Geef dit medicijn niet als het kind:
-
allergisch (overgevoelig) is voor glycopyrronium of voor een van de andere stoffen in dit medicijn. Deze stoffen kunt u vinden in rubriek 6 van deze bijsluiter.
-
een hoge druk in het oog heeft (glaucoom)
-
een ziekte van de spieren heeft (myasthenia gravis). Uw spieren zijn erg zwak
-
een verstopping van de maag (pylorusstenose) of darmen heeft. Klachten kunnen zijn: overgeven, buikpijn en opgezette buik (paralytische ileus)
-
de blaas niet helemaal leeg kan plassen (urineretentie)
-
een nierziekte heeft die niet overgaat en niet meer behandeld kan worden. Het kind heeft een behandeling nodig om het bloed schoon te maken (dialyse)
-
middelen neemt waar natriumchloride in zit in vaste vorm
-
anticholinergica neemt
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit medicijn?
Neem contact op met uw arts of apotheker voordat u dit medicijn geeft als het kind:
-
brandend maagzuur heeft (een probleem waarbij maagsappen omhoog komen in de slokdarm)
-
een heel erge ontsteking van de dikke darm heeft die vaak terugkomt (colitis ulcerosa). Het kind kan last hebben van buikpijn, diarree en bloeding uit het poepgat (anus)
-
net een hartaanval heeft gehad of een hartziekte, onregelmatige hartslag of hoge bloeddruk heeft. Dit medicijn kan namelijk zorgen voor een verandering van de normale hartslag
-
een klacht heeft waarbij het hart sneller klopt dan normaal. Dit kan komen door een ziekte, zoals een schildklier die te snel werkt, hartfalen of een hartoperatie
-
een operatie moet krijgen (ook bij de tandarts) met inhalatieanesthesie. Hierbij wordt een medicijn ingeademd, zodat het kind helemaal wordt verdoofd (volledige narcose). Inhalatieanethesie kan de normale hartslag namelijk veranderen
-
diarree heeft, vooral als het kind een opening in de buikwand heeft die in verbinding staat met de darm (ileostomie of colostomie)
-
koorts heeft, of als de temperatuur in de omgeving te hoog is. Dit medicijn zorgt ervoor dat de gebruiker minder zweet, waardoor het lichaam meer moeite heeft om af te koelen.
-
een nierziekte heeft, aangezien de dosis van dit medicijn misschien lager moet worden
-
een beschadigde bloed-hersenbarrière heeft
-
door de arts is verteld dat het niet tegen sommige suikers kan. Er zit namelijk sorbitol in dit medicijn
Stop ook met de behandeling en neem contact op met de arts als het kind last heeft van:
-
onwel worden, met een zeer snelle of zeer langzame hartslag
-
verstopping (constipatie)
-
longontsteking
-
een verandering in het gedrag
-
een allergische reactie
-
plas wat in de blaas blijft zitten (urineretentie)
-
koorts
Heeft de arts de klachten beoordeeld? Dan beslist de arts of de behandeling door moet gaan en of de dosis lager moet worden.
Weet u niet zeker of bovenstaande klachten voor uw kind gelden? Neem dan contact op met een arts of apotheker voordat u dit medicijn geeft.
Dit medicijn zorgt ervoor dat het lichaam minder speeksel maakt. Hierdoor kan het risico op problemen met het gebit groter worden. Daarom moeten de tanden elke dag worden gepoetst en het gebit regelmatig worden gecontroleerd.
Kinderen tot 3 jaar oud
Dit medicijn is niet geadviseerd voor kinderen jonger dan 3 jaar. Neem contact op met een arts of apotheker voordat u dit medicijn gebruikt of als dit medicijn is geadviseerd voor een kind jonger dan 3 jaar.
Gebruikt uw kind nog andere medicijnen?
Gebruikt uw kind naast Dusmyla nog andere medicijnen, heeft uw kind dat kort geleden gedaan of gaat uw kind dit misschien binnenkort doen? Vertel dat dan uw arts of apotheker. Dit geldt ook voor medicijnen die u zonder recept heeft gekocht.
Adviseert de arts u om dit medicijn te geven samen met een of meer medicijnen die hierop lijken (antimuscarine)? Dan kan het nodig zijn dat uw kind een lagere dosis Dusmyla neemt dan normaal. Dit wordt bepaald door de arts. Er bestaat namelijk een groter risico op andere bijwerkingen, zoals droge mond, urineretentie en verstopping (constipatie) als Dusmyla samen met medicijnen wordt ingenomen die hierop lijken.
