet met de patiënt een mondeling contact worden onderhouden. Indien toxische verschijnselen optreden dient de toediening onmiddellijk te worden gestaakt.
Enkelvoudige doseringen tot 250 mg ropivacaïnehydrochloride voor chirurgische ingrepen onder epidurale anesthesie werden goed verdragen.
Bij een beperkt aantal patiënten is een enkelvoudige dosis van 300 mg gebruikt voor een brachiaal plexusblok; deze dosering werd goed verdragen.
Als een langdurige blokkade door continue infusie of herhaalde toediening van bolusinjecties gewenst is, moet er rekening worden gehouden met het risico van het bereiken van toxische plasmaspiegels, of het veroorzaken van lokale zenuwbeschadigingen. Cumulatieve doses tot 675 mg ropivacaïnehydrochloride, voor chirurgische ingrepen en postoperatieve analgesie, verdeeld over 24 uur, evenals een postoperatief continu epiduraal infuus tot 28 mg/uur gedurende 72 uur, werden goed verdragen door volwassenen. Bij een beperkt aantal patiënten zijn hogere doses tot 800 mg/dag toegediend met relatief weinig bijwerkingen.
Voor postoperatieve pijnbestrijding kan de volgende techniek worden aanbevolen: zet een epiduraal blok met Ropivacaïne HCl Fresenius Kabi 7,5 mg/ml met behulp van een epidurale katheter (tenzij deze katheter preoperatief al is ingebracht). De analgesie wordt onderhouden met een infusie van Ropivacaïne HCl Fresenius Kabi 2 mg/ml. Een infusiesnelheid van 6-14 ml (12-28 mg) per uur geeft een effectieve analgesie met slechts een licht en niet-progressief motorisch blok bij de meeste patiënten met matige tot ernstige postoperatieve pijn. De maximale duur voor een epiduraal blok is 3 dagen; het analgetisch effect dient echter nauwgezet te worden gevolgd, zodat de katheter kan worden verwijderd zodra de pijnsensatie dit toelaat. Met deze techniek is een significante vermindering in de behoefte aan opioïden waargenomen.
Een epidurale infusie van ropivacaïnehydrochloride 2 mg/ml alleen of gemengd met fentanyl 1-4 µg/ml is in klinisch onderzoek gebruikt voor postoperatieve pijnbestrijding tot hooguit 72 uur. De combinatie ropivacaïnehydrochloride en fentanyl gaf een betere verlichting van de pijn, maar veroorzaakte wel opiaatachtige bijwerkingen. De combinatie van ropivacaïnehydrochloride en fentanyl is alleen onderzocht voor ropivacaïnehydrochloride 2 mg/ml.
Als langdurige perifere zenuwblokkade wordt toegepast, hetzij door continue infusie, hetzij door middel van herhaalde injecties, dient men bedacht te zijn op het risico van toxische plasmaspiegels of het optreden van lokale zenuwbeschadiging. In klinisch onderzoek werd voorafgaand aan een chirurgische ingreep een femoraal blok gezet met respectievelijk 300 mg ropivacaïnehydrochloride 7,5 mg/ml en een interscalenus blok met 225 mg ropivacaïnehydrochloride 7,5 mg/ml respectievelijk. Vervolgens werd analgesie onderhouden met ropivacaïnehydrochloride 2 mg/ml. Adequate analgesie werd verkregen met infusiesnelheden of herhaalde injecties van 10-20 mg per uur gedurende 48 uur en werden goed verdragen.
Het gebruik van hogere concentraties dan 7,5 mg/ml ropivacaïnehydrochloride bij sectio caesarea is niet onderzocht.
Gestoorde nierfunctie
Bij patiënten met nierfunctiestoornissen is het doorgaans niet nodig de dosering aan te passen voor een enkele dosis of een korte behandeling.
Gestoorde leverfunctie
Ropivacaïnehydrochloride wordt in de lever gemetaboliseerd en dient derhalve met de nodige voorzichtigheid te worden toegepast bij patiënten met ernstige leverziekten. Vanwege de vertraagde eliminatie zouden herhaalde doseringen mogelijk moeten worden verlaagd.
