Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
-
U bent allergisch voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in rubriek 6.
-
Als u geneesmiddelen met de naam monoamine-oxidaseremmers (MAO-remmers, zoals selegiline, moclobemide) of geneesmiddelen die op MAO-remmers lijken (zoals linezolid) gebruikt of heeft gebruikt. Als u stopt met het gebruik van sertraline moet u tenminste één week wachten voordat u begint met het gebruik van MAO-remmers. Na het stoppen van de behandeling met een MAO-remmer moet u tenminste 2 weken wachten voordat u kunt beginnen met de behandeling met sertraline.
-
Als u een ander geneesmiddel gebruikt met de naam pimozide (een geneesmiddel voor mentale stoornissen zoals psychose).
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem contact op met uw arts of apotheker voordat u dit middel inneemt.
Sertraline is niet altijd geschikt voor iedereen. Neem contact op met uw arts voordat u dit middel gebruikt als u lijdt of heeft geleden aan één van de volgende aandoeningen:
-
Als u epilepsie of een verleden van epileptische aanvallen heeft. Indien u een insult (epileptische aanval) krijgt, moet u onmiddellijk contact opnemen met uw arts.
-
Als u een manisch-depressieve (bipolaire) stoornis of schizofrenie (geestesziekte met verschijnselen als waanideeën, waarneming van dingen die er niet zijn en geleidelijke verandering van de persoonlijkheid) heeft gehad. Indien u een manische episode (periode van overdreven opgewektheid, waarbij men veel energie heeft) krijgt, moet u onmiddellijk contact opnemen met uw arts.
-
Als u gedachten over zelfbeschadiging of zelfmoord heeft of heeft gehad (zie hieronder
‘Gedachten over zelfmoord en verergering van uw depressie of angststoornis’).
-
Als u serotoninesyndroom heeft. In zeldzame gevallen kan dit syndroom optreden
wanneer u bepaalde geneesmiddelen tegelijkertijd met Sertraline Accord gebruikt. (Voor de symptomen, zie rubriek 4 ‘Mogelijke bijwerkingen’).
Als u dit syndroom in het verleden heeft gehad, zal uw arts u dat hebben verteld.
-
Als u een laag natriumgehalte in uw bloed heeft. Dit kan namelijk het gevolg zijn van behandeling met dit middel. U moet het ook aan uw arts vertellen als u bepaalde geneesmiddelen tegen hoge bloeddruk gebruikt. Deze geneesmiddelen kunnen namelijk ook de natriumconcentratie in uw bloed veranderen.
-
Als u op hogere leeftijd (65 jaar of ouder) bent. Mogelijk heeft u dan namelijk een hoger risico op een laag natriumgehalte in uw bloed (zie hierboven).
-
Als u een leverziekte heeft; uw arts kan besluiten dat u een lagere dosis van dit middel moet krijgen.
-
Als u diabetes heeft; uw bloedglucosegehalte kan door dit middel veranderen en uw geneesmiddelen voor de behandeling van diabetes moeten mogelijk worden bijgesteld.
-
Als u bloedingsstoornissen heeft gehad of geneesmiddelen heeft gebruikt die het bloed
verdunnen (bijvoorbeeld acetylsalicylzuur (aspirine) of warfarine) of het risico op bloedingen kunnen verhogen of als u zwanger bent (zie ‘Zwangerschap, borstvoeding en vruchtbaarheid’).
-
Als u een kind of jongere bent jonger dan 18 jaar. Dit middel mag uitsluitend gebruikt worden om kinderen en jongeren in de leeftijd van 6-17 jaar te behandelen die lijden aan obsessieve compulsieve stoornis ((OCS), dwangstoornis met terugkerende
dwanghandelingen en dwanggedachten). Als u onder behandeling bent voor deze stoornis, zal uw arts u nauwlettend in de gaten willen houden (zie hieronder ‘Kinderen en jongeren tot 18 jaar’).
-
Als u elektroconvulsieve therapie (ECT) krijgt (ook wel elektroshock behandeling genoemd, bij de behandeling van ernstig depressieve patiënten).
-
Als u oogproblemen heeft, zoals bepaalde soorten glaucoom (verhoogde druk in het oog).
-
Als u is verteld dat u een abnormaal hartpatroon heeft na een elektrocardiogram (ECG (hartfilmpje)), bekend als verlengd QT-interval.
