Azacitidine EVER Pharma 25 mg/ml poeder voor suspensie voor injectie

Azacitidine EVER Pharma 25 mg/ml poeder voor suspensie voor injectie
Werkzame stof(fen)Azacitidine
ToelatingslandNL
VergunninghouderEVER-Valinject GmbH Oberburgau 3 4866 UNTERACH AM ATTERSEE (OOSTENRIJK)
Toelatingsdatum05.08.2021
ATC-codeL01BC07
Farmacologische groepenAntimetabolieten

Patiëntenbijsluiter

Wat is het en waarvoor wordt het gebruikt?

Wat is Azacitidine EVER Pharma?

Dit medicijn is een antikankermiddel dat deel uitmaakt van een groep geneesmiddelen die ‘anti- metabolieten’ worden genoemd. Dit medicijn bevat de werkzame stof 'azacitidine'.

Waarvoor wordt dit medicijn gebruikt?

Dit medicijn wordt gebruikt bij volwassenen die geen stamceltransplantatie kunnen ontvangen voor de behandeling van:

  • myelodysplastische syndromen (MDS) met een hoger risico.
  • chronische myelomonocytaire leukemie (CMML)
  • acute myeloïde leukemie (AML).

Dit zijn aandoeningen die het beenmerg aantasten en problemen met de normale aanmaak van bloedcellen kunnen veroorzaken.

Hoe werkt dit medicijn?

Dit medicijn werkt door de groei van kankercellen te voorkomen. Azacitidine wordt opgenomen in het genetische materiaal van cellen (ribonucleïnezuur (RNA) en deoxyribonucleïnezuur (DNA)). Het werkt vermoedelijk door het veranderen van de manier waarop de cel genen activeert en deactiveert en ook door het verstoren van de productie van nieuw RNA en DNA. Deze werkingen schijnen problemen te corrigeren met het rijp worden en de groei van jonge bloedcellen in het beenmerg die myelodysplastische aandoeningen veroorzaken, en kankercellen bij leukemie te doden.

Overleg met uw arts of verpleegkundige wanneer u vragen heeft over hoe dit medicijn werkt of waarom dit medicijn aan u is voorgeschreven.

Wat moet u weten voordat u het gebruikt?

Wanneer mag u dit medicijn niet gebruiken?

  • U bent allergisch voor een van de stoffen in dit medicijn. Deze stoffen kunt u vinden in rubriek 6 van deze bijsluiter.
  • U lijdt aan gevorderde leverkanker.
  • U geeft borstvoeding.

Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit medicijn?

Neem contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige voordat u dit medicijn gebruikt:

  • U heeft een verlaagd aantal bloedplaatjes, rode of witte bloedcellen.
  • U heeft een nierziekte.
  • U heeft een leverziekte.
  • U heeft ooit een hartaandoening of hartaanval gehad of u heeft een voorgeschiedenis van longziekte.

Dit medicijn kan een ernstige afweerreactie van uw lichaam veroorzaken die “differentiatiesyndroom” heet (zie rubriek 4).

Bloedonderzoeken

Er wordt bloedonderzoek bij u gedaan voor het begin van de behandeling met dit medicijn en bij aanvang van elke behandelperiode (ook “cyclus” genoemd). Dit is om te controleren of u genoeg bloedcellen heeft en of uw lever en nieren goed werken.

Kinderen en jongeren tot 18 jaar

Het gebruik van dit medicijn bij kinderen en jongeren onder de 18 jaar wordt afgeraden.

Gebruikt u nog andere medicijnen?

Gebruikt u naast Azacitidine EVER Pharma nog andere medicijnen, heeft u dat kort geleden gedaan of gaat u dit misschien binnenkort doen? Vertel dat dan uw arts of apotheker. De reden is dat Azacitidine EVER Pharma de manier waarop sommige andere medicijnen werken, kan beïnvloeden. Ook is het mogelijk dat sommige andere medicijnen de werking van Azacitidine EVER Pharma kunnen beïnvloeden.

