Zoals alle geneesmiddelen kan Iritec bijwerkingen veroorzaken, hoewel niet iedereen deze bijwerkingen krijgt.
Uw arts bespreekt deze bijwerkingen met u en legt de risico's en voordelen van uw behandeling aan u uit.
De volgende bijwerkingen zijn gegroepeerd in termen van frequentie. Binnen de frequentie zijn deze bijwerkingen geordend op ernst.
Zeer vaak voorkomende bijwerkingen (komen bij meer dan 1 van elke 10 patiënten voor):
- Uitgestelde ernstige diarree (die ten minste 24 uur na toediening van Iritec begint).
- Bloedaandoeningen:
- neutropenie (afname in het aantal van sommige witte bloedcellen, dat zich kan manifesteren als koorts en een verhoogd risico op infecties);
- trombocytopenie (afname in het aantal bloedplaatjes, dat tot blauwe plekken en bloedingen kan leiden);
- anemie (afname in het aantal rode bloedcellen, wat zich kan manifesteren als zwakte).
Tijdens monotherapie: koorts en infecties.
Tijdens monotherapie: ernstige misselijkheid en braken.
Tijdens combinatietherapie: voorbijgaande en milde tot matige verhoogde bloedspiegel voor leverenzymen (ALT, AST, alkalinefosfatase) of bilirubine.
haarverlies (het haar groeit na beëindiging van de behandeling weer terug).
Vaak voorkomende bijwerkingen (komen bij meer dan 1, maar minder dan 10 van elke 100 patiënten voor):
- Tijdens combinatietherapie: koorts en infecties.
- Infecties die verband houden met een ernstige afname in het aantal van sommige witte bloedcellen (neutropenie), die in 3 gevallen tot het overlijden van de patiënt hebben geleid.
- Koorts die verband houdt met een ernstige afname in het aantal van sommige witte bloedcellen (febriele neutropenie).
- Tijdens combinatietherapie: ernstige misselijkheid en braken.
- Acuut cholinergisch syndroom dat optreedt tijdens of binnen de eerste 24 uur na toediening van Iritec en die zich kan manifesteren als:
o vroege ernstige diarree (die minder dan 24 uur na toediening van Iritec begint). o buikpijn
o rode, pijnlijke, jeukende of tranende ogen (conjunctivitis)
o | visuele stoornissen |
o | pupilcontractie |
o toename in de speekselafscheiding |
o | loopneus (rhinitis) |
o | hypotensie (lage bloeddruk) |
o verwijding van de bloedvaten o zweten en koude rillingen
o gevoel van algemeen ongemak en malaise
- duizeligheid
Verlies van water (dehydratie), vaak in verband met diarree en/of braken.
Obstipatie.
Zwakte (asthenie).
Tijdens monotherapie: voorbijgaande en milde tot matige verhoogde bloedspiegel voor leverenzymen (transaminasen, alkalinefosfatase) of bilirubine.
voorbijgaande en milde tot matige verhoogde bloedspiegel voor creatinine (wat op nierproblemen kan duiden).
Tijdens combinatietherapie: voorbijgaande ernstige (graad 3) verhoogde bloedspiegel voor bilirubine.
Soms voorkomende bijwerkingen (komen bij meer dan 1, maar minder dan 10 van elke 1000 patiënten voor):
- Milde allergische reacties, zoals rode, jeukende huid, urticaria, conjunctivitis, rhinitis.
- Milde huidreacties.
- Milde reacties op de plaats van de injectie.
- Ademhalingsproblemen.
- Longaandoening (interstitiële pulmonale aandoening) die zich manifesteert als kortademigheid, droge hoest en gereutel bij het ademhalen.
- Gedeeltelijke of volledige blokkering van de darm (darmobstructie, ileus).
- Pseudo-membraneuze colitis (ontsteking van de karteldarm gerelateerd aan de verstoring van de bacteriële darmflora, die tot buikpijn en diarree leidt).
- Gastro-intestinale bloedingen.
- Nierinsufficiëntie, lage bloeddruk of cardio-circulatoir falen bij patiënten die episodes hebben van dehydratie gerelateerd aan diarree en/of braken of sepsis.
Zelden voorkomende bijwerkingen (komen bij meer dan 1, maar minder dan 10 van elke 10.000 patiënten voor):
- Ernstige allergische reacties (anafylactische/anafylactoïde shock), inclusief zwelling van de handen, voeten, enkels, gezicht, lippen, mond of keel, waardoor problemen met slikken of ademhalen kunnen ontstaan.
- Hypertensie (verhoogde bloeddruk) tijdens of na de toediening.
- Ontsteking van de dikke darm die buikpijn veroorzaakt (colitis met inbegrip van tyflitis, ischemische en ulceratieve colitis).
- Darmperforatie.
- Anorexie (gebrek aan eetlust).
- Buikpijn.
- Mucositis (ontsteking van het slijmvlies, bijvoorbeeld in de mond).
- Pancreatitis (ontsteking van de pancreas).
- Afname in de kalium- en natriumbloedspiegel, die hoofdzakelijk gerelateerd is aan diarree en braken.
