Welke stoffen zitten er in dit middel?
De werkzame stof in dit middel is hydromorfonhydrochloride.
PALLADON injectie 2 mg/ml
Iedere ampul bevat 2 mg hydromorfon hydrochloride (overeenkomend met 1,8 mg hydromorfon base)
PALLADON injectie 10mg/ml
Iedere ampul bevat 10 mg hydromorfon hydrochloride (overeenkomend met 8,9 mg hydromorfon base)
PALLADON injectie 50 mg/ml
NL F Palladon injectie
Iedere ampul bevat 50 mg hydromorfon hydrochloride (overeenkomend met 44,3 mg hydromorfon base)
-
De andere stoffen (hulpstoffen) in dit middel zijn:
-
citroenzuur watervrij (E330)
-
trinatriumcitraat 2-water (E331)
-
natriumchloride
-
zoutzuur (E507)
-
natriumhydroxide oplossing (E524)
-
water voor injectie
Hoe ziet Palladon injectie eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
Palladon injectie is een heldere, kleurloze oplossing in een doorzichtige glazen ampul, verpakt in doosjes van 5 ampullen.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant
Registratiehouder:
Mundipharma Pharmaceuticals B.V.
Leusderend 24
3832 RC Leusden
Tel. 033 450 82 70
Fabrikant:
Mundipharma DC B.V.
Leusderend 16
3832 RC Leusden
Nederland
RVG-nummers:
|
|
PALLADON injectie 2 mg/ml
|
RVG 104833
|
PALLADON injectie 10 mg/ml
|
RVG 104836
|
PALLADON injectie 50 mg/ml
|
RVG 104838
|
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in september 2022.
De volgende informatie is alleen bestemd voor artsen of andere beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
PALLADON injectie 2 mg/ml:
1 ampul bevat 2 mg hydromorfon hydrochloride (overeenkomend met 1,77 mg hydromorfon) in 1 ml oplossing.
Hulpstoffen: 1 ml bevat 0,153 mmol natrium (3,52 mg/ml natrium)
PALLADON injectie 10 mg/ml:
1 ampul bevat 10 mg hydromorfon hydrochloride (overeenkomend met 8,87 mg hydromorfon) in 1 ml oplossing.
Hulpstoffen: 1 ml bevat 0,128 mmol natrium (2,94 mg/ml natrium)
PALLADON injectie 50 mg/ml:
1 ampul bevat 50 mg hydromorfon hydrochloride (overeenkomend met 44,33 mg hydromorfon) in 1 ml oplossing.
Hulpstoffen: 1 ml bevat 0,040 mmol natrium (0,92 mg/ml natrium)
Therapeutische indicaties
NL F Palladon injectie
Voor de behandeling van ernstige pijn bij kankerpatiënten en ernstige postoperatieve pijn.
Dosering en wijze van toediening
Dosering
De dosering Palladon injectie dient te worden aangepast aan de ernst van de pijn en de individuele respons van de patiënt. De startdosering is afhankelijk van de ernst van pijn en de tot dan toe gebruikte analgetica.
De dosering dient te worden getitreerd tot een optimaal analgetisch effect is bereikt.
Hoewel in het algemeen een voldoende hoge dosering moet worden toegediend, dient te worden gestreefd naar de laagst mogelijke dosering waarbij analgesie wordt bereikt.
Palladon injectie 10 mg/ml en 50 mg/ml zijn niet geschikt om een opioïd-behandeling mee te beginnen. Deze hogere doseringen kunnen alleen gebruikt worden bij patiënten die niet langer reageren op lagere doseringen hydromorfon of vergelijkbare sterkwerkende analgetica.
Het reservoir van de pijnpomp kan gevuld worden met de verschillende doseringen 10 mg/ml en 50 mg/ml, omdat de dosiscontrole is beveiligd door de pomp.
