Wanneer mag u dit middel niet toedienen?
Uw kind is allergisch voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in rubriek 6.
-
Uw kind heeft moeite met het doorslikken van voedsel of uw kind is te vroeg geboren en kan nog niet via de mond worden gevoed.
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem contact op met uw endocrinoloog of apotheker voordat u dit middel toedient:
-
als uw kind zich onwel voelt of een infectie heeft. De endocrinoloog moet de dosis Alkindi mogelijk tijdelijk verhogen; neem contact op met uw endocrinoloog als uw kind zich onwel voelt.
-
als uw kind een bijniercrisis heeft. Als uw kind braakt of zich zeer onwel voelt, heeft uw kind mogelijk een injectie hydrocortison nodig. Uw endocrinoloog zal u aanleren hoe u in geval van nood een injectie kunt toedienen.
-
als uw kind moet worden gevaccineerd. Als uw kind Alkindi gebruikt, kan het nog steeds worden gevaccineerd. Laat uw endocrinoloog weten wanneer uw kind moet worden gevaccineerd.
-
als uw kind een operatie moet ondergaan. Laat de anesthesist vóór de operatie weten dat uw kind Alkindi gebruikt.
-
als uw kind via een neusmaagsonde wordt gevoed. Alkindi-granulaat is niet geschikt voor toediening via een neusmaagsonde omdat de sonde door het granulaat verstopt kan raken.
-
wanneer uw kind van een ander hydrocortison-middel overgaat op Alkindi. Wanneer uw kind overstapt op Alkindi kunnen verschillen tussen hydrocortison-
geneesmiddelen betekenen dat, tijdens de eerste week na overstappen op Alkindi, uw kind het risico loopt een onjuiste dosis hydrocortison te krijgen. Dit kan leiden tot een risico op bijniercrisis. U moet uw kind de eerste week na overstappen op Alkindi nauwlettend in de gaten houden. Uw arts vertelt u wanneer u de dosis Alkindi moet verhogen als er symptomen van bijniercrisis optreden, zoals ongewone vermoeidheid, hoofdpijn, een verhoogde of verlaagde temperatuur of braken. Als dit gebeurt, moet u onmiddellijk contact opnemen met een arts.
U mag de toediening van Alkindi niet stopzetten zonder uw endocrinoloog te raadplegen, aangezien uw kind zich hierdoor heel snel zeer onwel kan gaan voelen.
Alkindi vervangt het normale hormoon dat bij uw kind ontbreekt en bijwerkingen zijn minder waarschijnlijk. Houd echter rekening met het hiernavolgende:
-
Te veel Alkindi kan van invloed zijn op de groei van uw kind; uw endocrinoloog zal de dosis dus aanpassen aan de grootte van uw kind en de groei van uw kind nauwlettend controleren. Laat het uw endocrinoloog weten als u zich zorgen maakt over de groei van uw kind (zie rubriek 4).
-
Te veel Alkindi kan van invloed zijn op de botten van uw kind; uw endocrinoloog zal de dosis dus aanpassen aan de grootte van uw kind.
-
Sommige volwassen patiënten die hydrocortison gebruikten, kregen last van angst, depressie of verwardheid. Het is niet bekend of deze klachten bij kinderen zouden optreden, maar laat het uw endocrinoloog weten als uw kind ongewoon gedrag gaat vertonen nadat de toediening van Alkindi is gestart (zie rubriek 4).
-
Bij sommige patiënten met allergieën voor andere geneesmiddelen werd een allergie voor hydrocortison waargenomen. Laat het uw endocrinoloog onmiddellijk weten als bij uw kind na toediening van Alkindi reacties zoals zwelling of kortademigheid optreden.
Neem contact op met uw endocrinoloog als uw kind last heeft van wazig zien of andere stoornissen van het gezichtsvermogen.
Na toediening van Alkindi is soms Alkindi-granulaat zichtbaar in de luier of de ontlasting van uw kind. Dit komt doordat de kern van het granulaat na afgifte van het geneesmiddel niet door de darmen wordt opgenomen. Dit betekent niet dat het geneesmiddel niet werkt en u hoeft uw kind geen extra dosis te geven.
Gebruikt uw kind nog andere geneesmiddelen?
Neemt uw kind naast Alkindi nog andere geneesmiddelen in, heeft uw kind dat kort geleden gedaan of bestaat de mogelijkheid dat uw kind in de nabije toekomst andere geneesmiddelen gaat innemen? Vertel dat dan uw arts of apotheker.
Sommige geneesmiddelen kunnen van invloed zijn op de manier waarop Alkindi werkt en dit kan betekenen dat uw endocrinoloog de dosis Alkindi voor uw kind moet wijzigen.
Uw endocrinoloog moet de dosis Alkindi van uw kind mogelijk verhogen als uw kind bepaalde geneesmiddelen gebruikt, zoals:
-
geneesmiddelen die worden gebruikt voor de behandeling van epilepsie: fenytoïne, carbamazepine en oxcarbazepine;
-
geneesmiddelen die worden gebruikt voor de behandeling van infecties (antibiotica): rifampicine en rifabutine;
-
geneesmiddelen die worden aangeduid als barbituraten, die kunnen worden gebruikt voor de behandeling van stuipen (waaronder fenobarbital en primidon);
-
geneesmiddelen voor de behandeling van aids: efavirenz en nevirapine.
Uw endocrinoloog moet de dosis Alkindi van uw kind mogelijk verlagen als uw kind bepaalde geneesmiddelen gebruikt, zoals:
-
geneesmiddelen voor de behandeling van schimmelinfecties: itraconazol, posaconazol en voriconazol;
-
geneesmiddelen die worden gebruikt voor de behandeling van infecties (antibiotica): erytromycine en claritromycine;
-
geneesmiddelen die worden gebruikt voor de behandeling van infectie met hiv (humaan immunodeficiëntievirus) en aids: ritonavir.
Waarop moet u letten met eten en drinken?
Sommige soorten eten en drinken kunnen van invloed zijn op de manier waarop Alkindi werkt en dit kan betekenen dat uw arts de dosis voor uw kind moet verlagen. Het betreft onder andere:
Zwangerschap, borstvoeding en vruchtbaarheid
Hydrocortison kan tijdens de zwangerschap en de borstvoeding worden gebruikt wanneer het lichaam niet genoeg cortisol aanmaakt.
Er zijn geen gegevens over de mogelijke effecten van de behandeling met Alkindi op de vruchtbaarheid.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Alkindi is niet van invloed op het vermogen van het kind om geoefende vaardigheden uit te voeren (bijvoorbeeld fietsen) of machines te bedienen.