Iritec 100 mg/5 ml, concentraat voor oplossing voor infusie

Iritec 100 mg/5 ml, concentraat voor oplossing voor infusie
Werkzame stof(fen)Irinotecan
Toelatingslandnl
VergunninghouderVianex
ATC-codeL01XX19
Farmacologische groepenAndere antineoplastische middelen

Patiëntenbijsluiter

Wat is het en waarvoor wordt het gebruikt?

Iritec behoort tot een groep geneesmiddelen die cytostatica (anti-kankergeneesmiddelen) worden genoemd.

Iritec wordt gebruikt voor de behandeling van volwassen patiënten met gevorderde colon- en rectumkanker, alleen of in combinatie met andere geneesmiddelen.

Deze combinatie van Iritec met andere geneesmiddelen kan voorkomen met 5- fluorouracil/folinezuur (5-FU/FA), bevacizumab of cetuximab.

Wat moet u weten voordat u het gebruikt?

Gebruik Iritec niet als u

  • een chronische darmontsteking en/of darmobstructie heeft;
  • allergisch (overgevoelig) bent voor irinotecanhydrochloridetrihydraat of andere bestanddelen van Iritec (raadpleeg de rubriek AANVULLENDE INFORMATIE);
  • borstvoeding geeft;
  • leverproblemen heeft met een verhoogde bilirubinespiegel in het bloed (meer dan 3 maal de bovengrens van de normaalwaarde);
  • een onbalans in uw bloedcellen heeft (ernstige vermindering van de beenmergfunctie);
  • een slechte algemene gezondheid heeft (geëvalueerd volgens een internationale norm);
  • momenteel het natuurlijke middel Sint-Janskruid (Hypericum perforatum) gebruikt.

Wees extra voorzichtig met Iritec

  • Aangezien Iritec een anti-kankermiddel is, wordt het op een speciale afdeling aan u toegediend onder toezicht van een arts die gekwalificeerd is om anti-kankermiddelen toe te dienen. Het personeel van de afdeling zal aan u uitleggen waaraan u tijdens en na de behandeling bijzondere zorg moet besteden. Deze bijsluiter kan u helpen deze aanwijzingen te herinneren.
  • Net als voor andere anti-kankermiddelen geldt, is het gebruik van Iritec gekoppeld aan een aantal bijwerkingen die ernstig van aard kunnen zijn. Om het risico van complicaties te minimaliseren, moeten deze bijwerkingen speciaal worden behandeld. U wordt behandeld door een specialistenteam dat ervaring heeft met het gebruik van deze behandelingen en met de behandeling van de bijwerkingen, die gewoonlijk tijdelijk van aard zijn. Het is echter van groot belang dat u de rubriek MOGELIJKE BIJWERKINGEN leest en de daarin beschreven instructies gedegen opvolgt als u een van de volgende bijwerkingen heeft:
o diarree
o koorts
o misselijkheid en braken
o ademhalingsproblemen
  1. ernstige allergische reacties die zich kunnen manifesteren als huiduitslag en/of ademhalingsproblemen
  1. darmobstructie.
Uw arts laat bloedonderzoek verrichten om het aantal bloedcellen en uw leverfunctie te controleren met de aanbevolen frequentie. U dient uw arts echter ONMIDDELLIJK te waarschuwen in geval van:
  1. zwakte, dat een symptoom van bloedarmoede kan zijn;
  1. blauwe plekken en/of bloedingen, die kunnen worden veroorzaakt door trombocytopenie (een afname in het aantal bloedplaatjes);
  1. gelige huid en/of ogen, wat een teken kan zijn van een gewijzigde leverfunctie.
Breng uw arts op de hoogte als u eerder radiotherapeutisch bent behandeld, omdat hierdoor uw risico op diarree of andere bijwerkingen van de behandeling met Iritec kan toenemen. Breng uw arts op de hoogte als u zwanger bent of denkt dat u zwanger bent. Breng uw arts op de hoogte als u geneesmiddelen heeft gebruikt die een toxisch effect hadden op uw longen, omdat hierdoor de kans op luchtwegproblemen, zoals ademhalingsproblemen, tijdens de behandeling met Iritec kan toenemen. Uw arts moet u nauwgezet opvolgen als u een van deze behandelingen heeft ondergaan. Breng uw arts op de hoogte als u symptomen heeft zoals geen ontlasting kunnen hebben of winderigheid, die kunnen duiden op een darmobstructie. Als u nierproblemen heeft, moet u nauwgezet worden gecontroleerd door uw arts, omdat er onvoldoende ervaring is met het gebruik van Iritec in deze groep patiënten. Als u leverproblemen heeft, moet u nauwgezet door uw arts worden gecontroleerd (met bloedtests) voordat de behandeling met Iritec wordt begonnen en vóór iedere volgende cyclus. Als u ouder bent, moet de Iritec-dosis zorgvuldig worden gekozen en moet u nauwgezet door uw arts worden gecontroleerd. Neem contact op met uw arts indien dit geneesmiddel aan kinderen is voorgeschreven.

