Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
-
U bent allergisch voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in rubriek 6.
-
Als u recent een hartinfarct (myocardinfarct) heeft gehad.
-
Als u hartritmestoornissen heeft die op een elektrocardiogram (hartfilmpje) gezien worden, of als u enige vorm van hartblokkade of een aandoening van de kransslagader heeft.
-
Als u behandeld wordt met een MAO-remmer (monoamineoxidaseremmers, een ander soort middel tegen depressie).
MAO-remmers zijn onder andere fenelzine, iproniazide, isocarboxazide, nialamide of tranylcypromine voor de behandeling van depressie en selegiline voor de behandeling van de ziekte van Parkinson.
Indien u een van deze producten heeft gebruikt, moet u 14 dagen wachten voordat u kan starten met Nortrilen.
Indien u de MAO-remmer moclobemide (voor de behandeling van depressie) heeft gebruikt, moet u één dag wachten voordat u kan starten met Nortrilen.
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem contact op met uw arts of apotheker voordat u dit middel gebruikt.
Zelfmoordgedachten en verergering van uw depressie of angststoornis
Als u depressief bent en/of lijdt aan angststoornissen kunt u soms gedachten hebben over zelfverwonding of zelfmoord. Deze gedachten kunnen toenemen als u voor het eerst middelen tegen depressie (antidepressiva) gaat innemen, aangezien deze geneesmiddelen allemaal de tijd nodig hebben, in het algemeen ongeveer 2 weken of soms langer, om te gaan werken.
U heeft een meer waarschijnlijke kans dat u dit soort gedachten vertoont:
-
als u al eerder gedachten heeft gehad over zelfmoord of zelfbeschadiging
-
als u een jongvolwassene bent. Informatie uit klinische onderzoeken heeft een toegenomen risico aangetoond op zelfmoordgedrag bij volwassenen jonger dan 25 jaar met psychiatrische aandoeningen die behandeld werden met een antidepressivum.
Als u op enig moment gedachten over zelfverwonding of zelfmoord heeft, neem dan direct contact op met uw arts of ga direct naar het ziekenhuis.
Het kan helpen als u een vriend of familielid vertelt dat u zich depressief voelt of dat u lijdt aan een angststoornis, en hen vragen deze bijsluiter te lezen. U kunt hen vragen u te vertellen of zij denken dat uw depressie of angststoornis erger wordt of dat zij zich zorgen maken over veranderingen in uw gedrag.
Vertel uw arts indien u een andere aandoening of ziekte heeft. Uw arts dient dit mogelijk in overweging te nemen. In het bijzonder, informeer uw arts:
-
indien u epilepsie heeft of ooit toevallen/stuipen heeft gehad.
-
indien u problemen heeft met urineren.
-
indien u prostaatvergroting heeft.
-
indien u leverklachten heeft.
-
indien u hartklachten heeft.
-
indien u problemen aan de schildklier heeft.
-
indien u glaucoom heeft (verhoogde druk binnen het oog).
-
indien u wordt behandeld voor diabetes. Het kan noodzakelijk zijn om uw diabetestherapie aan te passen wanneer uw Nortrilen-behandeling start.
-
indien u een geestesziekte (psychische stoornis) heeft anders dan depressie.
-
indien u moet worden geopereerd. Informeer uw arts dat u dit geneesmiddel gebruikt.
-
indien u een lage bloeddruk heeft.
-
indien u keelpijn, koorts en symptomen van influenza in de eerste 10 weken van de behandeling heeft.
-
indien u overmatige koorts (hyperpyrexie) heeft.
Let op:
Sommige patiënten met manisch-depressieve aandoeningen kunnen een manische fase doormaken. Dit wordt gekenmerkt door ongewone en snel veranderende gedachten, overdreven vrolijkheid en overmatige lichamelijke activiteit. In dergelijke gevallen is het van belang uw arts te raadplegen.
Kinderen en jongeren tot 18 jaar
Geef dit geneesmiddel niet aan kinderen en jongeren tot 18 jaar voor deze behandelingen aangezien de veiligheid en werkzaamheid niet zijn vastgesteld in deze leeftijdsgroep. Patiënten jonger dan 18 jaar hebben een verhoogd risico op zelfmoordpogingen, zelfmoordgedachten en vijandigheid (voornamelijk agressie, oppositioneel gedrag en woede) als zij behandeld worden met geneesmiddelen uit deze therapeutische klasse.
Ouderen
Oudere patiënten dienen op te passen voor bloeddrukdaling door bijvoorbeeld snel opstaan uit een zittende of liggende houding soms gepaard gaande met duizeligheid.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u naast Nortrilen nog andere geneesmiddelen, heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat de mogelijkheid dat u in de nabije toekomst andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan uw arts of apotheker.
Extra aandacht is nodig indien u een van de volgende geneesmiddelen gebruikt:
-
monoamineoxidaseremmers (MAO-remmers), bijv. moclobemide (voor de behandeling van depressie) of selegiline (voor de behandeling van de ziekte van Parkinson).
-
middelen met een stimulerende werking op een bepaald deel van het zenuwstelsel (sympathicomimetica), zoals adrenaline, efedrine, isoprenaline, noradrenaline, fenylefrine, en fenylpropanolamine (aanwezig in bepaalde verdovings- en narcosemiddelen en middelen tegen verkoudheid).
-
bepaalde bloeddrukverlagende middelen, zoals guanethidine, betanidine, reserpine, clonidine en methyldopa. Middelen zoals Nortrilen kunnen de antihypertensieve werking tegengaan.