Zwangerschap, borstvoeding en vruchtbaarheid

Zwangerschap

U dient dit medicijn niet tijdens de zwangerschap te gebruiken omdat dit schadelijk kan zijn voor de baby. Gebruik een effectieve anticonceptiemethode tijdens en tot 3 maanden na de behandeling. Vertel het onmiddellijk aan uw arts als u tijdens behandeling zwanger wordt.

Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Neem dan contact op met uw arts of apotheker voordat u dit medicijn gebruikt.

Borstvoeding

U mag geen borstvoeding geven als u dit medicijn gebruikt. Het is niet bekend of dit medicijn in de moedermelk wordt uitgescheiden.

Vruchtbaarheid

Mannen mogen geen kind verwekken terwijl zij met dit medicijn worden behandeld. Gebruik een effectieve anticonceptiemethode tijdens en tot 3 maanden na de behandeling met dit medicijn. Overleg met uw arts als u voor het begin van de behandeling uw sperma wilt laten invriezen.

Rijvaardigheid en het gebruik van machines

Als u bijwerkingen zoals vermoeidheid ondervindt, bestuur dan geen voertuig en gebruik geen gereedschap of machines.

Hoe wordt het gebruikt?

Uw arts zal u bij aanvang van elke behandelingscyclus nog een ander geneesmiddel geven voordat dit medicijn aan u wordt toegediend om misselijkheid en braken te voorkomen.

  • De geadviseerde dosering is 75 mg/m² lichaamsoppervlak. Uw arts zal uw dosis van dit geneesmiddel bepalen, afhankelijk van uw algemene toestand, uw lengte en gewicht. Uw arts zal uw vooruitgang controleren en kan uw dosis aanpassen als dit noodzakelijk is.
  • Dit medicijn wordt gedurende een week dagelijks aan u toegediend, gevolgd door een rustperiode van 3 weken. Deze “behandelingscyclus” wordt elke 4 weken herhaald. Gewoonlijk krijgt u ten minste 6 behandelingscycli.

U krijgt dit medicijn als een injectie onder de huid (subcutaan) toegediend door een arts of verpleegkundige. De injectie kan onder de huid van uw dijbeen, buik of bovenarm worden gegeven.

Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit medicijn? Neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige.

Wat zijn mogelijke bijwerkingen?

Zoals elk medicijn kan ook dit medicijn bijwerkingen hebben. Niet iedereen krijgt daarmee te maken.

Vertel het onmiddellijk aan uw arts als u een van de volgende bijwerkingen opmerkt:

  • Slaperigheid, beven, geelzucht, opgezette buik en gevoelig zijn voor bloeduitstortingen. Dit kunnen symptomen zijn van leverfalen en dit kan levensbedreigend zijn.
  • Zwelling van de benen en voeten, rugpijn, minder urineren, meer dorst hebben, snelle pols, duizeligheid en misselijkheid, braken of verminderde eetlust en gevoelens van verwardheid, rusteloosheid of vermoeidheid. Dit kunnen symptomen zijn van nierfalen en dit kan levensbedreigend zijn.
  • Koorts. Dit kan veroorzaakt worden door een infectie als gevolg van een verlaagd aantal witte bloedcellen, wat levensbedreigend kan zijn.
  • Pijn op de borst of kortademigheid, waarbij ook koorts kan optreden. Dit kan veroorzaakt worden door een longontsteking, ook wel “pneumonie” genoemd en kan levensbedreigend zijn.
  • Bloeding. Bijvoorbeeld bloed in de ontlasting veroorzaakt door een bloeding in uw maag of darmen, of bloeding in uw hoofd. Dit kunnen symptomen zijn die op een laag aantal bloedplaatjes in uw bloed wijzen.
  • Problemen met ademhalen, zwelling van de lippen, jeuk of huiduitslag. Dit kan veroorzaakt worden door een allergische reactie (overgevoeligheidsreactie).