Pediatrische patiënten van 0 tot en met 12 jaar
| Concentratie | Volume | Dosering |
| mg/ml | ml/kg | mg/kg |
Caudale epidurale blokkade | | | |
(enkelvoudige injectie) | | | |
Blokken beneden T12 bij kinderen | 2,0 | 1 | 2 |
met een maximaal lichaamsgewicht | | | |
van 25 kg | | | |
Continu epiduraal infuus | | | |
Bij kinderen met een | | | |
lichaamsgewicht tot 25 kg | | | |
0-6 maanden | | | |
Bolusdosisa | 2,0 | 0,5-1 | 1-2 |
Infusie tot 72 uur | 2,0 | 0,1 ml/kg/uur | 0,2 mg/kg/uur |
6-12 maanden | | | |
Bolusdosisa | 2,0 | 0,5-1 | 1-2 |
Infusie tot 72 uur | 2,0 | 0,2 ml/kg/uur | 0,4 mg/kg/uur |
1-12 jaar | | | |
Bolusdosisb | 2,0 | 1 | 2 |
Infusie tot 72 uur | 2,0 | 0,2 ml/kg/uur | 0,4 mg/kg/uur |
De bovenvermelde doseringen dienen te worden beschouwd als adviesdoseringen bij kinderen. Individuele variaties treden op. Bij ‘zware’ kinderen is een geleidelijke afname van de dosering vaak nodig en deze dient gebaseerd te zijn op het ideale lichaamsgewicht. Het volume voor enkelvoudige caudale epidurale blokkade en het volume voor epidurale bolusdoses dienen 25 ml per patiënt niet te overschrijden. De gebruikelijke naslagwerken dienen te worden geraadpleegd, voor zowel het gebruik van andere lokaal anesthetische technieken, als de vereisten voor de individuele patiënt.
a Het wordt aanbevolen om voor thoracale epidurale blokkades lage doses van het dosisinterval toe te passen en voor lumbale of caudale epidurale blokkades hoge doses.
b Aanbevolen voor lumbale epidurale blokkades. Het is goed gebruik de bolusdosis voor thoracale epidurale analgesie te verlagen.
Zuigelingen en kinderen van 1 tot 12 jaar:
De voorgestelde ropivacaïne doseringen voor perifere blokkade bij zuigelingen en kinderen geven richtlijnen weer voor het gebruik bij kinderen zonder ernstige ziekte. Meer conservatieve doseringen en een zorgvuldige controle zijn aanbevolen voor kinderen met een ernstige ziekte.
Enkelvoudige injecties bij perifere zenuwblokkade (bijv. ilioinguinale zenuwblokkade, brachiaal plexusblok) mogen niet meer dan 2,5-3,0 mg/kg bedragen.
Continue infuus bij perifere zenuwblokkade zijn aanbevolen bij 0,2-0,6 mg/kg/uur (0,1-0,3 ml/kg/uur) tot 72 uur.
Het gebruik van ropivacaïne bij premature pasgeborenen is niet bestudeerd.
Wijze van toediening
Epidurale toediening door injectie.
Voorafgaand aan en gedurende de injectie wordt zorgvuldig aspireren aanbevolen om een ongewilde intravasculaire injectie te voorkomen. Gedurende de injectie dienen de vitale functies van de patiënt nauwlettend te worden gevolgd. Indien toxische verschijnselen optreden dient de toediening onmiddellijk te worden gestaakt.
Een enkelvoudige caudale epidurale toediening van ropivacaïnehydrochloride 2 mg/ml geeft bij de meeste patiënten voldoende postoperatieve analgesie beneden T12 wanneer een dosis van 2 mg/kg met een volume van 1 ml/kg wordt gegeven. Zoals aanbevolen in de gebruikelijke naslagwerken, kan het volume van de caudale epidurale toediening worden aangepast om verschillende verdelingen van het sensorisch blok te verkrijgen. Bij kinderen vanaf 4 jaar zijn doseringen tot 3 mg/kg met ropivacaïnehydrochloride 3 mg/ml onderzocht. Echter bij deze concentratie kwam een hogere incidentie van een motorisch blok voor.
Ongeacht de manier van toedienen wordt het verdelen van de berekende dosis lokaal anestheticum aanbevolen.
In het geval dat een infusie van ropivacaïnehydrochloride wordt aanbevolen, kan Ropivacaïne HCl Fresenius Kabi oplossing voor infusie gebruikt worden.
