Welke stoffen zitten er in dit medicijn?
- De werkzame stof in dit middel is gentamicine.
Gentamicine Noridem 20 mg/ml:
Elke ml oplossing bevat 20 mg gentamicine (in de vorm van gentamicinesulfaat).
Elke ampul met 2 ml oplossing bevat 40 mg gentamicine.
Gentamicine Noridem 40 mg/ml:
Elke ml oplossing bevat 40 mg gentamicine (in de vorm van gentamicinesulfaat).
Elke ampul met 2 ml oplossing bevat 80 mg gentamicine.
Gentamicine Noridem 80 mg/ml:
Elke ml oplossing bevat 80 mg gentamicine (in de vorm van gentamicinesulfaat).
Elke ampul met 2 ml oplossing bevat 160 mg gentamicine.
De andere stoffen in dit medicijn zijn: dinatriumedetaat, natriummetabisulfiet (E223), natriumhydroxide 1 N (voor pH-aanpassing), zwavelzuur 0,5 M (voor pH-aanpassing), water voor injecties.
Hoe ziet Gentamicine Noridem eruit en wat zit er in een verpakking?
Gentamicine Noridem oplossing voor injectie/infusie is een heldere, kleurloze oplossing voor injectie/infusie.
Elke glazen ampul bevat 2 ml oplossing. Er zijn verpakkingsgroottes van 5, 10, 20, 25, 50 of 100 ampullen en verpakkingsgroottes van 10 (2 x 5), 20 (4 x 5), 25 (5 x 5) or 50 (5 x 10) ampullen.
Mogelijk worden niet alle verpakkingsgrootten in de handel gebracht.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen: Noridem Enterprises Limited, Evagorou & Makariou, Mitsi Building 3, Office 115, 1065 Nicosia, Cyprus.
Fabrikant: DEMO SA PHARMACEUTICAL INDUSTRY, 21st km National Road Athens-Lamia, 14568 Krioneri, Attiki, Griekenland.
Inlichtingen en correspondentie: Eureco Pharma BV, Boelewerf 2, 2987 VD Ridderkerk
In het register ingeschreven onder: 20 mg/ml: RVG 124445
40 mg/ml: RVG 124446
80 mg/ml: RVG 124447
Dit medicijn is geregistreerd in lidstaten van de Europese Economische Ruimte en in het Verenigd Koninkrijg (Noord-Ierland) onder de volgende namen:
Duitsland:
|
Gentamicin Noridem 20 mg/ml Injektions-/Infusionslösung
|
|
Gentamicin Noridem 40 mg/ml Injektions-/Infusionslösung
|
|
Gentamicin Noridem 80 mg/ml Injektions-/Infusionslösung
|
Cyprus:
|
OCTORET 20 mg / mL Διάλυμα για ένεση/έγχυση
|
|
OCTORET 40 mg / mL Διάλυμα για ένεση/έγχυση
|
|
OCTORET 80 mg / mL Διάλυμα για ένεση/έγχυση
|
Griekenland:
|
OCTORET 20 mg / mL Διάλυμα για ένεση/έγχυση
|
|
OCTORET 40 mg / mL Διάλυμα για ένεση/έγχυση
|
|
OCTORET 80 mg / mL Διάλυμα για ένεση/έγχυση
|
Ierland:
|
Gentamicin 20 mg / mL Solution for injection / infusion
|
|
Gentamicin 40 mg / mL Solution for injection / infusion
|
|
Gentamicin 80 mg / mL Solution for injection / infusion
|
Nederland:
|
Gentamicine Noridem 20 mg/ml oplossing voor injectie/infusie
|
|
Gentamicine Noridem 40 mg/ml oplossing voor injectie/infusie
|
|
Gentamicine Noridem 80 mg/ml oplossing voor injectie/infusie
|
Polen:
|
Gentamicin Noridem
|
|
Gentamicin Noridem
|
|
Gentamicin Noridem
|
Verenigd Koninkrijk
|
Gentamicin 20 mg / mL Solution for injection / infusion
|
(Noord-Ierland):
|
Gentamicin 40 mg / mL Solution for injection / infusion
|
|
Gentamicin 80 mg / mL Solution for injection / infusion
|
Hongarije:
|
Gentamicin Noridem 20 mg/ml oldatos injekció/infúzió
|
|
Gentamicin Noridem 40 mg/ml oldatos injekció/infúzió
|
|
Gentamicin Noridem 80 mg/ml oldatos injekció/infúzió
|
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in οktober 2022.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
De volgende informatie is alleen bestemd voor beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg:
Raadpleeg de Samenvatting van de productkenmerken voor de volledige voorschrijfinformatie.