Inname met andere geneesmiddelen

Vertel uw arts of apotheker als u vóór of tijdens de behandeling met Iritec andere geneesmiddelen gebruikt of kort geleden heeft gebruikt, inclusief geneesmiddelen die u zonder voorschrift kunt krijgen. Het is mogelijk dat Iritec een interactie vertoont met andere geneesmiddelen. Dit geldt ook voor kruidenmiddelen, sterke vitaminen en mineralen.

De volgende geneesmiddelen of stoffen kunnen invloed hebben op de manier waarop Iritec werkt.

  • Carbamazepine, fenobarbital of fenytoïne (geneesmiddelen die worden gebruikt voor de behandeling van epilepsie);
  • Ketoconazole (gebruikt voor de behandeling van schimmelinfecties);
  • Rifampicine (gebruikt voor de behandeling van tuberculose).
  • Het kruidenmiddel Sint-Janskruid (Hypericum perforatum).

Het effect van de volgende geneesmiddelen kan door Iritec worden beïnvloed:

  • Spierverslappers die tijdens chirurgische ingrepen worden gebruikt (bijvoorbeeld suxamethonium, niet-depolariserende geneesmiddelen). Als u geopereerd moet worden, dient u uw arts of anesthesist te vertellen dat u dit geneesmiddel gebruikt.

Gebruik van Iritec met voedsel en drank

Er zijn geen bijzondere dieetvereisten tijdens de behandeling met dit geneesmiddel.

Zwangerschap en borstvoeding

Zwangerschap

Als u zwanger bent mag Iritec niet aan u worden toegediend, tenzij dit duidelijk geïndiceerd is. Als u een man of vrouw in de vruchtbare leeftijd bent, moet u tijdens de behandeling en ten minste drie maanden na beëindiging van de behandeling met Iritec anticonceptieve maatregelen nemen. Als u niettemin zwanger wordt, denkt dat u zwanger kunt zijn of zwanger zou kunnen worden in deze periode, moet u uw arts hierover onmiddellijk inlichten.

Borstvoeding

Het is niet bekend of Iritec wordt uitgescheiden in de moedermelk bij de mens. U mag daarom geen borstvoeding geven terwijl u met Iritec wordt behandeld. Als u borstvoeding geeft, vraagt u uw arts om advies voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken.

Rijvaardigheid en het gebruik van machines

Rijd niet en gebruik geen gereedschap of machines als Iritec u duizelig maakt of visuele stoornissen veroorzaakt, die gewoonlijk gedurende de eerste 24 uur na toediening optreden.

Belangrijke informatie over enkele bestanddelen van Iritec

Als u aan een overgeërfde aandoening lijdt met de naam fructose-intolerantie (fructose is een soort suiker), dient u uw arts of apotheker hiervan op de hoogte te brengen voordat Iritec wordt toegediend. Iritec bevat sorbitol, dat ongeschikt is voor mensen die fructose niet kunnen

verdragen.

Hoe wordt het gebruikt?

Iritec wordt onder toezicht van een arts met ervaring in het gebruik van chemotherapie toegediend. Het gebruik ervan moet worden beperkt tot gekwalificeerde oncologen of andere gezondheidsmedewerkers die gespecialiseerd zijn in de toediening van cytotoxische middelen.