Palladon injectie dient niet langer dan absoluut noodzakelijk te worden toegediend. Als langdurige behandeling noodzakelijk is, dient regelmatig en zorgvuldig te worden nagegaan of en in welke mate behandeling noodzakelijk is. Als een patiënt behandeling met hydromorfon niet langer nodig heeft, wordt aangeraden de dosering stapsgewijs af te bouwen om ontwenningsverschijnselen te voorkomen.
De volgende startdoseringen worden aangeraden:
Leeftijd
|
Bolus
|
Infusie
|
Volwassenen en adolescenten (> 12 jaar)
|
|
subcutane (s.c.)
|
1-2 mg s.c. iedere 3-4 uur
|
0.15-0.45 mg/u
|
toediening
|
|
0.004 mg/kg
|
|
|
lichaamsgewicht/uur
|
intraveneuze (i.v.)
|
1-1.5 mg i.v. iedere 3-4 uur,
|
0.15-0.45 mg/u
|
toediening
|
langzaam injecteren gedurende
|
0.004 mg/kg
|
|
tenminste 2 tot 3 minuten
|
lichaamsgewicht/uur
|
PCA (s.c. en i.v.)
|
0.2 mg bolus, stop interval 5-10 min.
|
|
Overschakelen van andere opioïden naar hydromorfon
Studies waarin hydromorfon zowel intraveneus als subcutaan is toegediend bij gezonde vrijwilligers en patiënten tonen aan dat hydromorfon op milligram basis 5 tot 10 maal zo potent is als parenteraal morfine. Omdat iedere patiënt individueel getitreerd moet worden tot optimale pijnverlichting daarbij rekening houdend met de veiligheid van de patiënt, dient gestart te worden met ongeveer 1/10 van de overeenkomende parenterale morfine-equivalent.
Kinderen < 12 jaar
Palladon injectie wordt niet aangeraden voor gebruik bij kinderen jonger dan 12 jaar, omdat er onvoldoende ervaring is opgedaan in deze leeftijdsgroep.
Oudere patiënten
Een lagere startdosering en een zorgvuldige titratie wordt aanbevolen bij oudere patiënten (in het algemeen ouder dan 75 jaar).
Patiënten met lever- en of nierfunctiestoornissen
Deze patiënten kunnen een lagere dosering nodig hebben om voldoende pijnstilling te bereiken dan andere patiëntengroepen. Ze dienen zorgvuldig te worden getitreerd op geleide van klinisch effect (zie rubriek 5.2 volledige SPC).
NL F Palladon injectie
Wijze van toediening
Intraveneuze injectie of infusie
Subcutane injectie of infusie
Dit geneesmiddel dient voor gebruik visueel te worden geïnspecteerd. De oplossing dient alleen te worden gebruikt indien deze vrij is van deeltjes.
Na openen, moet dit geneesmiddel onmiddellijk worden gebruikt. (Zie rubriek 6.3)
Contra-indicaties
Palladon injectie mag niet worden gegeven bij overgevoeligheid voor de werkzame stof of voor (één van) de in rubriek 6.1 vermelde hulpstoffen of in iedere situatie waarin het gebruik van opioïden is gecontra-indiceerd. Dit kan de volgende situaties betreffen:
ademhalingsdepressie;
-
schedelletsel en verhoogde intracraniële druk;
bij ileus verschijnselen;
convulsieve aandoeningen;
-
operaties aan de gal en galwegen;
acute leverziekte;
-
obstructieve luchtweginfecties;
verhoogde CO2 spiegels in het bloed;
coma;
-
gelijktijdig of korter dan twee weken van tevoren toedienen van MAO-remmers moet vermeden worden.
Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
Bij overmatig gebruik van opioïden is ademhalingsdepressie een groot risico.
Zoals bij alle narcotische analgetica is voorzichtigheid geboden en verlaging van de dosering te adviseren bij verzwakte oudere patiënten, patiënten met een verminderde lever of nierfunctie, hypothyreoïdie, bijnierschorsinsufficiëntie, delirium tremens, pancreatitis en bij prostaathypertrofie.