Dosering
De dosis is afhankelijk van de ernst van het ziektebeeld, de achtergrond, de nierfunctie van de patiënt en het type infectie. Er zijn verschillende vormen van gentamicine verkrijgbaar waarvan sommige beter geschikt zijn voor intraveneuze toediening van hoge doses. De dosis wordt bepaald op basis van het lichaamsgewicht van de patiënt.
De aanbevolen dagelijkse dosis bij adolescenten en volwassene met een normale nierfunctie moet bij voorkeur als een enkelvoudige dosis worden gegeven, of anders verdeeld in 2 afzonderlijke toedieningen.
Voor sommige specifieke micro-organismen of sommige infectieplaatsen kan een toedieningsfrequentie van meer dan tweemaal daags toegepast worden volgens de nationale en lokale richtlijnen.
Eenmaal daags toedienen wordt in geval van endocarditis afgeraden, afhankelijk van de verantwoordelijke micro-organismen. Volg bij endocarditis de nationale en lokale richtlijnen voor behandeling met gentamicine op geleide van de serumconcentratie.
Berekening van de dosis moet gebaseerd zijn op het ideale lichaamsgewicht.
Aanbevelingen voor dosering
Dosering (volwassenen en adolescenten)
Daaropvolgende doses dienen aangepast te worden aan de hand van de serumconcentraties (zie “Advies inzake monitoring”) volgens de lokale richtlijnen of met behulp van nomogrammen.
Dosering bij een verminderde nierfunctie
Gentamicine wordt voornamelijk uitgescheiden via glomerulaire filtratie. Dosering voor patiënten met gestoorde nierfunctie moet dienovereenkomstig worden aangepast.
Ook bij patiënten met een gestoorde leverfunctie dient de dosis aangepast te worden gebaseerd op therapeutische controle van het geneesmiddel. Over het algemeen wordt voor patiënten met een toedieningsschema van eenmaal daags aanbevolen het toedieningsinterval te verlengen. Het eerste toedieningsinterval dient ten minste 24 uur te bedragen en dient verlengd te worden afhankelijk van de ernst van de nierfunctiestoornis en de controle-uitslagen van de serumconcentraties gentamicine. Er zijn beperkte gegevens over eenmaal daags toediening bij patiënten met een ernstige leverfunctiestoornis (creatinineklaring <30 ml/min).
Dosisaanpassing
Er zijn nomogrammen beschikbaar om een dosis of interval te berekenen aan de hand van de leeftijd, het gewicht, de nierfunctie en plasmaconcentraties van de patiënt. Volg waar mogelijk de lokale richtlijnen. Als er geen nomogram of lokale richtlijnen beschikbaar zijn, maak dan gebruik van de onderstaande opties:
De dosis kan op twee manieren aangepast worden:
-
De toedieningsinterval verlengen met behoud van dezelfde dosis (volgende dosis is gelijk aan de begindosis).
-
De dosering verlagen met behoud van dezelfde toedieningsinterval (volgende dosis is kleiner dan de begindosis).
Verlenging van het doseringsinterval verdient de voorkeur bij patiënten die eenmaal daags een toediening krijgen. Verlaging van de dosering verdien de voorkeur bij patiënten die dagelijks meerdere toedieningen krijgen.
De volgende tabel vormt een richtlijn voor dosisverlaging zonder de toedieningsintervallen te veranderen (toedieningsinterval van 8 uur):
Serumcreatinine
|
Creatinineklaring
|
Volgende dosis
|
(mg/100 ml)
|
(ml/min/1,73 m2)
|
(percentage van de begindosis)
|
minder dan 1.0
|
meer dan 100
|
|
1,1 – 1,3
|
71 – 100
|
|
1,4 – 1,6
|
56 – 70
|
|
1,7 – 1,9
|
46 – 55
|
55 jaar
|
2,0 – 2,2
|
41 – 45
|
|
2,3 – 2,5
|
36 – 40
|
|
2,6 – 3,0
|
31 – 35
|
|
3,1 – 3,5
|
26 – 30
|
|
3,6 – 4,0
|
21 – 25
|
|
4,1 – 5,1
|
16 – 20
|
|
5,2 – 6,6
|
11 – 15
|
|
6,7 – 8,0
|
minder dan 10
|
|
Houd er ook rekening mee dat de nierfunctie in de loop van de behandeling kan veranderen.