Ropivacaïne HCl Fresenius Kabi 7,5 mg/ml en 10 mg/ml oplossing voor injectie
Volwassenen en kinderen vanaf 12 jaar
De navolgende tabel is een leidraad voor dosering bij de gebruikelijke blokkades. De laagst mogelijke dosis vereist voor een effectieve blokkade moet worden gebruikt. De ervaring van de specialist en zijn kennis van de lichamelijke conditie van de patiënt zijn van belang voor bepaling van de uiteindelijk toe te dienen dosis.
| Concentratie | Volume | Dosis | Aanvang | Duur |
| mg/ml | ml | mg | blokkad | blokkade |
| e | uur |
| | | | minuten | |
CHIRURGISCHE | | | | | |
ANESTHESIE | | | | | |
Lumbale epidurale toediening | 7,5 | 15-25 | 113-188 | 10-20 | 3-5 |
Chirurgische ingrepen |
| 10,0 | 15-20 | 150-200 | 10-20 | 4-6 |
Sectio caesarea | 7,5 | 15-20 | 113-150 (1) | 10-20 | 3-5 |
Thoracale epidurale toediening | 7,5 | 5-15 | 38-113 | 10-20 | n.v.t. (2) |
Het zetten van een blok t.b.v. |
postoperatieve pijnbestrijding | | (afhankelijk | | | |
| | van het | | | |
| | niveau van | | | |
| | de injectie) | | | |
Grote zenuwblokkaden* | 7,5 | 30-40 | 225-300(3) | 10-25 | 6-10 |
brachiaal plexusblok |
Perifere blokkade | 7,5 | 1-30 | 7,5-225 | 1-15 | 2-6 |
(bijv. kleine zenuwblokkades en |
infiltraties) | | | | | |
- Voor grote zenuwblokkaden kan alleen voor een brachiaal plexusblok een doseringsadvies worden gegeven. Voor andere grote zenuwblokkaden zijn mogelijk lagere doseringen vereist; momenteel is er
echter geen ervaring met specifieke doseringsadviezen voor andere blokken.
- De dosering dient stapsgewijs te worden verhoogd, waarbij de aanvangsdosering ongeveer 100 mg bedraagt (97,5 mg = 13 ml; 105 mg = 14 ml), te geven in 3-5 minuten. Zo nodig kunnen twee aanvullende giften van in totaal 50 mg worden gegeven.
- n.v.t. = niet van toepassing
- De dosering voor een grote zenuwblokkade dient te worden aangepast aan de toedieningsplaats en de conditie van de patiënt. Interscalene en supraclaviculaire brachiaal plexusblokkade kan in verband gebracht worden met een hogere frequentie van ernstige bijwerkingen, ongeacht het gebruikte lokale anestheticum (zie rubriek 4.4 Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik).
Wijze van toediening
Perineurale en epidurale toediening door injectie.
Voorafgaand aan en gedurende de injectie wordt zorgvuldig aspireren aanbevolen om een ongewilde intravasculaire injectie te voorkomen. Een testdosis van 3-5 ml lidocaïne 2% (lignocaïne) met adrenaline (epinefrine) 1:200.000 wordt aangeraden als een grote dosis moet worden toegediend. Een ongewilde intravasculaire injectie is dan snel herkenbaar aan de tijdelijke toename van de hartfrequentie, en in geval van een ongewilde intrathecale injectie door signalen van een spinaal blok.
Er dient zowel vóór als tijdens de toediening van de hoofddosis te worden geaspireerd. De hoofddosis dient langzaam of in oplopende doses met een snelheid van 25-50 mg/min te worden toegediend. Tegelijkertijd dienen de vitale functies van de patiënt nauwkeurig in de gaten te worden gehouden en moet met de patiënt een mondeling contact worden onderhouden. Indien toxische verschijnselen optreden dient de toediening onmiddellijk te worden gestaakt.
Enkelvoudige doseringen tot 250 mg ropivacaïnehydrochloride voor chirurgische ingrepen onder epidurale anesthesie werden goed verdragen.
Bij een beperkt aantal patiënten is een enkelvoudige dosis van 300 mg gebruikt voor een brachiaal plexusblok; deze dosering werd goed verdragen.
Als een langdurige blokkade door continue infusie of herhaalde toediening van bolusinjecties gewenst is, moet er rekening worden gehouden met het risico van het bereiken van toxische plasmaspiegels, of het veroorzaken van lokale zenuwbeschadigingen. Cumulatieve doses tot 675 mg ropivacaïnehydrochloride, voor chirurgische ingrepen en postoperatieve analgesie, verdeeld over 24 uur, evenals een postoperatief continu epiduraal infuus tot 28 mg/uur gedurende 72 uur, werden goed verdragen door volwassenen. Bij een beperkt aantal patiënten zijn hogere doses tot 800 mg/dag toegediend met relatief weinig bijwerkingen.