-
Als u een hartaandoening, lage kaliumwaarden of lage magnesiumwaarden, een familiegeschiedenis van QT-verlenging, een trage hartslag heeft en u tegelijkertijd medicijnen gebruikt die het QT-interval verlengen.
Seksuele disfunctie
Geneesmiddelen zoals Sertraline Accord (zogenaamde SSRI/SNRI's) kunnen symptomen van seksuele disfunctie veroorzaken (zie paragraaf 4). In sommige gevallen blijven deze symptomen na het stoppen van de behandeling aanhouden.
Rusteloosheid/acathisie:
Het gebruik van dit middel is in verband gebracht met een zorgwekkende rusteloosheid en behoefte om te bewegen, waarbij de patiënt vaak niet stil kan zitten of staan (acathisie). Dit komt het meest voor tijdens de eerste paar weken van de behandeling. Het verhogen van de dosis kan schadelijk zijn, dus neem contact op met uw arts als u deze symptomen krijgt.
Onttrekkingsverschijnselen:
Verschijnselen die betrekking hebben op het stopzetten van de behandeling
(onttrekkingsverschijnselen) komen vaak voor, met name als de behandeling plotseling wordt stopgezet (zie rubriek 3 ‘Als u stopt met het innemen van dit middel’ en rubriek 4 ‘Mogelijke bijwerkingen’). Het risico op onttrekkingssymptomen hangt samen met de duur van de
behandeling, de dosering en de snelheid waarmee de dosis wordt verlaagd. Over het algemeen zijn dergelijke symptomen licht tot matig. Ze kunnen echter bij sommige patiënten ernstig zijn. Normaal gesproken treden ze op binnen de eerste paar dagen na stopzetting van de behandeling. Over het algemeen verdwijnen dergelijke symptomen vanzelf binnen 2 weken. Bij sommige patiënten kunnen ze langer aanhouden (2-3 maanden of langer). Bij stopzetting van behandeling met dit middel wordt aangeraden om de dosis geleidelijk te verlagen gedurende een periode van verschillende weken of maanden, en u moet altijd met uw arts bespreken wat de beste manier is om met de behandeling te stoppen.
Gedachten over zelfmoord of verergering van uw depressie of angststoornis:
Als u depressief bent en/of lijdt aan angststoornissen kunt u soms gedachten hebben over het toebrengen van letsel aan uzelf of over zelfdoding. Deze gedachten kunnen toenemen als u voor het eerst middelen tegen depressie (antidepressiva) gaat innemen, omdat al deze geneesmiddelen in het algemeen ongeveer 2 weken of soms langer de tijd nodig hebben om te gaan werken.
De kans is groter dat u dit soort gedachten heeft:
-
als u al eerder gedachten heeft gehad over zelfmoord of zelfbeschadiging
-
als u een jong volwassene bent. Informatie uit klinische onderzoeken heeft een toegenomen risico aangetoond op zelfmoordgedrag bij jongeren jonger dan 25 jaar met psychiatrische aandoeningen die behandeld werden met een middel tegen depressie.
Als u gedachten heeft over zelfdoding of het toebrengen van letsel aan uzelf, moet u contact opnemen met uw arts of moet u meteen naar een ziekenhuis gaan.
Het kan u helpen als u een familielid of goede vriend vertelt dat u depressief bent of dat u een angststoornis heeft, en hen te vragen deze bijsluiter te lezen. U zou hem/haar kunnen vragen het u te zeggen als hij/zij denkt dat uw depressie of angst erger wordt of als hij/zij zich zorgen maakt over veranderingen in uw gedrag.
Kinderen en jongeren tot 18 jaar:
Dit middel mag gewoonlijk niet worden gebruikt bij kinderen en jongeren tot 18 jaar, met uitzondering van patiënten met een obsessieve compulsieve stoornis (OCS). Patiënten jonger dan 18 jaar lopen een grotere kans op ongewenste effecten, zoals zelfmoordpogingen, gedachten over zelfbeschadiging of zelfmoord en vijandigheid (met name agressiviteit, opstandig gedrag en woede) wanneer ze met deze groep geneesmiddelen worden behandeld. Het is niettemin mogelijk dat uw arts besluit om dit middel aan een patiënt voor te schrijven die jonger is dan 18 jaar als dat in het belang van de betreffende patiënt is. Als uw arts u dit middel heeft voorgeschreven en u jonger dan 18 jaar bent en u daarover wilt praten, neem dan contact met hem/haar op. U moet uw arts ook inlichten als een van de bovenstaande symptomen optreedt of verergert terwijl u dit middel gebruikt. Bovendien is de veiligheid van dit middel op lange termijn wat betreft de groei, rijping tot volwassenheid, lerend (cognitief) vermogen en gedragsontwikkeling in deze leeftijdsgroep nog niet aangetoond.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u naast Sertraline Accord nog andere geneesmiddelen, heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat de mogelijkheid dat u in de nabije toekomst andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan uw arts of apotheker.