Creatinineklaring heeft de voorkeur als parameter, vooral bij patiënten met schommelende plasmacreatinineconcentraties, zoals bij ernstige infecties (bijv. sepsis) wordt waargenomen.
Als alleen de serumcreatininewaarden bekend zijn, kan er een schatting worden gemaakt van de creatinineklaring met behulp van de volgende formule:
Mannen:
Lichaamsgewicht in (kg) x (140 minus levensjaren) Crkl= _________________________________________
72 x serumcreatinine (mg/100 ml)
of
Mannen:
Lichaamsgewicht in (kg) x (140 minus levensjaren) Crkl= ________________________________________
0,814 x serumcreatinine (µmol/l)
Vrouwen: 0,85 x de bovenstaande waarde
Als de nierfunctie bepaald wordt aan de hand van de serumcreatinewaarden, dienen deze meerdere keren te worden bepaald, omdat er enkel een samenhang met deze waarden bestaat als de nierfunctiestoornis gelijk blijft.
Pediatrische patiënten
De dagelijks aanbevolen dosis voor kinderen vanaf 1 jaar met een normale nierfunctie bedraagt 3 – 6 mg/kg/dag als een enkelvoudige toediening (voorkeur) of verdeeld over twee toedieningen. De dagelijkse aanbevolen dosis voor kinderen vanaf 1 maand is 4,5 – 7,5 mg/kg per dag en dient bij voorkeur als een enkelvoudige dosis te worden toegediend of anders verdeeld in 2 afzonderlijke dosis. De dagelijkse aanbevolen dosis voor neonaten is 4 – 7 mg/kg lichaamsgewicht per dag. Vanwege de langere halfwaardetijd krijgen pasgeboren baby's de benodigde dosis als een enkelvoudige toediening. Bijzondere aandacht moet worden besteed aan de bereiding (verdunning) en de toegediende hoeveelheid. Elke fout, hoe klein ook, kan een grote invloed hebben op de verkregen serumconcentraties.
Ouderen
Er zijn aanwijzingen dat oudere patiënten vatbaarder zijn voor aminoglycosidetoxiciteit, ongeacht of dit het gevolg is van eerdere auditieve/vestibulaire stoornissen of een lichte nierfunctiestoornis. Dienovereenkomstig dient de therapie nauwlettend te worden gevolgd door het serumgehalte van gentamicine regelmatig te bepalen, de nierfunctie te controleren en te letten op tekenen van ototoxiciteit. Bij een gestoorde nierfunctie moet de dagelijks aanbevolen dosis verlaagd worden aangepast aan de nierfunctie.
Leverfunctiestoornissen
In geval van een gestoorde leverfunctie mag gentamicine voorgeschreven worden zonder dat de dosis aangepast hoeft te worden.
Dosering voor hemodialysepatiënten
Gentamicine is dialyseerbaar. Bij een hemodialysesessie van 4 – 5 uur of 8 – 12 uur zullen de concentraties naar verwachting met respectievelijk 50 – 60 % en 70 – 80 % afnemen. Geef de patiënt na iedere dialysesessie individuele boosterdoses op basis van de serumconcentraties gentamicine van dat moment. Normaal gesproken bedraagt de dagelijkse aanbevolen dosis na dialyse 1 – 1,7 mg/kg lichaamsgewicht.
Aangezien hemodialysepatiënten meestal met anticoagulantia worden behandeld, mogen bij dergelijke patiënten geen intramusculaire injecties worden toegediend vanwege het risico op de hematoomvorming.
Obese patiënten
Berekening van de dosis moet gebaseerd zijn op het ideale lichaamsgewicht. In geval van ernstig overgewicht moeten de serumconcentraties gentamicine nauwlettend gevolgd worden.
Advies inzake monitoring
Bij alle patiënten wordt regelmatige controle van de serumconcentratie gentamicine aanbevolen bij alle patiënten, maar vooral bij ouderen, neonaten, obese patiënten, bij patiënten met een gestoorde nierfunctie en bij patiënten met cystische fibrose. Gentamicine mag niet voorgeschreven worden als de serumconcentraties niet gevolgd kunnen worden.