Overige bijwerkingen omvatten:

Zeer vaak voorkomende bijwerkingen (kunnen optreden bij meer dan 1 op de 10 personen)

  • Een verlaagd aantal rode bloedcellen (anemie). U kunt zich moe voelen en bleek zien.
  • Een verlaagd aantal witte bloedcellen. Dit kan gepaard gaan met koorts. U bent ook meer vatbaar voor infecties.
  • Een laag aantal bloedplaatjes (trombocytopenie). U heeft sneller last van bloedingen en blauwe plekken.
  • Verstopping, diarree, misselijkheid, braken.
  • Longontsteking.
  • Pijn op de borst, kortademigheid.
  • Vermoeidheid.
  • Reactie op de injectieplaats, waaronder roodheid, pijn of een huidreactie.
  • Verlies van eetlust.
  • Gewrichtspijn.
  • Blauwe plekken.
  • Huiduitslag.
  • Rode of paarse plekjes onder uw huid.
  • Buikpijn.
  • Jeuk.

Vaak voorkomende bijwerkingen (kunnen optreden bij maximaal 1 op de 10 personen)

  • Bloeding in uw hoofd.
  • Een infectie van het bloed die door bacteriën wordt veroorzaakt (sepsis). Dit kan het gevolg zijn van een laag aantal witte bloedcellen.
  • Falen van het beenmerg. Dit kan leiden tot een laag aantal rode bloedcellen, witte bloedcellen en bloedplaatjes.
  • Een type bloedarmoede (anemie) waarbij het aantal rode bloedcellen, witte bloedcellen en bloedplaatjes is afgenomen.
  • Een urineweginfectie.
  • Een virusinfectie die koortsuitslag veroorzaakt (herpes).
  • Bloedend tandvlees, een bloeding in uw maag of darmen, een bloeding rondom uw anus als gevolg van aambeien (bloedende hemorroïden), een oogbloeding, een bloeding onder uw huid of in uw huid (hematoom).
  • Bloed in uw urine.
  • Zweren in uw mond of op uw tong.
  • Huidveranderingen op de injectieplaats. Hiertoe behoren zwellingen, een hard knobbeltje, blauwe plekken, bloeding in uw huid (hematoom), huiduitslag, jeuk en veranderingen in de huidskleur.
  • Roodverkleuring van uw huid.
  • Een infectie van de huid (cellulitis).
  • Een infectie van de neus en keel of keelpijn.
  • Een pijnlijke neus, een loopneus of pijnlijke bijholten (sinusitis).
  • Hoge of lage bloeddruk (hypertensie of hypotensie).
  • Kortademigheid bij beweging.
  • Pijn in uw keel en strottenhoofd.
  • Gestoorde spijsvertering.
  • Lusteloosheid (lethargie).
  • Algemeen gevoel van onwel zijn.
  • Angst.
  • Verwardheid.
  • Haaruitval.
  • Nierfalen.
  • Uitdroging (dehydratie).
  • Witte aanslag op de tong, binnenzijde van de wangen en soms aan de bovenzijde in uw mond, op het tandvlees en de amandelen (orale schimmelinfectie).
  • Flauwvallen.
  • Een plotselinge daling van de bloeddruk wanneer u staat (orthostatische hypotensie) die tot duizeligheid leidt wanneer u naar een staande of zittende houding verandert.
  • Slaperigheid, sufheid.
  • Bloeding veroorzaakt door een katheterlijn.
  • Een ziekte die de darmen aantast en die koorts, braken en maagpijn kan veroorzaken (diverticulitis).
  • Vocht rond de longen (pleurale effusie).
  • Rillen (koude rillingen).
  • Spierspasmen.
  • Verheven, jeukende uitslag op de huid (netelroos of galbulten).
  • Ophoping van vocht rond het hart (pericardeffusie).

Soms voorkomende bijwerkingen (kunnen optreden bij maximaal 1 op de 100 personen)

  • Allergische reactie (overgevoeligheidsreactie).
  • Beven.
  • Leverfalen.
  • Grote donkerpaarse, opgezette pijnlijke plekken op de huid gepaard met koorts.
  • Pijnlijke huidverzwering (pyodermia gangraenosa).
  • Ontsteking van de bekleding rondom het hart (pericarditis).