Sommige geneesmiddelen kunnen de werking van Sertraline Accord beïnvloeden of Sertraline Accord zelf kan de werkzaamheid verminderen van andere geneesmiddelen die tegelijkertijd met Sertraline Accord worden gebruikt.
Inname van Sertraline Accord samen met de volgende geneesmiddelen kan ernstige bijwerkingen veroorzaken:
-
Geneesmiddelen met de naam monoamine-oxidaseremmers (MAO-remmers) zoals moclobemide (ter behandeling van depressie) en selegiline (ter behandeling van de ziekte van Parkinson), het antibioticum linezolid en methyleenblauw (ter behandeling van een hoog methemoglobine gehalte in het bloed). Gebruik Sertraline Accord niet samen met deze geneesmiddelen.
-
Geneesmiddelen ter behandeling van mentale stoornissen zoals psychose (ernstige geestesziekte waarbij de controle over het eigen denken, gedrag en handelen gestoord is; ook is het contact met de werkelijkheid gestoord) (pimozide). Gebruik Sertraline Accord niet samen met pimozide.
Als u de volgende geneesmiddelen gebruikt, vertel dat dan uw arts:
-
Geneesmiddelen die amfetaminen bevatten (gebruikt voor het behandelen van aandachtstekort-hyperactiviteitsstoornis (ADHD), narcolepsie en obesitas).
-
Kruidengeneesmiddel dat sint-janskruid bevat (Hypericum perforatum). De effecten van sint-janskruid kunnen 1 tot 2 weken aanhouden.
-
Producten die het aminozuur tryptofaan bevatten.
-
Geneesmiddelen om ernstige pijn te behandelen (bijvoorbeeld tramadol).
-
Geneesmiddelen voor de behandeling van verslaving aan opioïden (bijvoorbeeld buprenorfine)
-
Geneesmiddelen die gebruikt worden voor verdoving (anesthesie) of voor de behandeling van chronische pijn (fentanyl, mivacurium, suxamethonium).
-
Geneesmiddelen ter behandeling van migraine (bijvoorbeeld sumatriptan).
-
Bloedverdunnende geneesmiddelen (warfarine).
-
Geneesmiddelen ter behandeling van pijn/artritis (ontsteking van een gewricht) (niet- steroïde anti-inflammatoire geneesmiddelen (NSAID’s) zoals ibuprofen, acetylsalicylzuur (aspirine).
-
Kalmerende middelen (diazepam).
-
Diuretica (middelen om beter te kunnen plassen).
-
Geneesmiddelen ter behandeling van epilepsie (fenytoïne, fenobarbital, carbamazepine).
-
Geneesmiddelen ter behandeling van diabetes (tolbutamide).
-
Geneesmiddelen ter behandeling van overmatig maagzuur, maagzweren en brandend maagzuur (cimetidine, omeprazol, lanzoprazol, pantoprazol, rabeprazol).
-
Geneesmiddelen ter behandeling van manie (overdreven opgewektheid, waarbij men veel energie heeft) en depressie (lithium).
-
Andere geneesmiddelen ter behandeling van depressie (zoals amitriptyline, nortriptyline, nefazodon, fluoxetine, fluvoxamine).
-
Geneesmiddelen ter behandeling van schizofrenie (geestesziekte met verschijnselen als waanideeën, waarneming van dingen die er niet zijn en geleidelijke verandering van de persoonlijkheid) en andere psychische aandoeningen (zoals perfenazine, levomepromazine en olanzapine).
-
Geneesmiddelen ter behandeling van hoge bloeddruk, pijn op de borst of die gebruikt worden om de hartslag en het hartritme van het hart te reguleren (zoals verapamil, diltiazem, flecaïnide, propafenon).
-
Geneesmiddelen ter behandeling van bacteriële infecties (zoals rifampicine, claritromycine, telitromycine, erytromycine).
-
Geneesmiddelen ter behandeling van schimmelinfecties (zoals ketoconazol, itraconazol, posaconazol, voriconazol, fluconazol).
