- u bent allergisch voor één van de stoffen die in dit geneesmiddel zitten. Deze stoffen kunt u vinden onder rubriek 6.
- u heeft een andere darmaandoening en/of u heeft een verstopping van de darm gehad
- u geeft borstvoeding
- de bilirubineconcentratie in uw bloed is meer dan driemaal de normale waarde
- u heeft onvoldoende bloedcellen (ernstige beenmerginsufficiëntie)
- u verkeert in zeer slechte conditie (gemeten volgens een internationale standaard)
- u gebruikt gelijktijdig een natuurgeneesmiddel dat sint-janskruid (Hypericum perforatum) bevat
Neem contact op met uw arts of apotheker voordat u dit middel gebruikt.
Dit geneesmiddel is alleen bestemd voor volwassenen. Als het voorgeschreven is voor gebruik bij een kind, raadpleeg dan uw behandelend arts.
Bij toepassing bij ouderen is ook extra controle nodig.
Aangezien Irinotecan een geneesmiddel is tegen kanker, zal het u toegediend worden op een specialistische afdeling en onder toezicht van een arts die gespecialiseerd is in het gebruik van anti- kankermedicijnen. Het personeel van de afdeling zal u uitleggen waarop u bijzonder moet letten tijdens en na de behandeling. Deze bijsluiter kan u helpen in het onthouden van deze voorzorgsmaatregelen.
Tijdens toediening van Irinotecan (30 tot 90 minuten) of kort daarna kunt u last krijgen van onderstaande symptomen:
- diarree
- zweten
- gezichtsstoornissen
- buikpijn
- overmatige speekselvorming
De medische term voor deze (combinatie van) symptomen is cholinergisch syndroom. Het kan behandeld worden (met atropine). Als u last heeft van één van bovengenoemde symptomen, moet u onmiddellijk uw arts waarschuwen en hij zal u de nodige behandeling geven.
Gedurende deze periode kunt u verschillende verschijnselen krijgen, die serieus kunnen zijn en onmiddellijke behandeling en nauwlettende controle vereisen.
Diarree
Als de diarree meer dan 24 uur na de toediening van Irinotecan begint (“uitgestelde diarree”), kan het serieus zijn. Dit komt het vaakst voor ongeveer 5 dagen na toediening. U heeft onmiddellijk behandeling nodig en zult onder nauwlettende controle blijven.
Meteen nadat u diarree krijgt, moet u het volgende doen:
- Neem onmiddellijk een geneesmiddel tegen diarree, dat uw arts u gegeven heeft en volg zijn/haar instructies strikt op. De behandeling mag niet aangepast worden, zonder dat u eerst met de arts overlegt. De aanbevolen behandeling tegen diarree is loperamide (4 mg voor de eerste dosis en daarna elke 2 uur 2 mg, ook ’s nachts. U dient dit voort te zetten tot minstens 12 uur nadat u voor het laatst diarree had. De aanbevolen dosis loperamide mag niet langer dan 48 uur ingenomen worden.).
- Drink onmiddellijk grote hoeveelheden vloeistof (zoals water, spuitwater, frisdrank, soep of orale rehydratieoplossingen (ook ORS genoemd)).
3. Vertel uw behandelend arts meteen over uw diarree, als deze optreedt. Als u uw arts niet kunt bereiken, neem dan contact op met de ziekenhuisafdeling waar u uw behandeling krijgt. Het is heel belangrijk dat zij op de hoogte zijn van uw diarree.
U moet meteen contact opnemen met uw arts of de behandelende ziekenhuisafdeling
- als u naast de diarree ook last heeft van misselijkheid en braken of als u ook koorts heeft.
- als u 48 uur na het begin van de behandeling tegen diarree nog steeds diarree heeft.
Let op! Gebruik geen andere geneesmiddelen tegen diarree dan deze die uw arts of verpleegkundige u gegeven heeft en drink geen andere vloeistoffen dan hierboven beschreven. Volg altijd de aanwijzingen van uw arts op. De behandeling tegen diarree moet niet gebruikt worden om een volgende periode van diarree te voorkómen, zelfs niet als u bij vorige behandelingen steeds last heeft gehad van “uitgestelde diarree”.
Koorts
Als uw lichaamstemperatuur boven 38 °C komt, kan dit een teken zijn van infectie, vooral als u ook diarree heeft. Neem onmiddellijk contact op met uw arts of de behandelende afdeling bij koorts (boven 38 °C), zodat ze u de nodige behandeling kunnen geven.