Zelden voorkomende bijwerkingen (kunnen optreden bij maximaal 1 op de 1000 personen)

  • Droge hoest.
  • Pijnloze verdikking in de vingertoppen (clubbing).
  • Tumorlysissyndroom – metabole complicaties die zich tijdens een kankerbehandeling kunnen voordoen en soms zelfs zonder behandeling. Deze complicaties worden veroorzaakt door het product van afstervende kankercellen en kunnen de volgende omvatten: veranderingen in de bloedchemie: hoog gehalte aan kalium, fosfor, urinezuur en laag gehalte aan calcium, hetgeen vervolgens leidt tot veranderingen in nierfunctie, hartslag, aanvallen en soms overlijden.

Niet bekend (de frequentie kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald)

  • Infectie van de diepere lagen van de huid die zich snel verspreidt, de huid en weefsels beschadigt en levensbedreigend kan zijn (necrotiserende fasciitis).
  • Een ernstige afweerreactie van uw lichaam (differentiatiesyndroom) die koorts, hoest, moeilijk ademhalen, huiduitslag, minder plassen, lage bloeddruk (hypotensie), zwelling van de armen of benen en snelle gewichtstoename kan veroorzaken.

Het melden van bijwerkingen

Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige. Dit geldt ook voor bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook melden via het Nederlands Bijwerkingen Centrum Lareb (website: www.lareb.nl). Door bijwerkingen te melden, helpt u ons om meer informatie te krijgen over de veiligheid van dit medicijn.

Hoe moet het worden bewaard?

Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.

Gebruik dit medicijn niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die vindt u op de kartonnen doos en op het etiket van de injectieflacon na EXP. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de uiterste houdbaarheidsdatum.

Uw arts, apotheker of verpleegkundige is verantwoordelijk voor het bewaren van dit medicijn. Zij zijn ook verantwoordelijk voor het op de juiste wijze bereiden en vernietigen van ongebruikt medicijn.

Voor ongeopende injectieflacons van dit medicijn zijn er geen speciale bewaarcondities.

Na bereiding

Wanneer azacitidine is bereid met water voor injecties dat niet is gekoeld, is de chemische en fysische stabiliteit van het bereide medicijn tijdens gebruik aangetoond gedurende 45 minuten bij 25 °C en gedurende 8 uur bij 2 °C tot 8 °C.

De houdbaarheid van het bereide medicijn kan worden verlengd door het te bereiden met gekoeld (2 °C tot 8 °C) water voor injecties. Wanneer azacitidine is bereid met gekoeld (2 °C tot 8 °C) water voor injecties, is de chemische en fysische stabiliteit van het bereide medicijn tijdens gebruik aangetoond gedurende 32 uur bij 2 °C tot 8 °C.

Vanuit microbiologisch oogpunt moet het bereide product onmiddellijk worden gebruikt. Indien het niet onmiddellijk wordt gebruikt, is de gebruiker verantwoordelijk voor de bewaartijden tijdens gebruik en de bewaaromstandigheden voorafgaand aan het gebruik. De bewaartijd mag niet langer zijn dan 8 uur bij 2 °C tot 8 °C wanneer bereid met niet-gekoeld water voor injecties of niet langer dan 32 uur wanneer bereid met gekoeld (2 °C tot 8 °C) water voor injecties.

De suspensie dient gedurende maximaal 30 minuten vóór toediening op kamertemperatuur te komen (20 – 25 °C).

Als grote deeltjes in de suspensie aanwezig zijn dient deze te worden afgevoerd.

Verdere informatie

Welke stoffen zitten er in dit medicijn?

  • De werkzame stof in dit medicijn is azacitidine.
    Een ml van de bereide suspensie bevat 25 mg azacitidine. Een injectieflacon bevat 100 mg of 150 mg azacitidine.
  • De andere stof in dit medicijn is mannitol (E421).

Hoe ziet Azacitidine EVER Pharma eruit en wat zit er in een verpakking?