Iritec wordt toegediend als een infusie in uw aderen over een periode van 30 tot 90 minuten. De hoeveelheid Iritec die u krijgt toegediend is afhankelijk van uw leeftijd, gewicht, lengte en algemene medische gesteldheid. Uw arts berekent uw lichaamsoppervlak in vierkante meter (m2). De dosis en toedieningsfrequentie hangen af van de eerdere behandelingen die u al heeft gekregen, volgens de volgende tabel:

  Dosis Frequentie
Eerdere chemotherapie met Iritec 350 mg/m2 Iedere 3 weken
5-fluorouracil    
  Iritec 180 mg/m2 + gevolgd door  
Geen eerdere chemotherapie de toediening van folinezuur en 5- Iedere 2 weken
  fluorouracil  

Deze doseringen kunnen door uw arts worden aangepast afhankelijk van uw gesteldheid en eventuele bijwerkingen die u heeft ervaren.

Als u Iritec ontvangt in combinatie met cetuximab, moet Iritec tenminste 1 uur na afloop van de cetuximab-infusie worden toegediend.

Volg het advies van uw arts met betrekking tot uw huidige behandeling.

De lengte van uw volledige behandeling hangt af van uw vooruitgang en hoe goed u zich voelt. Uw arts vertelt u hoe lang uw behandeling kan duren.

Als u nog vragen heeft over het gebruik van dit product, kunt u deze aan uw arts of apotheker stellen.

Wat zijn mogelijke bijwerkingen?

Zoals alle geneesmiddelen kan Iritec bijwerkingen veroorzaken, hoewel niet iedereen deze bijwerkingen krijgt.

Uw arts bespreekt deze bijwerkingen met u en legt de risico's en voordelen van uw behandeling aan u uit.

De volgende bijwerkingen zijn gegroepeerd in termen van frequentie. Binnen de frequentie zijn deze bijwerkingen geordend op ernst.

Zeer vaak voorkomende bijwerkingen (komen bij meer dan 1 van elke 10 patiënten voor):

  • Uitgestelde ernstige diarree (die ten minste 24 uur na toediening van Iritec begint).
  • Bloedaandoeningen:
  1. neutropenie (afname in het aantal van sommige witte bloedcellen, dat zich kan manifesteren als koorts en een verhoogd risico op infecties);
  1. trombocytopenie (afname in het aantal bloedplaatjes, dat tot blauwe plekken en bloedingen kan leiden);
  1. anemie (afname in het aantal rode bloedcellen, wat zich kan manifesteren als zwakte).
Tijdens monotherapie: koorts en infecties. Tijdens monotherapie: ernstige misselijkheid en braken. Tijdens combinatietherapie: voorbijgaande en milde tot matige verhoogde bloedspiegel voor leverenzymen (ALT, AST, alkalinefosfatase) of bilirubine. haarverlies (het haar groeit na beëindiging van de behandeling weer terug).

Vaak voorkomende bijwerkingen (komen bij meer dan 1, maar minder dan 10 van elke 100 patiënten voor):

  • Tijdens combinatietherapie: koorts en infecties.
  • Infecties die verband houden met een ernstige afname in het aantal van sommige witte bloedcellen (neutropenie), die in 3 gevallen tot het overlijden van de patiënt hebben geleid.
  • Koorts die verband houdt met een ernstige afname in het aantal van sommige witte bloedcellen (febriele neutropenie).
  • Tijdens combinatietherapie: ernstige misselijkheid en braken.
  • Acuut cholinergisch syndroom dat optreedt tijdens of binnen de eerste 24 uur na toediening van Iritec en die zich kan manifesteren als:

o vroege ernstige diarree (die minder dan 24 uur na toediening van Iritec begint). o buikpijn

o rode, pijnlijke, jeukende of tranende ogen (conjunctivitis)

o visuele stoornissen
o pupilcontractie
o toename in de speekselafscheiding
o loopneus (rhinitis)
o hypotensie (lage bloeddruk)

o verwijding van de bloedvaten o zweten en koude rillingen

o gevoel van algemeen ongemak en malaise

  1. duizeligheid
Verlies van water (dehydratie), vaak in verband met diarree en/of braken. Obstipatie. Zwakte (asthenie). Tijdens monotherapie: voorbijgaande en milde tot matige verhoogde bloedspiegel voor leverenzymen (transaminasen, alkalinefosfatase) of bilirubine. voorbijgaande en milde tot matige verhoogde bloedspiegel voor creatinine (wat op nierproblemen kan duiden). Tijdens combinatietherapie: voorbijgaande ernstige (graad 3) verhoogde bloedspiegel voor bilirubine.