Misselijkheid en braken
Neem onmiddellijk contact op met uw arts of de behandelende afdeling als u misselijk bent of moet braken.
Neutropenie
Irinotecan kan het aantal van bepaalde witte bloedcellen die een belangrijke rol spelen bij het afweren van infecties, doen dalen. Dit wordt neutropenie genoemd. Neutropenie komt vaak voor tijdens behandeling met Irinotecan en is van voorbijgaande aard. Uw arts zal regelmatige bloedonderzoeken laten uitvoeren om deze witte bloedcellen te volgen. Neutropenie is een ernstige toestand en moet onmiddellijk behandeld en zorgvuldig in de gaten gehouden worden.
Ademhalingsmoeilijkheden
Neem onmiddellijk contact op met uw arts als u moeilijk kunt ademhalen.
Verminderde leverfunctie
Voordat de behandeling met Irinotecan wordt gestart en voor elke volgende toediening moet uw leverfunctie getest worden door bloed af te nemen.
Als u last heeft van één of meer van de bovengenoemde symptomen, nadat u thuis bent gekomen uit het ziekenhuis, neem dan onmiddellijk contact op met uw arts of behandelende afdeling.
Verminderde nierfunctie
Dit geneesmiddel is niet getest bij patiënten met nierproblemen. Raadpleeg uw dokter als u nierproblemen heeft.
Hartaandoening
Wanneer u lijdt aan een hartaandoening, of een verhoogd risico op een hartaandoening heeft, zal uw arts u nauwlettend controleren.
Vaccinatie
Vertel het uw arts voor u met de behandeling met irinotecan begint als u een vaccinatie heeft gekregen of gaat krijgen.
Gebruikt u naast Irinotecan nog andere geneesmiddelen, of heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat de mogelijkheid dat u in de nabije toekomst andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan uw arts of apotheker.
Sommige geneesmiddelen kunnen het effect van Irinotecan wijzigen, bijvoorbeeld:
- ketoconazol (geneesmiddel tegen schimmelinfecties)
- rifampicine (voor behandeling van tuberculose)
- atazanavir (gebuikt voor de behandeling van HIV)
- sommige geneesmiddelen tegen epilepsie (carbamazepine, fenobarbital of fenytoïne)
- warfarine (een antistollingsmiddel dat wordt gebruikt als bloedverdunner)
- ciclosporine of tacrolimus (gebruikt om het afweersysteem van het lichaam te onderdrukken)
- het kruidengeneesmiddel sint-janskruid (Hypericum perforatum) mag niet gelijktijdig gebruikt worden met Irinotecan en ook niet tussen de behandelingen met Irinotecan door, omdat dit het effect van Irinotecan kan verlagen.
- als u een operatie moet ondergaan, vertel uw arts of anesthesist (narcotiseur) dan dat u dit geneesmiddel gebruikt. Irinotecan kan de werking beïnvloeden van sommige geneesmiddelen, die worden gebruikt tijdens operaties.
Zwangerschap en borstvoeding
Irinotecan dient alleen tijdens zwangerschap te worden gebruikt indien dit duidelijk noodzakelijk is. Uw behandelend arts zal de voordelen van behandeling afwegen tegen het mogelijke risico voor de foetus.
Vrouwen in de vruchtbare leeftijd dienen niet zwanger te worden tijdens de behandeling met Irinotecan. Tijdens en tot 3 maanden na de behandeling moeten vrouwen en mannen in de vruchtbare leeftijd doeltreffende anticonceptiva gebruiken. Als u onverhoopt toch zwanger wordt, dient u onmiddellijk uw arts in te lichten.
Tijdens behandeling met Irinotecan moet u de borstvoeding stopzetten.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
In sommige gevallen kan Irinotecan bijwerkingen veroorzaken die invloed hebben op de rijvaardigheid of op het vermogen om machines te bedienen. Vraag advies aan uw arts of apotheker, als u niet zeker bent.
In de eerste 24 uur na toediening van Irinotecan kunt u zich duizelig voelen of kunnen gezichtsstoornissen optreden. In dat geval mag u niet aan het verkeer deelnemen en geen machines bedienen.
Irinotecan bevat sorbitol.
Als uw arts u gezegd heeft dat u bepaalde suikers niet verdraagt, neem dan contact op met uw arts voordat u dit geneesmiddel gebruikt.