Volg zorgvuldig alle instructies die uw arts u geeft.
Uw arts zal bloedonderzoeken uitvoeren voor u de behandeling met Zoledreenos start, en zal uw respons op de behandeling op regelmatige tijdstippen controleren.
Wanneer mag u dit middel niet toegediend krijgen?
- U geeft borstvoeding.
- U bent allergisch voor één van de stoffen die in dit geneesmiddel zitten, voor andere bisfosfonaten (de groep substanties waartoe Zoledreenos behoort) of voor een van de andere stoffen die in Zoledreenos zitten. Deze stoffen kunt u vinden in rubriek 6.
Voor u Zoledreenos krijgt, informeer uw arts:
- als u een nierprobleem heeft of heeft gehad.
- als u pijn, zwelling of een verdoofd gevoel in de kaak, een gevoel van een “zware kaak” of loskomen van een tand heeft of heeft gehad.
- als u onder tandheelkundige behandeling bent of als u een tandheelkundige ingreep zal ondergaan, informeer dan uw tandarts dat u behandeld wordt met Zoledreenos.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u naast Zoledreenos nog andere geneesmiddelen, of heeft u dat kort geleden gedaan? Vertel dat dan uw arts of apotheker. Dat geldt ook voor geneesmiddelen waar u geen voorschrift voor nodig heeft. Het is bijzonder belangrijk dat u uw arts inlicht als u ook de volgende middelen inneemt:
- Aminoglycosiden (geneesmiddelen die worden gebruikt om ernstige infecties te behandelen) aangezien de combinatie van die geneesmiddelen met bisfosfonaten het calciumgehalte in het bloed te sterk kan doen dalen.
- Thalidomide (een geneesmiddel dat wordt gebruikt om een bepaald type bloedkanker met aantasting van het bot te behandelen) of andere geneesmiddelen die uw nieren zouden kunnen beschadigen.
- Aclasta (een geneesmiddel dat ook zoledroninezuur bevat en dat wordt gebruikt om osteoporose en andere niet kwaadaardige aandoeningen van het bot te behandelen), of andere bisfosfonaten aangezien de gecombineerde effecten van die geneesmiddelen bij inname samen met Zoledreenos niet bekend zijn.
- Anti-angiogene geneesmiddelen ( gebruikt om kanker te behandelen), omdat er gevallen van aseptische necrose van de kaak zijn gerapporteerd bij combinatie met zoledroninezuur.
Patiënten van 65 jaar en ouder
Zoledreenos mag worden gegeven aan mensen van 65 jaar en ouder. Er zijn geen aanwijzingen dat extra voorzorgen moeten worden genomen.
Kinderen en jongeren tot 18 jaar
Zoledreenos wordt niet aanbevolen voor gebruik bij jongeren en kinderen jonger dan 18 jaar.
Zwangerschap en borstvoeding
U mag Zoledreenos niet krijgen als u zwanger bent. Licht uw arts in als u zwanger bent of denkt zwanger te zijn.
U mag Zoledreenos niet krijgen als u borstvoeding geeft.
Vraag advies aan uw arts voor u een geneesmiddel inneemt als u zwanger bent of borstvoeding geeft.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Er zijn zeer zeldzame gevallen van sufheid en slaperigheid geweest met het gebruik van zoledroninezuur. U dient daarom voorzichtig te zijn bij het rijden, het gebruiken van machines of het uitvoeren van andere taken waarvoor de volledige aandacht nodig is.
Zoledreenos bevat natrium
Dit geneesmiddel bevat 45,39 mmol (of 905,6 mg) natrium per infusie na verdunning met 100 ml 0,9% w/v (9 mg/ml) natriumchloride. Daar moet rekening mee worden gehouden bij patiënten die een natriumarm dieet volgen.
Als u een lagere dosis zoledroninezuur zult krijgen, moet u uw arts gegevens vragen over het natriumgehalte.
Bij verdunning in 5% w/v (50 mg/ml) glucoseoplossing bevat het geneesmiddel minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per infusie, dus essentieel ‘natriumvrij’.