-
Geneesmiddelen ter behandeling van hiv/aids en hepatitis C (proteaseremmers zoals ritonavir, telaprevir).
-
Geneesmiddelen die gebruikt worden om misselijkheid en overgeven na een operatie of chemotherapie te voorkomen(aprepitant).
-
Geneesmiddelen waarvan bekend is dat ze het risico op veranderingen in de elektrische activiteit van het hart vergroten (bijvoorbeeld sommige antipsychotica en antibiotica).
-
Metamizol, een medicijn dat wordt gebruikt om pijn en koorts te behandelen.
Waarop moet u letten met eten, drinken en alcohol?
Dit middel kan met of zonder voedsel worden ingenomen.
Alcohol moet worden vermeden terwijl u dit middel gebruikt.
Dit middel mag niet worden gebruikt in combinatie met grapefruitsap. Dit kan namelijk de hoeveelheid sertraline in uw lichaam verhogen.
Zwangerschap, borstvoeding en vruchtbaarheid
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Neem dan contact op met uw arts of apotheker voordat u dit geneesmiddel gebruikt.
De veiligheid van het gebruik van dit middel tijdens de zwangerschap is niet volledig aangetoond. Dit middel dient in het geval u zwanger bent, uitsluitend aan u te worden gegeven als de arts van mening is dat het voordeel voor u opweegt tegen het mogelijke risico voor de opgroeiende baby.
Als u dit middel vlak voor het einde van uw zwangerschap inneemt, kan er sprake zijn van een verhoogd risico op zware vaginale bloedingen kort na de geboorte, vooral als u een voorgeschiedenis heeft van bloedingsstoornissen. Uw arts of verloskundige moet ervan op de hoogte zijn dat u dit middel gebruikt, zodat ze u kunnen adviseren.
Zorg dat uw verloskundige en/of arts weet dat u dit middel gebruikt. Bij gebruik tijdens de
zwangerschap, vooral in de laatste drie maanden van de zwangerschap, kunnen geneesmiddelen als dit middel het risico op een bepaalde ernstige aandoening bij baby’s verhogen. Deze aandoening wordt ‘persisterende pulmonale hypertensie van de pasgeborene’ (PPHN) genoemd
en veroorzaakt een versnelde ademhaling en blauwachtige verkleuring van de huid van de baby. Deze verschijnselen beginnen meestal in de eerste 24 uur nadat de baby is geboren. Als dit met uw baby gebeurt, moet u onmiddellijk contact opnemen met uw verloskundige en/of arts.
Uw pasgeboren baby kan ook andere verschijnselen hebben. Deze beginnen meestal binnen de eerste 24 uur na de geboorte. De symptomen zijn onder andere:
-
moeite met ademhalen,
-
de huid heeft een blauwachtige kleur, uw baby heeft het te warm of te koud,
-
blauwe lippen,
-
uw baby geeft over of drinkt niet goed,
-
uw baby is erg moe, valt niet in slaap of huilt heel veel,
-
stijve of heel slappe spieren,
-
uw baby trilt, bibbert of heeft stuipjes,
-
de reflexen van uw baby zijn versterkt,
-
geïrriteerdheid,
-
laag bloedsuikergehalte.
Als uw baby bij de geboorte een of meer van deze verschijnselen heeft of als u zich zorgen maakt over de gezondheid van uw baby, neem contact op met uw arts of verloskundige. Zij zullen u kunnen adviseren.
Er is bewijs dat bij de mens sertraline over gaat in de moedermelk. Dit middel dient uitsluitend te worden gebruikt bij vrouwen die borstvoeding geven als uw arts van mening is dat het voordeel opweegt tegen het mogelijke risico voor de baby.
Uit dieronderzoek is gebleken dat sommige geneesmiddelen die op Sertraline Accord lijken de kwaliteit van het sperma kunnen verlagen. In theorie kan dit van invloed zijn op de vruchtbaarheid, maar tot nu toe is er geen effect op de vruchtbaarheid bij de mens waargenomen.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Psychotrope geneesmiddelen (geneesmiddelen die stemming en emoties beïnvloeden) zoals dit middel kunnen uw vermogen aantasten om voertuigen te besturen of machines te gebruiken. U mag daarom pas voertuigen besturen of machines gebruiken als u weet welke invloed dit geneesmiddel op deze handelingen heeft.
Dit middel bevat natrium
Dit middel bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per tablet, dat wil zeggen dat het in wezen ‘natriumvrij’ is.