Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen daarmee te maken.
De volgende frequenties zijn gebruikt bij het rangschikken van de bijwerkingen: zeer vaak (komt voor bij meer dan 1 op de 10 patiënten)
vaak (komt voor bij 1 tot 10 patiënten op de 100 patiënten) soms (komt voor bij 1 tot 10 patiënten op de 1.000 patiënten) zelden (komt voor bij 1 tot 10 patiënten op de 10.000 patiënten) zeer zelden (bij minder dan 1 op de 10.000 patiënten)
niet bekend (kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald).
Bloed- en lymfestelselaandoeningen
Een verlaging van het aantal bloedplaatjes (trombocytopenie) of witte bloedlichaampjes (leukopenie) komt vaak voor. Deze effecten zijn vaak geheel reversibel als de behandeling met Natriumvalproaat chrono Teva wordt voortgezet, en altijd als de behandeling wordt gestaakt.
Soms ontstond er een ophoping van water in de weefsels (oedeem) en kwamen bloedingen voor. Zelden geeft valproaat een verlaging van de hoeveelheid eiwit (fibrinogeen) in het bloed en een remming van de klontering van bloedplaatjes (bloedstolling) waardoor u langer blijft bloeden.
Zeer zelden leidde een vermindering van de beenmergfunctie tot andere stoornissen van de
Rvg 33979-80 PIL 0613.9v.ESren
Gerenvooieerde versie
NATRIUMVALPROAAT CHRONO 300 MG TEVA NATRIUMVALPROAAT CHRONO 500 MG TEVA tabletten met gereguleerde afgifte
bloedcomponenten (lymfopenie, neutropenie, pancytopenie), ernstige anemie (bloedarmoede) of agranulocytose (symptomen: koorts, keelpijn).
Valproïnezuur kan de bloedstolling (een functie van de bloedplaatjes) remmen, zodat de bloedingstijd langer wordt.
Bloedingen komen niet vaak voor.
Immuunsysteemaandoeningen
Zelden: Reacties van het verdedigingsstelsel van het lichaam tegen zijn eigen bindweefsel (lupus erythematosus).
Niet bekend: Zwelling met pijnlijke, jeukende dikke plekken vooral bij de ogen, lippen, keel en soms handen en voeten (angio-oedeem). Syndroom met door geneesmiddel veroorzaakte huiduitslag, koorts, zwelling van lymfeklieren en mogelijke aantasting van andere organen (DRESS).
Voedings- en stofwisselingsstoornissen
Een stoornis die zeer vaak voorkomt is een geïsoleerde, matige verhoging van de ammoniakconcentraties in het serum zonder dat de leverfunctieparameters veranderen (zie ook rubriek 2 ‘Wanneer mag u dit middel niet gebruiken’ en ‘Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?”); staken van de behandeling is niet nodig.
Afhankelijk van de dosering komen gewichtstoename of gewichtsverlies, en een grotere of geringere eetlust vaak voor.
Tijdens de behandeling met valproïnezuur werd een verminderde activiteit van biotinidase waargenomen. Er is ook melding gemaakt van een tekort aan biotine.
Zeer zelden: lage bloedwaarden voor natrium, dat kan leiden tot vermoeidheid en verwarring.
Psychische stoornissen
Soms: Geïrriteerdheid, extreme activiteit of verwardheid, vooral aan het begin van de behandeling. Ook zijn hallucinaties gemeld.
Zenuwstelselaandoeningen
Dosisafhankelijk en vaak voorkomend: slaperigheid, trillen of een vreemd gevoel zoals een tintelende of gevoelloze huid.
Vermoeidheid en slaperigheid, apathie en coördinatieproblemen (ataxie) komen vaak voor wanneer gelijktijdig andere anti-epileptica gebruikt worden.
Soms: Hoofdpijn, spierspanning, onzeker lopen, vooral aan het begin van de behandeling.
Soms: Kort na het gebruik van geneesmiddelen die valproïnezuur bevatten werd organische hersenziekte waargenomen, ongeacht de dosering. De oorzaak en het ontstaansmechanisme zijn niet vastgesteld, en de ziekte kan voorbijgaan na staken van de behandeling. In sommige gevallen zijn verhoogde concentraties ammoniak beschreven, evenals een verhoogde concentratie fenobarbital als tegelijk behandeld werd met fenobarbital (een ander geneesmiddel voor de behandeling van epileptische aanvallen).
Soms ontstond fysieke rigiditeit terwijl men bij bewustzijn was (stupor) die soms in coma overging; dit ging
Rvg 33979-80 PIL 0613.9v.ESren
Gerenvooieerde versie
NATRIUMVALPROAAT CHRONO 300 MG TEVA NATRIUMVALPROAAT CHRONO 500 MG TEVA tabletten met gereguleerde afgifte
gedeeltelijk gepaard met een verhoogde frequentie van de epileptische aanvallen. De symptomen verdwenen na een verlaging van de dosering of staken van de behandeling. De meeste van deze gevallen ontstonden tijdens een combinatiebehandeling (vooral met fenobarbital) of na een snelle verhoging van de dosering.