Soms voorkomende bijwerkingen (komen bij meer dan 1, maar minder dan 10 van elke 1000 patiënten voor):

  • Milde allergische reacties, zoals rode, jeukende huid, urticaria, conjunctivitis, rhinitis.
  • Milde huidreacties.
  • Milde reacties op de plaats van de injectie.
  • Ademhalingsproblemen.
  • Longaandoening (interstitiële pulmonale aandoening) die zich manifesteert als kortademigheid, droge hoest en gereutel bij het ademhalen.
  • Gedeeltelijke of volledige blokkering van de darm (darmobstructie, ileus).
  • Pseudo-membraneuze colitis (ontsteking van de karteldarm gerelateerd aan de verstoring van de bacteriële darmflora, die tot buikpijn en diarree leidt).
  • Gastro-intestinale bloedingen.
  • Nierinsufficiëntie, lage bloeddruk of cardio-circulatoir falen bij patiënten die episodes hebben van dehydratie gerelateerd aan diarree en/of braken of sepsis.

Zelden voorkomende bijwerkingen (komen bij meer dan 1, maar minder dan 10 van elke 10.000 patiënten voor):

  • Ernstige allergische reacties (anafylactische/anafylactoïde shock), inclusief zwelling van de handen, voeten, enkels, gezicht, lippen, mond of keel, waardoor problemen met slikken of ademhalen kunnen ontstaan.
  • Hypertensie (verhoogde bloeddruk) tijdens of na de toediening.
  • Ontsteking van de dikke darm die buikpijn veroorzaakt (colitis met inbegrip van tyflitis, ischemische en ulceratieve colitis).
  • Darmperforatie.
  • Anorexie (gebrek aan eetlust).
  • Buikpijn.
  • Mucositis (ontsteking van het slijmvlies, bijvoorbeeld in de mond).
  • Pancreatitis (ontsteking van de pancreas).
  • Afname in de kalium- en natriumbloedspiegel, die hoofdzakelijk gerelateerd is aan diarree en braken.
  • Spiercontracties of krampen.
  • Paresthesie (verdoofd gevoel).

Zeer zelden voorkomende bijwerkingen (komen bij minder dan 1 van elke 10.000 patiënten voor):

  • Voorbijgaande spraakstoornissen.
  • Verhoogd aantal digestieve enzymen die afbreken tot suikers (amylase) en vetten (lipase).
  • Er is één rapport van perifere trombocytopenie met antitrombocyten-antilichamen die een natuurlijk afweermechanisme van het lichaam vormen.

Als u niet zeker weet wat de bijwerkingen zijn, moet u aan uw arts vragen de bijwerkingen gedetailleerder aan u uit te leggen.

Sommige van deze bijwerkingen moeten onmiddellijk worden behandeld. Lees de volgende instructies zorgvuldig door en volg ze op als u een van onderstaande bijwerkingen heeft.

Diarree

Als u DIARREE heeft, is het BELANGRIJK dat u deze instructies zorgvuldig opvolgt.

  • Als u vroege diarree heeft, die minder dan 24 uur na de infusie begint, moet u ONMIDDELLIJK contact opnemen met uw arts zodat u hiervoor afdoende kan worden behandeld. Gebruik geen middelen tegen diarree die uw arts u heeft gegeven voor uitgestelde diarree.
  • Als u uitgestelde diarree heeft, die langer dan 24 uur na de infusie begint, kan dit ernstig zijn. Dit komt vaak 5 dagen na toediening voor. Neem ONMIDDELLIJK na de eerste dunne ontlasting het middel tegen diarree in dat de arts u heeft gegeven; gebruik het PRECIES zoals u arts u heeft verteld. Als u niet zeker weet wat de instructies zijn, vraagt u dit aan uw arts. De aanbevolen behandeling van diarree is loperamide (4 mg voor het eerste gebruik en vervolgens 2 mg iedere 2 uur, ook tijdens de nacht). Dit moet tenminste tot 12 uur na de

laatste dunne ontlasting worden voortgezet. De aanbevolen dosis loperamide mag niet langer dan 48 uur worden ingenomen.

U moet ook ONMIDDELLIJK grote hoeveelheden rehydratievloeistoffen drinken (zoals water, sodawater, koolzuurhoudende dranken, soep of orale rehydratiemiddelen).

Informeer uw arts

  • als u misselijk bent en moet braken en als u diarree heeft;
  • als u koorts en diarree heeft;
  • als u 48 uur na aanvang van het gebruik van het middel tegen diarree nog steeds diarree heeft.