- Spiercontracties of krampen.
- Paresthesie (verdoofd gevoel).
Zeer zelden voorkomende bijwerkingen (komen bij minder dan 1 van elke 10.000 patiënten voor):
- Voorbijgaande spraakstoornissen.
- Verhoogd aantal digestieve enzymen die afbreken tot suikers (amylase) en vetten (lipase).
- Er is één rapport van perifere trombocytopenie met antitrombocyten-antilichamen die een natuurlijk afweermechanisme van het lichaam vormen.
Als u niet zeker weet wat de bijwerkingen zijn, moet u aan uw arts vragen de bijwerkingen gedetailleerder aan u uit te leggen.
Sommige van deze bijwerkingen moeten onmiddellijk worden behandeld. Lees de volgende instructies zorgvuldig door en volg ze op als u een van onderstaande bijwerkingen heeft.
Diarree
Als u DIARREE heeft, is het BELANGRIJK dat u deze instructies zorgvuldig opvolgt.
-
Als u vroege diarree heeft, die minder dan 24 uur na de infusie begint, moet u ONMIDDELLIJK contact opnemen met uw arts zodat u hiervoor afdoende kan worden behandeld. Gebruik geen middelen tegen diarree die uw arts u heeft gegeven voor uitgestelde diarree.
-
Als u uitgestelde diarree heeft, die langer dan 24 uur na de infusie begint, kan dit ernstig zijn. Dit komt vaak 5 dagen na toediening voor. Neem ONMIDDELLIJK na de eerste dunne ontlasting het middel tegen diarree in dat de arts u heeft gegeven; gebruik het PRECIES zoals u arts u heeft verteld. Als u niet zeker weet wat de instructies zijn, vraagt u dit aan uw arts. De aanbevolen behandeling van diarree is loperamide (4 mg voor het eerste gebruik en vervolgens 2 mg iedere 2 uur, ook tijdens de nacht). Dit moet tenminste tot 12 uur na de
laatste dunne ontlasting worden voortgezet. De aanbevolen dosis loperamide mag niet langer dan 48 uur worden ingenomen.
U moet ook ONMIDDELLIJK grote hoeveelheden rehydratievloeistoffen drinken (zoals water, sodawater, koolzuurhoudende dranken, soep of orale rehydratiemiddelen).
Informeer uw arts
- als u misselijk bent en moet braken en als u diarree heeft;
- als u koorts en diarree heeft;
- als u 48 uur na aanvang van het gebruik van het middel tegen diarree nog steeds diarree heeft.
Gebruik geen andere middelen tegen diarree dan wat uw arts u heeft gegeven en de hierboven beschreven vloeistoffen. Het geneesmiddel tegen diarree mag niet worden gebruikt om verdere episodes van diarree te voorkomen, ook al heeft u in eerdere cycli uitgestelde diarree gehad.
Koorts Als u koorts heeft, kan dit erop wijzen dat u een infectie heeft die gerelateerd is aan neutropenie (laag aantal van sommige van uw witte bloedcellen, die een belangrijke rol spelen bij de bestrijding van infecties). Neutropenie komt regelmatig voor tijdens de behandeling met Iritec en is omkeerbaar.
Als uw lichaamstemperatuur tot boven 38 °C stijgt, moet u ONMIDDELLIJK contact opnemen met uw arts, zodat u de nodige behandeling kunt krijgen.
Uw arts zal waarschijnlijk zorgen dat u regelmatig bloedtests krijgt om deze witte bloedcellen te controleren.
Misselijkheid en braken
Als u misselijk bent en/of moet braken, moet u ONMIDDELLIJK contact opnemen met uw arts.
Ademhalingsproblemen
Als u ademhalingsproblemen heeft, moet u ONMIDDELLIJK contact opnemen met uw arts.
Acuut cholinergisch syndroom
Tijdens de toediening van Iritec (30-90 min.) en kort daarna kunt u sommige van de volgende symptomen hebben:
- vroege diarree
- zweten
- buikpijn
- tranende ogen
- visuele stoornissen
- buitensporige speekselvloed
De medische term voor deze symptomen is acuut cholinergisch syndroom; dit kan worden behandeld (met atropine). Als u een van deze symptomen heeft, dient u uw arts ONMIDDELLIJK op de hoogte te brengen; deze zal u de nodige behandeling geven.
Andere bijwerkingen
Neem contact op met uw arts als u een van de volgende bijwerkingen heeft:
- ernstige allergische reacties
- blauwe plekken en/of bloedingen, die kunnen worden veroorzaakt door trombocytopenie (een afname in het aantal bloedplaatjes);
- zwakte, wat een symptoom van bloedarmoede kan zijn;
- gelige huid en/of ogen, wat een teken kan zijn van een gewijzigde leverfunctie.
- uitdroging ten gevolge van diarree en/of braken, waardoor nierproblemen, lage bloeddruk of circulatoir falen kan ontstaan.
Wanneer een van de bijwerkingen ernstig wordt of als er bij u een bijwerking optreedt die niet in deze bijsluiter is vermeld, raadpleeg dan uw arts of apotheker.