Azacitidine EVER Pharma is een wit poeder voor suspensie voor injectie en wordt geleverd in een glazen injectieflacon afgesloten met een butylrubber dop en met een aluminiumdop (wit voor de verpakkingsgrootte van 100 mg en oranje voor de 150 mg).

Verpakkingsgrootten

1 injectieflacon met 100 mg azacitidine.

1 injectieflacon met 150 mg azacitidine.

Houder van de vergunning voor het in de handel brengen

EVER Valinject GmbH, Oberburgau 3, 4866 Unterach am Attersee, Oostenrijk

Fabrikant

AqVida GmbH, Kaiser-Wilhelm-Str. 89, 20355 Hamburg, Duitsland

EVER Pharma Jena GmbH, Otto-Schott-Str. 15, 07745 Jena, Duitsland

In het register ingeschreven onder RVG 124757.

Dit medicijn is geregistreerd in lidstaten van de EEA onder de volgende namen:

Denemarken Azacitidine EVER Pharma 25 mg/ml pulver til injektionsvæske, suspension
Duitsland Azacitidin EVER Pharma 25 mg/ml Pulver zur Herstellung einer Injektionssuspension
Finland Azacitidine EVER Pharma 25 mg/ml injektiokuiva-aine, suspensiota varten
Frankrijk Azacitidine EVER Pharma 25 mg/ml poudre pour suspension injectable
Ierland Azacitidine EVER Pharma 25 mg/ml powder for suspension for injection
Italië Azacitidina EVER Pharma
Nederland Azacitidine EVER Pharma 25 mg/ml poeder voor suspensie voor injectie
Noorwegen Azacitidine EVER Pharma
Oostenrijk Azacitidin EVER Pharma 25 mg/ml Pulver zur Herstellung einer Injektionssuspension
Polen Azacitidine EVER Pharma

Slowakije Azacitidín EVER Pharma 25 mg/ml prášok na injekcnú suspenziu

Spanje Azacitidina Ever Pharma 25 mg/ml polvo para suspensión inyectable EFG Tsjechië Azacitidine EVER Pharma

Zweden Azacitidine EVER Pharma 25 mg/ml pulver till injektionsvätska, suspension

Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in januari 2023.

--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

De volgende informatie is alleen bestemd voor beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg:

Aanbevelingen voor veilig gebruik

Azacitidine EVER Pharma is een cytotoxisch geneesmiddel en daarom is, net als bij andere potentieel toxische stoffen, voorzichtigheid geboden bij het hanteren en bereiden van azacitidinesuspensies. De procedures voor een juiste verwerking en vernietiging van geneesmiddelen tegen kanker dienen te worden toegepast. Als gereconstitueerde azacitidine in contact komt met de huid, moet deze onmiddellijk grondig met water en zeep worden afgespoeld. Als het in contact komt met de slijmvliezen, moeten deze grondig met water worden afgespoeld.

Zwanger personeel mag geen handelingen verrichten met dit geneesmiddel.

Gevallen van onverenigbaarheid

Dit geneesmiddel mag niet gemengd worden met andere geneesmiddelen dan die hieronder worden vermeld (zie “Reconstitutieprocedure”).

Reconstitutieprocedure

Azacitidine EVER Pharma dient te worden gereconstitueerd met water voor injecties. De houdbaarheid van het gereconstitueerde geneesmiddel kan worden verlengd door te reconstitueren met gekoeld (2 – 8 °C) water voor injecties. Bijzonderheden over bewaring van het gereconstitueerde product worden hieronder gegeven.