Voorzichtigheid is geboden bij patiënten met shock-verschijnselen, hypotensie met hypovolumie of patiënten met obstructieve luchtwegaandoeningen, bij overmatig bronchussecreet en bij patiënten met een verminderde respiratoire reserve zoals bij emfyseem, kyfoscoliose, ernstige obesitas, bij opioïd-afhankelijke patiënten, patiënten met hoofdletsel (vanwege het risico op verhoogde intracraniale druk), flauwvallen, galwegaandoeningen en gal- of nierstenen, obstructieve of inflammatoire darmaandoeningen.
Voorzichtigheid is eveneens geboden bij patiënten met cardiovasculaire aandoeningen, onbehandeld myxoedeem, alcoholisme of toxische psychose.
Opioïden, zoals hydromorfon hydrochloride, kunnen de hypothalamus-hypofyse-bijnierschors of - gonadale as beïnvloeden. Zo is er een toename van prolactinespiegel en een afname van de cortisol- en testosteronspiegels. Door deze hormonale veranderingen kunnen klinische symptomen optreden (zie rubriek 4.8).
Buikletsel
Opioïde analgetica kunnen de symptomen bij acute buikletsels versluieren; zij mogen hierbij niet worden toegepast alvorens de diagnose is gesteld.
Paralytisch ileus
Palladon injectie dient niet te worden gebruikt als een paralytische ileus mogelijk kan zijn. Indien een paralytische ileus wordt vermoed tijdens het gebruik, dient de hydromorfon behandeling onmiddellijk te worden gestaakt.
NL F Palladon injectie Hyperalgesie
Hyperalgesie die niet reageert op een verdere dosisverhoging hydromorfon kan zeer zelden voorkomen met name bij hoge doseringen. Het kan dan nodig zijn om de hydromorfon dosis te verlagen of om te schakelen naar een ander opioïd.
Operaties
Palladon injectie dient met voorzichtigheid pre- of intraoperatief of binnen 24 uur postoperatief te worden gebruikt.
Het gebruik van Palladon injectie dient minimaal 4 uur voor een chordotomie of andere pijnverlichtende operatie te worden gestaakt. Als in deze gevallen verdere behandeling met Palladon injectie nodig is, moet de dosering worden aangepast aan de nieuwe post-operatieve behoefte.
Tolerantie en afhankelijkheid
Dit product valt onder de bepalingen van de Opiumwet. Bij langdurig gebruik kan tolerantie optreden en kunnen er hogere doseringen nodig zijn voor adequate pijnstilling. Langdurig gebruik kan leiden tot lichamelijke afhankelijkheid. Ontwenningsverschijnselen kunnen optreden bij abrupt staken van de behandeling (zie ook rubriek 4.8 volledige SPC). Wanneer een behandeling met hydromorfon wordt gestopt, wordt geadviseerd deze stapsgewijs af te bouwen om het optreden van ontwenningsverschijnselen te voorkomen.
Hydromorfon heeft een met andere sterkwerkende opioïden vergelijkbare misbruikpotentie. Hydromorfon kan worden misbruikt door mensen met latente of manifeste verslavingsstoornissen. Bij opioïde analgetica, waaronder ook hydromorfon, kan zich een psychologische afhankelijkheid (verslaving) ontwikkelen. Palladon injectie dient daarom met grote voorzichtigheid te worden gebruikt bij patiënten met verslaving of misbruik van alcohol en/of drugs in de voorgeschiedenis.
Overschakelen op andere opioïden
Indien patiënten eenmaal zijn ingesteld op een effectieve opioïd-dosering, dienen zij niet zonder zorgvuldige klinische beoordeling en her-titratie te worden overgeschakeld op een ander opioïd. Een continue analgetisch effect is dan niet gewaarborgd.
Natriumgehalte
Dit geneesmiddel bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per ml. Gezien de geringe hoeveelheid natrium kan dit product worden gebruikt bij patiënten met een natriumrestrictie.
