Wanneer mag u dit middel niet toegediend krijgen?
-
U bent allergisch voor één van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in rubriek 6.
-
Mag niet worden gegeven aan pasgeboren baby’s, te vroeg geboren baby's en kinderen jonger dan 3 jaar.
-
U lijdt aan actieve tuberculose, herpes simplex-infectie van het oog, acute psychose of een schimmel- en/of parasietinfectie die over een groot deel van het lichaam is verspreid.
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
TRISPAN bevat een krachtig steroïd en dient daarom voorzichtig te worden gebruikt als u een van de volgende aandoeningen heeft.
Informeer uw arts voor toediening van dit middel als u een van de volgende aandoeningen heeft:
-
hartfalen, acute aandoening van de kransslagader
-
hoge bloeddruk (hypertensie)
-
bloedklonters (tromboflebitis), bloedklonter die losbreekt, door de bloedstroom wordt meegenomen en een ander bloedvat verstopt (trombo-embolie)
-
spierzwakte (myasthenia gravis)
-
brosse botten (osteoporose)
-
maagzweer, ontsteking van de kleine, zakvormige uitsteeksels in de wand van de dikke darm (diverticulitis), chronische ontsteking van de dikke darm (colitis ulcerosa), recente operatie na verwijdering van een deel van de darmen (darmanastomose)
-
huidaandoeningen zoals eczeem
-
problemen met de geestelijke gezondheid, met hallucinaties of wanen (psychose)
-
“vollemaansgezicht” en obesitas van de romp (syndroom van Cushing)
-
diabetes mellitus
-
te weinig actieve schildklier (hypothyreoïdie)
-
verminderde nierfunctie, beschadiging van de kleine filters in de nier (acute glomerulonefritis), langdurige ontsteking van de nier (chronische nefritis)
-
levercirrose
-
infecties die niet met antibiotica behandeld kunnen worden
-
kanker met metastasen (kanker die is uitgezaaid van het ene orgaan of deel naar een ander, niet- nabijgelegen orgaan of deel).
Neem contact op met uw arts als u last heeft van wazig zien of andere visuele stoornissen.
Het geneesmiddel mag niet intraveneus (in een ader), intradermaal (in de huid), subcutaan (onder de huid), intramusculair (in de spier), intraoculair (in het oog), epiduraal (in de ruggenmergholte) of intrathecaal (in de hersenen of het ruggenmerg) worden ingespoten.
Pas op dat u een gewricht dat na een TRISPAN-injectie beter aanvoelt, niet overbelast. Het gewricht moet herstellen van de ontsteking die uw symptomen veroorzaakte. Herhaalde injecties kunnen het gewricht beschadigen.
U mag niet worden gevaccineerd of geïmmuniseerd met levend vaccin terwijl u langer dan 2 weken onder behandeling bent met matige of hoge doses corticosteroïden, omdat u een grotere kans heeft op medische en met name neurologische complicaties als de afweerreactie van het lichaam (antilichaamrespons) eventueel niet zou optreden.
Indien u ernstige reacties of acute infecties ontwikkelt, moet de behandeling worden gestopt en een passende behandeling worden gegeven.
Steroïde geneesmiddelen onderdrukken de natuurlijke immuunrespons van uw lichaam. Om die reden moet u uw arts zo snel mogelijk om advies vragen als u in contact bent gekomen met iemand die een infectieziekte heeft zoals de waterpokken, gordelroos of de mazelen.
Kinderen en jongeren tot 18 jaar
De groei en ontwikkeling van kinderen die langdurig corticosteroïden gebruiken, dient te worden
gecontroleerd.
TRISPAN mag niet worden toegediend aan pasgeboren baby’s of te vroeg geboren baby's, omdat het benzylalcohol bevat. Het kan toxische reacties en ernstige allergische reacties veroorzaken bij kinderen jonger dan 3 jaar.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u naast TRISPAN nog andere geneesmiddelen, of heeft u dat kortgeleden gedaan of bestaat de mogelijkheid dat u in de nabije toekomst andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan
aan uw arts of apotheker. Dat geldt ook voor geneesmiddelen waar u geen voorschrift voor nodig heeft.