  1. De volgende benodigdheden moeten worden verzameld:
    Injectieflacon(s) azacitidine; injectieflacon(s) met water voor injecties; niet-steriele chirurgische handschoenen; alcoholdoekjes; injectiespuit(en) met naald(en).
  2. De correcte hoeveelheid water voor injecties (zie tabel hieronder) moet in de injectiespuit worden opgetrokken en eventueel aanwezige lucht moet uit de injectiespuit worden verwijderd.
Inhoud injectieflacon Volume water voor Finale concentratie
injecties
   
100 mg 4 ml 25 mg/ml
150 mg 6 ml 25 mg/ml
  1. De naald van de injectiespuit die het water voor injecties bevat, moet door de rubberen bovenkant van de injectieflacon met azacitidine worden gestoken, waarna het water voor injecties in de injectieflacon moet worden geïnjecteerd.
  2. Na het verwijderen van de injectiespuit en de naald moet de injectieflacon krachtig worden geschud totdat er een homogene troebele suspensie is ontstaan. Na reconstitutie bevat elke ml suspensie 25 mg azacitidine. Het gereconstitueerde product is een homogene, troebele suspensie, vrij van agglomeraten. Het product moet worden afgevoerd als het grote deeltjes of agglomeraten bevat. De suspensie na reconstitutie niet filtreren omdat hierdoor het werkzame bestanddeel kan worden verwijderd. Men dient er rekening mee te houden dat in sommige adapters, spikes en gesloten systemen filters aanwezig zijn; daarom dienen dergelijke systemen niet te worden gebruikt voor toediening van het geneesmiddel na reconstitutie.
  1. De rubberen bovenkant moet worden gereinigd en een nieuwe injectiespuit met naald moet in de injectieflacon worden ingebracht. Daarna moet de injectieflacon ondersteboven worden gedraaid, waarbij ervoor wordt gezorgd dat de punt van de naald onder het vloeistofniveau zit. De zuiger moet vervolgens worden teruggetrokken om de hoeveelheid geneesmiddel op te trekken die nodig is voor de juiste dosis en eventueel aanwezige lucht moet uit de injectiespuit worden verwijderd. De injectiespuit met naald moet vervolgens uit de injectieflacon worden getrokken en de naald moet worden afgevoerd.
  2. Daarna moet een nieuwe subcutane naald (geadviseerd wordt 25 gauge) stevig op de injectiespuit worden bevestigd. De naald mag voorafgaand aan de injectie niet worden ontlucht om de incidentie van lokale reacties op de injectieplaats te beperken.
  3. Wanneer er meer dan 1 injectieflacon nodig is, moeten alle stappen hierboven voor de bereiding van de suspensie worden herhaald. Mogelijk lukt het niet om alle suspensie uit de injectieflacon op te trekken, doordat er suspensie wordt vastgehouden in de injectieflacon en naald.
  4. De inhoud van de doseringsspuit moet onmiddellijk voor toediening opnieuw in suspensie worden gebracht. De temperatuur van de suspensie moet op het tijdstip van injectie ongeveer
    20 – 25 °C bedragen. Rol om de inhoud opnieuw in suspensie te brengen de injectiespuit krachtig tussen de handpalmen totdat een homogene, troebele suspensie is ontstaan. Het product moet worden afgevoerd als het grote deeltjes of agglomeraten bevat.

Na reconstitutie

Wanneer azacitidine wordt gereconstitueerd met water voor injecties dat niet is gekoeld, is de chemische en fysische stabiliteit van het gereconstitueerde geneesmiddel tijdens het gebruik bij een temperatuur van 25 °C gedurende 45 minuten en bij een temperatuur van 2 °C tot 8 °C gedurende 8 uur aangetoond.

De houdbaarheid van het gereconstitueerde geneesmiddel kan worden verlengd door te reconstitueren met gekoeld (2 °C tot 8 °C) water voor injecties. Wanneer azacitidine wordt gereconstitueerd met gekoeld (2 °C tot 8 °C) water voor injecties, is de chemische en fysische stabiliteit van het gereconstitueerde geneesmiddel tijdens het gebruik bij een temperatuur van 2 °C tot 8 °C gedurende 32 uur aangetoond.

Vanuit microbiologisch oogpunt moet het gereconstitueerde product onmiddellijk worden gebruikt. Indien het niet onmiddellijk wordt gebruikt, is de gebruiker verantwoordelijk voor de bewaartijden tijdens het gebruik en de bewaaromstandigheden voorafgaand aan het gebruik; de bewaartijd bij 2 °C tot 8 °C mag niet langer zijn dan 8 uur wanneer het werd gereconstitueerd met water voor injecties dat niet was gekoeld of niet langer dan 32 uur wanneer het werd gereconstitueerd met behulp van gekoeld (2 °C tot 8 °C) water voor injecties.