Gebruik geen andere middelen tegen diarree dan wat uw arts u heeft gegeven en de hierboven beschreven vloeistoffen. Het geneesmiddel tegen diarree mag niet worden gebruikt om verdere episodes van diarree te voorkomen, ook al heeft u in eerdere cycli uitgestelde diarree gehad.

Koorts Als u koorts heeft, kan dit erop wijzen dat u een infectie heeft die gerelateerd is aan neutropenie (laag aantal van sommige van uw witte bloedcellen, die een belangrijke rol spelen bij de bestrijding van infecties). Neutropenie komt regelmatig voor tijdens de behandeling met Iritec en is omkeerbaar.

Als uw lichaamstemperatuur tot boven 38 °C stijgt, moet u ONMIDDELLIJK contact opnemen met uw arts, zodat u de nodige behandeling kunt krijgen.

Uw arts zal waarschijnlijk zorgen dat u regelmatig bloedtests krijgt om deze witte bloedcellen te controleren.

Misselijkheid en braken

Als u misselijk bent en/of moet braken, moet u ONMIDDELLIJK contact opnemen met uw arts.

Ademhalingsproblemen

Als u ademhalingsproblemen heeft, moet u ONMIDDELLIJK contact opnemen met uw arts.

Acuut cholinergisch syndroom

Tijdens de toediening van Iritec (30-90 min.) en kort daarna kunt u sommige van de volgende symptomen hebben:

  • vroege diarree
  • zweten
  • buikpijn
  • tranende ogen
  • visuele stoornissen
  • buitensporige speekselvloed

De medische term voor deze symptomen is acuut cholinergisch syndroom; dit kan worden behandeld (met atropine). Als u een van deze symptomen heeft, dient u uw arts ONMIDDELLIJK op de hoogte te brengen; deze zal u de nodige behandeling geven.

Andere bijwerkingen

Neem contact op met uw arts als u een van de volgende bijwerkingen heeft:

  • ernstige allergische reacties
  • blauwe plekken en/of bloedingen, die kunnen worden veroorzaakt door trombocytopenie (een afname in het aantal bloedplaatjes);
  • zwakte, wat een symptoom van bloedarmoede kan zijn;
  • gelige huid en/of ogen, wat een teken kan zijn van een gewijzigde leverfunctie.
  • uitdroging ten gevolge van diarree en/of braken, waardoor nierproblemen, lage bloeddruk of circulatoir falen kan ontstaan.

Wanneer een van de bijwerkingen ernstig wordt of als er bij u een bijwerking optreedt die niet in deze bijsluiter is vermeld, raadpleeg dan uw arts of apotheker.

Hoe moet het worden bewaard?

Bewaar Iritec altijd op een veilige plaats en buiten het bereik en gezicht van kinderen.

Gebruik Iritec niet meer na de vervaldatum die staat vermeld op het etiket van de injectieflacon en op de doos. De vervaldatum wordt vermeld als “EXP” gevolgd door de maand en het jaar. De vervaldatum verwijst naar de laatste dag van die maand.

Bewaar het product in de verpakking waarin het wordt geleverd, beneden 25 °C en afgeschermd van licht.

Nadat het concentraat verdund is voor infusie, kan de oplossing 12 uur bij kamertemperatuur worden bewaard (onder 25 °C) of gedurende 24 uur in een koelkast (bij 2 tot 8 °C).

Verdere informatie

Wat bevat Iritec

Het actieve bestanddeel in Iritec is irinotecanhydrochloridetrihydraat. De overige bestanddelen zijn sorbitol, melkzuur, natriumhydroxide of zoutzuur (voor aanpassing van de pH) en water voor injectie.

Hoe ziet Iritec eruit en wat is de inhoud van de verpakking

Het is verkrijgbaar als concentraat, dat voor infusie moet worden verdund en is beschikbaar in twee doses:

  • 40 mg irinotecanhydrochloridetrihydraat in 2 ml
  • 100 mg irinotecanhydrochloridetrihydraat in 5 ml

Het concentraat bevat 20 mg/ml irinotecanhydrochloridetrihydraat (overeenkomend met 17,33 mg/ml irinotecan).

