Zoals elk geneesmiddel kan Otrivin bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen daarmee te maken.
Bijwerkingen kunnen in de volgende frequenties voorkomen:
Zeer vaak: bij meer dan 1 van de 10 gebruikers, Vaak: bij 1 tot 10 van de 100 gebruikers, Soms: bij 1 tot 10 van de 1000 gebruikers, Zelden: bij 1 tot 10 van de 10.000 gebruikers, Zeer zelden: bij minder dan 1 van de 10.000 gebruikers.
Binnen iedere frequentiegroep worden bijwerkingen gerangschikt naar afnemende ernst.
Immuunsysteemaandoeningen
Zeer zelden: overgevoeligheidsreacties (opzwelling van de huid en/of slijmvliezen bv van keel of tong, uitslag, jeuk).
Zenuwstelselaandoeningen
Vaak: hoofdpijn.
Zeer zelden: slapeloosheid, duizeligheid, beverigheid.
Oogaandoeningen
Zeer zelden: zichtstoornissen.
Hartaandoeningen
Zeer zelden: onregelmatige of versnelde hartslag.
Bloedvataandoeningen
Zeer zelden: verhoogde bloeddruk.
Maagdarmstelselaandoeningen
Vaak: misselijkheid.
Algemene aandoeningen en toedieningsplaatsstoornissen
Vaak: droge neus of ongemak in de neus, brandend gevoel.
Wanneer een van deze bijwerkingen zich voordoet, stop dan met het gebruik van Otrivin en raadpleeg eventueel uw arts of apotheker.
Krijgt u veel last van een bijwerking? Of heeft u een bijwerking die niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.