Wanneer mag u dit medicijn niet gebruiken?
-
U bent allergisch voor een van de stoffen in dit medicijn. Deze stoffen kunt u vinden in rubriek 6 van deze bijsluiter.
-
als u een verhoogde hoeveelheid calcium in uw bloed (hypercalciëmie) en/of in uw urine (hypercalciurie) heeft.
-
als u aanleg heeft voor nierstenen of voor kalkaanslag in uw nieren
-
als u te veel vitamine D in uw bloed (hypervitaminose D) heeft.
-
als u ernstige nierproblemen heeft.
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit medicijn?
Neem contact op met uw arts of apotheker voordat u dit medicijn gebruikt.
Wees voorzichtig met dit medicijn:
-
als calcium en fosfaten door uw lichaam niet goed worden uitgescheiden via de nieren
-
als u momenteel behandeld wordt met benzothiadiazinederivaten (medicijnen die ervoor zorgen dat u meer plast)
-
als u zich niet kunt bewegen
Wees voorzichtig omdat u het risico loopt hypercalciëmie (verhoogde hoeveelheid calcium in het bloed), hypercalciurie (verhoogde hoeveelheid calcium in de urine) en verkalking van de weke delen (weefsel rond organen en onder de huid zoals pezen, vet, spieren en kraakbeen) te ontwikkelen. Uw arts zal de hoeveelheid calcium in uw bloed en urine controleren.
-
als u sarcoïdose heeft (een ziekte waarbij spontaan ontstekingen ontstaan in verschillende organen van het lichaam), omdat er een risico bestaat op een verhoogde omzetting van vitamine D naar zijn werkzame vorm. In dit geval moet de hoeveelheid calcium in uw bloed en urine regelmatig worden gecontroleerd.
-
als u of uw kind symptomen krijgt die lijken op die van een overdosis kort na het begin van de behandeling (zie rubriek 3). Ook al volgt u de geadviseerde dosering. Neem dan direct contact op met uw arts. Want dit kan komen door een niet eerder ontdekte erfelijke stofwisselingsziekte (idiopathische infantiele hypercalciëmie).
-
als u een ziekte heeft waarbij uw lichaam niet goed reageert op het bijschildklierhormoon (pseudohypoparathyreoïdie). Er is dan een risico op langdurige overdosering.
Bij patiënten met een verminderde werking van de nieren, moet het effect op het evenwicht tussen calcium en fosfaat regelmatig worden gecontroleerd.
Bij patiënten die nierstenen hebben gehad, moet de hoeveelheid calcium in het bloed en de urine gecontroleerd worden, aangezien er een risico bestaat op nierstenen bij patiënten die hier gevoelig voor zijn.
Als nog andere vitamine D-bevattende medicijnen worden voorgeschreven, moet men rekening houden met de dosering aan vitamine D in D-Cura. De extra toevoeging van vitamine D of calcium mag alleen worden uitgevoerd onder medisch toezicht. In deze gevallen moet de hoeveelheid calcium in het bloed en de urine regelmatig worden gecontroleerd.
Tijdens de behandeling met dit medicijn moet de hoeveelheid calcium in het bloed en in de urine regelmatig worden gecontroleerd. Ook moet de werking van de nieren gecontroleerd worden door meting van de hoeveelheid creatinine in het bloed (creatinine is een afvalstof die de nieren uit het bloed verwijderen. Bij beschadigde nieren zit er meer creatinine in het bloed dan normaal). Deze controles zijn vooral belangrijk bij oudere patiënten en bij gelijktijdige behandeling met hartglycosiden (gebruikt om de werking van de hartspier te stimuleren) of diuretica (plasmiddelen). Als u een te hoge hoeveelheid calcium in het bloed (hypercalciëmie) of symptomen van een verminderde werking van de nieren heeft, moet de dosis worden verlaagd of de behandeling worden
onderbroken. Het wordt aanbevolen om de dosis te verlagen of de behandeling te onderbreken als de hoeveelheid calcium in de urine meer is dan 7,5 mmol/24 uur (300 mg/24 uur).
Kinderen en jongeren tot 18 jaar
Het medicijn wordt gebruikt bij te vroeg geboren baby’s, zuigelingen en kinderen om rachitis (een botaandoening) te voorkomen. Bij kinderen en jongeren wordt het gebruikt voor de behandeling van een vitamine D-tekort (vitamine D-deficiëntie) en om een vitamine D-tekort te voorkomen wanneer te weinig voedingsstoffen uit voedsel kunnen worden opgenomen (malabsorptie).
Gebruikt u nog andere medicijnen?
Gebruikt u naast D-Cura nog andere medicijnen, heeft u dat kort geleden gedaan of gaat u dit misschien binnenkort doen? Vertel dat dan uw arts of apotheker.