Risico van gelijktijdig gebruik met sedativa, zoals benzodiazepinen of gerelateerde middelen Gelijktijdig gebruik van Palladon injectie met sedativa, zoals benzodiazepinen of gerelateerde middelen, kan leiden tot sedatie, ademhalingsdepressie, coma en overlijden. Vanwege deze risico’s dient het voorschrijven van deze sedativa te worden beperkt tot patiënten bij wie er geen alternatieve behandelopties mogelijk zijn. Wanneer wordt besloten Palladon injectie gelijktijdig voor te schrijven met sedativa dient de laagst mogelijk effectieve dosis te worden gebruikt en dient de duur van de behandeling zo kort mogelijk te zijn.
Patiënten moeten nauwlettend worden gevolgd op tekenen en symptomen van ademhalingsdepressie of sedatie. Hierbij wordt sterk aanbevolen patiënten en hun verzorgers op de hoogte te stellen van deze symptomen (zie rubriek 4.5).
NL F Palladon injectie
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
Lijst van hulpstoffen
Citroenzuur watervrij (E330)
Trinatriumcitraat 2-water (E331)
Natriumchloride
Natriumhydroxide oplossing (E524) (voor het instellen van de pH)
Zoutzuur (E507) (voor het instellen van de pH)
Water voor injecties
Gevallen van onverenigbaarheid
Dit geneesmiddel mag niet gemengd worden met andere geneesmiddelen dan die vermeld zijn in rubriek 6.6.
Houdbaarheid
3 jaar. Na openen onmiddellijk gebruiken.
Chemische en fysische stabiliteit tijdens gebruik is aangetoond gedurende 7 dagen bij 4°C, 25°C en 37°C.
Vanuit microbiologisch gezichtspunt dient het product direct gebruikt te worden. Indien het niet direct gebruikt wordt, zijn de opslag tijden en condities van het in gebruik genomen geneesmiddel de verantwoordelijkheid van de gebruiker en dienen normaliter niet langer te zijn dan 24 uur bij 2 tot
8 °C, tenzij bereiding/verdunning heeft plaats gevonden onder gecontroleerde en gevalideerde aseptische condities.
Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Voor dit geneesmiddel zijn er geen speciale bewaarcondities wat betreft de temperatuur. Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht.
Voor de bewaarcondities van het geneesmiddel na opening, zie rubriek 6.3.
Aard en inhoud van de verpakking
Type I, heldere neutraal glazen ampullen in verpakkingen van 5 ampullen a 1 ml.
Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen en andere instructies
Er zijn geen aanwijzingen van onverenigbaarheid waargenomen tussen onverdund Palladon en verdund Palladon met natriumchloride 9 mg/ml (0,9%) oplossing voor infuus, glucose 50 mg/ml (5 %) oplossing voor infuus of water voor injectie en typische merken van polypropyleenspuiten en infuuszakken uit PVC of EVA.
Er is geen onverenigbaarheid aangetoond wanneer Palladon injectie, zowel onverdund als verdund met natriumchloride 9 mg/ml (0,9%) oplossing voor infusie of water voor injecties, gemengd wordt met representatieve merken van injectabele preparaten van de volgende geneesmiddelen, wanneer deze bewaard worden in hoge- en lage dosiscombinaties in polypropyleen spuiten gedurende 24 uur beneden kamertemperatuur (25°C).
Hyoscine butylbromide
Hyoscine hydrobromide
Dexamethason natrium fosfaat
Haloperidol
Midazolam hydrochloride
Metoclopramide hydrochloride
Levomepromazine hydrochloride
Glycopyrronium bromide
Ketamine hydrochloride
NL F Palladon injectie
Onjuist gebruik van de onverdunde oplossing na openen van de originele ampul, of van de verdunde oplossing kan de steriliteit van het product in gevaar brengen.
Al het ongebruikte geneesmiddel en afvalmateriaal dient te worden vernietigd overeenkomstig lokale voorschriften.