Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
-
U bent allergisch voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in rubriek 6.
-
U geeft borstvoeding.
-
Uw aantal witte bloedcellen met de naam neutrofielen bedraagt minder dan 1,5 × 109/l voordat de therapie begint.
Als u twijfelt of een van de bovenstaande punten op u van toepassing is, praat dan met uw arts of verpleegkundige.
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem contact op met uw arts of verpleegkundige voordat u dit middel krijgt toegediend als:
-
u een verminderde lever-, nier- of hartfunctie heeft.
Apealea wordt niet aanbevolen voor patiënten met een ernstig verminderde lever- of nierfunctie;
-
u eerder last heeft gehad van misselijkheid, braken en diarree tijdens uw antikankerbehandeling. Neem onmiddellijk contact met uw arts op als u tijdens behandeling last krijgt van:
-
koorts, pijn, koude rillingen, zwakte of andere tekenen van infectie;
-
ernstige misselijkheid, braken of diarree;
-
ernstige reacties op de infusieplaats;
-
een allergische reactie;
-
gevoelloosheid, tintelingen, prikkend gevoel, gevoeligheid voor aanraking of spierzwakte.
U heeft mogelijk extra geneesmiddelen nodig als u één of meer van deze verschijnselen ontwikkelt. Het kan zijn dat uw arts verdere behandeling met Apealea wil uitstellen of de dosis wil verlagen.
Vraag uw arts of verpleegkundige naar haaruitval en wat er kan worden gedaan om dit te vermijden.
U zult tijdens de behandeling nauwlettend worden gecontroleerd:
-
via regelmatige bloedtests om te garanderen dat het voor u veilig is om met de behandeling door te gaan;
-
op verschijnselen van een allergische reactie tijdens de infusie, zoals:
-
roodheid en zwelling op de infusieplaats;
-
lage bloeddruk;
-
ademhalingsmoeilijkheden;
-
opzwellen van het gezicht.
Kinderen en jongeren tot 18 jaar
Apealea wordt niet aanbevolen voor kinderen en jongeren onder de 18 jaar, omdat het middel bij deze leeftijdsgroep niet is onderzocht.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u naast Apealea nog andere geneesmiddelen, heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat de mogelijkheid dat u binnenkort andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan uw arts.
Vertel het uw arts of verpleegkundige voordat u Apealea krijgt toegediend in het bijzonder als u gebruikmaakt van:
-
ketoconazol, of andere geneesmiddelen voor het behandelen van schimmelinfecties;
-
erytromycine, rifampicine: geneesmiddelen voor het behandelen van bacteriële infecties;
-
fluoxetine: een geneesmiddel voor het behandelen van depressie;
-
gemfibrozil: een geneesmiddel voor het verlagen van bloedvetten;
-
clopidogrel: een geneesmiddel dat de kans op het ontstaan van bloedstolsels vermindert;
-
cimetidine: een geneesmiddel voor het verminderen van maagzuur;
-
efavirenz, nevirapine, ritonavir, saquinavir, indinavir, nelfinavir: geneesmiddelen voor het behandelen van hiv-infectie;
-
carbamazepine, fenytoïne: geneesmiddelen voor het behandelen van epilepsie en bepaalde pijnaandoeningen;
-
cisplatine: een geneesmiddel voor de behandeling van kanker.
Zwangerschap en borstvoeding
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn of geeft u borstvoeding? Neem dan contact op met uw arts voordat u dit geneesmiddel gebruikt.
Apealea wordt niet aanbevolen tijdens de zwangerschap, aangezien paclitaxel ernstige geboorteafwijkingen kan veroorzaken. Vrouwen die zwanger kunnen worden dienen effectieve anticonceptie te gebruiken tijdens de behandeling met Apealea en gedurende zes maanden daarna.
Stop met het geven van borstvoeding terwijl u wordt behandeld, aangezien paclitaxel in de moedermelk terechtkomt en schadelijk voor de zuigeling kan zijn.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Apealea kan bijwerkingen zoals vermoeidheid of duizeligheid veroorzaken die uw rijvaardigheid of vermogen om machines te bedienen kunnen verminderen. Bestuur geen voertuigen en gebruik geen machines als u deze verschijnselen heeft.
Apealea bevat natrium
Na reconstitutie bevat dit geneesmiddel maximaal ongeveer 1,6 g natrium (bestanddeel van keukenzout) per dosis. Dit komt neer op 80% van de aanbevolen maximale dagelijkse inname van natrium via de voeding voor een volwassene.