-
middelen met een remmende werking op een bepaald deel van het zenuwstelsel (anticholinergica). Middelen zoals Nortrilen kunnen de effecten van deze geneesmiddelen op de ogen, het centraal zenuwstelsel, de darmen en de blaas versterken, wat kan leiden tot onder andere verstopping (constipatie/obstipatie) of koorts.
-
middelen die het centraal zenuwstelsel onderdrukken, zoals alcohol of barbituraten (slaapmiddelen). Nortrilen kan de effecten van dergelijke middelen versterken.
-
antipsychotica (voor de behandeling van bepaalde psychische aandoeningen), slaapmiddelen, anxiolytica (voor de behandeling van angststoornissen), antihistamines (voor de behandeling van allergieën en hooikoorts), aangezien het verdovende effect van deze geneesmiddelen versterkt zou kunnen worden.
-
middelen die de schildklier stimuleren (thyreomimetica).
-
levodopa (middel tegen de ziekte van Parkinson). De afbraak van levodopa in de darm wordt door Nortrilen versterkt.
-
disulfiram (middel bij de behandeling van alcoholisme) of tramadol (voor de behandeling van acute en chronische matige tot ernstige pijn).
-
behandeling met ECT (elektroshocktherapie).
-
middelen die een versterkende werking hebben op het serotoninesysteem, zoals andere middelen tegen depressie (selectieve serotonineheropnameremmers (SSRI’s)). Een zeldzame aandoening die bekend staat als serotoninesyndroom kan zich ontwikkelen. Symptomen kunnen zijn: hoge koorts, onrust, verwardheid, trillen en abrupte spiersamentrekkingen.
-
antipsychotica (middelen ter behandeling van een ernstige geestesziekte, gekenmerkt door verschijnselen zoals waanideeën,
waarnemingen van dingen die er niet zijn (hallucinaties) en geleidelijk veranderen van de persoonlijkheid (schizofrenie) en een geestesziekte waarbij de controle over het eigen gedrag en handelen gestoord is (psychosen)), SSRI’s, bètablokkers
(bepaalde groep middelen tegen hoge bloeddruk, bepaalde hartklachten en verhoogde oogdruk) en middelen tegen hartritmestoornissen (antiaritmica). Deze geneesmiddelen kunnen de plasmaspiegel van Nortrilen verhogen.
-
antipsychotica in verband met de mogelijke kans op een verlaagde prikkeldrempel voor toevallen.
-
barbituraten (slaapmiddelen), orale anticonceptiva, fenytoïne en carbamazepine (middelen tegen epilepsie) kunnen de plasmaspiegel van Nortrilen verlagen. De dosis van Nortrilen moet mogelijk worden aangepast.
-
cimetidine (gebruikt bij de behandeling van maagzweer), methylfenidaat (gebruikt bij de behandeling van hyperactiviteit) en calciumkanaalblokkers (gebruikt bij de behandeling van een hoge bloeddruk) kunnen de plasmaspiegel van Nortrilen verhogen. De kans op bijwerkingen wordt door deze geneesmiddelen vergroot. De dosis van Nortrilen moet mogelijk worden aangepast.
-
vertel het ook aan uw arts, als u geneesmiddelen neemt of kort geleden genomen heeft die het hartritme kunnen beïnvloeden, zoals:
-
geneesmiddelen voor de behandeling van een onregelmatige hartslag (zoals kinidine en sotalol)
-
astemizol en terfenadine (voor de behandeling van allergieën en hooikoorts)
-
geneesmiddelen voor de behandeling van bepaalde psychische aandoeningen (bijv.: pimozide en sertindole)
-
cisapride (voor de behandeling van bepaalde vormen van indigestie)
-
halofantrine (voor de behandeling van malaria)
-
geneesmiddelen voor bepaalde hartaandoeningen (bijv.: klasse IA-antiaritmica, bètablokkers, of calciumkanaalblokkers (bijv.: verapamil))
-
diuretica (vochtafdrijvende middelen)
-
antifungale geneesmiddelen (om schimmelinfecties te bestrijden), zoals fluconazol en terbinafine, kunnen de plasmaspiegel van Nortrilen verhogen. Hartproblemen zijn voorgevallen bij gelijktijdig gebruik.
-
valproïnezuur (geneesmiddel voor de behandeling van epilepsie en bipolaire stoornis).
-
buprenorfine (sterke pijnstillers).
Het gebruik van deze geneesmiddelen samen met Nortrilen kan leiden tot serotoninesyndroom, een potentieel levensbedreigende aandoening (zie rubriek 4 “Mogelijke bijwerkingen”).
Waarop moet u letten met eten, drinken en alcohol?
U kunt de tabletten innemen met een glas water. Nortrilen kan met of zonder voedsel worden ingenomen.
Nortrilen kan mogelijk de sederende effecten van alcohol versterken. Gelijktijdig gebruik van Nortrilen met alcohol wordt afgeraden.
Zwangerschap, borstvoeding en vruchtbaarheid
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Neem dan contact op met uw arts of apotheker voordat u dit geneesmiddel gebruikt.
Op basis van het voordeel van de borstvoeding voor uw kind en het voordeel van de behandeling voor u zal uw arts u adviseren of u kunt beginnen of doorgaan of moet stoppen met de borstvoeding of moet stoppen met dit geneesmiddel.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Door de kalmerende werking van Nortrilen kan uw reactievermogen verminderen. Gebruik geen gereedschap of gebruik geen machines.
Nortrilen bevat lactose
Indien uw arts u heeft medegedeeld dat u bepaalde suikers niet verdraagt, neem dan contact op met uw arts voordat u dit middel inneemt.