Houder van de vergunning voor het in de handel brengen

VIANEX S.A., Tatoiou Street, Nea Erythrea 146 71, Athens, GREECE

Fabrikant

VIANEX S.A., Plant C’, 16th km Marathonos Avenue, Pallini- Attiki – GREECE

Deze bijsluiter is voor de laatste keer goedgekeurd in september 2009

IRITEC 40 mg/2 ml concentraat voor oplossing voor infusie RVG 103088

IRITEC 100 mg/5 ml concentraat voor oplossing voor infusie. RVG 103098

De volgende informatie is alleen bestemd voor artsen of andere beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg:

GEBRUIKSAANWIJZING / GIDS VOOR VERWERKING, PREPARATIE EN AFVOER VOOR GEBRUIK MET IRITEC-CONCENTRAAT VOOR OPLOSSING VOOR INFUSIE

GEBRUIK/VERWERKING

Net zoals andere neoplastische stoffen moet Iritec met voorzichtigheid worden bereid en verwerkt. Het gebruik van een bril, beschermende kleding, masker en handschoenen is noodzakelijk.

Als Iritec-oplossing of de infusie-oplossing in contact komt met de huid, was deze dan onmiddellijk en grondig met water en zeep. Als de Iritec-oplossing of de infusie-oplossing in contact komt met slijmvliezen, dienen deze onmiddellijk met water te worden gespoeld.

BEREIDING VOOR INTRAVENEUZE OPLOSSING

Zoals met alle geneesmiddelen die per injectie kunnen worden toegediend het geval is, dient de Iritec- oplossing onder aseptische omstandigheden te worden bereid.

Indien een neerslag wordt waargenomen in de injectieflacons, dient het product te worden afgevoerd volgens standaardprocedures voor cytotoxische stoffen.

Zuig de vereiste hoeveelheid Iritec-oplossing aseptisch op uit de injectieflacon met een gekalibreerde injectiespuit en injecteer in een infuuszak of -fles van 250 ml die:

  • 0,9% (g/v) natriumchlorideoplossing of
  • 5% (g/v) glucose-oplossing bevat.

De infusieoplossing dient daarna grondig te worden gemengd door deze met de hand te roteren.

Het verdient aanbeveling de infuusoplossingen direct vóór gebruik te bereiden en zo snel als haalbaar is na de bereiding de infusie te starten, om het microbiologische risico te verminderen. Indien de oplossing niet onmiddellijk wordt gebruikt, zijn de ‘in-use’ bewaartijden en omstandigheden voorafgaand aan het gebruik de verantwoordelijkheid van de gebruiker; zij zullen gewoonlijk niet langer zijn dan 24 uur bij 2 tot 8 °C en 12 uur bij kamertemperatuur.

TOEDIENING

Iritec-oplossing voor infusie dient te worden geïnfundeerd in een perifere of centrale vene.

Iritec mag niet worden toegediend als intraveneuze bolus of een intraveneuze infusie die korter duurt dan 30 minuten of langer dan 90 minuten.

AFVOER

Alle materialen die voor verdunnen en toedienen zijn gebruikt, dienen te worden verwijderd in overeenstemming met de standaardprocedures van het ziekenhuis zoals die gelden voor cytotoxische stoffen.

Laatst bijgewerkt op 24.08.2022

Meer medicijnen met dezelfde werkzame stof

De volgende medicijnen bevatten ook de werkzame stof Irinotecan. Raadpleeg uw arts over een mogelijk alternatief voor Iritec 100 mg/5 ml, concentraat voor oplossing voor infusie

Medicijn
Vergunninghouder

Logo

Uw persoonlijke medicatie-assistent

Medicijnen

Blader hier door onze uitgebreide database van A-Z medicijnen, met effecten, bijwerkingen en doseringen.

Stoffen

Alle actieve ingrediënten met hun werking, toepassing en bijwerkingen, evenals de medicijnen waarin ze zijn opgenomen.

Ziekten

Symptomen, oorzaken en behandeling van veelvoorkomende ziekten en verwondingen.

De weergegeven inhoud vervangt niet de originele bijsluiter van het medicijn, vooral niet met betrekking tot de dosering en werking van de afzonderlijke producten. We kunnen geen aansprakelijkheid aanvaarden voor de nauwkeurigheid van de gegevens, omdat deze gedeeltelijk automatisch zijn omgezet. Raadpleeg altijd een arts voor diagnoses en andere gezondheidsvragen.

© medikamio