Gebruik dit medicijn altijd precies zoals uw arts u dat heeft verteld. Twijfelt u over het juiste gebruik? Neem dan contact op met uw arts.
Dosis
Uw arts zal de juiste hoeveelheid van dit medicijn berekenen die nodig is om uw te hard werkende blaas te behandelen. Verander niet zelf uw dosis.
Aan het begin van uw behandeling zal uw arts de werking van uw blaas regelmatig controleren en uw dosis aanpassen als dat nodig is.
Jongeren (12 jaar en ouder), volwassenen en ouderen (vanaf 65 jaar)
De geadviseerde startdosering is normaal 10 ml Velariq per dag.
Kinderen (6 - 12 jaar)
De geadviseerde startdosering is normaal 2 ml Velariq per dag.
Als u lever- of nierproblemen heeft
Vertel het uw arts als u een lever- of nierprobleem heeft.
Wijze van toediening
Uw arts zal u dit medicijn alleen voorschrijven als u of uw familieleden/verzorger vertrouwd bent/zijn met de procedure die schone intermitterende katheterisatie (CIC) wordt genoemd. Dit is een techniek die ten minste zesmaal per dag wordt uitgevoerd om te helpen om met een katheter de urine uit de blaas te verwijderen.
CIC staat voor Clean INTERMITTENT CATHETERISATION (schone intermitterende katheterisatie):
CLEAN (schoon): zoveel mogelijk vrij van ziektekiemen (ontsmetten)
-
INTERMITTENT (intermitterend): vele malen per dag, volgens een regelmatig schema uitgevoerd
-
CATHETERISATION (katheterisatie): een katheter, een soort dunne slang, gebruiken om urine uit de blaas te laten lopen
Uw arts zal u en/of uw familieleden/verzorger training geven over de procedure van CIC en de procedure voor de toediening van dit medicijn.
De procedure verloopt als volgt:
-
Maak de omgeving vrij van ziektekiemen (ontsmetten).
-
Breng een steriele wegwerpkatheter in de blaas zoals uw arts u heeft laten zien.
-
Laat de blaas helemaal leeglopen via de katheter.
-
Neem de spuit uit de zak.
-
Verwijder de dop van de spuit.
-
Schroef een adapter (getrapte, taps toelopende luer-lock-adapter) op de punt van de spuit.
-
Verbind de katheter met de spuit, met behulp van de adapter (getrapte, taps toelopende luer- lock-adapter).
-
Injecteer de voor u vastgestelde hoeveelheid oplossing in de blaas door constant op de zuiger van de spuit te duwen.
-
Als uw dosis minder is dan 1 spuit (10 ml), blijft de oplossing die niet wordt gebruikt in de spuit. Die spuit moet later worden ingeleverd bij een apotheek om te worden afgevoerd.
-
Verwijder de katheter.
De ingespoten oplossing blijft tot de volgende katheterisatie in de blaas.
Elke spuit is alleen voor eenmalig gebruik. De katheter die in de urinebuis wordt gebracht, de adapter (getrapte, taps toelopende luer-lock-adapter) en al het ongebruikte medicijn moeten worden weggegooid.
Heeft u te veel van dit medicijn gebruikt?
Als u zichzelf per ongeluk meer dan uw voorgeschreven dosis heeft toegediend, maak dan de blaas direct leeg via een katheter.
Overdosering kan verschijnselen veroorzaken als rusteloosheid, duizeligheid, stoornissen van spraak en gezichtsvermogen, spierzwakte of versnelde hartslag.
Als een of meer van deze verschijnselen bij u optreden, neem dan zo snel mogelijk contact op met uw arts of met het dichtstbijzijnde ziekenhuis.
Bent u vergeten dit medicijn te gebruiken?
Als u bent vergeten een dosis op de gebruikelijke tijd te gebruiken, gebruik dan uw gebruikelijke dosis in combinatie met uw volgende katheterisatiekuur. Als het echter bijna tijd is voor de volgende dosis, sla de gemiste dosis dan over.
Neem geen dubbele dosis om een vergeten dosis in te halen.
Twijfelt u? Neem dan altijd contact op met uw arts.
Als u stopt met het gebruik van dit medicijn
Als u stopt met het gebruik van dit medicijn kunnen uw verschijnselen en aandoening van een overactieve blaas terugkeren of verergeren. Overleg altijd met uw arts als u erover denkt om de behandeling te stoppen.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit medicijn? Neem dan contact op met uw arts.