Poeder
De werkzame stof in dit middel is risperidon.
Iedere flacon met Risperdal Consta poeder voor oplossing voor injectie bevat 25 mg, 37,5 mg of 50 mg risperidon.
De andere stof in dit middel is 7525 DL JN1 (d, l-lactide-co-glycolide) polymeer.
Oplosmiddel
Polysorbaat 20, carmellosenatrium (E466), dinatriumwaterstoffosfaat (E339), citroenzuur (E330), natriumchloride, natriumhydroxide, water voor injecties.
Een verpakking Risperdal Consta poeder en oplosmiddel voor suspensie bestaat uit:
- een flacon met wit poeder;
- een spuit die is voorgevuld met oplosmiddel;
- hulpmiddelen voor bereiding en toediening.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant
Registratiehouder / ompakker:
Euro Registratie Collectief b.v. Van der Giessenweg 5
2921 LP Krimpen a/d IJssel
Fabrikant:
Janssen Pharmaceutica N.V.
Turnhoutseweg 30
2340 Beerse
België
Registratienummers:
RVG 100084//27178 Risperdal Consta 25 mg, poeder en oplosmiddel voor suspensie voor injectie (Portugal)
RVG 34453//27178 Risperdal Consta 25 mg, poeder en oplosmiddel voor suspensie voor injectie (Spanje)
RVG 32998//27179 Risperdal Consta 37,5 mg, poeder en oplosmiddel voor suspensie voor injectie (Frankrijk)
RVG 100087//27179 Risperdal Consta 37,5 mg, poeder en oplosmiddel voor suspensie voor injectie (Portugal)
RVG 32734//27179 Risperdal Consta 37,5 mg, poeder en oplosmiddel voor suspensie voor injectie (Spanje)
RVG 32999//27180 Risperdal Consta 50 mg, poeder en oplosmiddel voor suspensie voor injectie (Frankrijk)
RVG 100092//27180 Risperdal Consta 50 mg, poeder en oplosmiddel voor suspensie voor injectie (Portugal)
RVG 32735//27180 Risperdal Consta 50 mg, poeder en oplosmiddel voor suspensie voor injectie (Spanje)
Dit geneesmiddel is geregistreerd in lidstaten van de EEA onder de volgende namen:
Frankrijk: RisperdalConsta LP
Nederland: Risperdal Consta
Portugal: Risperdal Consta
Spanje: Risperdal Consta
Deze bijsluiter is voor de laatste keer goedgekeurd in juli 2010.
Euro Registratie Collectief b.v., 280710-030910
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
De volgende informatie is alleen bestemd voor artsen of andere beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg:
BELANGRIJKE INFORMATIE VOOR MEDISCH PERSONEEL
Risperdal Consta microsferen met verlengde afgifte in de flacon mag uitsluitend worden gesuspendeerd in het oplosmiddel in de spuit die in de verpakking zit en mag alleen worden toegediend met de daarvoor bestemde naald die in de verpakking zit voor toediening in de bilspier (2- inch (50 mm) naald) of in de deltaspier (1-inch (25 mm) naald). Vervang geen enkel component uit de verpakking. Om er zeker van te zijn dat de beoogde dosis risperidon toegediend wordt, dient de volledige inhoud van de flacon te worden toegediend. Het zou kunnen dat in geval slechts een gedeelte van de inhoud wordt toegediend, hierdoor niet de beoogde dosis risperidon wordt afgegeven.
(50 mm)
(25 mm)
Neem een dosisverpakking Risperdal Consta uit de koelkast en laat het geneesmiddel eerst voldoende op kamertemperatuur komen voordat u het bereidt.
Inhoud van de verpakking:
- een flacon met Risperdal Consta poeder met verlengde afgifte;
- een naaldvrije Alaris SmartSite® flaconadapter voor reconstitutie;
- een voorgevulde spuit met oplosmiddel voor Risperdal Consta;
- twee naalden voor de intramusculaire injectie (een 21G UTW 1-inch (0,8 mm x 25 mm) veiligheidsnaald met Needle-Pro®-beschermkapje voor toediening in de deltaspier en een 20G TW 2- inch (0,9 mm x 50 mm) veiligheidsnaald met Needle-Pro®-beschermkapje voor toediening in de bilspier).
- Verwijder de gekleurde plastic dop van de flacon Risperdal Consta.
- Open het blisterzakje en haal de SmartSite® toegangsdop eruit aan het witte luer-verbindingspunt. Raak het toegangsmechanisme in geen geval aan.
- Plaats de flacon op een hard oppervlak. Druk het toegangsmechanisme van de SmartSite® toegangsdop door de rubber stop van de flacon totdat de dop op zijn plaats klikt.
- Maak het spuitverbindingspunt (blauwe cirkel) van de SmartSite® toegangsdop schoon met een antiseptisch middel alvorens de spuit eraan te bevestigen.