Vertel het de arts als uw kind het volgende inneemt of kort geleden heeft ingenomen:
-
Medicijnen tegen depressie (antidepressiva), zoals amitriptyline, clomipramine, lofepramine of imipramine (deze worden tricyclische antidepressiva genoemd) of monoamine-oxidase-
inhibitoren (MAO-remmers), zoals fenelzine, moclobemide, rasagiline, selegiline of tranylcypromine
-
Medicijnen voor de behandeling van psychische problemen, misselijk zijn, overgeven of duizelig zijn (fenothiazinen), zoals chloorpromazine, flufenazine, prochloorperazine of trifluoperazine
-
Medicijnen tegen allergieën (antihistaminen), zoals promethazine
-
Medicijnen die zorgen dat een deel van het zenuwstelsel harder gaat werken (parasympathicomimetica), zoals carbachol, neostigmine of fysostigmine
-
Medicijnen die ontstekingen en allergische reacties minder erg maken (corticosteroïden), zoals prednisolon
-
Medicijnen om in te ademen die verdoven voor een operatie, ook bij de tandarts
(inhalatieanesthetica)
-
Clozapine, gebruikt voor het behandelen van schizofrenie
-
Nefopam, gebruikt voor het behandelen van pijn die opeens optreedt en niet meer overgaat
(acute en chronische pijn)
-
Domperidon of metoclopramide, gebruikt voor het behandelen van misselijk zijn en overgeven
-
Amantadine of levodopa, gebruikt voor de behandeling van de ziekte van Parkinson
-
Memantine, gebruikt voor het behandelen van de ziekte van Alzheimer
-
Digoxine-tabletten die langzaam oplossen, disopyramide of atenolol, gebruikt voor het behandelen van hartproblemen
-
Metformine, gebruikt voor het behandelen van diabetes type 2 (een soort suikerziekte)
-
Glyceryltrinitraat-tabletten, gebruikt voor het behandelen van een pijnlijk en drukkend gevoel (angina). Het is mogelijk dat deze tabletten niet zo goed oplossen onder de tong. Dit komt doordat Dusmyla een droge mond kan veroorzaken.
-
Topiramaat of zonisamide, gebruikt voor de behandeling van epilepsie en om te zorgen dat migraines niet optreden
-
Middelen waar kaliumchloride in vaste vorm in zit (zie rubriek 2 “Wanneer mag u dit medicijn niet geven of moet u er extra voorzichtig mee zijn?”)
-
Anticholinerge middelen (zie rubriek 2, “Wanneer mag u dit medicijn niet geven of moet u er extra voorzichtig mee zijn?”).
Er is geen onderzoek gedaan naar hoe goed dit medicijn werkt en hoe veilig het is bij gebruik langer dan de geadviseerde 24 weken. Elke 3 maanden moet met de arts van het kind worden besproken of doorgaan met de behandeling nog steeds past bij het kind.
Waarop moet u letten met eten en drinken?
De werking van dit medicijn kan minder worden als het wordt ingenomen met eten waar veel vet in zit. Geef dit medicijn daarom minimaal 1 uur voor het eten of 2 uur na het eten. Is het nodig om dit medicijn samen met het eten te geven? Bespreek dit dan met de arts van het kind.
Zwangerschap en borstvoeding
Het gebruik van dit medicijn wordt niet geadviseerd tijdens de zwangerschap of het geven van borstvoeding. Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Neem dan contact op met uw arts voordat u dit medicijn gebruikt.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Dit medicijn kan ervoor zorgen dat de patiënt slaperig wordt of wazig ziet. Het is mogelijk dat de patiënt hierdoor minder goed kan autorijden of machines kan gebruiken. De patiënt mag niet autorijden of machines gebruiken totdat deze bijwerkingen helemaal weg zijn. Twijfelt u? Neem dan contact op met uw arts.
Dusmyla bevat E420 (sorbitol), E217 en E219
Dit medicijn bevat 250 mg sorbitol (E420) per milliliter (ml). Sorbitol is een bron van fructose (suiker). Heeft de arts u verteld dat uw kind niet tegen sommige suikers kan? Of heeft uw arts u verteld dat uw kind erfelijke fructose-intolerantie (HFI) heeft (een zeldzame erfelijke ziekte
waardoor het lichaam geen suiker (fructose) kan afbreken)? Neem dan contact op met de arts voordat u dit medicijn aan uw kind geeft.
-
Dit medicijn bevat 1,89 mg natriumpropylparahydroxybenzoaat (E217) en 0,18 mg natriummethylparahydroxybenzoaat (E219). Deze stoffen kunnen allergische reacties
(mogelijk vertraagd) veroorzaken. In zeldzame gevallen kan de patiënt benauwd worden door kramp van de spieren van de bronchiën (bronchospasmen).
-
Dit medicijn bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per maximale dosis. Dit betekent dat het in wezen “natriumvrij” is.