Zelden, vooral bij hogere doseringen of in combinatie met andere anti-epileptica, is chronische hersenziekte (encefalopathie) gemeld waarbij de hersenfunctie werd verstoord, inclusief verminderde geestelijke vermogens. Hoe dit ontstaat is nog niet voldoende duidelijk.
Zeer zelden is melding gemaakt van een verstoorde hersenfunctie, gepaard aan een vermindering van het hersenweefsel, die weer herstelde na staken van de behandeling met Natriumvalproaat chrono Teva.
Bij een langdurige behandeling met Natriumvalproaat chrono Teva in combinatie met andere anti- epileptica, vooral fenytoïne, kunnen symptomen van hersenbeschadiging (encefalopathie) optreden, samen met een verhoogd aantal epileptische aanvallen, gebrek aan energie, fysieke rigiditeit terwijl men bij bewustzijn is (stupor), spierzwakte (musculaire hypotensie), bewegingsstoornissen (choroïde dyskinesie) en ernstige algemene veranderingen in het elektro-encefalogram (EEG).
Ook is een reversibele ziekte van Parkinson gemeld.
Niet bekend is hoe vaak sedatie, oncontroleerbare bewegingen (extrapiramidale bewegingen) voorkomen.
Evenwichtsorgaan- en ooraandoeningen
Oorsuizen is waargenomen.
Er is melding gemaakt van tijdelijk en blijvend gehoorverlies, hoewel er geen oorzakelijk verband is vastgesteld met het gebruik van geneesmiddelen die valproïnezuur of natriumvalproaat bevatten.
Bloedvataandoeningen
Zelden: Ontsteking van de bloedvaten (vasculitis).
Maagdarmstelselaandoeningen
Soms kwamen overmatige speekselvorming en diarree voor, vooral aan het begin van de behandeling. Ook zijn aan het begin van de behandeling soms lichte maagdarmstoornissen beschreven (misselijkheid, buikpijn), die gewoonlijk na enkele dagen afnamen, ook als de behandeling werd voortgezet.
In zeldzame gevallen kwam alvleesklierbeschadiging voor, soms met fatale afloop.
Lever- en galaandoeningen
Soms: Er kunnen dosisafhankelijke, ernstige (soms fatale) leverfunctiestoornissen optreden. Bij kinderen, vooral bij hen die tegelijk ook andere geneesmiddelen tegen epileptische aanvallen gebruiken, is de kans op leverbeschadiging aanzienlijk groter (zie 2.).
Huid- en onderhuidaandoeningen
Vaak: Dosisafhankelijke, tijdelijke haaruitval, dunner worden van het haar.
In zeldzame gevallen leidt het gebruik van geneesmiddelen die valproïnezuur bevatten tot huidreacties (erythema multiforme).
Zeer zelden zijn ernstige huidreacties (Stevens-Johnson-syndroom en toxische epidermale necrolyse of
Rvg 33979-80 PIL 0613.9v.ESren
Gerenvooieerde versie
NATRIUMVALPROAAT CHRONO 300 MG TEVA NATRIUMVALPROAAT CHRONO 500 MG TEVA tabletten met gereguleerde afgifte
het Lyell-syndroom) gemeld.
Zie ook ‘Immuunsysteemaandoeningen”.
Botten en spieren
Er zijn meldingen van botafwijkingen waaronder dunner worden van het bot (osteopenie, osteoporose) en botbreuken. Indien u langdurig met een middel tegen epilepsie (anti-epilepticum) wordt behandeld, u eerder osteoporose heeft gehad of indien u steroïden gebruikt dient u met uw arts te overleggen.
Nier- en urinewegaandoeningen
Zelden kwam een bepaald type nierfunctiestoornis (Fanconi-syndroom) voor. Deze herstelt zich na staken van de behandeling.
Bij kinderen is bedplassen waargenomen.
Voortplantingsstelsel- en borstaandoeningen
Vaak: onregelmatige menstruatie
Zelden: onregelmatige menstruatie of uitblijven van de menstruatie, pijn bij de menstruatie, vergrote eierstokken met cysten en verhoogde concentraties van testosteron, het mannelijke geslachtshormoon.
Algemene aandoeningen en toedieningsplaatsstoornissen
Zeer zelden is een daling van de lichaamstemperatuur (hypothermie) beschreven. Deze herstelde zich na staken van de behandeling.
Indien dosis-onafhankelijk bijwerkingen voorkomen, dient de behandeling met het geneesmiddel door uw behandelend arts te worden stopgezet. Indien een ernstige stoornis van de werking van lever of alvleesklier wordt vermoed, dient de arts onmiddellijk de behandeling te stoppen. Andere geneesmiddelen met gelijk stofwisselingseffect, die dezelfde bijwerkingen kunnen veroorzaken, moeten tijdelijk worden stopgezet. In incidentele gevallen kan klinische verergering nog steeds optreden.
Krijgt u last van één van de bijwerkingen? Of krijgt u een bijwerking die niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.