Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
- U bent allergisch voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in rubriek 6.
- U heeft een aangeboren hartprobleem dat 'congenitaal lang QTc-syndroom' heet. Dit kan worden gezien op een elektrocardiogram (ECG).
- U geeft borstvoeding.
- U gebruikt één of meerdere van de volgende geneesmiddelen: arsenicum, cisapride (ter behandeling van brandend maagzuur), erytromycine intraveneus en moxifloxacine (ter behandeling van infecties), toremifeen (ter behandeling van borstkanker), mizolastine (ter behandeling van allergieën), antiaritmica van klasse IA en III (ter regulering van het hartritme).
U mag Caprelsa niet innemen als ten minste één van de bovenstaande punten op u van toepassing is. Raadpleeg uw arts als u twijfelt.
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem contact op met uw arts of apotheker voordat u dit middel inneemt:
- Als u gevoelig voor zonlicht bent. Sommige mensen die Caprelsa innemen worden gevoeliger voor zonlicht. Dit kan leiden tot zonnebrand. Als u Caprelsa inneemt dient u zich, als u naar buiten gaat, altijd te beschermen met zonnebrandcrème en door het dragen van kleding, om blootstelling aan de zon te voorkomen.
- Als u hoge bloeddruk heeft.
- Als u een vergroting en verzwakking van een bloedvatwand (aneurysma) of een scheur in een bloedvatwand (arteriële dissectie) heeft of heeft gehad.
- Als u een chirurgische ingreep moet ondergaan. Uw arts kan overwegen om Caprelsa te stoppen als u een grote chirurgische ingreep zult ondergaan, omdat Caprelsa van invloed kan zijn op de wondgenezing. Zodra voldoende wondgenezing is vastgesteld, kan weer gestart worden met Caprelsa.
- Als u nierproblemen heeft.
Er zijn ernstige bijwerkingen van de huid (Severe Cutaneous Adverse Reactions, SCAR’s) gemeld, waaronder Stevens-Johnsonsyndroom (SJS) en toxische epidermale necrolyse (TEN) tijdens behandeling met vandetanib. Stop het gebruik van Caprelsa en roep onmiddellijk medische hulp in als u klachten van deze ernstige huidreacties opmerkt zoals beschreven in rubriek 4.
Het is nodig om de RET-status van uw kanker te bepalen voordat uw behandeling met Caprelsa start.
Controleren van uw bloed en hart
Uw arts of verpleegkundige moet tests uitvoeren om de bloedspiegels van kalium, calcium, magnesium en schildklier-stimulerend hormoon (TSH) te controleren, en de elektrische activiteit van uw hart meten met een zogenaamd elektrocardiogram (ECG). U dient deze onderzoeken te ondergaan:
- Alvorens met Caprelsa te beginnen
- Regelmatig gedurende de behandeling met Caprelsa
- 1, 3 en 6 weken na met Caprelsa te zijn begonnen
- 12 weken na met Caprelsa te zijn begonnen
- Daarna elke 3 maanden
- Als uw arts uw dosis Caprelsa verandert
- Als u geneesmiddelen gaat nemen die invloed hebben op uw hart
- Op instructie van uw arts
Kinderen
Caprelsa dient niet te worden gegeven aan kinderen jonger dan 5 jaar.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u naast Caprelsa nog andere geneesmiddelen, heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat de mogelijkheid dat u binnenkort andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan uw arts of apotheker. Dit geldt ook voor geneesmiddelen die u zonder voorschrift kunt kopen en voor kruidengeneesmiddelen. Caprelsa kan namelijk invloed hebben op de werking van andere geneesmiddelen en sommige geneesmiddelen kunnen een effect hebben op Caprelsa.
Vertel het uw arts of apotheker als u één of meerdere van de volgende geneesmiddelen inneemt:
- itraconazol, ketoconazol, ritonavir, claritromycine, rifampicine en moxifloxacine (geneesmiddelen die gebruikt worden om infecties te behandelen)
- carbamazepine en fenobarbital (gebruikt om epileptische aanvallen onder controle te houden)
- ondansetron (gebruikt om misselijkheid en braken te behandelen)
- cisapride (gebruikt om brandend maagzuur te behandelen), pimozide (gebruikt om ongecontroleerde herhaalde bewegingen van het lichaam en verbale uitbarstingen te behandelen) en halofantrine en lumefantrine (gebruikt voor de behandeling van malaria)
- methadon (ter behandeling van verslaving), haloperidol, chloorpromazine, sulpiride, amisulpride en zuclopentixol (ter behandeling van geestesziekte)
- pentamidine (ter behandeling van infecties)
- vitamine-K-antagonisten en dabigatran, vaak aangeduid als 'bloedverdunners'
- ciclosporine en tacrolimus (gebruikt om afstoting van transplantaten te behandelen), digoxine (gebruikt om een onregelmatige hartslag te behandelen), en metformine (gebruikt om uw bloedglucose onder controle te houden)
- protonpompremmers (ter behandeling van brandend maagzuur)
U vindt deze informatie ook in de waarschuwingskaart voor patiënten die uw arts u gegeven heeft. Het is belangrijk dat u deze waarschuwingskaart voor patiënten bewaart en aan uw partner of verzorgers laat zien.
Zwangerschap en borstvoeding
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Neem dan contact op met uw arts voordat u dit geneesmiddel gebruikt. Caprelsa kan namelijk schadelijk zijn voor een ongeboren kind. Uw arts zal dan ook de voordelen en risico's van het nemen van Caprelsa tijdens deze periode met u bespreken.
Als u zwanger zou kunnen worden dan moet u effectieve contraceptie gebruiken wanneer u Caprelsa gebruikt en gedurende tenminste vier maanden na de laatste dosis Caprelsa.
Voor de veiligheid van uw baby mag u geen borstvoeding geven gedurende de behandeling met Caprelsa.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Wees voorzichtig als u rijdt of machines gebruikt. Houd er rekening mee dat Caprelsa u moe en zwak kan maken, of een wazig zicht kan veroorzaken.