Sommige geneesmiddelen kunnen de effecten van TRISPAN vergroten en het kan zijn dat uw arts u zorgvuldig wil controleren als u deze geneesmiddelen gebruikt (waaronder enkele geneesmiddelen voor hiv: ritonavir, cobicistat).
Het is vooral van belang uw arts te informeren over gebruik van:
Amfotericine B-injectie en kaliumdepletie-middelen: omdat de combinatie van deze middelen met TRISPAN te lage kaliumspiegels in het bloed kan veroorzaken.
Anticholinesterases (AChEI): omdat deze minder werkzaam kunnen zijn.
Anticholinergica (bijv. atropine): omdat de druk in het oog kan stijgen.
Antistollingstabletten (anticoagulantia, oraal): steroïden kunnen het bloedverdunnende (antistollings-) effect verhogen of verlagen.
Bloedsuikerverlagende geneesmiddelen (antidiabetica, bijv. sulfonylureumderivaten en insuline): steroïden kunnen de suikergehaltes (glucosespiegels) in het bloed verhogen.
Bloeddrukverlagende geneesmiddelen (antihypertensiva, inclusief plasmiddelen [diuretica]): deze geneesmiddelen kunnen minder effectief worden.
Geneesmiddelen om tuberculose te behandelen, bijv. isoniazide: de hoeveelheid isoniazide in het bloed kan verlaagd worden.
Immuunonderdrukkende medicijnen (cyclosporine): Bij gelijktijdig gebruik kan cyclosporine een verhoging van de werking van zowel cyclosporine als steroïden veroorzaken.
Geneesmiddelen tegen hartfalen (digitalisglycosiden): gelijktijdige toediening met TRISPAN kan de kans op digitalisvergiftiging verhogen.
Geneesmiddelen die de hoeveelheid van speciale leverenzymen verhogen (bijv. barbituraten, fenytoïne, carbamazepine, rifampicine, primidon, aminoglutethimide): kunnen het effect van TRISPAN verminderen.
Humaan groeihormoon (somatropine): het groeibevorderende effect kan geremd worden gedurende langdurige therapie met TRISPAN.
Geneesmiddelen tegen schimmelinfecties (ketoconazol): de steroïd-effecten van TRISPAN kunnen verhoogd worden.
Proteaseremmers voor de behandeling van HIV infectie (ritonavir): de steroïd-effecten kunnen verhoogd of verlengd worden. Deze omvatten het syndroom van Cushing (hoge spiegels van het hormoon cortisol met symptomen zoals gewichtstoename, dunne huid en een vollemaansgezicht) en onderactieve bijnieren.
Niet-depolariserende spierverslappers: steroïden kunnen de neuromusculaire blokkerende werking verminderen of versterken.
Niet-steroïdale ontstekingsremmers (NSAID’s): steroïden kunnen ertoe leiden dat maag- darmbloedingen en zweervormingen, die verband houden met NSAID's, vaker optreden en ernstiger zijn. Steroïden kunnen ook de hoeveelheid salicylaat in serum verlagen en de werkzaamheid ervan verminderen. Omgekeerd kan het stoppen met steroïden, tijdens een behandeling met hoge doses
salicylaat, salicylaatvergiftiging veroorzaken. Als u aspirine gebruikt en lage protrombinespiegels heeft, laat dit dan uw arts of verpleegkundige weten.
Hormonen ter voorkoming van zwangerschap, waaronder de pil (orale anticonceptiva): het steroïd-effect van TRISPAN kan langer aanhouden.