Voor postoperatieve pijnbestrijding kan de volgende techniek worden aanbevolen: zet een epiduraal blok met Ropivacaïne HCl Fresenius Kabi 7,5 mg/ml met behulp van een epidurale katheter (tenzij deze katheter preoperatief al is ingebracht). De analgesie wordt onderhouden met een infusie van Ropivacaïne HCl Fresenius Kabi 2 mg/ml. Een infusiesnelheid van 6-14 ml (12-28 mg) per uur geeft een effectieve analgesie met slechts een licht en niet-progressief motorisch blok bij de meeste
patiënten met matige tot ernstige postoperatieve pijn. De maximale duur voor een epiduraal blok is 3 dagen; het analgetisch effect dient echter nauwgezet te worden gevolgd, zodat de katheter kan worden verwijderd zodra de pijnsensatie dit toelaat. Met deze techniek is een significante vermindering in de behoefte aan opioïden waargenomen.
Een epidurale infusie van ropivacaïnehydrochloride 2 mg/ml alleen of gemengd met fentanyl 1-4 µg/ml is in klinisch onderzoek gebruikt voor postoperatieve pijnbestrijding tot hooguit 72 uur. De combinatie ropivacaïnehydrochloride en fentanyl gaf een betere verlichting van de pijn, maar veroorzaakte wel opiaatachtige bijwerkingen. De combinatie van ropivacaïnehydrochloride en fentanyl is alleen onderzocht voor ropivacaïnehydrochloride 2 mg/ml.
Als langdurige perifere zenuwblokkade wordt toegepast, hetzij door continue infusie, hetzij door middel van herhaalde injecties, dient men bedacht te zijn op het risico van toxische plasmaspiegels of het optreden van lokale zenuwbeschadiging. In klinisch onderzoek werd voorafgaand aan een chirurgische ingreep een femoraal blok gezet met respectievelijk 300 mg ropivacaïnehydrochloride 7,5 mg/ml en een interscalenus blok met 225 mg ropivacaïnehydrochloride 7,5 mg/ml respectievelijk. Vervolgens werd analgesie onderhouden met ropivacaïnehydrochloride 2 mg/ml. Adequate analgesie werd verkregen met infusiesnelheden of herhaalde injecties van 10-20 mg per uur gedurende 48 uur en werden goed verdragen.
Het gebruik van hogere concentraties dan 7,5 mg/ml ropivacaïnehydrochloride bij sectio caesarea is niet onderzocht.
Gestoorde nierfunctie
Bij patiënten met nierfunctiestoornissen is het doorgaans niet nodig de dosering aan te passen voor een enkele dosis of een korte behandeling.
Gestoorde leverfunctie
Ropivacaïnehydrochloride wordt in de lever gemetaboliseerd en dient derhalve met de nodige voorzichtigheid te worden toegepast bij patiënten met ernstige leverziekten. Vanwege de vertraagde eliminatie zouden herhaalde doseringen mogelijk moeten worden verlaagd.
Pediatrische patiënten tot en met 12 jaar
Het gebruik van ropivacaïne 7,5 mg/ml en 10 mg/ml kan worden geassocieerd met systemische en toxische voorvallen bij kinderen. Lagere sterktes (2 mg/ml, 5 mg/ml) zijn meer geschikt voor toediening bij deze populatie.
In het algemeen is voor anesthesie ten behoeve van chirurgische ingrepen (bijv. bij epidurale toediening) het gebruik van hogere concentraties en hoeveelheden noodzakelijk. De Ropivacaïne HCl Fresenius Kabi 10 mg/ml sterkte wordt aanbevolen voor die gevallen van epidurale anesthesie waarbij een volledig motorisch blok noodzakelijk is voor de ingreep. Voor het verkrijgen van analgesie daarentegen (bijv. epidurale toediening voor acute pijnbestrijding) worden de lagere concentraties en hoeveelheden aanbevolen.
Onverenigbaarheden
In verband met het ontbreken van onderzoek naar onverenigbaarheden, mag dit geneesmiddel niet met andere geneesmiddelen gemengd worden.
In alkalische oplossingen kan een neerslag optreden, daar ropivacaïnehydrochloride boven pH 6,0 slecht oplosbaar is.
Verwijdering
Alle ongebruikte producten of afvalmaterialen dienen te worden vernietigd overeenkomstig lokale voorschriften.