5. De voorgevulde spuit heeft een wit uiteinde bestaande uit 2 delen: een witte kraag en een gladde witte dop. Houd, om de spuit te openen, de spuit bij de witte kraag vast en breek de gladde witte dop eraf
(NIET DE WITTE DOP ER AF DRAAIEN). Verwijder de witte dop samen met het rubberen dopje binnenin.
Houd voor alle montagestappen de spuit alleen vast bij de witte kraag aan de punt van de spuit. Let erop tijdens montage de verschillende onderdelen niet te strak aan te draaien. Het te strak aandraaien van de verbindingen kan tot gevolg hebben dat er deeltjes loskomen van de spuit.
- Houd de witte kraag van de spuit vast en druk de top van de spuit in de blauwe cirkel van de SmartSite® toegangsdop (zoals in onderstaande tekening) en draai met de klok mee om de spuit aan de toegangsdop van de flacon te bevestigen (niet te strak aandraaien). Voorkom dat de rand van de toegangsdop meedraait. Houd de spuit en de toegangsdop op één lijn.
- Spuit de hele inhoud van de spuit met oplosmiddel in de flacon.
8. Schud de flacon krachtig gedurende ten minste 10 seconden voor een homogene suspensie (houd daarbij de zuiger met de duim vast). Wanneer het mengsel goed is gemengd, ziet dit er homogeen, dik en melkachtig uit. De microbolletjes zijn zichtbaar in de vloeistof maar er blijven geen droge microbolletjes achter.
10. Houd de flacon op zijn kop en zuig de suspensie langzaam op uit de flacon in de spuit. Trek het gedeelte van het flaconetiket bij de perforatie eraf en plak dit gedeelte op de spuit voor identificatie.
11. Draai de spuit van de SmartSite® toegangsdop terwijl de witte kraag van de spuit wordt vastgehouden. Gooi zowel de flacon als de toegangsdop op de juiste wijze weg.
12. Open de naaldverpakking en kies de juiste naald. Raak het verbindingsgedeelte van de naald NIET aan, raak alleen de transparante beschermhuls van de naald aan.
Kies de 20G TW 2-inch (0,9 mm x 50 mm) TW-naald (langere naald met geel gekleurde hub) voor injectie in de BILSPIER.
Kies de 21G UTW 1-inch (0,8 mm x 25 mm) UTW-naald (kortere naald met groen gekleurde hub) voor injectie in de DELTASPIER.
13. Bevestig de luer-verbinding van de Needle-Pro® toedieningsnaald aan de spuit met een rustige draaibeweging met de klok mee, terwijl de witte kraag van de spuit wordt vastgehouden.
14. Houd de witte kraag van de spuit nog steeds vast, neem de transparante beschermhuls en druk de spuit stevig aan de Needle-Pro® toedieningsnaald door even te drukken en met de klok mee te draaien.
- Verwijder de transparante beschermhuls van de naald, terwijl de witte kraag van de spuit wordt vastgehouden. DRAAI NIET aan de beschermhuls, omdat de verbinding dan kan loslaten.
- Tik zachtjes tegen de spuit om eventuele luchtbelletjes te laten opstijgen.
Verwijder lucht in de spuit door de zuiger in te drukken, terwijl de naald in verticale positie wordt gehouden. Injecteer de hele inhoud van de spuit intramusculair in de gekozen bilspier of deltaspier van de patiënt. Injectie in de bilspier moet worden toegediend in het bovenste/buitenste bilkwadrant.
NOOIT INTRAVENEUS INJECTEREN.
WAARSCHUWING: OM PRIKLETSEL MET EEN BESMETTE NAALD TE VOORKOMEN:
- NIET MET UW VRIJE HAND HET ORANJE NEEDLE-PRO®-BESCHERMKAPJE OVER DE NAALD DRUKKEN;
- NIET HET NEEDLE-PRO®-BESCHERMKAPJE OPZETTELIJK LOSMAKEN;
- NIET DE NAALD PROBEREN RECHT TE MAKEN, OF HET NEEDLE-PRO®- BESCHERMKAPJE PROBEREN TE VERANKEREN ALS DE NAALD KROM OF BESCHADIGD IS;
- NIET HET NEEDLE-PRO®-BESCHERMKAPJE VERKEERD BEHANDELEN, OMDAT DE NAALD DAN MOGELIJK UIT HET BESCHERMKAPJE NAAR BUITEN KAN KOMEN.
18. Na toediening van de injectie, drukt u de naald met één hand in het oranje Needle-Pro®- beschermkapje. Hierbij drukt u het oranje Needle-Pro® beschermkapje met één hand ZACHTJES
tegen de bovenkant van een tafel of een ander hard, plat oppervlak. DOOR DE DRUK OP HET ORANJE NEEDLE-PRO® BESCHERMKAPJE WORDT DE NAALD STEVIG IN HET KAPJE VERANKERD. Kijk of de naald helemaal vastzit in de oranje Needle-Pro®-beschermkapje. Gooi de naald op correcte wijze weg. Gooi ook de andere (niet gebruikte) naald weg die is bijgesloten in de verpakking.
Alle ongebruikte producten of afvalmateriaal dienen conform de lokale richtlijnen te worden weggegooid.