Schildkliergeneesmiddelen: als u een minder actieve schildklier (hypothyreoïdie) of overactieve schildklier (hyperthyroïdie) heeft, informeer dan uw arts of verpleegkundige omdat de dosis dan mogelijk moet worden aangepast.
Vaccins: neurologische complicaties en een verminderde afweerreactie van het lichaam (antilichaamrespons) kunnen in speciale situaties optreden wanneer patienten die steroïden gebruiken gevaccineerd worden (zie rubriek 2 "Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?").
Geneesmiddelen die het QT-interval verlengen of torsade de pointes veroorzaken: behandeling met TRISPAN en klasse Ia-antiaritmica zoals disopyramide, kinidine en procaïnamide, of andere klasse II-antiaritmica zoals amiodaron, bepridil en sotalol, wordt niet aanbevolen.
Uiterste voorzichtigheid is geboden wanneer TRISPAN in combinatie wordt gebruikt met fenothiazines, tricyclische antidepressiva, terfenadine en astemizol, vincamine, erytromycine i.v., halofantrine, pentamidine en sultopride.
Combinatie met middelen die elektrolytenverstoringen veroorzaken, zoals lage kaliumspiegels (kaliumdepletie-diuretica, amfotericine B i.v. en bepaalde laxeermiddelen) , lage magnesiumspiegels en ernstig verlaagde calciumspiegels in het bloed, wordt niet aanbevolen.
Atleten dienen ervan op de hoogte te zijn dat dit geneesmiddel een bestanddeel bevat dat een positieve uitslag bij antidopingtests kan veroorzaken.
Pediatrische patiënten
Onderzoek naar interacties is alleen bij volwassenen uitgevoerd.
Zwangerschap, borstvoeding en vruchtbaarheid
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Neem dan contact op met uw arts of apotheker voordat u dit geneesmiddel gebruikt.
Dit middel moet tijdens de zwangerschap alleen gebruikt worden als het voordeel voor de moeder duidelijk groter is dan het risico voor de foetus.
Bij vrouwen kan langdurig gebruik van corticosteroïden menstruatiestoornissen en het uitblijven van menstruatie veroorzaken.
Bij mannen kan langdurig gebruik van dit geneesmiddel de productie van sperma en de beweeglijkheid van het sperma verminderen.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
TRISPAN heeft naar verwachting geen invloed op de rijvaardigheid en op het vermogen om machines te bedienen.
TRISPAN bevat benzylalcohol en sorbitol (E420)
Dit middel bevat 9 mg benzylalcohol in elke ml. Benzylalcohol kan allergische reacties veroorzaken.
Benzylalcohol is in verband gebracht met het risico op ernstige bijwerkingen, waaronder ademhalingsproblemen (zogenoemd ‘gasping’-syndroom) bij jonge kinderen. Niet toedienen aan uw
pasgeboren baby (jonger dan 4 weken), tenzij aanbevolen door uw arts.
Niet langer dan een week gebruiken bij jonge kinderen (jonger dan 3 jaar), tenzij geadviseerd door uw arts of apotheker.
Vraag uw arts of apotheker om advies als u zwanger bent of borstvoeding geeft. Grote hoeveelheden benzylalcohol kunnen zich namelijk ophopen in uw lichaam en bijwerkingen veroorzaken (zogenoemde metabole acidose).
Vraag uw arts of apotheker om advies als u een leveraandoening of nieraandoening heeft. Grote hoeveelheden benzylalcohol kunnen zich namelijk ophopen in uw lichaam en bijwerkingen veroorzaken (zogenoemde metabole acidose).
Dit middel bevat 455 mg sorbitol per ml. Sorbitol is een bron van fructose. Als uw arts u heeft meegedeeld dat u (of uw kind) bepaalde suikers niet verdraagt of als bij u erfelijke fructose- intolerantie is vastgesteld (een zeldzame erfelijke aandoening waarbij een persoon fructose niet kan afbreken), neem dan contact op met uw arts voordat u (of uw kind) dit middel toegediend krijgt.