De injectiespuit gevuld met de gereconstitueerde suspensie dient gedurende maximaal 30 minuten voorafgaand aan toediening op een temperatuur van ongeveer 20 – 25 °C te komen. Als er meer dan 30 minuten zijn verstreken, moet de suspensie op de juiste wijze worden afgevoerd en moet een nieuwe dosis worden bereid.

Berekening van een individuele dosis

De totale dosis op basis van het lichaamsoppervlak kan als volgt worden berekend:

Totale dosis (mg) = dosis (mg/m²) x lichaamsoppervlak (m²)

De volgende tabel is uitsluitend bedoeld als voorbeeld van hoe individuele doses azacitidine kunnen worden berekend op basis van een gemiddeld lichaamsoppervlak van 1,8 m².

Dosis mg/m² Totale dosis gebaseerd op     Totaal benodigd
Aantal vereiste volume
(% VAN DE AANBEVOLEN een lichaamsoppervlak
injectieflacons gereconstitueerde
STARTDOSIS) van 1,8 m²
    suspensie
       
    100 mg 150 mg  
    injectieflacon injectieflacon  
75 mg/m² (100 %) 135 mg 2 flacons 1 flacon 5,4 ml
37,5 mg/m² (50 %) 67,5 mg 1 flacon 1 flacon 2,7 ml
25 mg/m² (33 %) 45 mg 1 flacon 1 flacon 1,8 ml
Wijze van toediening        

De suspensie na reconstitutie niet filtreren.

Gereconstitueerde Azacitidine EVER Pharma moet subcutaan (plaats de naald onder een hoek van 45 – 90º) in de bovenarm, het dijbeen of de buik worden geïnjecteerd met behulp van een naald van 25 gauge.

Doses groter dan 4 ml moeten op twee afzonderlijke plaatsen worden geïnjecteerd.

De injectieplaatsen moeten worden afgewisseld. Nieuwe injecties moeten op een afstand van ten minste 2,5 cm van een vorige injectieplaats worden toegediend en nooit in gebieden waar de huid pijnlijk, rood of hard is of waar deze blauwe plekken vertoont.

Al het ongebruikte geneesmiddel of afvalmateriaal dient in overeenstemming met lokale voorschriften te worden vernietigd.

Laatst bijgewerkt op 19.07.2023

Meer medicijnen met dezelfde werkzame stof

De volgende medicijnen bevatten ook de werkzame stof Azacitidine. Raadpleeg uw arts over een mogelijk alternatief voor Azacitidine EVER Pharma 25 mg/ml poeder voor suspensie voor injectie

Medicijn
Vergunninghouder
Centrafarm B.V. Van de Reijtstraat 31-E 4814 NE BREDA
Tillomed Pharma GmbH Mittelstrasse 5/5a 12529 SCHÖNEFELD (DUITSLAND)
Zentiva k.s. U kabelovny 130 102 37 PRAGUE 10 (TSJECHIË)

Logo

Uw persoonlijke medicatie-assistent

Medicijnen

Blader hier door onze uitgebreide database van A-Z medicijnen, met effecten, bijwerkingen en doseringen.

Stoffen

Alle actieve ingrediënten met hun werking, toepassing en bijwerkingen, evenals de medicijnen waarin ze zijn opgenomen.

Ziekten

Symptomen, oorzaken en behandeling van veelvoorkomende ziekten en verwondingen.

De weergegeven inhoud vervangt niet de originele bijsluiter van het medicijn, vooral niet met betrekking tot de dosering en werking van de afzonderlijke producten. We kunnen geen aansprakelijkheid aanvaarden voor de nauwkeurigheid van de gegevens, omdat deze gedeeltelijk automatisch zijn omgezet. Raadpleeg altijd een arts voor diagnoses en andere gezondheidsvragen.

© medikamio