Ondansetron Injectie Mylan zal gewoonlijk door uw arts of verpleegkundige worden toegediend door langzame injectie of infusie in een ader (intraveneuze toediening).
- Patiënten met leverproblemen mogen niet meer dan 8 mg ondansetron per dag toegediend krijgen.
- Ondansetron Mylan is ook verkrijgbaar als een tablet.
Dosering bij patiënten die chemotherapie krijgen of bestraald worden
Volwassenen en ouderen
8 mg ondansetron wordt onmiddellijk voor aanvang van de behandeling in een ader toegediend, gevolgd door een 8 mg ondansetron tablet 12 uur na de behandeling.
Om verdere misselijkheid te voorkomen kan tweemaal per dag een 8 mg tablet worden genomen gedurende maximaal 5 dagen.
Dosering bij patiënten die chemotherapie krijgen die ernstige misselijkheid en braken veroorzaakt
Volwassenen en ouderen
Tijdens de eerste dag van de behandeling kan één van de volgende doseringen gegeven worden:
- 8 mg injectie onmiddellijk voor aanvang van chemotherapie;
- 8 mg injectie onmiddellijk voor aanvang van chemotherapie, gevolgd door twee verdere injecties van 8 mg toegediend met tussenpozen van 2 tot 4 uur, of door infusie in een ader van 1 mg per uur voor maximaal 24 uur;
- Een enkele intraveneuze dosis van 16 mg toegediend per infuus in niet minder dan 15 minuten, onmiddellijk voor aanvang van chemotherapie. Er mag geen hogere eenmalige dosis dan 16 mg toegediend worden.
Om misselijkheid na de behandeling te voorkomen kan tweemaal per dag een 8 mg tablet ingenomen worden voor maximaal 5 dagen.
Kinderen (vanaf 6 maanden en ouder) en adolescenten
- Bij chemotherapie is de gebruikelijke dosering of een eenmalige intraveneuze dosis van 5 mg/m2 lichaamsoppervlak of tot 3 doses van 0,15 mg/kg lichaamsgewicht in 4-uur interval. De intraveneuze dosis mag niet meer dan 8 mg bedragen. De totale dagelijkse dosis mag niet meer dan de dosis voor volwassenen van 32 mg bedragen.
- Er is geen aanbeveling voor het gebruik van ondansetron of voor de preventie van vertraagde of langdurige misselijkheid en braken veroorzaakt door chemotherapie of misselijkheid en braken veroorzaakt door radiotherapie.
Dosering bij patiënten die een operatie ondergaan
Volwassenen en ouderen
Ter voorkoming van misselijkheid en braken: 4 mg injectie voorafgaand aan de operatie. Ter behandeling van misselijkheid en braken: 4 mg injectie.
Kinderen (1 maand en ouder) en jongvolwassenen
- Voor de preventie en behandeling van post-operatieve misselijkheid en braken na een operatie onder algehele narcose wordt een enkele dosis van ondansetron bij 0,1 mg/kg tot een maximum van 4 mg toegediend in een ader in minimaal 30 seconden.
- Er is geen aanbeveling voor het gebruik van ondansetron bij de behandeling van post-operatieve misselijkheid en braken bij kinderen jonger dan 2 jaar.
Informeer uw arts indien de misselijkheid na gebruik van ondansetron niet beter wordt.
Patiënten met nierproblemen of patiënten die sparteïne/debrisoquine niet goed kunnen afbreken, kunnen de aanbevolen dosering van ondansetron gebruiken, zoals hierboven is aangegeven.
Indien u zich zorgen maakt over hoeveel geneesmiddel u toegediend heeft gekregen of hoe vaak u dit geneesmiddel toegediend heeft gekregen, raadpleeg dan uw arts of verpleegkundige.
Tot op heden is slechts weinig bekend over overdosering met ondansetron. Bij een beperkt aantal patiënten werden de volgende effecten waargenomen: stoornissen in het gezichtsvermogen, ernstige verstopping (constipatie), verlaagde bloeddruk (hypotensie) en bewusteloosheid. In alle gevallen verdwenen de symptomen volledig. Er is geen specifiek tegengif voor ondansetron; daarom moeten, bij enig vermoeden van overdosering, enkel de symptomen behandeld worden.
Licht uw arts in indien één van deze symptomen optreedt.