Er zijn geen algemeen aanvaarde richtlijnen voor therapeutische controle van gentamicine. Volg waar mogelijk de lokale richtlijnen voor controle en dosisaanpassing. Over het algemeen gelden de volgende aanbevelingen: Controle voor toediening (“dalconcentratie”) wordt aanbevolen om te controleren of het toedieningsinterval correct is. Dalconcentraties worden aan het eind van een toedieningsinterval gemeten en mogen niet hoger zijn dan 1 mg/L voor eenmaal daags toediening of 2 mg/L voor dagelijks meerdere toedieningen. De bovengenoemde concentraties duiden op een behoefte aan een langere toedieningsinterval en niet op een verlaging van de dosis.
Controle na toediening (“piekconcentratie”) wordt aanbevolen om te controleren of de dosis toereikend is of om te controleren of deze niet te hoog is en waarschijnlijk tot toxiciteit zal leiden. Controleer piekconcentraties één uur na een intraveneuze bolusinjectie of een intramusculaire bolusinjectie gecontroleerd, of 30 minuten na afloop van een infusie. Een plasmaconcentratie van < 4 mg/L geeft aan dat de dosis waarschijnlijk ontoereikend is en dat er een dosisverhoging moet worden overwogen; plasmaconcentraties van > 10 mg/L duiden op een verhoogd risico op toxiciteit, met name ototoxiciteit, en dat er een dosisverlaging moet worden overwogen.
Controleer na elke dosisverandering de concentraties voor en na toediening om te zien of de nieuwe dosis toereikend is en de toedieningsinterval correct is.
Wijze van toediening
Uitsluitend bestemd voor eenmalig gebruik.
Voor intramusculaire, intraveneuze injectie of voor intraveneuze infusie na verdunning. Voor intramusculaire en intraveneuze toediening wordt hetzelfde doseringsschema aanbevolen. Intramusculaire toediening dient overwogen te worden als intraveneuze toediening niet mogelijk of minder geschikt is voor de patiënt.
Gentamicine kan, indien medisch geïndiceerd, onverdund rechtstreeks in de ader geïnjecteerd worden; de injectie dient langzaam gedurende 2-3 minuten te worden gegeven. Snelle, rechtstreekse intraveneuze toediening kan aanvankelijk leiden tot mogelijk neurotoxische concentraties, daarom is het belangrijk dat de voorgeschreven dosis volgens het aanbevolen tijdschema toegediend wordt. Anders moet de voorgeschreven dosis worden opgelost in maximaal 100 ml natriumchloride 9 mg/ml (0,9%) oplossing voor injectie of glucose 50 mg/ml (5%) oplossing voor injectie en moet de oplossing in maximaal 20 minuten toegediend worden. Dit geneesmiddel is uitsluitend bedoeld voor eenmalig gebruik en bevat geen antimicrobiële stoffen. Dien de injectie/infusie niet toe in combinatie met andere geneeskrachtige stoffen.
Overdosering
Gentamicine is een middel met een smalle therapeutische breedte. In geval van accumulatie (bijv. als gevolg van een verminderde nierfunctie) kan er nierschade en schade aan de nervus vestibulocochlearis ontstaan. Nierschade hangt samen met dalconcentraties van meer dan 4 mg/L.
Behandeling in geval van overdosering
Medicatie staken. Er is geen specifiek antidotum. In geval van overdosering of een toxische reactie kan het gentamicinegehalte in het serum door middel van peritoneale dialyse of hemodialyse verlaagd worden.
In geval van neuromusculaire blokkade (meestal veroorzaakt door interacties, q.v. voor details), is toediening van calciumchloride geschikt; zo nodig kunstmatig beademen.
Gevallen van onverenigbaarheid
Over het algemeen geldt dat gentamicinepreparaten niet gemengd mogen worden. Met name de volgende middelen zijn niet verenigbaar in gemengde oplossingen met gentamicine: penicillines, cefalosporines, erytromycine, heparines, natriumbicarbonaat. *Verdunning in het lichaam voorkomt het gevaar van fysische en chemische onverenigbaarheid waardoor gentamicine gelijktijdig met de hierboven genoemde geneesmiddelen gegeven kan worden, hetzij als een bolusinjectie in de druppelslang, met voldoende spoeling, hetzij op afzonderlijke plaatsen. In het geval van carbenicilline mag gentamicine alleen op een afzonderlijke plaats toegediend worden.
*Door toevoeging van de twee oplossingen kan er koolstofdioxide vrijkomen. Normaal gesproken lost dit op in de oplossing, maar onder bepaalde omstandigheden kunnen er kleine belletjes ontstaan.
Dit geldt ook voor de combinatie gentamicine met diazepam, furosemide of flecaïnide-acetaat.