Fenytoïne (wordt gebruikt om epilepsie te behandelen) of barbituraten (worden gebruikt om epilepsie en slaapstoornissen te behandelen en om u te verdoven) kunnen het effect van vitamine D verminderen.
Thiazidediuretica (zoals benzothiadiazinederivaten) zijn medicijnen die ervoor zorgen dat u meer plast. Deze medicijnen kunnen leiden tot een verhoogde hoeveelheid calcium in het bloed (hypercalciëmie) als gevolg van een verminderde uitscheiding van calcium via de nieren. Daarom moet de hoeveelheid calcium in het bloed en de urine regelmatig worden gecontroleerd bij langdurige behandeling.
Gelijktijdige toediening van glucocorticoïden (gebruikt om bepaalde allergische aandoeningen te behandelen) kan de werking van vitamine D verminderen.
Het risico op een bijwerking kan toenemen als u ook hartglycosiden inneemt (gebruikt om de werking van de hartspier te stimuleren) als gevolg van een verhoogde hoeveelheid calcium in het bloed tijdens de behandeling met vitamine D (risico op hartritmestoornissen). Uw ECG (elektronisch hartfilmpje) en de hoeveelheid calcium in uw bloed en urine moeten regelmatig gecontroleerd worden.
Gelijktijdige behandeling met ionenuitwisselingsharsen zoals colestyramine (vermindert de hoeveelheid galzuren en cholesterol in uw bloed) of laxeermiddelen zoals paraffineolie of medicijnen die leiden tot een slechte opname van vet, bijvoorbeeld orlistat, kan de opname van vitamine D in het maag-darmkanaal verminderen. Patiënten moeten vitamine D minstens een uur ervoor of 4-6 uur erna innemen om de mogelijke wisselwerking tussen hun opname zo klein mogelijk te houden.
Rifampicine (medicijn tegen een infectie met een bacterie) kan de werkzaamheid van vitamine D verminderen door enzymen in de lever te stimuleren.
Isoniazide (medicijn voor de behandeling van tuberculose) kan de werkzaamheid van vitamine D verminderen door de omzetting van vitamine D naar de werkzame vorm te remmen.
Gelijktijdig gebruik met producten die calcium bevatten en die in hoge doses worden toegediend, kan het risico op hypercalciëmie (te veel calcium in uw bloed) verhogen. De hoeveelheid calcium in uw bloed en urine moeten daarom regelmatig worden gecontroleerd.
Producten die magnesium bevatten (zoals medicijnen tegen maagzuur) mogen niet worden ingenomen
tijdens een vitamine D-behandeling vanwege het risico op hypermagnesiëmie (te veel magnesium in uw bloed).
Producten die fosfor bevatten en die in hoge doses gelijktijdig worden toegediend, kunnen het risico op hyperfosfatemie (te veel fosfaat in uw bloed) verhogen.
Bij gelijktijdig gebruik van vitamine D met calcitonine, galliumnitraat, pamidronaatbifosfonaten of plicamycine voor de behandeling van hypercalciëmie, kan vitamine D het effect van deze producten ongedaan maken.
Het cytotoxische (celdodende) medicijn actinomycine (gebruikt om kanker te behandelen) en imidazol (een medicijn dat wordt gebruikt om de groei van schimmels te voorkomen) verstoren de vitamine D- activiteit.
Vitamine D kan de opname van aluminium in de darm verhogen en daardoor de hoeveelheid aluminium in uw bloed verhogen. Langdurig of overmatig gebruik van antacida (medicijnen tegen maagzuur) die aluminium bevatten, moet worden vermeden.
Houdt u er rekening mee dat dit ook geldt voor medicijnen die u onlangs hebt ingenomen.
Zwangerschap en borstvoeding
Tijdens zwangerschap en borstvoeding is inname van voldoende vitamine D noodzakelijk. Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Neem dan contact op met uw arts of apotheker voordat u dit medicijn gebruikt.
Zwangerschap
Dagelijkse doses boven 600 I.E. mogen alleen worden ingenomen als dit duidelijk is aangegeven door uw arts. Tijdens de zwangerschap mag uw dagelijkse dosis niet meer zijn dan 4.000 I.E. vitamine D.
Een overdosis vitamine D kan schadelijk zijn voor uw baby (risico op lichamelijke en geestelijke achterstand en op hart- en oogaandoeningen) (zie rubriek “Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met
dit medicijn?”).
Borstvoeding
Vitamine D en zijn metabolieten (stoffen die gevormd worden tijdens de stofwisseling van vitamine D) komen in de moedermelk terecht, waarmee ook rekening moet worden gehouden als uw kind extra vitamine D krijgt.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Er zijn geen speciale voorzorgsmaatregelen nodig.